MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 663

3–17
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Vergrendelen, ontgrendelen met de
verzoekschakelaar (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Beide portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar in te drukken wanneer
u de sleutel bij u draagt.
Verzoekschakelaar
Vergrendelen
Druk voor het vergrendelen van de
portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop
op de verzoekschakelaar en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
Ontgrendelen
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop
op de verzoekschakelaar en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
  Controleer dat beide portieren,
het kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop goed zijn
vergrendeld.
  Beide portieren, het kofferdeksel en
de afsluitklep van de brandstofvuldop
kunnen niet worden vergrendeld
wanneer een van de portieren open
staat.
  Na het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.
 (Europees model) De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer
de portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop met behulp van
een verzoekschakelaar vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Behalve Europese modellen) Er wordt een zoemtoon gegeven voor
bevestiging wanneer de portieren,
het kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp
van de verzoekschakelaar. Indien
gewenst, kan de zoemtoon worden
uitgeschakeld.
 Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .


Page 102 of 663

3–18
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
 Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en
sluit beide portieren en het
kofferdeksel.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
Beide portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop worden
vergrendeld en de zoemtoon
klinkt met het huidige ingestelde
volume. De instelling verandert
telkens wanneer de LOCK toets
op de sleutel wordt ingedrukt
en de pieptoon klinkt met het
ingestelde volume. (Als pieptoon-
uit de actieve instelling is, zal de
pieptoon niet klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
 


 Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
 


 Sluiten van het
bestuurdersportier.
 


 Openen van het kofferdeksel.



 Wanneer de sleutel gedurende
10 seconden niet wordt
gebruikt.
 


 Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op
de sleutel.
 


 Indrukken van een
verzoekschakelaar.
OPMERKING
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
op pagina 3-61 .
 (Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
 Door de verzoekschakelaar
binnen 3 seconden tweemaal
in te drukken wordt het dubbel
portiervergrendelingssysteem
geactiveerd.
 Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-15.


Page 103 of 663

3–19
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
  De instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep van
de brandstofvuldop automatisch
vergrendeld worden zonder de
verzoekschakelaar in te drukken.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
(Automatische vergrendelfunctie) Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer beide portieren gesloten
worden en u de geavanceerde
sleutel bij u hebt. Beide portieren,
het kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop worden
na ongeveer drie seconden
automatisch vergrendeld wanneer
de geavanceerde sleutel buiten
het werkingsbereik is. Ook zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen. (Ook als
de bestuurder zich binnen het
werkingsbereik bevindt, zullen beide
portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop
automatisch na ongeveer 30
seconden vergrendeld worden.) Als
u zich buiten het werkingsbereik
bevindt alvorens de portieren en het
kofferdeksel volledig gesloten zijn
of een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat beide portieren
en het kofferdeksel gesloten en
vergrendeld zijn alvorens de auto
achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door
de automatische vergrendelfunctie
gesloten.
OPMERKING
 Automatische hervergrendelfunctie Na het ontgrendelen met behulp van
de verzoekschakelaar, zullen beide
portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
 De benodigde tijd voor het
automatisch vergrendelen van de
portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop
kan gewijzigd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
 


 Openen van een portier of het
kofferdeksel.
 


 Wanneer het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
zender
Beide portieren, het kofferdeksel en
de afsluitklep van de brandstofvuldop
kunnen vergrendeld/ontgrendeld worden
door bediening van de zender van de
afstandbediende portiervergrendeling. Zie
Afstandbediende portiervergrendeling
(pagina 3-4 ).


Page 104 of 663

3–20
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelschakelaar *
Beide portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop worden
automatisch vergrendeld wanneer de
vergrendelzijde wordt ingedrukt terwijl
beide portieren gesloten zijn.
Deze worden beide ontgrendeld wanneer
de ontgrendelzijde wordt ingedrukt.
Ontgrendelen
Vergrendelen
OPMERKING
De portieren, het kofferdeksel en de
afsluitklep van de brandstofvuldop
kunnen niet worden vergrendeld
wanneer terwijl een van de portieren
open staat.
Automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie *
WAARSCHUWING
Niet aan de binnenste kruk van een
portier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van een portier trekken is
gevaarlijk. Passagiers kunnen als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
 


 Bij rijsnelheden hoger dan 20 km/h
worden beide portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de brandstofvuldop
automatisch vergrendeld.
 


 Wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden beide portieren,
het kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop automatisch
ontgrendeld.
Deze functies kunnen ook worden
uitgeschakeld zodat ze buiten werking
zijn.


Page 105 of 663

3–21
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Veranderen van de instelling van
de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van
de portiervergrendelschakelaar (Met
portiervergrendelschakelaar)
Het automatisch vergrendelen of
ontgrendelen van de portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep van de
brandstofvuldop kan ingesteld worden
door het selecteren van een van de functies
uit onderstaande tabel en het gebruik van
de portiervergrendelschakelaar op het
binnenste portierpaneel.
OPMERKING
  Voor uw auto is functie nummer
3 in onderstaande tabel de
standaardinstelling.
  Er zijn enkel in totaal zes
automatische vergrendel-/
ontgrendelinstellingen
beschikbaar voor voertuigen
met automatische transmissie
en drie voor voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak.
Druk de ontgrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar
het juiste aantal malen in,
overeenkomstig het nummer van
de geselecteerde functie. Als de
schakelaar bij een voertuig met
automatische transmissie per ongeluk
zevenmaal of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure geannuleerd. Voer in dit
geval de procedure opnieuw vanaf
het begin uit.
Functienummer Functie *1
1 De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2 Bij een rijsnelheid van ongeveer
20 km/h of meer worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
3
(Fabrieksinstelling)
Bij een rijsnelheid van ongeveer
20 km/h of meer worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld. Beide portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop worden
ontgrendeld wanneer het contact
van ON op uit wordt gezet.
4 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
5 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet
terwijl het contact op ON staat,
worden beide portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop
automatisch ontgrendeld.


Page 106 of 663

3–22
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Functienummer Functie *1
6 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Bij een rijsnelheid van ongeveer
20 km/h of meer worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet
terwijl het contact op ON staat,
worden beide portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop
automatisch ontgrendeld.
*1 Overige instellingen voor de automatische
portiervergrendelfunctie zijn beschikbaar bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur. Raadpleeg voor
bijzonderheden een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-10 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden met
behulp van onderstaande procedure.
1. Parkeer het voertuig op een veilige
plaats. Beide portieren moeten gesloten
blijven.
2. Zet het contact op ON.
3. Houd de vergrendelzijde van de
portiervergrendelschakelaar ingedrukt
binnen 20 seconden nadat u het contact
op ON hebt gezet en let er op dat
ongeveer acht seconden daarna een
pieptoon klinkt.
4. Zie de tabel voor de instelling
van de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie en bepaal het
functienummer voor de gewenste
instelling. Druk de ontgrendelzijde
van de portiervergrendelschakelaar
hetzelfde aantal malen in als het
geselecteerde functienummer (Bijv.
Als u functie 2 selecteert, druk dan de
ontgrendelzijde van de schakelaar enkel
2 maal in). 5. Drie seconden nadat de
functieinstelling is veranderd, wordt
het geselecteerde functienummer door
een overeenkomstige hoeveelheid
pieptonen aangegeven. (Bijv.
Functienummer 3 = 3 pieptonen)
(Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak)
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Functienummer 3
Druk 4 maal Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als
het geselecteerde
functienummer)
Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden


Page 107 of 663

3–23
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
(Voertuigen met automatische
transmissie)
Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Druk 4 maal Functienummer 3
Druk 5 maal Functienummer 4
Druk 7 maal Functienummer 5
Druk 6 maal
Functienummer 6
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld
(het aantal pieptonen
dat wordt gegeven is
hetzelfde als het
geselecteerde
functienummer) Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
OPMERKING
  De portieren kunnen tijdens het
maken van de instelling niet
vergrendeld of ontgrendeld worden.
  De procedure kan geannuleerd
worden door de vergrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar in te
drukken.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelknop
Bediening vanaf de binnenzijde
(Met portiervergrendelschakelaar)
Voor het vergrendelen van een
portier vanaf de binnenzijde, de
portiervergrendelknop omlaag drukken.
Voor ontgrendelen de
portiervergrendelknop naar buiten trekken.
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Beide portieren, het kofferdeksel en
de afsluitklep van de brandstofvuldop
worden automatisch vergrendeld
wanneer de portiervergrendelknop van
het bestuurdersportier wordt ingedrukt.
Deze worden beide ontgrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier omhoog getrokken
wordt.
Vergrendelen
Ontgrendelen


Page 108 of 663

3–24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
De rode indicatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indicatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde
vergrendelen van het passagiersportier
met behulp van de portiervergrendelknop,
de portiervergrendelknop in de
vergrendelstand drukken en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk in
de openstand is niet nodig).
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
 
 Let erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
  De portiervergrendelknop van
het bestuurdersportier kan niet
worden gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.


Page 109 of 663

3–25
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Kofferdeksel
WAARSCHUWING
Sta nooit toe dat iemand in de
kofferruimte meerijdt:
Toestaan dat iemand in de kofferruimte
meerijdt is gevaarlijk. Tijdens
plotseling afremmen of een botsing
bestaat de kans dat de persoon die in
de kofferruimte meerijdt ernstig of
dodelijk letsel oploopt.
Rijd niet met het kofferdeksel geopend:
Uitlaatgassen in het interieur van
een auto zijn gevaarlijk. Wanneer het
kofferdeksel tijdens het rijden open
staat, worden er uitlaatgassen in
het interieur gezogen. Dit gas bevat
CO (koolmonoxide), dat kleurloos,
geurloos en bijzonder giftig is; dit gas
kan bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken. Bovendien kunnen in
het geval van een open kofferdeksel de
inzittenden bij een botsing naar buiten
geslingerd worden.
OPGELET
  Verwijder alle opeenhoping
van sneeuw en ijs alvorens de
kofferruimte te openen. Anders
bestaat de kans dat de kofferruimte
onder het gewicht van de sneeuw
en het ijs dichtklapt en letsel
veroorzaakt.
  Wees voorzichtig bij het openen/
sluiten van de kofferruimte tijdens
harde wind. Als de kofferruimte
wordt getroffen door een zware
windstoot, kan deze plotseling
dichtklappen en letsel veroorzaken.
  Open de kofferruimte volledig en let
er op dat deze open blijft staan. Als
het kofferdeksel slechts gedeeltelijk
geopend wordt, kan dit door trilling
of een windvlaag dichtklappen en
letsel veroorzaken.
  Bij het in- of uitladen van bagage in
de kofferruimte, de motor stopzetten.
Anders zou u zich kunnen branden
door de hitte van het uitlaatgas.


Page 110 of 663

3–26
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Openen en sluiten van het
kofferdeksel
Openen van het kofferdeksel
Gebruik van de
interieurontgrendelknop
*
Duw de ontgrendeltoets in.
De functie van de interieurontgrendelknop
kan worden uitgeschakeld door de
portieren te vergrendelen met behulp
van de zender, hulpsleutel of een
verzoekschakelaar om te voorkomen
dat een indringer vanuit het interieur het
kofferdeksel kan openen.
Voor het activeren van de functie van de
interieurontgrendelknop, de portieren
ontgrendelen met behulp van de zender,
hulpsleutel of een verzoekschakelaar of
het contact op ON zetten.
OPMERKING
De functie van de
interieurontgrendelknop kan
niet worden uitgeschakeld door
de portieren met behulp van de
portiervergrendelschakelaar/
portiervergrendelknop te vergrendelen.
Zie Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelschakelaar op pagina
3-20 .
Zie Vergrendelen, ontgrendelen met
de portiervergrendelknop op pagina
3-23 .
Gebruik van de elektrische bediende
kofferdekselopener
(Met interieurontgrendelknop)
Wanneer u de sleutel bij zich heeft kan ook
het kofferdeksel worden geopend.
Druk de elektrische bediende
kofferdekselopener in en til het
kofferdeksel nadat het slot vrijgezet is
omhoog.
(Zonder interieurontgrendelknop)
Ontgrendel de portieren en het
kofferdeksel, druk vervolgens de
elektrische bediende kofferdekselopener in
en til het kofferdeksel vervolgens nadat het
slot vrijgezet is omhoog.


Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 670 next >