ESP MAZDA MODEL MX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 35 of 679

Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen beschadigd
raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur de voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags inspecteren. Juist
zoals de airbags functioneren de voorspanners en drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
slechts eenmaal en moeten deze na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden
vernieuwd. Als de voorspanners en drukbegrenzers van de veiligheidsgordels niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds voor
dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek wordt geplaatst,
maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de schok
van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag deze zo laag
mogelijk om de heupen.
Instructies voor gebruik van de veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het beenderstelsel van het lichaam te drukken en behoren laag
om de voorzijde van het bekken, of om het bekken, de borst en schouders gedragen te
worden, al naargelang van toepassing; het dragen van de heupgordel rondom de buik dient
vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo nauwsluitend mogelijk afgesteld te worden, in
overeenstemming met comfort, om de bescherming te kunnen bieden waarvoor zij bestemd
zijn. Een gordel die niet voldoende gespannen is zal de drager ervan aanzienlijk minder
bescherming kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het gordelmateriaal door schoonmaakmiddelen, olie en
chemische middelen, in het bijzonder accuzuur, te voorkomen. De gordels kunnen het
veiligste gereinigd worden met een oplossing van zachte zeep en water. Vernieuw de gordels
als het materiaal gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 38 of 679

9HLOLJKHLGVJRUGHOV
:$$56&+8:,1*
Draag de veiligheidsgordel door deze altijd
correct door de geleider te voeren:
Het dragen van een veiligheidsgordel
zonder de veiligheidsgordel door te
geleider te voeren is gevaarlijk omdat de
veiligheidsgordel dan geen voldoende
bescherming bij een ongeluk kan bieden,
hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Veiligheidsgordelgeleider
▼▼9DVWPDNHQYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOV
Veiligheidsgordeltong
Veiligheidsgordelgesp
3ODDWVGHKHXSJRUGHO]RODDJPRJHOLMN
QLHWRSGHRQGHUEXLNHQVWHOYHUYROJHQVGH
VFKRXGHUJRUGHO]RGDQLJDIGDWGH]H
QDXZVOXLWHQGRPXZOLFKDDPSDVW
Laag om de
heupen houdenAantrekken
Te hoog
▼▼/RVPDNHQYDQGHYHLOLJKHLGVJRUGHOV
'UXNGHNQRSRSGHYHLOLJKHLGVJRUGHOJHVS
LQ$OVGHJRUGHOQLHWYROOHGLJZRUGW
RSJHUROGGH]HQDDUEXLWHQWUHNNHQHQRS
YHUGUDDLLQJHQNQLNNHQLQVSHFWHUHQ.LMN
YHUYROJHQVRIELMKHWRSUROOHQGHJRUGHO
RQYHUGUDDLGEOLMIW
Knop
OPMERKING
Als een gordel niet volledig wordt
opgerold, deze op verdraaiing en knikken
inspecteren. Als de gordel dan nog steeds
niet correct wordt opgerold, deze door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur laten
inspecteren.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 63 of 679

Breng geen wijzigingen aan een portier aan en laat geen beschadigingen onhersteld. Laat
een beschadigd portier altijd door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan een portier of het niet herstellen van beschadigingen is
gevaarlijk. Elk van de portieren is voorzien van een zij-impactsensor welke onderdeel vormt
van het aanvullend beveiligingssysteem. Als gaten worden geboord in een portier, een
portierluidspreker blijvend wordt verwijderd, of een beschadigd portier niet wordt hersteld,
kan de werking van de sensor nadelig beïnvloed worden zodat deze de druk van de impact
van een zijdelingse botsing niet meer correct kan bespeuren. Als een sensor een zijdelingse
botsing niet correct kan bespeuren, bestaat de kans dat de zij-airbags en de voorspanner van
de veiligheidsgordel niet normaal functioneren waardoor de inzittenden ernstig letsel kunnen
oplopen.
Breng geen wijzigingen aan in het aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de onderdelen of de bedrading van het aanvullend
beveiligingssysteem is gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in werking stellen of buiten gebruik
stellen. Breng geen enkele wijziging aan in het aanvullend beveiligingssysteem. Hieronder
vallen het aanbrengen van stuurbekleding, etiketten of wat dan ook op de airbagmodules.
Hieronder valt ook het installeren van extra elektrische apparatuur op of nabij de onderdelen
en de bedrading van het systeem. Een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur kan de speciale aandacht besteden die bij het uitbouwen en inbouwen van de
zittingen nodig is. Het is van belang de bedrading en de aansluitingen van de airbag te
beschermen om er voor te zorgen dat de airbags niet per ongeluk in werking treden en dat de
airbag-aansluiting van het inzittende passagier detectiesysteem en de zittingen
onbeschadigd blijft.
Plaatsen geen bagage of overige voorwerpen onder de zittingen:
Het plaatsen van bagage of overige voorwerpen onder de zittingen is gevaarlijk. De kans
bestaat dat onderdelen die essentieel zijn voor de werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd worden en in het geval van een botsing aan de zijkant is het
mogelijk dat de bijbehorende airbags niet geactiveerd worden, hetgeen ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg kan hebben. Om beschadiging van onderdelen die essentieel zijn voor de
werking van het aanvullend beveiligingssysteem te voorkomen, geen bagage of andere
voorwerpen onder de zittingen plaatsen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 76 of 679

