sensor MAZDA MODEL MX-5 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 32 of 615

2–16
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Voorspanners van
veiligheidsgordels en
begrenzingsystemen
Voor een optimale bescherming zijn de
veiligheidsgordels van de bestuurdersstoel
en de passagierszitting uitgerust met
voorspanner- en begrenzingsystemen.
Om deze beide systemen correct te
kunnen laten functioneren dient u de
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
dragen.
Voorspanners:
Wanneer een botsing wordt bespeurd,
worden de voorspanners gelijktijdig met
de airbags geactiveerd.
Zie voor bijzonderheden over activering,
Criteria voor SRS airbag activering
(pagina 2-50 ).
Wanneer de airbags worden opgeblazen,
trekken de oprolautomaten van de
veiligheidsgordels de gordels snel
strak aan. Nadat de airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners geactiveerd
werden dienen deze steeds vernieuwd te
worden.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-33 .
Zie Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels op pagina 7-51 .(Met inzittende passagier
detectiesysteem)
Verder is het voorspannersysteem voor
de passagier, evenals de voor- en zij-
airbag van de passagierszitting ingericht
om enkel te worden geactiveerd wanneer
de inzittende passagier detectiesensor
bespeurt dat een passagier op de
passagierszitting heeft plaatsgenomen.
Zie voor bijzonderheden, Inzittende
passagier detectiesensor (pagina 2-53 ).
Drukbegrenzer:
Het begrenzingsysteem zorgt ervoor dat
de gordel op een gecontroleerde manier
losser gemaakt wordt om de druk die door
de gordel op het bovenlichaam van de
inzittende wordt uitgeoefend te reduceren.
Alhoewel de grootste druk op een
veiligheidsgordel bij frontale botsingen
wordt uitgeoefend, heeft de drukbegrenzer
een automatische mechanische functie
en kan bij voldoende beweging van de
inzittende bij elk soort ongeval geactiveerd
worden.
Ook wanneer de voorspanners
niet geactiveerd werden, dient de
drukbegrenzingsfunctie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur gecontroleerd
te worden.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 35 of 615

2–19
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje
Het wordt door Mazda ten sterkste aanbevolen gebruik te maken van kinderzitjes voor
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda kinderzitje of een die voldoet aan de
UNECE
*1 44 bepaling. Neem contact op met een offi ciële Mazda dealer in het geval u een
origineel Mazda kinderzitje denkt aan te schaffen.
Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor specifi eke bepalingen
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het
kinderzitje behorende instrukties.
Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient gebruik te maken van de veiligheidsgordels,
zowel heup- als schoudergordel. Als de schoudergordel de nek of het gezicht kruist, het kind
verder naar het midden van de auto verplaatsen.
Een achterwaarts gericht kinderzitje mag NOOIT op de passagierszitting worden gebruikt
wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is.
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
Om de kans op letsel bij de activering van de passagiersairbag te verminderen, functioneert
de inzittende passagier detectiesensor als onderdeel van het aanvullend beveiligingssysteem.
Dit systeem deactiveert de voor- en zij-airbags van de passagierszitting en ook het systeem
van de voorspanner van de veiligheidsgordel van de passagierszitting wanneer het airbag-
uitgeschakeld OFF-indikatielampje van de passagiersairbag brandt.
Wanneer een peuter of klein kind op de passagierszitting plaatsneemt, schakelt het systeem
de voor- en zij-airbags en het systeem van de voorspanner van de veiligheidsgordel van de
passagierszitting uit, dus controleer dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indikatielampje van
de passagiersairbag brandt.
Zie voor bijzonderheden, “Inzittende passagier detectiesensor” (pagina 2-53 ).
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 38 of 615

2–22
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Alvorens u een kinderzitje op de passagierszitting gaat installeren, de passagierszitting
zo ver mogelijk naar achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk
letsel aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indikatielampje van de
passagiersairbag brandt.
Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
passagierszitting gevaarlijk (Met inzittende passagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor. Ook al is uw auto
uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor, als u de passagierszitting moet
gaan gebruiken voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een kinderzitje
op de passagierszitting onder de volgende omstandigheden het gevaar toe dat de
passagiersairbag wordt geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk letsel oploopt.
 
 Het airbag-uitgeschakeld OFF-indikatielampje van de passagiersairbag brandt niet
wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
  Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het
kinderzitje is geïnstalleerd.
  De zitting is afgewassen. 
 Er is vloeistof op de zitting gemorst. 
 De passagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
  Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de passagierszitting en de
bestuurdersstoel.
  Er is een elektrisch apparaat op de passagierszitting geplaatst. 
 Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
passagierszitting geïnstalleerd.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 58 of 615

