MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL MX-5 RF, Model: MAZDA MODEL MX-5 RF 2017Pages: 663, PDF Size: 7.69 MB
Page 511 of 663

6–47
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6. Monteer de nieuwe
zijrichtingaanwijzereenheid in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Achterste richtingaanwijzerlampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Trek aan het midden van de plastic
klemmen en verwijder de klemmen en
de achterbekleding van de kofferruimte.
Verwijderen
Monteren
3. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
4. Trek aan het midden van de plastic
klemmen, verwijder de klemmen en
trek vervolgens de zijbekleding van de
kofferruimte gedeeltelijk naar achteren.
Verwijderen
Monteren
Page 512 of 663

6–48
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Knijp de boven- en onderkant van het
doorvoerbuisje dat in de afbeelding
wordt getoond in en druk dit uit het
gat in de richting van de achterste
combinatielampeenheid om een
opening te maken voor het insteken
van een vinger om de achterste
combinatielampeenheid later in de
procedure te kunnen verwijderen.
Doorvoerbuisje
Achterste
combinatielampeenheid
Doorvoerbuisje Carrosserie
6. Breng beschermingstape aan zoals
aangegeven in de afbeelding. Anders
zal de achterste combinatielampeenheid
met de carrosserie in aanraking komen
waardoor krassen of beschadigingen
kunnen ontstaan.
Breng altijd drie lagen
beschermingstape aan op het gedeelte
aangegeven in de afbeelding.
Beschermingstape
Achterste
combinatielampeenheid
Gedeelte waarvoor speciaal
bescherming nodig is
OPGELET
Gebruik geen tape met sterke
kleefkracht. Anders kan dit
afschilfering van de laklaag
veroorzaken.
Breng altijd drie lagen
beschermingstape aan op het gedeelte
aangegeven in de afbeelding. Anders
kan bij het naar buiten trekken van
de achterste combinatielampeenheid
de carrosserie bekrast of beschadigd
raken.
Page 513 of 663

6–49
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
7. Verwijder de schroef en moer.
8. Steek voor het verwijderen van de
achterste combinatielampeenheid uw
vinger vanaf de binnenzijde van de
kofferruimte naar binnen en in het
gat van waaruit het doorvoerbuisje
in stap 5 werd verwijderd, houd de
lamplens (ronde gedeelte) van de
achterste combinatielamp met uw
hand vast en druk tegen de achterste
combinatielampeenheid totdat de haak
uit de klem loskomt.
Achterste combinatielampeenheid Haak
Montagegat van
doorvoerbuisje
9. Verwijder de achterste
combinatielampeenheid door deze na
het losmaken van de haak in de richting
van de pijl naar buiten te trekken.
Montagegat van doorvoerbuisjeKlem
Haak
Achterste
combinatielampeenheid
OPGELET
Trek bij het verwijderen van de
achterste combinatielampeenheid uit de
carrosserie deze voorzichtig naar buiten.
Als de achterste combinatielampeenheid
met kracht naar buiten wordt getrokken,
bestaat de kans dat de bedrading
beschadigd wordt.
10. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
11. Maak de gloeilamp los uit de houder.
Page 514 of 663

6–50
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
12. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Achteruitrijlampen, Mistlamp achter
*
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
3. Maak de gloeilamp los uit de houder.
4. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Kentekenplaatlampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Verwijder de eenheid door het
uitsteeksel op de eenheid met uw
vinger in te drukken en de eenheid naar
beneden te trekken.
3. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
4. Maak de gloeilamp los uit de houder.
5. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 515 of 663

6–51
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Vervangen van gloeilampen in het
interieur
Plafondlamp
1. Omwikkel een kleine, platte
schroevendraaier met een zachte
doek om beschadiging van de
lens te voorkomen en verwijder
vervolgens de lens door de rand van
de lens voorzichtig met de platte
schroevendraaier los te wrikken.
2. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
3. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Kofferruimteverlichting
1. Omwikkel een kleine, platte
schroevendraaier met een zachte
doek om beschadiging van de
lens te voorkomen en verwijder
vervolgens de lens door de rand van
de lens voorzichtig met de platte
schroevendraaier los te wrikken.
2. Maak de stekker los van de eenheid.
3. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
4. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 516 of 663

6–52
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Zekeringen
De elektrische installatie van uw auto
is beveiligd tegen beschadiging door
overbelasting door middel van zekeringen.
Indien een van de lampen, elektrische
accessoires of bedieningsorganen
van uw auto niet functioneert, dient
u de betreffende circuitbeveiliging te
controleren. Indien een zekering is
doorgeslagen, is de draad er binnen in
doorgesmolten.
Indien dezelfde zekering opnieuw
doorslaat, het betreffende systeem niet
langer gebruiken en onmiddellijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur raadplegen.
Vervangen van zekeringen
Vervangen van de zekeringen aan de
linkerzijde van de auto
Controleer eerst de zekeringen aan
de linkerzijde van de auto, indien de
elektrische installatie niet werkt.
1. Controleer of de contactschakelaar
uitgeschakeld is en dat de overige
schakelaars uit zijn.
2. Open de kap van het zekeringenpaneel.
3. Trek de zekering recht uit met
behulp van de zekeringtrekker welke
aangebracht is op het zekeringenblok in
de motorruimte.
4. Controleer de zekering en vervang deze
als deze is doorgeslagen.
NormaalDoorgeslagen
5. Druk een nieuwe zekering van
hetzelfde amperage op de plaats
en controleer of deze goed in de
klemmen vastzit. Als dit niet het
geval is, de zekering door een
deskundige reparateur laten installeren.
Bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda
reparateur.
Indien er geen reserve-zekering meer
beschikbaar is, kunt u een zekering van
dezelfde capaciteit gebruiken van een
circuit dat voor het rijden met de auto
niet essentieel is, zoals het AUDIO of
OUTLET circuit.
Page 517 of 663

6–53
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
Vervang een zekering steeds door
een originele Mazda zekering of
gelijkwaardige van dezelfde capaciteit.
Anders bestaat de kans op beschadiging
van de elektrische installatie.
6. Breng de afdekking aan en controleer
dat deze stevig op zijn plaats zit.
Vervangen van de zekeringen onder de
motorkap
Controleer het zekeringenblok in de
motorruimte, indien de koplampen
of andere elektrische onderdelen niet
functioneren en de zekeringen in het
interieur in orde zijn. Indien een zekering
is doorgeslagen, dient deze te worden
vervangen. Handel in een dergelijk geval
als volgt:
1. Controleer of de contactschakelaar
uitgeschakeld is en dat de overige
schakelaars uit zijn.
2. Verwijder de kap van het
zekeringenblok.
OPMERKING
Als de vergrendeling door forceren
wordt geopend, bestaat de kans dat
de kap van het zekeringenblok bij het
verwijderen in aanraking komt met het
frame en bekrast wordt.
Bij het verwijderen van de kap, dit
voorzichtig verwijderen aan de hand van
onderstaande procedure.
1. Maak de achterste vergrendeling los
door de voorste lip met uw vingers
omlaag te drukken.
2. Maak de voorste lip los en til de
voorzijde van de kap een klein stuk
omhoog.
3. Verwijder de kap door deze
omhoog te tillen en naar achteren te
schuiven.
Page 518 of 663

6–54
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3 . Indien een zekering behalve de MAIN
zekering is doorgeslagen, dient deze
vervangen te worden door een nieuwe
van hetzelfde amperage.
Normaal
Doorgeslagen
WAARSCHUWING
De hoofdzekering en multiplex trage
zekering niet zelf vervangen. Laat het
vervangen van de zekering over een
aan of ¿ ciële Mazda reparateur:
Zelf vervangen van deze zekeringen
is gevaarlijk, aangezien dit
hoogspanningszekeringen zijn. Als
de zekering op onjuiste wijze wordt
vervangen, kan dit een elektrische
schok of kortsluiting veroorzaken en
brand teweeg brengen.
4 . Breng de afdekking aan en controleer
dat deze stevig op zijn plaats zit.
Page 519 of 663

6–55
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Beschrijving van het zekeringenpaneel
Zekeringenblok (Motorruimte)
BESCHRIJVING ZEKERINGCAPACITEIT BEVEILIGD ONDERDEEL
1 ENG IG3 5 A —
2 ENG IG2 5 A —
3 HORN2 7,5 A Claxon
4 C/U IG1 15 A Voor beveiliging van diverse circuits
5 ENG IG1 7,5 A Motorbesturingssysteem
6 — — —
7 INTERIOR 15 A Plafondlamp
8
ENG
B 7,5 A Motorbesturingssysteem
9 AUDIO2 15 A Audio-installatie
10 METER1 10 A Instrumentengroep
11 SRS1 7,5 A Airbag
12 — — —
13 RADIO 7,5 A Audio-installatie
14 ENGINE3 20 A Motorbesturingssysteem
15 ENGINE1 10 A Motorbesturingssysteem
16 ENGINE2 15 A Motorbesturingssysteem
17 AUDIO1 25 A Audio-installatie
Page 520 of 663

6–56
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
BESCHRIJVING ZEKERINGCAPACITEIT BEVEILIGD ONDERDEEL
18 A/C MAG 7,5 A Airconditioning
19 AT PUMP
H/L HI 20 A Transmissiebesturingssysteem
*
20 AT 15 A Transmissiebesturingssysteem *
21 D LOCK 25 A Centrale portiervergrendeling
22 H/L RH 20 A Koplamp (Rechts)
23
ENG
B2 7,5 A Motorbesturingssysteem
24 TAIL 20 A Lampen van achterlichten, kentekenplaatverlichting,
positielampen
25 DRL 15 A —
26 ROOM 25 A Plafondlamp
27 FOG 15 A —
28 H/CLEAN 20 A Koplampsproeier
*
29 STOP 10 A Remlichten, mistlamp achter *
30 HORN 15 A Claxon
31 H/L LH 20 A Koplamp (Links)
32 ABS/DSC S 30 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
33 HAZARD 15 A Waarschuwingsknipperlichten, richtingaanwijzers
34 FUEL PUMP 15 A Brandstofsysteem
35
ENG
B3 5 A —
36 WIPER 20 A Voorruitenwissers
37
CABIN
B 50 A Voor beveiliging van diverse circuits
38 — — —
39 — — —
40 ABS/DSC M 50 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
41 EVVT
A/R PUMP 20 A Motorbesturingssysteem
42 EVPS 30 A Rembesturingssysteem
43 FAN1 30 A Koelventilator
44 FAN2 40 A —
45 ENG.MAIN 40 A Motorbesturingssysteem
46 EPS 60 A Stuurbekrachtigingsysteem
47 DEFOG 30 A Achterruitverwarming
48 IG2 30 A Voor beveiliging van diverse circuits
49 INJECTOR 30 A Motorbesturingssysteem
50 HEATER 40 A Airconditioning
51 — — —
52 — — —