TPMS MAZDA MODEL MX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 317 of 679

23*(/(7
¾Elke band, inclusief het reservewiel (indien voorzien), dient maandelijks in koude toestand
gecontroleerd te worden en op de bandenspanning gebracht te worden welke wordt
aanbevolen door de autofabrikant op het voertuiginformatieplaatje of
bandenspanningslabel. (Als uw auto banden van een verschillende maat heeft dan de
maat die op het voertuiginformatieplaatje of bandenspanningslabel staat aangegeven,
dient u de juiste bandenspanning voor deze banden te bepalen.)
Bij wijze van extra veiligheidsvoorziening is uw auto uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) dat een verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning laat branden wanneer de bandenspanning van één of meerdere van uw
banden beduidend laag is. Wanneer dus het verklikkerlichtje voor lage bandenspanning
gaat branden, dient u te stoppen en uw banden zo spoedig mogelijk te controleren en deze
op de juiste spanning te brengen. Rijden met een band waarvan de bandenspanning
beduidend laag is, kan oververhit raken van de band en bandenpech veroorzaken. Te lage
bandenspanning verhoogt ook het brandstofverbruik, leidt tot snellere slijtage van het
bandenprofiel en kan de bestuurbaarheid en remweg nadelig beïnvloeden.
Houd er rekening mee dat het TPMS systeem geen remedie biedt voor een onjuist
bandenonderhoud en het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder de juiste
bandenspanning te handhaven, ook als een te lage bandenspanning nog niet het niveau
heeft bereikt dat het TPMS verklikkerlichtje voor lage bandenspanning gaat branden.
Uw auto is ook uitgerust met een TPMS storingsindicator om aan te geven wanneer het
systeem niet correct functioneert.
De TPMS storingsindicator is gecombineerd met het verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning. Wanneer het systeem een storing bespeurt, gaat het verklikkerlichtje
gedurende ongeveer één minuut knipperen en blijft vervolgens continu branden. Deze
volgorde blijft voortduren telkens wanneer de auto opnieuw gestart wordt voor zolang als
de storing blijft bestaan. Wanneer de storingsindicator brandt, bestaat de kans dat het
systeem een lage bandenspanning niet zoals bedoeld kan opsporen of melden. Storingen in
het TPMS systeem kunnen zich voordoen om uiteenlopende redenen, zoals het vervangen
of verwisselen van banden of velgen op de auto welke verhinderen dat het TPMS systeem
juist kan functioneren. Controleer steeds de TPMS storingsindicator na het vervangen van
één of meer banden of velgen op uw auto om er zeker van te zijn dat na het vervangen of
verwisselen van banden en velgen het TPMS systeem juist blijft functioneren.
¾Om foutieve aflezingen te voorkomen neemt het systeem gedurende een korte tijd
steekproeven alvorens een probleem te melden. Als gevolg zal een band die snel leegloopt
of plotseling lek is geraakt niet onmiddellijk door het systeem gemeld worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP


Page 318 of 679

▼6\VWHHPIRXWDFWLYHULQJ
$OVKHW7306ZDDUVFKXZLQJVODPSMH
NQLSSHUWLVHUPRJHOLMNHHQGHIHFWLQKHW
V\VWHHP5DDGSOHHJHHQRIILFLsOH
0D]GDGHDOHU
(HQV\VWHHPIRXWDFWLYHULQJNDQ]LFK
YRRUGRHQLQGHYROJHQGHJHYDOOHQ
x:DQQHHUHU]LFKXLWUXVWLQJRIDSSDUDWXXU
LQGHEXXUWYDQGHDXWREHYLQGWGLH
JHEUXLNPDDNWYDQGH]HOIGH
UDGLRIUHTXHQWLHDOVGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUHQ
x:DQQHHUHHQPHWDOHQYRRU]LHQLQJ]RDOV
HHQQLHWRULJLQHHOQDYLJDWLHV\VWHHP
ZRUGWJHwQVWDOOHHUGQDELMKHWPLGGHQYDQ
KHWLQVWUXPHQWHQSDQHHONXQQHQ
GDDUGRRUGHUDGLRVLJQDOHQYDQGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUQDDUGH
RQWYDQJHUJHEORNNHHUGZRUGHQ
x%LMJHEUXLNYDQGHYROJHQGHDSSDUDWXXU
LQGHDXWRGLHUDGLRVWRULQJPHWGH
RQWYDQJHUNDQYHURRU]DNHQ
x'LJLWDOHDSSDUDWXXU]RDOVHHQSHUVRQDO
FRPSXWHU
x(HQVSDQQLQJVRPYRUPHU]RDOVHHQ
'&$&RPYRUPHU
x:DQQHHUHU]LFKEXLWHQJHZRRQYHHOLMV
RIVQHHXZDDQGHDXWRKHHIWYDVWJH]HW
YRRUDOURQGRPGHYHOJHQ
x:DQQHHUGHEDWWHULMHQYDQGH
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUXLWJHSXW]LMQ
x%LMJHEUXLNYDQHHQYHOJZDDURSJHHQ
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRULVJHPRQWHHUG
x%LMJHEUXLNYDQEDQGHQPHW
VWDDOGUDDGYHUVWHYLJLQJLQGH]LMZDQGHQ
x%LMJHEUXLNYDQVQHHXZNHWWLQJHQ
▼%DQGHQHQYHOJHQ
23*(/(7
Bij het inspecteren of afstellen van de
bandenspanning, geen overmatige druk
uitoefenen op het ventielgedeelte van de
velg. De kans bestaat dat het
ventielgedeelte beschadigd wordt.
9HUZLVVHOHQYDQEDQGHQHQYHOJHQ
9LDRQGHUVWDDQGHSURFHGXUHNDQKHW7306
V\VWHHPGHXQLHNH,'VLJQDDOFRGHYDQHHQ
EDQGHQVSDQQLQJVHQVRUKHUNHQQHQWHONHQV
ZDQQHHUEDQGHQRIYHOJHQYHUZLVVHOG
ZRUGHQ]RDOVELMKHWYHUZLVVHOHQYDQHQ
QDDUZLQWHUEDQGHQ
OPMERKING
Elke bandenspanningsensor heeft een
unieke ID signaalcode. De signaalcode
moet in het TPMS systeem geregistreerd
worden alvorens dit kan functioneren. De
gemakkelijkste manier om dit te doen is
om uw banden door een officiële Mazda
dealer te laten verwisselen en de
registratie van de ID signaalcode te laten
voltooien.
:DQQHHUXEDQGHQGRRUHHQRIILFLsOH
0D]GDGHDOHUODDWYHUZLVVHOHQ
:DQQHHUGHEDQGHQYDQXZDXWRGRRUHHQ
RIILFLsOH0D]GDGHDOHUZRUGHQYHUZLVVHOG
]XOOHQ]LMGHUHJLVWUDWLHYDQGH,'
VLJQDDOFRGHYDQGHEDQGHQVSDQQLQJVHQVRU
YROWRRLHQ

7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP


Page 578 of 679

6LJQDDO :DDUVFKXZLQJ
.QLSSHUW
:DDUVFKXZLQJVODPSMH
YDQEDQGHQVSDQQLQJV
FRQWUROHV\VWHHP

$OVHUHHQGHIHFWLVLQKHWEDQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHPJDDWKHWEDQGHQVSDQ
QLQJVZDDUVFKXZLQJVODPSMHNQLSSHUHQ/DDWXZDXWR]RVSRHGLJPRJHOLMNGRRUHHQ
GHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUFRQWUROHUHQ
:$$56&+8:,1*
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningscontrolesysteem gaat bran‐
den of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt
gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren en rem‐
men vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningscontrolesysteem gaat bran‐
den of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt
gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te manoeuvreren
of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het stuur verliest en een ongeluk
veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een lekke band heeft, de auto
op een veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand van de band kunt controle‐
ren en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te gaan naar een plaats
waar lucht bijgevuld kan worden en het systeem opnieuw gecontroleerd kan worden
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur of een
bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook als u de reden weet
waarom het brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk verhelpen alvorens dit tot
een ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van een band met een ge‐
vaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
:DDUVFKXZLQJVODPSMH
YRRUOHNNHEDQG
$OVHHQUXQIODWEDQGOHNUDDNWJDDWKHW)/$77,5(ZDDUVFKXZLQJVODPSMHLQGHLQ
VWUXPHQWHQJURHSEUDQGHQHQNOLQNWHUJHGXUHQGHRQJHYHHUVHFRQGHQHHQ]RHP
WRRQ
5LMGYRRU]LFKWLJPHWGHDXWRRQPLGGHOOLMNQDDUGHGLFKWVWELM]LMQGH0D]GDUHSDUDWHXU
HQODDWGHOHNNHEDQGYHUZLVVHOHQ
=LH9RHUWXLJHQPHWUXQIODWEDQGHQRSSDJLQD
:$$56&+8:,1*
Laat de banden zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur, controleren en/ of repareren.
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de waarschuwingszoem‐
toon voor lage bandenspanning wordt gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden
te rijden of plotseling te manoeuvreren of te remmen. De kans bestaat dat u de macht
over het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Als het lekke band waarschuwingslampje gaat branden of als de waarschuwingszoem‐
toon voor lage bandenspanning wordt gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminde‐
ren en plotseling manoeuvreren en remmen vermijden.
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 584 of 679