2–42
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Monteer dus nooit uitrusting aan de voorzijde van uw wagen:
Monteren van uitrusting aan de voorzijde van de wagen, zoals een frontale crashbar
(kangaroe crashbar, vee crashbar, aanduwstang, of dergelijke), sneeuwploeg of lieren
is gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed hebben op het systeem van de airbag crash
sensoren. Hierdoor zouden de airbags onvoorzien geactiveerd kunnen worden of wordt
verhinderd dat de airbags tijdens een aanrijding worden opgeblazen. De inzittenden
zouden als gevolg hiervan ernstig letsel kunnen oplopen.
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Wijzigen van de vering van de wagen is gevaarlijk. Als de hoogte van de wagen of de
vering veranderd wordt, zal de wagen een botsing niet meer correct kunnen registreren,
hetgeen een onjuiste of onverwachte activering van de airbag tot gevolg kan hebben
waarbij de kans bestaat op ernstig letsel.
Breng geen wijzigingen aan een portier aan en laat geen beschadigingen onhersteld.
Laat een beschadigd portier altijd door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan een portier of het niet herstellen van
beschadigingen is gevaarlijk. Elk van de portieren is voorzien van een zij-impactsensor
welke onderdeel vormt van het aanvullend beveiligingssysteem. Als gaten worden
geboord in een portier, een portierluidspreker blijvend wordt verwijderd, of een
beschadigd portier niet wordt hersteld, kan de werking van de sensor nadelig beïnvloed
worden zodat deze de druk van de impact van een zijdelingse botsing niet meer correct
kan bespeuren. Als een sensor een zijdelingse botsing niet correct kan bespeuren,
bestaat de kans dat de zij-airbags en de voorspanner van de veiligheidsgordel niet
normaal functioneren waardoor de inzittenden ernstig letsel kunnen oplopen.
Breng geen wijzigingen aan in het aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de onderdelen of de bedrading van het aanvullend
beveiligingssysteem is gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in werking stellen of buiten
gebruik stellen. Breng geen enkele wijziging aan in het aanvullend beveiligingssysteem.
Hieronder vallen het aanbrengen van stuurbekleding, etiketten of wat dan ook op de
airbagmodules. Hieronder valt ook het installeren van extra elektrische apparatuur op
of nabij de onderdelen en de bedrading van het systeem. Een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur kan de speciale aandacht besteden die bij het
uitbouwen en inbouwen van de zittingen nodig is. Het is van belang de bedrading en
de aansluitingen van de airbag te beschermen om er voor te zorgen dat de airbags niet
per ongeluk in werking treden en dat de airbag-aansluiting van het inzittende passagier
detectiesysteem en de zittingen onbeschadigd blijft.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 59 of 615

2–43
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Plaatsen geen bagage of overige voorwerpen onder de zittingen:
Het plaatsen van bagage of overige voorwerpen onder de zittingen is gevaarlijk. De
kans bestaat dat onderdelen die essentieel zijn voor de werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd worden en in het geval van een botsing aan de zijkant
is het mogelijk dat de bijbehorende airbags niet geactiveerd worden, hetgeen ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Om beschadiging van onderdelen die essentieel
zijn voor de werking van het aanvullend beveiligingssysteem te voorkomen, geen
bagage of andere voorwerpen onder de zittingen plaatsen.
Rijd niet met een auto met beschadigde onderdelen van airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem:
Geactiveerde of beschadigde componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem dienen na elke botsing waarbij deze geactiveerd of
beschadigd werden te worden vernieuwd. Alleen een getrainde deskundige reparateur,
bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur kan deze systemen volledig beoordelen om
te zien of deze bij een volgend ongeval zullen functioneren. Rijden met een geactiveerde
of beschadigde airbag of voorspannermodule geeft u verminderde beveiliging bij een
volgend ongeval, waardoor de kans bestaat op ernstig of dodelijk letsel.
De airbagonderdelen in het interieur niet verwijderen:
Het verwijderen van componenten zoals de zittingen, het voorste instrumentenpaneel
of het stuurwiel die airbagonderdelen of sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze
onderdelen zijn belangrijke airbagcomponenten ingebouwd. De airbag zou onvoorzien
geactiveerd kunnen worden en daardoor ernstig letsel kunnen veroorzaken. Laat deze
onderdelen altijd door een offi ciële Mazda reparateur verwijderen.
Ruim het airbagsysteem op de juiste wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen van een airbag of slopen van een auto met
airbags die onder stroom staan, kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel kan het gevolg
zijn wanneer niet alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur het airbagsysteem
veilig opruimen of een auto uitgerust met een airbagsysteem slopen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 62 of 615

2–46
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
*Bepaalde modellen.
(Zonder inzittende passagier detectiesysteem)
Gasgeneratoren en airbags van bestuurder/passagier
Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)
Voorspanners van veiligheidsgordels (pagina 2-16 )
Voorste airbagsensors
Zij-impactsensors
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/veiligheidsgordelvoorspanners (pagina
4-33 )
Gasgeneratoren zijkant en airbags
Passagiersairbag-uitgeschakeld indikatielampje * (pagina 2-53 )
Inzittende passagier detectiesensor * (pagina 2-53 )
Inzittende passagier detectiemodule *
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 63 of 615

