display MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 294 of 663

4–134
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Display van afstelbare snelheidsbegrenzer
De instellingsstatus van de afstelbare snelheidsbegrenzer wordt getoond in de display in de
instrumentengroep.
Standby display
Wordt getoond wanneer de snelheidsbegrenzerschakelaar wordt bediend en het systeem
wordt ingeschakeld.
Wordt uitgeschakeld wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Instellingsdisplay
Wordt getoond wanneer de SET
schakelaar wordt bediend en de snelheid wordt ingesteld.
Annuleringsdisplay
Wordt getoond wanneer een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd en het systeem
tijdelijk wordt geannuleerd.
 


 OFF/CANCEL schakelaar wordt bediend



 Gaspedaal wordt krachtig ingetrapt


Page 295 of 663

4–135
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer (wit)/Instelindicatie van
afstelbare snelheidsbegrenzer (groen), Hoofdindicatielampje van afstelbare
snelheidsbegrenzer (oranje)/Instelindicatielampje van afstelbare
snelheidsbegrenzer (groen)
Type A instrumentengroep
(Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer (wit))
Dit indicatie licht wit op wanneer op de MODE schakelaar wordt gedrukt en de afstelbare
snelheidsbegrenzer geactiveerd wordt.
(Instelindicatie van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer (groen))
De indicatie licht groen op wanneer een snelheid is ingesteld.
Type B instrumentengroep
(Hoofdindicatielampje van afstelbare snelheidsbegrenzer (oranje))
Dit indicatielampje gaat oranje branden wanneer op de MODE schakelaar wordt gedrukt en
de afstelbare snelheidsbegrenzer geactiveerd wordt.
(Indicatielampje van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer (groen))
Het indicatielampje licht groen op wanneer een snelheid is ingesteld.
Waarschuwingspieptoon van snelheidsbegrenzer
Als de rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 3 km/h of meer overschrijdt, wordt
er continu een waarschuwingstoon gegeven en gaat de afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay
tegelijkertijd knipperen. De waarschuwingstoon klinkt en de display knippert totdat de
rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid of minder.
Controleer of de omgeving veilig is en stel de rijsnelheid af door het rempedaal in te
trappen. Houd ook een veiliger afstand aan ten opzichte van achteropkomende voertuigen.


Page 296 of 663

4–136
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPGELET
Als de ingestelde snelheid ten opzichte van de huidige ingestelde rijsnelheid verlaagd
wordt door het indrukken van de SET
of RESUME/ schakelaar, wordt de
waarschuwingszoemer gedurende ongeveer 30 seconden niet geactiveerd als de
rijsnelheid 3 km/h sneller is dan de nieuw ingestelde snelheid. Wees voorzichtig de
ingestelde snelheid niet te overschrijden.
OPMERKING
Wanneer het systeem tijdelijk wordt geannuleerd door het volledig intrappen van het
gaspedaal, toont de afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay de annuleringsdisplay. Als de
rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 3 km/h of meer overschrijdt terwijl de
annuleringsdisplay wordt getoond, gaat de ingestelde snelheid display knipperen maar
wordt er geen waarschuwingstoon gegeven.
Activering/deactivering
OPMERKING
Wanneer het contact uit wordt gezet, wordt de systeemtoestand aangehouden die bestond
alvorens het werd uitgeschakeld.
Als bijvoorbeeld het contact uit wordt gezet terwijl de afstelbare snelheidsbegrenzer in
werking is, zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het contact de volgende keer op
ON gezet wordt.
Activering
(Type A instrumentengroep)
Druk op de MODE schakelaar om het systeem te bedienen. Het scherm van de afstelbare
snelheidsbegrenzer verschijnt en de hoofdindicatie van de afstelbare snelheidsbegrenzer
licht wit op.
OPMERKING
Wanneer na het indrukken van de MODE schakelaar de kruissnelheidsregelaar in werking
is gesteld, de MODE schakelaar nogmaals indrukken om over te schakelen naar de
afstelbare snelheidsbegrenzer.


Page 299 of 663

4–139
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Druk wanneer de ingestelde rijsnelheid in de instrumentengroep wordt getoond op de
RESUME/
schakelaar om de getoonde rijsnelheid in te stellen.   Het systeem wordt tijdelijk uitgeschakeld bij accelereren door krachtig intrappen
van het gaspedaal, echter de werking wordt hervat wanneer de rijsnelheid tot aan de
ingestelde snelheid of minder afneemt.
  Bij het afrijden van een helling is het mogelijk dat de rijsnelheid de ingestelde snelheid
overschrijdt.
Tijdelijk annuleren van het systeem
Het systeem wordt tijdelijk geannuleerd (standby status) wanneer een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd terwijl de afstelbare snelheidsbegrenzer getoond wordt.
 


 OFF/CANCEL schakelaar wordt ingedrukt



 Gaspedaal wordt krachtig ingetrapt
Druk op de RESUME/
schakelaar om de werking te hervatten bij de voorheen ingestelde
snelheid. De afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay wordt blijvend getoond.
OPMERKING
De ingestelde snelheid kan ingesteld worden door het indrukken van de SET schakelaar
terwijl het systeem in de standby status verkeert.
De afstelbare snelheidsbegrenzer wordt niet geannuleerd door het intrappen van het
rempedaal.


Page 360 of 663

5–32
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Aan/uit/Volume/Geluidsregelaars
Aan/uit/volume/audioregelknopMenutoets Audiodisplay
Installatie AAN/UIT
Zet het contact op ACC of ON. Druk
op de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie in te schakelen. Druk nogmaals
op de aan/uit/volumeknop om de audio-
installatie uit te schakelen.
Afstelling van het volume
Draai de aan/uit/volumeknop om het
volume af te stellen. Draai de aan/uit/
volumeknop rechtsom om het volume te
verhogen en linksom om het volume te
verlagen.
Afstelling van het audiogeluid
1. Druk op de menutoets (
) voor het
kiezen van de functie. De gekozen
functie zal op de display worden
aangegeven. 2. Draai de audioregelknop om de
gekozen functies als volgt af te stellen:
Aanduiding Instelwaarde
Linksom
draaien Rechtsom
draaien
A F
(Instellen van
de alternatieve
frequentie (AF)) Uit Aan
R E G
(Instellen van het
regionaal programma
(REG)) Uit Aan
A L C
(Automatische
afstelling van het
volume) Niveau
verlagen Niveau
verhogen
BASS
(Lage tonen) Afname van
de lage tonen Toename
van de lage
tonen
T R E B
(Hoge tonen) Afname
van de hoge
tonen Toename
van de hoge
tonen
FADE
(Volumebalans voor/
achter) —
Vermindert het
volume van de
voorluidsprekers
B A L
(Volumebalans links/
rechts) Verplaatsing
van het
geluid naar
links Verplaatsing
van het
geluid naar
rechts
BEEP

(Audiobedieningsgeluid) Uit Aan


Page 361 of 663

5–33
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Aanduiding Instelwaarde
Linksom
draaien Rechtsom
draaien
12Hr
24Hr
(12-uur/24-uur
tijdsinstelling) 12Hr
(Knippert) 24Hr
(Knippert)
OPMERKING
Als de display gedurende enkele
seconden niet wordt bediend, keert deze
terug naar de vorige display. Voor het
terugstellen van de lage tonen, hoge
tonen, fade en balans, de menutoets
(
) gedurende 2 seconden
ingedrukt houden. Het apparaat geeft
een pieptoon en “ CLEAR ” wordt
getoond.
AF (Instellen van de alternatieve
frequentie (AF))
De AF functie van het Radio Data Systeem
(RDS) kan op aan of uit worden ingesteld.
Zie Bediening van de radio op pagina
5-36 .
REG (Instellen van het regionaal
programma (REG))
De REG functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio op pagina
5-36 . ALC (Automatische afstelling van het
volume)
De automatische niveauregeling (ALC)
regelt automatisch het audiovolume
overeenkomstig de rijsnelheid. Naarmate
de rijsnelheid hoger wordt, neemt het
volume toe. ALC heeft ALC OFF en modi
ALC LEVEL 1 tot 7. ALC LEVEL 7 is het
maximale niveau tot waarbij het volume
kan toenemen. Selecteer de modus al
naargelang de rijomstandigheden.
BEEP (Audiobedieningsgeluid)
De instelling voor het werkingsgeluid
bij het indrukken en vasthouden van
een toets kan gewijzigd worden. De
begininstelling is ON. Stel in op OFF om
het werkingsgeluid uit te schakelen.
1 2 H r
24Hr (12-uur/24-uur
tijdsinstelling)
Door het draaien van de audioregelknop
wordt de display overgeschakeld tussen 12
en 24-uur kloktijd (pagina 5-34).


Page 362 of 663

5–34
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Klok
Audiodisplay Audioregelknop
Uren/minuten instelschakelaar:00 toets
Menutoets
Kloktoets
Instellen van de tijd
De klok kan op elk tijdstip worden
ingesteld wanneer het contact op ACC of
ON gezet wordt.
1. Voor het instellen van de tijd, de
kloktoets (
) gedurende ongeveer
2 seconden indrukken totdat u een
pieptoon hoort.
2. De huidige tijd van de klok gaat
knipperen.
Instellen van de tijd



 
 Druk voor het afstellen van de tijd op
de uren/minuten insteltoets (
, )
terwijl de huidige tijd op de klok
knippert.
 

 
 Door het indrukken van de urentoets
(
) gaan de uren vooruit. Door het
indrukken van de minutentoets (
)
gaan de minuten vooruit.
3. Druk de kloktoets (
) nogmaals in
om de klok te starten.
Terugstellen van de tijd
1. Houd de kloktoets (
) gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat
u een pieptoon hoort.
2. Druk op de :00 toets ( 1 ).
3. Wanneer u de toets indrukt, zal de tijd
als volgt teruggesteld worden:
(Voorbeeld)
12:01—12:29:12:00
12:30—12:59:1:00
OPMERKING

 Wanneer u de :00 toets ( 1 ) indrukt,
zullen de seconden bij “ 00 ”
beginnen.
  Overschakelen tussen 12 en 24-uur
kloktijd:
 Druk de menutoets ( )
herhaalde malen in totdat de 12 en
24-uur kloktijd getoond wordt. Draai
de audioregelknop in een van beide
richtingen en kies de gewenste
klokinstelling terwijl de verkozen
kloktijd knippert.


Page 364 of 663

5–36
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Bediening van de radio
Bandkeuzetoetsen Verkeersinformatietoets Voorkeuzezendertoetsen
Scan-toets
Afstemtoets Programmatype informatietoets Audiodisplay
Radio AAN
Druk voor het inschakelen van de radio op
een bandkeuzetoets (
).
Bandkeuze
Door de bandkeuzetoets (
) herhaalde
malen in te drukken worden de golfbanden
als volgt overgeschakeld:
FM1:FM2:MW/LW.
De geselecteerde modus wordt
aangegeven.
OPMERKING
Als het FM-zendsignaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch van
STEREO naar MONO om storing te
verminderen.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming
door middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag.
De gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
Handbediende afstemming
Kies de zender door de afstemtoets ( , )
licht in te drukken.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Het automatisch afzoeken van
radiozenders begint wanneer de
afstemtoets (
, ) wordt ingedrukt totdat
een pieptoon gehoord wordt. Het zoeken
stopt zodra een zender wordt gevonden.
OPMERKING
Als u de toets ingedrukt blijft houden,
zal de frequentie continu blijven
veranderen.


Page 365 of 663

5–37
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Afstemming via scan
Houd de scan-toets (
) ingedrukt om
automatisch de sterke zenders af te tasten.
Het aftasten stopt bij elke zender
gedurende ongeveer 5 seconden. Houd
voor het vasthouden van een zender de
scan-toets (
) tijdens dit interval
nogmaals ingedrukt.
Afstemmen op voorkeuzezenders
De zes voorkeuzekanalen kunnen worden
gebruikt voor het opslaan van 6 MW/LW
en 12 FM zenders.
1. Voor het instellen van een kanaal, eerst
MW/LW, FM1 of FM2 kiezen. Stem af
op de gewenste zender.
2. Houd een van de
voorkeuzezendertoetsen gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt,
totdat u een pieptoon hoort. Het
voorkeuzezendernummer of de
zenderfrequentie wordt getoond.
De zender is nu in het geheugen
opgeslagen.
3. Herhaal deze procedure voor de
overige zenders en golfbanden die
u wilt opslaan. Voor het afstemmen
op een zender die in het geheugen
is opgeslagen, MW/LW, FM1
of FM2 kiezen en vervolgens de
bijbehorende voorkeuzezendertoets
indrukken. De zenderfrequentie of
het voorkeuzezendernummer wordt
getoond.
Radio data systeem (RDS)
OPMERKING
Het radio data systeem (RDS) werkt niet
als dit zich buiten het servicegebied van
het systeem bevindt.
Alternatieve frequentie (AF)
AF functioneert voor de FM zenders. Druk
op de menutoets (
) en kies de AF
modus om deze in te schakelen en “ AF ”
zal op de display verschijnen. Als de
radio-ontvangst van de huidige zender
zwakker wordt, schakelt het systeem
automatisch over naar een andere zender.
Wanneer u verder naar een regionaal
programma wilt luisteren, op de menutoets
(
) drukken en kies de REG modus
om deze in te schakelen. “ REG ON ” wordt
op de display getoond. Druk voor het
annuleren op de audioregelknop en kies de
REG modus om deze uit te schakelen.
“ REG OFF ” wordt op de display getoond.
Verkeersinformatie (TA)
Als u op de verkeersinformatietoets (
)
drukt, zal de installatie naar de TA modus
overschakelen en wordt “ TA ” getoond.
Als in de TA modus een TA uitzending
wordt ontvangen, krijgt de TA uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB apparaat, AUX of BT
audio) worden gebruikt, en wordt “ Traf¿ c
Info” getoond.
Druk tijdens een TA uitzending op de
verkeersinformatietoets (
) om de
uitzending te beëindigen en naar de
voorheen ingestelde modus terug te keren.


Page 366 of 663

5–38
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Programmatype informatie (PTY)
Bepaalde FM zenders zenden
programmatype codes uit. Met behulp van
deze code kunnen alternatieve zenders die
dezelfde programmatype codes uitzenden
snel opgespoord worden.
Druk in de FM modus op de
programmatype informatietoets (
, ). De
programmatype code en “ PTY ” wordt
tijdens ontvangst getoond. Als er geen
programmatype code is, wordt “ None ”
getoond.
(Kiezen van een programmatype:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op een van de volgende toetsen:
 

 
 Druk op de voorgeprogrammeerde
zendervoorkeuzetoets ( 1 tot 6 ).
 

 
 Druk op de programmatype
informatietoets (
, ).
(Opsporen van programmatype
informatie:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) totdat de
pieptoon klinkt.
De installatie begint met het opsporen
van uitzendingen en zal als er geen
worden gevonden “ Nothing ” tonen
en vervolgens terugkeren naar de
voorheen ingestelde golfband. (Opslaan van programmatypen onder
de zendervoorkeuzetoetsen:)
1. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) wanneer de
programmatype code wordt getoond.
2. Druk op de programmatype
informatietoets (
, ) en selecteer het
programmatype.
3. Houd terwijl het programmatype op
de display wordt aangegeven een
zendervoorkeuzetoets gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt.
Ingelaste uitzendingen
Als een ingelaste uitzending wordt
ontvangen, krijgt de ingelaste uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB apparaat, AUX of
BT audio) worden gebruikt, en wordt
“ Alarm! ” getoond.
Wanneer de ingelaste uitzending eindigt,
zal het systeem naar de voorheen
ingestelde functie terugkeren.


Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 110 next >