:$$56&+8:,1*
Laat niet een inzittende op de passagiersstoel plaatsnemen in een houding die het voor de
inzittende passagier detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te detecteren:
Zitten op de passagiersstoel in een houding die het voor de inzittende passagier
detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te bespeuren is gevaarlijk. Als de
inzittende passagier detectiesensor de inzittende die zich op de passagierszitting bevindt niet
correct kan bespeuren, is het mogelijk dat de voor- en zij-airbags van de passagiersstoel en
het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner niet in werking treden (niet-geactiveerd)
worden of dat deze abusievelijk in werking treden (geactiveerd) worden. De passagier heeft
dan niet de aanvullende beveiliging van de airbags of het abusievelijk in werking treden
(activering) van de airbags zou ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken.
Onder de volgende condities kan de inzittende passagier detectiesensor een passagier die
zich op de passagiersstoel bevindt niet correct bespeuren en kan de activering/niet-activering
van de airbags niet geregeld worden zoals aangegeven in de tabel voor de aan/uit conditie
van het airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de passagiersairbag. Bijvoorbeeld:
¾Een passagier zit zoals getoond in de volgende afbeelding:
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
656DLUEDJV


Page 127 of 679

OPMERKING
xHet vouwdak kan samentrekken als dit
gedurende lange tijd in opgevouwen
toestand wordt gelaten. Als dus het dak
is samengetrokken, kan het moeilijk zijn
de grendelplaat van de bovenste
daksluiting in het anker te haken.
xControleer of het vouwdak goed
vergrendeld is door het naar boven te
drukken. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur het vouwdak
nakijken, als het onvoldoende
gespannen lijkt (klappert), nadat de
bovenste sluiting goed vergrendeld zijn.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
9RXZGDN &DQYDVGDN


Page 147 of 679

.LH]HQYDQGHMXLVWHVQHHXZNHWWLQJHQ
(XURSD
0D]GDJHHIWGHYRRUNHXUDDQKHWJHEUXLN
YDQNHWWLQJHQPHW]HVKRHNLJHVWDOHQ
VSDQULQJHQ.LHVKHWMXLVWHW\SH
RYHUHHQNRPVWLJXZEDQGHQPDDW
%DQGHQPDDW 6QHHXZNHWWLQJ
5 =HVKRHNLJW\SH
5 =HVKRHNLJW\SH
OPMERKING
Alhoewel Mazda de voorkeur geeft aan het
gebruik van kettingen met zeshoekige
stalen spanringen, mogen alle soorten
kettingen worden gebruikt die binnen de
aangegeven montagespecificaties vallen.
0RQWDJHVSHFLILFDWLH (XURSD
%LMKHWDDQEUHQJHQYDQGH
VQHHXZNHWWLQJHQGLHQWGHDIVWDQGWXVVHQ
KHWEDQGSURILHOHQGHNHWWLQJ]LFKELQQHQ
GHYRRUJHVFKUHYHQOLPLHWHQWHEHYLQGHQ
]RDOVDDQJHJHYHQLQRQGHUVWDDQGHWDEHO
$IVWDQG HHQKHLGPP
$%
0D[ 0D[
ZijaanzichtAanzicht in doorsnedeBand
A
B
$DQEUHQJHQYDQVQHHXZNHWWLQJHQ
 %UHQJGHVQHHXZNHWWLQJHQ]RVWUDN
PRJHOLMNRSGHDFKWHUEDQGHQDDQ9ROJ
GDDUELMVWHHGVGHLQVWUXFWLHVYDQGH
IDEULNDQW
 7UHNQDKHWULMGHQYDQ