2–47
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Werking van de SRS airbags
Uw Mazda is uitgerust met de volgende typen SRS airbags. SRS airbags zijn ontworpen om
te werken in combinatie met de veiligheidsgordels om letsel tijdens een ongeval te helpen
verminderen.
De SRS airbags zijn ontworpen om als aanvulling op de veiligheidsgordelfuncties de
passagiers extra bescherming te bieden. Draag de veiligheidsgordels op de juiste wijze.
Voorspanners van veiligheidsgordels
De veiligheidsgordelvoorspanners zijn ontworpen om in werking te treden bij gematigde of
ernstige frontale of bijna frontale botsingen.
Bovendien wordt tijdens een zijdelingse botsing de voorspanner in werking gesteld aan de
zijde waar zich de botsing voordoet. De voorspanners functioneren verschillend afhankelijk
van met welke typen airbags de auto is uitgerust. Zie voor bijzonderheden over de werking
van de veiligheidsgordelvoorspanners, “Criteria voor SRS airbag activering” (pagina
2-50 ).
Bestuurdersairbag
De bestuurdersairbag is in het stuurwiel ingebouwd.
Wanneer de impactsensoren van een airbag een frontale botsing met meer dan gematigde
kracht registreren, wordt de bestuurdersairbag snel opgeblazen om letsel aan hoofdzakelijk
het hoofd of de borst van de bestuurder te helpen verminderen dat veroorzaakt wordt door
een directe slag tegen het stuurwiel.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-50 ).
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 64 of 615

2–48
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Passagiersairbag
De passagiersairbag is ingebouwd in het instrumentenpaneel aan de passagierszijde.
Het opblaasmechanisme voor de passagiersairbag is hetzelfde als bij de bestuurdersairbag,
zoals boven vermeld.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-50 ).
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
De airbag van de passagierszitting wordt verder alleen geactiveerd wanneer de inzittende
passagier detectiesensor bespeurt dat een passagier op de passagierszitting heeft
plaatsgenomen. Zie voor bijzonderheden, Inzittende passagier detectiesysteem (pagina
2-53 ).
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 65 of 615

2–49
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Zij-airbags
De zij-airbags zijn ingebouwd in de buitenste zijden van de rugleuningen.
Wanneer de impactsensoren van een airbag een zijdelingse botsing met meer dan gematigde
kracht registreren, blaast het systeem enkel de zij-airbag op aan de zijde waar de auto
geraakt is. De zij-airbag wordt snel opgeblazen om letsel aan het hoofd en de borst van de
bestuurder of de passagier te helpen verminderen dat veroorzaakt wordt door een directe
slag tegen interieuronderdelen zoals een portier of raam.
Zie voor nadere bijzonderheden over airbag activering, “Criteria voor SRS airbag
activering” (pagina 2-50 ).
(Met inzittende passagier detectiesysteem)
De zij-airbag van de passagierszitting is geconstrueerd om alleen te worden geactiveerd
wanneer de inzittende passagier detectiesensor bespeurt dat een passagier op de
passagierszitting heeft plaatsgenomen. Zie voor bijzonderheden, Inzittende passagier
detectiesysteem (pagina 2-53 ).
Waarschuwingslampje/zoemer
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op pagina 4-33 .
Zie In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer geactiveerd op pagina 7-51 .
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 66 of 615

2–50
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Criteria voor SRS airbag activering
Deze tabel geeft de betreffende SRS uitrusting aan die afhankelijk van het type botsing
geactiveerd wordt.
(De illustraties tonen representatieve voorbeelden van botsingen.)
SRS uitrusting Typen botsing
Een ernstige frontale/bijna frontale
botsing Een ernstige zijdelingse
botsing
*2 Een botsing aan de
achterzijde
Veiligheidsgordelvoorspanner X *1 (beide zijden) X *1 (enkel zijde van
botsing)
Bij een botsing
aan de achterzijde
wordt geen airbag en
veiligheidsgordelvoorspanner
geactiveerd.
Bestuurdersairbag X
Passagiersairbag X
*1
Zij-airbag X *1 (enkel zijde van
botsing)
X: De SRS airbaguitrusting is bestemd om bij een botsing geactiveerd te worden.
*1 (Inzittende passagier detectiesysteem)
De voor- en zij-airbags van de passagierszitting en de voorspanner van de veiligheidsgordel zijn geconstrueerd
om te worden geactiveerd wanneer de inzittende passagier detectiesensor bespeurt dat een passagier op de
passagierszitting heeft plaatsgenomen.
*2 Bij een zijdelingse botsing worden de voorspanners van de veiligheidsgordels en de zij-airbags geactiveerd
(enkel aan de zijde waar zich de botsing voordoet).
OPMERKING
Bij een frontale zijdelingse botsing, is het mogelijk dat alle uitgeruste airbags en
voorspanners geactiveerd worden, afhankelijk van de richting, hoek en snelheid van
impact.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 70 next >