:DDUVFKXZLQJ 7HQHPHQPDDWUHJHO
:DQQHHUKHWZDDUVFKXZLQJVODPSMHEUDQGWHQGH
ZDDUVFKXZLQJV]RHPHUNOLQNWLVGHEDQGHQVSDQ
QLQJLQppQRIPHHUGHUHYDQGHEDQGHQWHODDJ
:$$56&+8:,1*
Als het waarschuwingslampje van het banden‐
spanningscontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon
voor lage bandenspanning wordt gegeven, on‐
middellijk de rijsnelheid verminderen en plotse‐
ling manoeuvreren en remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het banden‐
spanningscontrolesysteem gaat branden of
knipperen of als de waarschuwingszoemtoon
voor lage bandenspanning wordt gegeven, is het
gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plot‐
seling te manoeuvreren of te remmen. De kans
bestaat dat u de macht over het stuur verliest en
een ongeluk veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende
band of een lekke band heeft, de auto op een vei‐
lige plaats parkeren waar u visueel de toestand
van de band kunt controleren en bepalen of de
band voldoende lucht heeft om verder te gaan
naar een plaats waar lucht bijgevuld kan worden
en het systeem opnieuw gecontroleerd kan wor‐
den door een deskundige reparateur, bij voor‐
keur een officiële Mazda reparateur of een ban‐
denreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit ge‐
negeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is
gevaarlijk, ook als u de reden weet waarom het
brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk
verhelpen alvorens dit tot een ernstigere situatie
leidt, zoals het plotseling lek raken van een band
met een gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.
,QVSHFWHHUGHEDQGHQHQVWHOGH]HDIRSGHYRRUJHVFKUHYHQEDQGHQVSDQQLQJ
SDJLQD 
23*(/(7
Bij het vervangen/repareren van banden of velgen of beide, het werk door
een officiële Mazda reparateur laten uitvoeren, omdat anders de kans be‐
staat dat de bandenspanningsensoren beschadigd worden.
OPMERKING
xStel de bandenspanning af wanneer de banden koud zijn. De bandenspan-
ning varieert naargelang de bandentemperatuur, laat daarom de auto ge-
durende ongeveer 1 uur staan of rijd er enkel 1,6 km of minder mee alvo-
rens de bandenspanning af te stellen. Wanneer de bandenspanning bij
warme banden wordt afgesteld op de koude bandendruk, bestaat de kans
dat het TPMS waarschuwingslampje/zoemer aan gaat nadat de banden
zijn afgekoeld en dat de druk tot beneden de specificatie terugvalt.
Ook is het mogelijk dat een TPMS waarschuwingslampje dat brandt
doordat de bandenspanning bij een lage omgevingstemperatuur is te-
ruggevallen uit gaat als de omgevingstemperatuur omhoog gaat. In
dit geval zal het eveneens noodzakelijk zijn de bandenspanning af te
stellen. Als het TPMS waarschuwingslampje gaat branden als gevolg
van een terugval in de bandenspanning, de bandenspanning controle-
ren en afstellen.
xNadat de bandenspanning is afgesteld, kan het enige tijd duren voordat
het TPMS waarschuwingslampje uit gaat. Als het TPMS waarschuwings-
lampje blijft branden, gedurende 10 minuten met een snelheid van tenmin-
ste 25 km/h blijven rijden en vervolgens controleren of het lampje uit gaat.
xBanden verliezen na verloop van tijd vanzelf lucht en het TPMS systeem
kan niet het verschil aantonen of de banden na verloop van tijd vanzelf
zacht geworden zijn of dat er sprake is van een lekke band. Wanneer u
echter één zachte band in een set van vier aantreft, wijst dit op een pro-
bleem; iemand anders dient dan langzaam met de auto vooruit te rijden
zodat u de zachte band kunt inspecteren op inkervingen en metalen voor-
werpen die vanuit het profiel of de zijwand naar buiten steken. Breng en-
kele druppels water aan op het ventiel om te zien of er luchtbelletjes ver-
schijnen die wijzen op een defect ventiel. Lekkages moeten grondiger aan-
gepakt worden dan het enkel op spanning brengen van de defecte band
aangezien lekkages gevaarlijk zijn Š breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur die over alle ap-
paratuur beschikt voor het repareren van banden, TPMS systemen en de
meest geschikte nieuwe band voor uw auto kan bestellen.
Als het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden nadat de banden-
spanning is afgesteld, is er mogelijk sprake van een lekke band.
Zie Voertuigen met runflat banden op pagina 7-4.

$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
:DDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQZDDUVFKXZLQJV]RHPHUV