airbag off MAZDA MODEL MX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 22 of 679

9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQELMJHEUXLNYDQGH]LWWLQJHQ
:$$56&+8:,1*
Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van een zitting op hun plaats vergrendeld zijn:
Niet goed vergrendelde afstelbare zittingen en rugleuningen zijn gevaarlijk. Bij plotseling
stoppen of een botsing kan de zitting of de rugleuning in beweging komen, hetgeen letsel kan
veroorzaken. Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van de zittingen goed op hun plaats
vergrendeld zijn door te proberen de zitting naar voren en naar achteren te schuiven en de
rugleuningen heen en weer te duwen.
Laat kinderen nooit een zitting afstellen:
Toestaan dat kinderen een zitting afstellen is gevaarlijk, aangezien dit ernstig letsel kan
veroorzaken wanneer de handen of voeten van het kind tussen de zitting beklemd raken.
Niet rijden met ontgrendelde rugleuning:
Alle rugleuningen spelen een belangrijke rol bij uw bescherming in een auto. Het niet
vergrendelen van de rugleuning is gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling afremmen of een
botsing passagiers van hun plaats geslingerd kunnen worden en inzittenden door bagage
geraakt kunnen worden, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Duw telkens na het afstellen
van de rugleuning, ook als er geen overige passagiers zijn, de rugleuning even heen en weer
om te controleren of deze goed op zijn plaats vergrendeld is.
Een stoel uitsluitend afstellen wanneer de auto tot stilstand gebracht is:
Als de stoel tijdens het rijden wordt afgesteld, kan de zitpositie onstabiel worden en kan deze
onverwacht bewegen. Dit kan ongelukken veroorzaken.
De zittingen niet wijzigen of vervangen:
Het aanbrengen van wijzigingen of het vernieuwen van de zittingen zoals het vernieuwen
van de bekleding of het losdraaien van bouten is gevaarlijk. De zittingen bevatten
airbagonderdelen die van essentieel belang zijn voor het aanvullend beveiligingssysteem. Het
aanvullend beveiligingssysteem kan door dergelijke wijzigingen beschadigd worden, hetgeen
tot ernstig letsel kan leiden. Raadpleeg een officiële Mazda-reparateur als uitbouwen of
opnieuw inbouwen van de zittingen om een of andere reden noodzakelijk is.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
6WRHOHQ


Page 23 of 679

Rijd niet met beschadigde zittingen:
Rijden met beschadigde zittingen, zoals zitkussens die gescheurd of tot op het urethaan
beschadigd zijn, is gevaarlijk. De zittingen die belangrijke airbagonderdelen bevatten kunnen
door een botsing beschadigd worden, ook als het een botsing is die voor het activeren van de
airbags niet krachtig genoeg is. Bij een eventuele volgende botsing zal een airbag mogelijk
niet geactiveerd worden, hetgeen tot letsel kan leiden. Laat na een botsing de zittingen, de
voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags altijd door een officiële
Mazda-reparateur inspecteren.
Niet rijden met de rugleuningen in achterover geplaatste positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of bij
plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig inwendig letsel
kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter op de zitting
plaatsnemen en rechtop zitten.
Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is gevaarlijk
omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel bij een botsing niet
de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met mogelijk dodelijk letsel
kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed vergrendeld
wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.
Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is gevaarlijk. In
het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze voorwerpen naar voren
geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen worden en letsel kunnen oplopen.
Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij plotseling
afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan worden en letsel kan
veroorzaken.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
6WRHOHQ


Page 35 of 679

Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen beschadigd
raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur de voorspanners van de veiligheidsgordels en de airbags inspecteren. Juist
zoals de airbags functioneren de voorspanners en drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
slechts eenmaal en moeten deze na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden
vernieuwd. Als de voorspanners en drukbegrenzers van de veiligheidsgordels niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds voor
dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek wordt geplaatst,
maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de schok
van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag deze zo laag
mogelijk om de heupen.
Instructies voor gebruik van de veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het beenderstelsel van het lichaam te drukken en behoren laag
om de voorzijde van het bekken, of om het bekken, de borst en schouders gedragen te
worden, al naargelang van toepassing; het dragen van de heupgordel rondom de buik dient
vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo nauwsluitend mogelijk afgesteld te worden, in
overeenstemming met comfort, om de bescherming te kunnen bieden waarvoor zij bestemd
zijn. Een gordel die niet voldoende gespannen is zal de drager ervan aanzienlijk minder
bescherming kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het gordelmateriaal door schoonmaakmiddelen, olie en
chemische middelen, in het bijzonder accuzuur, te voorkomen. De gordels kunnen het
veiligste gereinigd worden met een oplossing van zachte zeep en water. Vernieuw de gordels
als het materiaal gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 40 of 679

0HWLQ]LWWHQGHSDVVDJLHU
GHWHFWLHV\VWHHP
9HUGHULVKHWYRRUVSDQQHUV\VWHHPYRRUGH
SDVVDJLHUHYHQDOVGHYRRUHQ]LMDLUEDJ
YDQGHSDVVDJLHUVVWRHOLQJHULFKWRPHQNHO
WHZRUGHQJHDFWLYHHUGZDQQHHUGH
LQ]LWWHQGHSDVVDJLHUGHWHFWLHVHQVRU
EHVSHXUWGDWHHQSDVVDJLHURSGH
SDVVDJLHUVVWRHOKHHIWSODDWVJHQRPHQ
=LHYRRUELM]RQGHUKHGHQ,Q]LWWHQGH
SDVVDJLHUGHWHFWLHVHQVRU SDJLQD 

'UXNEHJUHQ]HU
+HWEHJUHQ]LQJV\VWHHP]RUJWHUYRRUGDWGH
JRUGHORSHHQJHFRQWUROHHUGHPDQLHU
ORVVHUJHPDDNWZRUGWRPGHGUXNGLHGRRU
GHJRUGHORSKHWERYHQOLFKDDPYDQGH
LQ]LWWHQGHZRUGWXLWJHRHIHQGWHUHGXFHUHQ
$OKRHZHOGHJURRWVWHGUXNRSHHQ
YHLOLJKHLGVJRUGHOELMIURQWDOHERWVLQJHQ
ZRUGWXLWJHRHIHQGKHHIWGHGUXNEHJUHQ]HU
HHQDXWRPDWLVFKHPHFKDQLVFKHIXQFWLHHQ
NDQELMYROGRHQGHEHZHJLQJYDQGH
LQ]LWWHQGHELMHONVRRUWRQJHYDO
JHDFWLYHHUGZRUGHQ
2RNZDQQHHUGHYRRUVSDQQHUVQLHW
JHDFWLYHHUGZHUGHQGLHQWGH
GUXNEHJUHQ]LQJVIXQFWLHGRRUHHQ
GHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQ
RIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUJHFRQWUROHHUG
WHZRUGHQ:$$56&+8:,1*
Maak enkel gebruik van de
veiligheidsgordels op de wijze zoals in dit
instructieboekje wordt aangegeven:
Het verkeerd dragen van de
veiligheidsgordels van de bestuurdersstoel
en de passagiersstoel is gevaarlijk. Als deze
niet op de juiste wijze worden gedragen,
kunnen de voorspanner- en
begrenzingsystemen van de
veiligheidsgordels tijdens een ongeval geen
adequate bescherming bieden, hetgeen
ernstig letsel tot gevolg kan hebben. Zie
voor meer bijzonderheden over het dragen
van de veiligheidsgordels, “Vastmaken van
de veiligheidsgordels” (pagina 2-18).
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk
vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de
voorspanners van de veiligheidsgordels en
de airbags inspecteren. Juist zoals de
airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
slechts eenmaal en moeten deze na elke
botsing waarbij deze geactiveerd werden
worden vernieuwd. Als de voorspanners en
drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
niet vernieuwd worden, zal het risico van
letsel bij een botsing toenemen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 41 of 679

Breng nooit wijzigingen aan de onderdelen
of de bedrading aan en gebruik nooit
elektronische testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals bijvoorbeeld
het gebruik van elektronische
testapparatuur is gevaarlijk. De kans
bestaat dat het systeem dan per ongeluk
geactiveerd of onbruikbaar gemaakt
wordt, waardoor dit tijdens een ongeval
niet in werking kan treden. De kans bestaat
dan dat bestuurder, voorpassagier of
monteurs ernstig letsel oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de juiste
wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen van het
voorspannersysteem of het slopen van een
auto waarvan het voorspannersysteem
niet eerst onklaar is gemaakt, is gevaarlijk.
Ernstig letsel kan het gevolg zijn wanneer
niet alle veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda
reparateur het voorspannersysteem veilig
opruimen of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet functioneert,
afhankelijk van het type botsing. Zie
voor bijzonderheden, Criteria voor SRS
airbag activering (pagina 2-51).
xBij het in werking treden van de airbags
en de voorspanners zal er enige rook
(een niet-toxisch gas) vrijkomen. Dit
duidt echter niet op brand. Dit gas heeft
normaal geen effect op de inzittenden,
echter bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of van
het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in de
ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
9HLOLJKHLGVJRUGHOV\VWHHP


Page 43 of 679

:$$56&+8:,1*
Gebruik een kinderzitje van de juiste maat:
Voor een effectieve beveiliging bij botsingen en plotseling afremmen dienen kinderen gebruik
te maken van veiligheidsgordels of een kinderzitje afhankelijk van de leeftijd en de grootte. Zo
niet, dan bestaat de kans dat het kind bij een ongeluk ernstig of zelfs dodelijk letsel oploopt.
Volg de instructies van de fabrikant en houd het kinderzitje steeds op zijn plaats verankerd:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een aanrijding zou
het kinderzitje van zijn plaats kunnen schuiven en ernstig letsel, mogelijk met dodelijke
afloop, aan het kind of andere inzittenden kunnen toebrengen. Zorg ervoor dat het kinderzitje
dat u gebruikt goed op zijn plaats bevestigd wordt volgens de instructies van de fabrikant van
het kinderzitje. Wanneer u het kinderzitje niet gebruikt, dit uit de auto verwijderen of met een
veiligheidsgordel bevestigen of dit aan BEIDE Isofix-ankers en de bijbehorende
spanriemverankering vastzetten.
Zet een kind steeds in een geschikt kinderzitje vast:
Het in uw armen vasthouden van een kind tijdens het rijden is buitengewoon gevaarlijk.
Ongeacht hoe sterk de persoon is, zal hij of zij tijdens plotseling afremmen of een botsing het
kind niet kunnen blijven vasthouden, waardoor het kind of de overige inzittenden ernstig of
dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Zelfs bij een gematigde botsing kan het kind blootgesteld
worden aan de kracht van een airbag, waardoor het kind ernstig of dodelijk letsel zou kunnen
oplopen, of het kind zou tegen een volwassene kunnen slaan en zowel zelf letsel kunnen
oplopen als ook aan de volwassene letsel kunnen toebrengen.
Controleer bij gebruik van een kinderzitje altijd dat het airbag-uitgeschakeld
OFF-indicatielampje van de passagiersairbag brandt (Met inzittende passagier
detectiesysteem):
Het vervoeren van een kind in een kinderzitje dat op de passagiersstoel is geïnstalleerd terwijl
het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag niet brandt is uiterst
gevaarlijk. Bij een ongeluk bestaat de kans dat een airbag wordt opgeblazen en ernstig letsel,
mogelijk met dodelijk afloop, aan het kind toebrengt dat in het kinderzitje vervoerd wordt.
Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag
brandt.
Zie Inzittende passagier detectiesysteem op pagina 2-54.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de passagiersstoel
met een airbag die geactiveerd zou kunnen worden:
Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde door
een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL aan het KIND
toebrengen.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 44 of 679

Bij auto’s met een passagiersairbag is er een waarschuwingslabel zoals hieronder
aangegeven aangebracht. Dit waarschuwingslabel is aangebracht overeenkomstig de
bepalingen.

(Behalve Taiwan) (Taiwan)
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag geraakt
worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind ernstig of dodelijk
letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto is uitgerust met een inzittende passagier
detectiesysteem, altijd controleren dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
passagiersairbag brandt wanneer u een naar achteren gericht kinderzitje op de
passagiersstoel installeert.

Alvorens u een kinderzitje op de passagiersstoel gaat installeren, de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk letsel
aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag
brandt.

%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 45 of 679

Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
passagiersstoel gevaarlijk (Met inzittende passagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesensor. Ook al is uw auto uitgerust
met een inzittende passagier detectiesensor, als u de passagiersstoel moet gaan gebruiken
voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een kinderzitje op de passagiersstoel
onder de volgende omstandigheden het gevaar toe dat de passagiersairbag wordt
geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk letsel oploopt.
¾Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de passagiersairbag gaat niet branden
wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het kinderzitje is
geïnstalleerd.
¾De zitting is afgewassen.
¾Er is vloeistof op de zitting gemorst.
¾De passagiersstoel is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of andere
voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
¾Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de passagiersstoel en de
bestuurdersstoel.
¾Er is een elektrisch apparaat op de passagiersstoel geplaatst.
¾Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de passagiersstoel
geïnstalleerd.
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen de zijruit leunen van een auto met
zij-airbags:
Het is gevaarlijk als iemand op of tegen de zijruit, het gedeelte van de passagiersstoel van
waaruit de zij-airbags worden opgeblazen leunt, ook als een kinderzitje wordt gebruikt. De
schok van een zij-airbag die wordt opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan
een kind dat niet goed op zijn plaats zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het
portier de zij- airbags geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende
beveiliging ongedaan gemaakt worden. Laat een kind niet op of tegen de zijruit leunen, ook
niet als het kind zich in een kinderzitje bevindt, aangezien de zij-airbag vanuit de buitenste
schouder van de zitting wordt opgeblazen.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is gevaarlijk.
Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de schok niet op de
juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan gedrukt kunnen
worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik nooit meer dan één
veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas met de auto rijden
wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze hebben omgedaan.
%HODQJULMNHYHLOLJKHLGVXLWUXVWLQJ
.LQGHU]LWMH


Page 49 of 679

Gebruik dus nooit een achterwaarts gericht
kinderzitje op een passagierszitting die
door een airbag beveiligd wordt:
Uiterst gevaarlijk! Gebruik geen
achterwaarts gericht kinderzitje op een
zitting die aan de voorzijde door een airbag
beveiligd is!
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt worden.
Een kind dat zich in het zitje bevindt zou
dan ernstig gewond kunnen raken of zelfs
om het leven kunnen komen. Als uw auto is
uitgerust met een inzittende passagier
detectiesysteem, altijd controleren dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt als het
installeren van een achterwaarts gericht
kinderzitje op de passagierszitting niet te
vermijden is.
▼▼,QVWDOODWLHSRVLWLHYDQSHXWHU]LWMH
(HQSHXWHU]LWMHZRUGWJHEUXLNWLQGHQDDU
YRUHQHQQDDUDFKWHUHQJHULFKWHSRVLWLHV
DIKDQNHOLMNYDQGHOHHIWLMGHQGHJURRWWH
YDQKHWNLQG9ROJELMKHWLQVWDOOHUHQGH
LQVWUXFWLHVYDQGHIDEULNDQWLQ
RYHUHHQVWHPPLQJPHWGHEHWUHIIHQGH
OHHIWLMGHQJURRWWHYDQKHWNLQGDOVPHGH
GHULFKWLQJHQYRRUKHWLQVWDOOHUHQYDQKHW
NLQGHU]LWMH
=LHGHWDEHO

Page 50 of 679

Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt worden.
Een kind dat zich in het zitje bevindt zou
dan ernstig gewond kunnen raken of zelfs
om het leven kunnen komen. Als uw auto is
uitgerust met een inzittende passagier
detectiesysteem, altijd controleren dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt als het
installeren van een naar achteren gericht
kinderzitje op de passagiersstoel niet te
vermijden is.


1DDUYRUHQJHULFKWW\SH
:$$56&+8:,1*
Nooit een naar voren gericht peuterzitje op
de verkeerde zitting installeren:
Het installeren van een naar voren gericht
peuterzitje zonder eerst de tabel
“Geschiktheid van kinderzitjes voor diverse
zittingposities” te raadplegen is gevaarlijk.
Een naar voren gericht peuterzitje dat op
de verkeerde zitting wordt geïnstalleerd
kan niet op de juiste wijze worden
bevestigd. Bij een botsing zou het kind iets
of iemand in de auto kunnen raken en
ernstig letsel kunnen oplopen, mogelijk
met dodelijke afloop.
Controleer altijd dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt.

Alvorens u een kinderzitje op de
passagiersstoel gaat installeren, de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren plaatsen:
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind toebrengen.
Controleer altijd dat het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje
van de passagiersairbag brandt.

▼▼,QVWDOODWLHSRVLWLHYDQMXQLRUHQ]LWMH
(HQMXQLRUHQ]LWMHZRUGWXLWVOXLWHQGLQGH
YRRUZDDUWVJHULFKWHSRVLWLHJHEUXLNW

=LHGHWDEHO³*HVFKLNWKHLGYDQ
NLQGHU]LWMHVYRRUGLYHUVH]LWSRVLWLHV

Page:   1-10 11-20 21-30 next >