stop start MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 167 of 663

4–7
Tijdens het rijden
Motor start/stop
1. Zorg ervoor dat u de sleutel bij u
draagt.
2. De inzittenden dienen hun
veiligheidsgordels vast te maken.
3. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
4. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
5. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig
intrappen totdat de motor volledig
gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P
(parkeren). Als u de motor moet starten
wanneer de auto in beweging is, dient u
de keuzehendel in stand N (neutraal) te
zetten.
OPMERKING
(Handgeschakelde versnellingsbak)
De startmotor zal niet werken als het
koppelingspedaal niet voldoende wordt
ingetrapt.
(Automatische transmissie)
De startmotor zal niet werken als de
keuzehendel niet in stand P of N staat
en het rempedaal niet voldoende wordt
ingetrapt. 6. Kijk of het KEY indicatielampje
(groen) in de instrumentengroep en het
indicatielampje van de startdrukknop
(groen) branden.
KEY indicatielampje
(groen)/KEY
waarschuwingslampje
(rood)
Indicatielampje
Startdrukknop
OPMERKING
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert, er op letten dat u de
sleutel bij u draagt.
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) knippert terwijl u de sleutel
bij u draagt, de startdrukknop met de
sleutel aanraken en de motor starten.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina
4-10 .


Page 168 of 663

4–8
Tijdens het rijden
Motor start/stop
OPGELET
Als het KEY waarschuwingslampje
(rood) brandt of het indicatielampje
van de startdrukknop (oranje) knippert,
kan dit duiden op een probleem in het
motorstartsysteem. Dit kan het starten
van de motor of het op ACC of ON
zetten van het contact verhinderen. Laat
uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur inspecteren.
OPMERKING

 Onder de volgende omstandigheden
gaat na het indrukken van
de startdrukknop het KEY
waarschuwingslampje (rood)
knipperen. Dit informeert de
bestuurder dat de startdrukknop
niet naar ACC overgeschakeld kan
worden als deze vanuit uit wordt
ingedrukt.
 


 De sleutelbatterij is uitgeput.



 De sleutel bevindt zich buiten het
werkingsbereik.
 


 De sleutel bevindt zich op plaatsen
waar het moeilijk is voor het
systeem het signaal te ontvangen
(pagina 3-9 ).
 


 Er bevindt zich een sleutel van
een andere fabrikant in het
werkingsbereik die op de sleutel
lijkt.
OPMERKING
 

(Methode van geforceerd starten
van de motor)
 Als het KEY waarschuwingslampje
(rood) brandt of het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit erop duiden
dat de motor niet start met gebruik
van de normale startmethode.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur inspecteren. In dit geval
kan de motor geforceerd gestart
worden. Houd de startdrukknop
ingedrukt totdat de motor start. Voor
het starten van de motor zijn overige
procedures zoals het aanwezig zijn
van de sleutel in de cabine en het
intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of het rempedaal (automatische
transmissie) vereist.
  Wanneer de motor geforceerd
gestart wordt, blijft het
KEY waarschuwingslampje
(rood) branden en blijft het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen.
 (Automatische transmissie) Wanneer de keuzehendel in de
neutraalstand (N) staat, branden het
KEY indicatielampje (groen) en het
startdrukknopindicatielampje (groen)
niet.


Page 169 of 663

4–9
Tijdens het rijden
Motor start/stop
7. Druk op de startdrukknop nadat zowel
het KEY indicatielampje (groen)
in de instrumentengroep als het
indicatielampje van de startdrukknop
(groen) zijn gaan branden.
OPMERKING
  Na het starten van de motor, gaat
het startdrukknopindicatielampje
(oranje) uit en schakelt het contact
over naar de stand ON.
  Na het indrukken van de
startdrukknop en voordat de motor
start is het werkingsgeluid van de
brandstofpompmotor van nabij de
brandstoftank hoorbaar, echter dit
duidt niet op een defect. 8. Laat de motor na het starten ongeveer
gedurende tien seconden stationair
draaien (in Duitsland verboden).
OPMERKING
 (Duitsland) Ga na het starten van de motor
onmiddellijk rijden. Gebruik
echter geen hoge motortoerentallen
totdat de motor de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
 
 Ongeacht of de motor warm of koud
is, dient deze zonder gebruik van het
gaspedaal gestart te worden.
  Zie Starten van een verzopen motor
onder Starten in noodgevallen als
de motor de eerste keer niet start.
Laat uw auto inspecteren door een
of¿ ciële Mazda reparateur als de
motor nog niet start (pagina 7-25).
 (Voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak met i-stop functie)
 Als de motor als gevolg van afslaan
is gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in
te trappen binnen 3 seconden nadat
de motor is gestopt.
 De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
 


 Het bestuurdersportier geopend is.



 De veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
 


 Na het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
 


 Het koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.


Page 170 of 663

4–10
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is
OPGELET
Wanneer de motor gestart wordt door
de zender boven de startdrukknop te
houden als gevolg van een uitgeputte
sleutelbatterij of een defecte sleutel, er
voor zorgen het volgende te voorkomen,
omdat anders het signaal van de sleutel
niet correct wordt ontvangen en de kans
bestaat dat de motor niet start.
 
 Metalen delen van andere sleutels
of metalen voorwerpen komen in
aanraking met de sleutel.

  Reservesleutels of sleutels voor
andere voertuigen die uitgerust
zijn met een start-blokkeersysteem
komen in aanraking met of in de
buurt van de sleutel.

  Elektronische betaalpassen of
doorlaatpassen komen in aanraking
met of in de buurt van de sleutel. Als de motor niet gestart kan worden
omdat de batterij van de sleutel is uitgeput,
kan de motor met behulp van onderstaande
procedure gestart worden:
1. Blijf het rempedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
2. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig
intrappen totdat de motor volledig
gestart is.
3. Kijk of het
startdrukknopindicatielampje (groen)
gaat knipperen.
4. Raak de startdrukknop aan met
behulp van de achterzijde van de
sleutel (zoals getoond) terwijl het
startdrukknopindicatielampje (groen)
knippert.
Zender
OPMERKING
Bij het aanraken van de startdrukknop
met behulp van de achterkant van de
sleutel zoals getoond in de afbeelding,
de startdrukknop aanraken met de zijde
met de vergrendelschakelaar van de
sleutel omhoog gericht.
5. Kijk of het
startdrukknopindicatielampje (groen)
gaat branden.


Page 171 of 663

4–11
Tijdens het rijden
Motor start/stop
6. Druk op de startdrukknop om de motor
te starten.
OPMERKING
  De motor kan niet gestart worden
tenzij het koppelingspedaal volledig
is ingetrapt (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
volledig is ingetrapt (automatische
transmissie).
  Als de functie van de
startdrukknop defect is, gaat het
startdrukknopindicatielampje
(oranje) knipperen. In dit geval is het
mogelijk dat de motor start, echter
laat de auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur controleren.
  Als het startdrukknopindicatielampje
(groen) niet brandt, de procedure
opnieuw vanaf het begin uitvoeren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren als het
indicatielampje niet brandt.
OPMERKING
  Voer voor het overschakelen
van de stand van het contact
zonder de motor te starten de
volgende handelingen uit nadat het
startdrukknopindicatielampje (groen)
is gaan branden.
1. Laat het koppelingspedaal
(handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) los.
2. Druk de startdrukknop in om over
te schakelen naar de contactstand.
Het contact schakelt over in de
volgorde van ACC, ON en uit
telkens wanneer de startdrukknop
wordt ingedrukt. Voor het
opnieuw overschakelen naar de
contactstand, de procedure vanaf
het begin uitvoeren.
Noodbediening voor het starten
van de motor
Als het KEY waarschuwingslampje (rood)
brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, kan dit erop duiden dat
de motor niet start met gebruik van de
normale startmethode. Laat uw auto zo
spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur inspecteren. In dit geval
kan de motor geforceerd gestart worden.
Houd de startdrukknop ingedrukt totdat
de motor start. Voor het starten van de
motor zijn overige procedures zoals het
aanwezig zijn van de sleutel in de cabine
en het intrappen van het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak) of het
rempedaal (automatische transmissie)
vereist.


Page 172 of 663

4–12
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van
de motor om een andere reden dan in
een noodgeval is gevaarlijk. Wanneer
de motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat
een ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand en
trek de handremhendel aan.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P en
trek de handremhendel aan.
3. Druk op de startdrukknop om de motor
stop te zetten. De contactstand is uit.
OPGELET
Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
OPMERKING
  Het is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
  Als het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt gezet,
wordt het volgende aangegeven.
 Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
 Zie Vernieuwen van de sleutelbatterij
op pagina 6-33 .
(Voertuig uitgerust met type A
instrumentengroep)
 Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
(Voertuig uitgerust met type B
instrumentengroep)
 Het KEY indicatielampje (groen)
knippert gedurende ongeveer 30
seconden.
 Zie Waarschuwings/indicatielampjes
op pagina 4-46 .
 (Automatische transmissie) Als de motor wordt stopgezet
terwijl de keuzehendel in een andere
stand dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.


Page 173 of 663

4–13
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of tijdens
het rijden de startdrukknop continu
ingedrukt wordt gehouden, of een aantal
malen achtereen snel wordt ingedrukt, zal
de motor onmiddellijk worden stopgezet.
Het contact schakelt over naar ACC.


Page 174 of 663

4–14
Tijdens het rijden
Motor start/stop
*Bepaalde modellen.
i-stop *
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een verkeerslicht stil
staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de motor automatisch om
het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd brandstofverbruik, minder
uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid van het stationair draaien verdwijnen wanneer
de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
  Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:




 Wanneer de motor gestopt is.



(Behalve Europees model)
 Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de motor is
voldaan.
  Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het koppelingspedaal
in te trappen.
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de neutraalstand. De
motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.


Page 175 of 663

4–15
Tijdens het rijden
Motor start/stop
Automatische transmissie
1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt (behalve tijdens
het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede versnelling) en de auto tot
stilstand is gebracht.
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals wordt
ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer
de motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal
ingetrapt.)
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer het systeem functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor gestopt en gaat het i-stop indicatielampje (groen)
branden.
 


 Wanneer de motor is warmgedraaid.



 De motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden.



 De motor wordt gestart met de motorkap gesloten.



 De accu is in goede toestand.



 Alle portieren, het kofferdeksel en de motorkap zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



(Handbediende airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in een andere
stand dan (
). 

 
 De luchtstroomhoeveelheid is anders dan de maximale luchtstroomhoeveelheid.




(Volledig automatische airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in een andere
stand dan (
). 

 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in een andere stand dan de stand
voor maximale verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 De interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor de airconditioning is
ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
 


 Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt niet/knippert niet.



 De functies van de afstandbediende portiervergrendeling & startdrukknopsysteem werken
normaal.
 


 Het remvacuüm is voldoende hoog.



 Het stuurwiel wordt niet gedraaid.


Page 176 of 663

4–16
Tijdens het rijden
Motor start/stop
 


(Handgeschakelde versnellingsbak)



 
 De rijsnelheid is 3 km/h of minder.


 
 De keuzehendel staat in de neutraalstand.


 
 Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.




(Automatische transmissie)



 
 De auto wordt stopgezet.


 
 De keuzehendel staat in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling).
 

 
 De automatische transmissievloeistof is voldoende opgewarmd.


 
 De temperatuur van de automatische transmissievloeistof is niet abnormaal hoog.


 
 Het stuurwiel staat nagenoeg in de rechtvooruit stand (het is mogelijk dat de motor niet
stopt wanneer het stuurwiel in de rechtvooruit stand staat als kracht op het stuurwiel
wordt uitgeoefend. Oefen geen kracht meer uit op het stuurwiel om de motor te laten
stoppen.).
 

 
 De auto wordt door het intrappen van het rempedaal tot stilstand gebracht.


 
 Er wordt niet plotseling afgeremd.
Wanneer het systeem niet functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor niet gestopt:
 


 De auto is tot stilstand gebracht maar de motor blijft stationair draaien.


 
(Handbediende airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in de stand ( ) en
de aanjagerregelknop staat in een andere stand dan 0.
 

 
 De luchtstroomhoeveelheid is de maximale luchtstroomhoeveelheid.




(Volledig automatische airconditioning)


 
 De regelknop voor de luchtstroomfunctie van de airconditioning staat in de stand ( ).


 
 De temperatuurinstelknop van de airconditioning staat in de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling (A/C ON).
 

 
 Er is een groot verschil tussen de interieurtemperatuur en de ingestelde temperatuur van
de airconditioning.
 


 De omgevingstemperatuur is buitengewoon hoog of laag.



 De atmosferische druk is laag (bij het rijden op grote hoogten).



(Automatische transmissie)



 
 De auto wordt op een steile helling tot stilstand gebracht.


 
 De auto is tot stilstand gebracht met het stuurwiel niet in de rechtvooruit stand.




(Inklapbare fastback model)
 De inklapbare fastback is in werking


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 50 next >