Page 162 of 679

xAls het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact van
ON op ACC of OFF wordt gezet, wordt
het volgende aangegeven.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar wordt.
Zie Vervangen van de sleutelbatterij op
pagina 6-36.
(Voertuig uitgerust met type A
instrumentengroep)
Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
(Voertuig uitgerust met type B
instrumentengroep)
Het KEY indicatielampje (groen)
knippert gedurende ongeveer 30
seconden.
Zie Waarschuwings-/indicatielampjes op
pagina 4-41.
x(Automatische transmissie)
Als de motor wordt stopgezet terwijl de
keuzehendel in een andere stand dan P
staat, zal het contact overschakelen
naar ACC.
▼0RWRUQRRGVWRS
:DQQHHUWHUZLMOGHPRWRUGUDDLWRIWLMGHQV
KHWULMGHQGHVWDUWGUXNNQRSFRQWLQX
LQJHGUXNWZRUGWJHKRXGHQRIHHQDDQWDO
PDOHQDFKWHUHHQVQHOZRUGWLQJHGUXNW]DO
GHPRWRURQPLGGHOOLMNZRUGHQVWRSJH]HW
+HWFRQWDFWVFKDNHOWRYHUQDDU$&&
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS


Page 222 of 679

9RRUUXLWHQZLVVHUVHQ
UXLWHQVSURHLHU
9RRUJHEUXLNYDQGHUXLWHQZLVVHUVPRHW
KHWFRQWDFWRS21VWDDQ
:$$56&+8:,1*
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries in plaats
van sproeiervloeistof is gevaarlijk. Als dit op
de voorruit gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan een
ongeluk tot gevolg hebben.
Gebruik uitsluitend ruitensproeiervloeistof
gemengd met anti-vries bescherming bij
temperaturen onder het vriespunt:
Het gebruik van ruitensproeiervloeistof
zonder anti-vries bescherming bij
temperaturen onder het vriespunt is
gevaarlijk, aangezien dit op de voorruit kan
bevriezen en uw uitzicht kan belemmeren
waardoor een ongeluk veroorzaakt kan
worden. Zorg er bovendien voor dat de
voorruit voldoende is opgewarmd met
behulp van de voorruitontwaseming
alvorens ruitensproeiervloeistof te
sproeien.
OPMERKING
Als de voorruitenwissers tijdens koude
weersomstandigheden of sneeuwval
worden gebruikt, is het mogelijk deze als
gevolg van opeenhoping van sneeuw op de
voorruit stoppen. Als de voorruitenwissers
als gevolg van opeenhoping van sneeuw
op de voorruit stoppen, de auto op een
veilige plaats tot stilstand brengen, de
ruitenwisserschakelaar uitzetten en
vervolgens de opeengehoopte sneeuw
verwijderen. Als de
ruitenwisserschakelaar in een andere
stand dan OFF wordt gezet, zullen de
ruitenwissers gaan werken. Raadpleeg zo
spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, als de ruitenwissers
niet werken terwijl de
ruitenwisserschakelaar in een andere
stand dan OFF is gezet.
▼9RRUUXLWHQZLVVHUV
6FKDNHOGHUXLWHQZLVVHUVLQGRRUGHKHQGHO
RPKRRJRIRPODDJWHGUXNNHQ
0HWLQWHUYDOUXLWHQZLVVHU
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV


Page 226 of 679

.RSODPSVSURHLHU
'HPRWRUGLHQWJHVWDUWWH]LMQHQGH
NRSODPSHQGLHQHQLQJHVFKDNHOGWH]LMQ

$OVXGHNRSODPSVSURHLHUVZLOWJHEUXLNHQ
GHUXLWHQZLVVHUKHQGHOWZHHPDDOQDDUXWRH
WUHNNHQ

Ruitensproeier UIT
OPMERKING
xWanneer na het inschakelen van de
koplampen de voorruitensproeier voor
de eerste keer wordt gebruikt, werken de
koplampsproeiers automatisch.
xAls er lucht in de
koplampsproeiervloeistofleiding
aanwezig is, bijvoorbeeld in gevallen
wanneer de auto pas nieuw is of nadat
een leeg sproeiervloeistofreservoir
opnieuw met sproeiervloeistof gevuld is,
zal wanneer de ruitenwisserhendel
bediend wordt geen sproeiervloeistof
gesproeid worden. Volg in dit geval
onderstaande procedure:
1. Start de motor.
2. Schakel de koplampen in.
3. Trek de ruitenwisserhendel
herhaalde malen tweemaal naar u
toe totdat de sproeiervloeistof naar
buiten sproeit.
$FKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
'HDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJRQWGRHWGH
DFKWHUUXLWYDQZDVHP

9RRUJHEUXLNYDQGHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJ
PRHWKHWFRQWDFWRS21VWDDQ

'UXNRSGHVFKDNHODDURPGH
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJLQWHVFKDNHOHQ'H
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJIXQFWLRQHHUW
JHGXUHQGHRQJHYHHUPLQXWHQHQZRUGW
GDQDXWRPDWLVFKXLWJHVFKDNHOG
:DQQHHUGHDFKWHUUXLWYHUZDUPLQJLQ
ZHUNLQJLVEUDQGWKHWLQGLFDWLHODPSMH

'UXNQRJPDDOVRSGHVFKDNHODDURPGH
DFKWHUUXLWYHUZDUPLQJXLWWHVFKDNHOHQ
DOYRUHQVGHPLQXWHQ]LMQYHUVWUHNHQ
+DQGEHGLHQGHDLUFRQGLWLRQLQJ
Indicatielampje
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 238 of 679

23*(/(7
¾Wanneer de volgende punten niet in
acht worden genomen bestaat de kans
dat het DSC systeem niet correct werkt:
¾Gebruik banden van de juiste maat die
voor uw Mazda zijn
gespecificeerd op
alle 4 wielen.
¾Gebruik banden van dezelfde
fabrikant, soort en profielpatroon op
alle 4 wielen.
¾Niet tezamen gebruiken met versleten
banden.
¾Het is mogelijk dat het DSC systeem niet
correct functioneert wanneer
sneeuwkettingen worden gebruikt of
wanneer een noodreservewiel is
gemonteerd omdat de diameter van de
band verandert.
▼7&6'6&LQGLFDWLHODPSMH
'LWLQGLFDWLHODPSMHEOLMIWJHGXUHQGHHQNHOH
VHFRQGHQEUDQGHQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS
21JH]HWZRUGW$OVKHW7&6RI'6&
V\VWHHPLQZHUNLQJLVJDDWKHW
LQGLFDWLHODPSMHNQLSSHUHQ

$OVKHWODPSMHEOLMIWEUDQGHQLVHU
PRJHOLMNHHQGHIHFWLQKHW7&6'6&RI
KHWUHPEHNUDFKWLJLQJVV\VWHHPHQEHVWDDW
GHNDQVGDWGH]HQLHWFRUUHFWIXQFWLRQHUHQ
%UHQJXZDXWRQDDUHHQGHVNXQGLJH
UHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXU
▼'6&2))LQGLFDWLHODPSMH
'LWLQGLFDWLHODPSMHEOLMIWJHGXUHQGHHQNHOH
VHFRQGHQEUDQGHQZDQQHHUKHWFRQWDFWRS
21JH]HWZRUGW
'LWODPSMHJDDWRRNEUDQGHQZDQQHHURS
GH'6&2))VFKDNHODDUZRUGWJHGUXNWHQ
KHW7&6'6&V\VWHHPZRUGW
XLWJHVFKDNHOG
=LHGH'6&2))VFKDNHODDURSSDJLQD


$OVKHWODPSMHEOLMIWEUDQGHQZDQQHHUKHW
7&6'6&V\VWHHPQLHWZRUGW
XLWJHVFKDNHOGXZDXWRQDDUHHQ
GHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQ
RIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUEUHQJHQ(ULV
PRJHOLMNHHQGHIHFWLQKHW'6&V\VWHHP
▼'6&2))VFKDNHODDU
'UXNRSGH'6&2))VFKDNHODDURPKHW
7&6'6&V\VWHHPXLWWHVFKDNHOHQ+HW
'6&2))LQGLFDWLHODPSMHLQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSJDDWEUDQGHQ
7LMGHQVKHWULMGHQ
$%67&6'6&


Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >