gas type MAZDA MODEL MX-5 RF 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 38 of 663

2–18
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
OPMERKING
  Het is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet
functioneert, afhankelijk van het type
botsing. Zie voor bijzonderheden,
Criteria voor SRS airbag activering
(pagina 2-51 ).
  Bij het in werking treden van de
airbags en de voorspanners zal er
enige rook (een niet-toxisch gas)
vrijkomen. Dit duidt echter niet op
brand. Dit gas heeft normaal geen
effect op de inzittenden, echter
bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of
van het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in
de ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.


Page 153 of 663

3–69
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
OPMERKING
Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen op
de achterwielen.
Vloermat
Het wordt aanbevolen originele Mazda
vloermatten te gebruiken.
WAARSCHUWING
Zet de vloermatten met de
doorvoerbuisjes of de houders vast
om te voorkomen dat deze onder
de voetpedalen beklemd raken
(bestuurderszijde):
Gebruik van een vloermat die niet goed
is bevestigd is gevaarlijk aangezien deze
de bediening van het gas- en rempedaal
(bestuurderszijde) zal hinderen wat een
ongeluk kan veroorzaken.
Gebruik enkel een vloermat die
overeenkomt met de vorm van de vloer
aan de bestuurderszijde en plaats deze
in de juiste richting.
Zet de vloermat vast met gebruik van de
doorvoerbuisjes of houders.
Er zijn diverse manieren om
vloermatten vast te zetten afhankelijk
van het gebruikte type, dus zet de mat
vast overeenkomstig het type.
Controleer na het aanbrengen van de
vloermat dat deze niet heen en weer
of van voren naar achteren schuift en
dat er voldoende ruimte is tussen de
mat en de gas- en rempedalen aan de
bestuurderszijde.
Nadat u voor schoonmaken of om
een andere reden de vloermat heeft
verwijderd, deze altijd weer stevig op
zijn plaats aanbrengen en daarbij de
zojuist vermelde voorzorgsmaatregelen
in acht nemen.


Page 154 of 663

3–70
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
WAARSCHUWING
Breng geen twee vloermatten bovenop
elkaar aan de bestuurderszijde aan:
Het aanbrengen van twee vloermatten
bovenop elkaar aan de bestuurderszijde
is gevaarlijk aangezien de
opsluitpennen enkel het naar voren
schuiven van één vloermat kunnen
voorkomen.
Losse vloermat(ten) kunnen de
bediening van de voetpedalen hinderen
en een ongeluk veroorzaken.
Als u in de winter een allweather
type vloermat gebruikt, altijd de
oorspronkelijke vloermat verwijderen.
Bij het plaatsen van een vloermat, deze
bevestigen door de openingen of sluitingen
ervan op de uitsteeksels van de opstaande
klemmen te steken.
Op eigen kracht
lostrekken van de auto
WAARSCHUWING
Laat de wielen nooit met hoge snelheid
doordraaien en let er op dat bij het
aanduwen van de auto niemand achter
een wiel staat:
Het is gevaarlijk wanneer de auto
is vastgeraakt en u de wielen met
hoge snelheid laat doordraaien. De
draaiende band kan oververhit raken
en uit elkaar springen. Dit kan ernstig
letsel tot gevolg hebben.
OPGELET
Wanneer u te lang achter elkaar probeert
de auto op eigen kracht los te trekken
kan dit oververhitting van de motor,
defect raken van het aandrijfaggregaat
of beschadiging van de banden tot
gevolg hebben.
Als u de auto op eigen kracht moet
lostrekken uit sneeuw, zand of modder,
het gaspedaal een weinig indrukken en de
keuzehendel voorzichtig van 1 (D) naar R
verplaatsen.


Page 296 of 663

4–136
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPGELET
Als de ingestelde snelheid ten opzichte van de huidige ingestelde rijsnelheid verlaagd
wordt door het indrukken van de SET
of RESUME/ schakelaar, wordt de
waarschuwingszoemer gedurende ongeveer 30 seconden niet geactiveerd als de
rijsnelheid 3 km/h sneller is dan de nieuw ingestelde snelheid. Wees voorzichtig de
ingestelde snelheid niet te overschrijden.
OPMERKING
Wanneer het systeem tijdelijk wordt geannuleerd door het volledig intrappen van het
gaspedaal, toont de afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay de annuleringsdisplay. Als de
rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 3 km/h of meer overschrijdt terwijl de
annuleringsdisplay wordt getoond, gaat de ingestelde snelheid display knipperen maar
wordt er geen waarschuwingstoon gegeven.
Activering/deactivering
OPMERKING
Wanneer het contact uit wordt gezet, wordt de systeemtoestand aangehouden die bestond
alvorens het werd uitgeschakeld.
Als bijvoorbeeld het contact uit wordt gezet terwijl de afstelbare snelheidsbegrenzer in
werking is, zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het contact de volgende keer op
ON gezet wordt.
Activering
(Type A instrumentengroep)
Druk op de MODE schakelaar om het systeem te bedienen. Het scherm van de afstelbare
snelheidsbegrenzer verschijnt en de hoofdindicatie van de afstelbare snelheidsbegrenzer
licht wit op.
OPMERKING
Wanneer na het indrukken van de MODE schakelaar de kruissnelheidsregelaar in werking
is gesteld, de MODE schakelaar nogmaals indrukken om over te schakelen naar de
afstelbare snelheidsbegrenzer.


Page 308 of 663

4–14 8
Tijdens het rijden
Kruissnelheidsregelaar
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden
kan de snelheid van de
kruissnelheidsregelaar niet worden
ingesteld:
 


(Automatische transmissie)
 De keuzehendel staat in de stand P
of N.
 


(Handgeschakelde
versnellingsbak)
  De keuzehendel staat in de
neutraalstand.
 


 De handrem is aangetrokken.



(Voertuigen met afstelbare
snelheidsbegrenzer)
 
 De MODE schakelaar voor de
afstelbare snelheidsbegrenzer
wordt ingedrukt.
 
 Laat de SET/ of RESUME/
schakelaar bij de gewenste snelheid
los, anders zal de snelheid bij het
ingedrukt houden van de
RESUME/
schakelaar blijven
toenemen of bij het ingedrukt houden
van de SET/
schakelaar blijven
afnemen (behalve wanneer het
gaspedaal ingetrapt wordt).
  Het is mogelijk dat de auto op een
steile helling bij het bergop rijden
kortstondig snelheid mindert of bij
het bergaf rijden snelheid meerdert.
  De kruissnelheidsregelaar wordt
geannuleerd als de rijsnelheid
afneemt tot minder dan 21 km/h,
zoals bij het oprijden van een steile
helling.
OPMERKING
  De kans bestaat dat de
kruissnelheidsregelaar wordt
uitgeschakeld wanneer de rijsnelheid
tot ongeveer 15 km/h onder de
vooringestelde snelheid afneemt,
zoals bij het oprijden van een lange,
steile helling.
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven in de instrumentengroep.
Type A instrumentengroep
Type B instrumentengroep


Page 598 of 663

7–60
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid*
Als terwijl het systeem in werking is
bepaald wordt dat de auto op het punt
staat de rijstrook te verlaten, wordt er een
waarschuwingsgeluid gegeven.
OPMERKING
  Het volume van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
  Het type van het LDWS
waarschuwingsgeluid kan veranderd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-10 .
Waarschuwingspieptoon van
snelheidsbegrenzer *
Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met ongeveer 3 km/h of
meer overschrijdt, klinkt er continu
een waarschuwingspieptoon. De
waarschuwingspieptoon klinkt totdat de
rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid
of lager vermindert.
OPGELET
Als de ingestelde snelheid ten opzichte
van de huidige ingestelde rijsnelheid
verlaagd wordt door het indrukken van
de SET
of RESUME/ schakelaar,
wordt de waarschuwingszoemer
gedurende ongeveer 30 seconden niet
geactiveerd als de rijsnelheid 3 km/h
sneller is dan de nieuw ingestelde
snelheid. Wees voorzichtig de ingestelde
snelheid niet te overschrijden.
OPMERKING
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
geannuleerd door het volledig
intrappen van het gaspedaal, toont de
afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay de
annuleringsdisplay. Als de rijsnelheid
de ingestelde snelheid met ongeveer
3 km/h of meer overschrijdt terwijl de
annuleringsdisplay wordt getoond, gaat
de ingestelde snelheid display knipperen
maar wordt er geen waarschuwingstoon
gegeven.