MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 491 of 663

6–27
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Zet het wisserblad schuin en verwijder
dit van de arm.
OPGELET
De ruitenwisserarm voorzichtig
neerlaten en niet tegen de voorruit laten
terugklappen om beschadiging van de
voorruit te voorkomen.
4. Trek het wisserbladrubber naar beneden
en schuif dit uit de wisserbladhouder.
5. Verwijder de metalen houders van
beide wisserbladrubbers en bevestig
deze aan de nieuwe wisserbladrubbers.
OPGELET
  De metalen houders niet buigen of
wegwerpen. Deze worden opnieuw
gebruikt.
  Indien de metalen houders
omgewisseld worden, is het mogelijk
dat het wisserblad minder goed wist.
 Gebruik dus niet de metalen houders
van de bestuurderszijde op de
passagierzijde of omgekeerd.
  Zorg er voor dat de metalen
houders zodanig in het nieuwe
wisserbladrubber geklemd worden
dat de kromming hetzelfde is als in
het oude wisserbladrubber.
6. Steek het nieuwe wisserbladrubber
voorzichtig naar binnen. Monteer het
wisserblad daarna in de omgekeerde
volgorde van het verwijderen er van.


Page 492 of 663

6–28
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
(Type B)
1. Zet de ruitenwisserarm omhoog en
draai het ruitenwisserblad om de plastic
vergrendelklem bereikbaar te maken.
Druk de klem in en schuif het
ruitenwisserblad naar beneden;
verwijder het ruitenwisserblad
vervolgens van de ruitenwisserarm.
Plastic vergrendelklem
OPGELET
De ruitenwisserarm voorzichtig
neerlaten en niet tegen de voorruit laten
terugklappen om beschadiging van de
voorruit te voorkomen.
2. Houd het uiteinde van het
wisserbladrubber stevig vast en trek
het wisserbladrubber naar buiten, totdat
de uitsteeksels uit de metalen steun los
komen.
Metalen steun
Uitsteeksel
3. Verwijder de metalen houders van
beide wisserbladrubbers en bevestig
deze aan de nieuwe wisserbladrubbers.
OPGELET
  De metalen houders niet buigen of
wegwerpen. Deze worden opnieuw
gebruikt.
  Indien de metalen houders
omgewisseld worden, is het mogelijk
dat het wisserblad minder goed wist.
 Gebruik dus niet de metalen houders
van de bestuurderszijde op de
passagierzijde of omgekeerd.
  Zorg er voor dat de metalen
houders zodanig in het nieuwe
wisserbladrubber geklemd worden
dat de kromming hetzelfde is als in
het oude wisserbladrubber.


Page 493 of 663

6–29
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
4. Steek het nieuwe wisserbladrubber
voorzichtig naar binnen.
Monteer het wisserblad daarna in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen er van.
OPMERKING
Monteer het wisserblad met de
uitsteeksels naar de onderzijde van de
wisserarm gericht.


Page 494 of 663

6–30
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Accu
WAARSCHUWING
Lees voor een veilige en juiste behandeling de volgende voorzorgsmaatregelen
zorgvuldig alvorens de accu te gebruiken of te inspecteren:
Maak bij het werken in de buurt van de accu steeds gebruik van
oogbescherming:
Werken zonder oogbescherming is gevaarlijk. Accuvloeistof bevat ZWAVELZUUR
dat blindheid kan veroorzaken wanneer dit met uw ogen in aanraking komt. Ook kan
waterstofgas dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd tot ontbranding
komen en de accu tot ontplof¿ ng brengen.
Draag oogbescherming en beschermende handschoenen en zorg er voor dat u
niet in aanraking komt met accuvloeistof:
Gemorste accuvloeistof is gevaarlijk.
Accuvloeistof bevat ZWAVELZUUR dat ernstig letsel kan veroorzaken, als dit in uw
ogen of op uw huid of kleding terechtkomt. Als dit gebeurt, uw ogen onmiddellijk
gedurende 15 minuten met water uitspoelen of de huid grondig wassen en medische
hulp inroepen.
Houd accu's steeds uit de buurt van kinderen:
Het laten spelen van kinderen in de buurt van accu's is gevaarlijk. Accuvloeistof kan
ernstig letsel veroorzaken wanneer dit in de ogen of op de huid terechtkomt.


Page 495 of 663

6–31
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
Houd open vuur en vonken uit de buurt van open accucellen en laat bij het
werken in de buurt van een accu geen metalen gereedschap in aanraking komen met de
positieve ( ) of negatieve ( ) pool van de accu. Laat de positieve ( ) pool niet in
aanraking komen met de carrosserie van de auto:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas
dat bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen
en de accu tot ontplof¿ ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden
en letsel veroorzaken. Houd alle open vuur zoals sigaretten en vonken uit de buurt van
open accucellen.
Houd alle open vuur, zoals sigaretten en vonken, uit de buurt van open
accucellen:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat
bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en
de accu tot ontplof¿ ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en
letsel veroorzaken.
OPMERKING
Alvorens onderhoud aan de accu uit te voeren, het accudeksel verwijderen.


Page 496 of 663

6–32
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud van de accu
Voor het in optimale conditie houden van
uw accu:
 


 Zorg er voor dat de accu steeds stevig
gemonteerd is.
 


 Houd de bovenzijde van de accu schoon
en droog.
 


 Houd de accupolen en de aansluitingen
schoon en stevig bevestigd en voorzie de
polen regelmatig van een laagje vaseline
of accuvet.
 


 Eventueel gemorst elektroliet
onmiddellijk van de accu afspoelen met
een oplossing van water en soda.
 


 Maak de accukabels los als de auto
geruime tijd niet zal worden gebruikt en
laad de accu elke zes weken.
Inspectie van het niveau van het
accu-elektroliet
Wanneer het niveau van het accu-
elektroliet laag is, heeft dit tot gevolg dat
de accu snel uitgeput raakt.
Bovenste
niveaustreepje
Onderste
niveaustreep
je
Inspecteer het niveau van het accu-
elektroliet tenminste eenmaal per week.
Indien het niveau te laag is, de doppen
verwijderen en voldoende gedistilleerd
water bijvullen om het niveau tussen
het bovenste en onderste niveaustreepje
(illustratie) te brengen.
Niet teveel bijvullen.
Controleer het soortelijk gewicht van het
elektroliet met een zuurweger, vooral
tijdens koud weer. Indien het soortelijk
gewicht te laag is, dient de accu opgeladen
te worden.


Page 497 of 663

6–33
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Opladen van de accu
OPMERKING
  Alvorens onderhoud aan de accu
uit te voeren of deze op te laden,
dienen alle accessoires te worden
uitgeschakeld en de motor te worden
afgezet.
  Neem voor het vernieuwen van de
accu contact op met een of¿ ciële
Mazda dealer. Bij het aansluiten van
de accu deze als laatste bevestigen.
  Alvorens de accu te laden de doppen
verwijderen.
 (Met i-stop systeem) De accu niet snelladen.




 Indien de accu binnen een korte periode
uitgeput raakt (omdat u bijvoorbeeld de
koplampen te lang heeft laten branden
terwijl de motor niet draaide), dient de
accu langzaam opgeladen te worden.
De grootte van de accu en de capaciteit
van de acculader bepalen de vereiste
oplaadtijd.
 


 Indien de accu geleidelijk aan uitgeput
raakt vanwege een hoge elektrische
belasting terwijl de auto in gebruik is,
dient de accu normaal opgeladen te
worden. De grootte van de accu en de
capaciteit van de acculader bepalen de
vereiste oplaadtijd.
Vernieuwen van de accu
Neem contact op met een of¿ ciële Mazda
reparateur voor de aankoop van een
nieuwe accu.
Vernieuwen van de
sleutelbatterij
Als de toetsen op de afstandbediening
niet meer functioneren en het
bedrijfsindicatielampje niet knippert, is de
batterij mogelijk uitgeput.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de afstandbediening onbruikbaar
wordt.
OPGELET
  Let er op dat de batterij correct
geplaatst wordt. De batterij kan gaan
lekken, als deze niet correct geplaatst
wordt.
  Let er op bij het vernieuwen van
de batterij de interne circuits en de
elektrische contacten niet aan te
raken, de elektrische contacten niet te
verbuigen en te voorkomen dat vuil
in de zender terechtkomt, aangezien
dit beschadiging kan veroorzaken.
  Er bestaat het gevaar voor
ontplof¿ ng als de batterij niet correct
wordt geïnstalleerd.
  Ruim gebruikte batterijen op
overeenkomstig onderstaande
instructies.
 


 Isoleer de plus en min polen van de
batterij met behulp van cellofaan
plakband of dergelijke.
 


 Nooit demonteren.



 Werp de batterij nooit in vuur of
water.
 


 Nooit vervormen of plat drukken. 

 Vervang uitsluitend door een batterij
van hetzelfde type (CR2025 of
gelijkwaardig).


Page 498 of 663

6–34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
De volgende condities geven aan dat de
batterij nagenoeg uitgeput is:
 


 Het KEY indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep knippert gedurende
ongeveer 30 seconden nadat de motor is
stopgezet.
 


 Het systeem functioneert niet en het
bedrijfsindicatielampje op de zender
knippert niet wanneer de toetsen worden
ingedrukt.
 


 Het werkingsbereik van het systeem is
verminderd.
Het wordt aanbevolen de batterij door
een of¿ ciële Mazda reparateur te laten
vernieuwen om beschadiging van de
sleutel te voorkomen. Volg de instructie
als u de batterij zelf gaat vernieuwen.
Vervangen van de sleutelbatterij
1. Druk op de knop en trek de hulpsleutel
naar buiten.
Knop
2. Draai een met tape omwikkelde platte
schroevendraaier in de richting van de
pijl en duw de afdekking een weinig
open.
Deksel
3. Steek de met tape omwikkelde platte
schroevendraaier in de gleuf en schuif
hem in de richting van de pijl.
Deksel
Gleuf
4. Draai de platte schroevendraaier in de
richting van de pijl en verwijder de
afdekking.
Deksel


Page 499 of 663

6–35
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Verwijder het batterijdeksel en
verwijder vervolgens de batterij.
6. Plaats een nieuwe batterij met de
positieve pool naar boven gericht en
dek de batterij vervolgens af met het
batterijdeksel.
7. Sluit de afdekking.
8. Steek de hulpsleutel weer naar binnen.
OPGELET
  Zorg ervoor de rubber ring
aangegeven in de afbeelding niet te
bekrassen of te beschadigen.
  Als de rubber ring los is komen te
zitten, deze opnieuw bevestigen
alvorens een nieuwe batterij te
plaatsen.
Rubber ring


Page 500 of 663

6–36
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Banden
Voor uw veiligheid, een minimaal
brandstofverbruik en een optimale
levensduur van de banden, dient u
de banden steeds op de aanbevolen
bandenspanning te houden en het voor uw
auto aanbevolen belastbare gewicht en de
gewichtsverdeling niet te overschrijden.
WAARSCHUWING
Gebruik van banden van verschillende
soort:
Het rijden met uw auto is gevaarlijk
wanneer er banden van verschillende
soort op gemonteerd zijn. Dit kan een
slechte bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen er
toe kan leiden dat u de macht over het
stuur verliest.
Gebruik behalve tijdens het beperkte
gebruik van het noodreservewiel op
alle vier wielen uitsluitend banden
van dezelfde soort (radiaalbanden,
diagonaalbanden of diagonaalbanden
met staaldraad).
Gebruik van banden met een verkeerde
maat:
Het gebruik van banden van een
andere maat dan is voorgeschreven
voor uw auto (pagina 9-8 ), is
gevaarlijk. Dit kan het rijcomfort, de
wegligging, de grondspeling, de speling
tussen band en carrosserie en de juiste
werking van de snelheidsmeter nadelig
beïnvloeden. Dit kan tot ongevallen
leiden. Gebruik dus uitsluitend banden
van de juiste maat zoals voor uw auto
wordt voorgeschreven.
Bandenspanning
WAARSCHUWING
Houd de bandenspanning steeds op het
juiste niveau:
Een te hoge of te lage bandenspanning
is gevaarlijk. De verminderde
bestuurbaarheid of het plotseling lek
raken van een band kan een ernstig
ongeluk veroorzaken.
Zie Banden op pagina 9-8 .
Gebruik uitsluitend een originele Mazda
bandventieldop:
Gebruik van een niet-origineel onderdeel
is gevaarlijk, aangezien de juiste
bandenspanning niet behouden kan
worden als het bandventiel beschadigd
raakt. Als er in deze toestand met de auto
wordt gereden, neemt de bandenspanning
af wat een ernstig ongeluk tot gevolg kan
hebben. Gebruik voor de bandventieldop
geen onderdeel dat niet een origineel
Mazda onderdeel is.
Inspecteer de spanning van alle banden
maandelijks wanneer de banden koud zijn.
Voor de beste rijeigenschappen, optimale
wegligging van de auto en een minimale
slijtage van de banden, dient u de banden op
de aanbevolen spanning te houden.
Zie de bandenspanningstabel (pagina 9-8 ).
(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van
het bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-155 .


Page:   < prev 1-10 ... 451-460 461-470 471-480 481-490 491-500 501-510 511-520 521-530 531-540 ... 670 next >