OPEL AMPERA E 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 91 of 279
Instrumenten en bedieningsorganen89
●Tik op p om de startpagina weer
te geven.
● Tik op het betreffende pictogram in het menu op het display.
● Tik op een pictogram om de desbetreffende functie te selec‐
teren.
● Tik op 9 om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
● Tik op p om terug te gaan naar
de startpagina.
Overzicht bedieningselementen
3 112.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Verbruik
Toont de verbruiksapplicaties van het
systeem.
1. Druk op Energie.
2. Selecteer het gewenste menu.Communicatiefout
Als er sprake is van een communica‐ tieprobleem met het verbruikssys‐
teem, verschijnt het foutbericht.
Probeer in dit geval de auto opnieuw
te starten of neem contact op met een
werkplaats.
Doorstroming
In dit menu wordt de energiestroom
tussen de elektrische aandrijving en
de hoogspanningsaccu aangegeven.
1. Druk op Energie.
2. Druk op Stroom.
De componenten zijn gemarkeerd als
ze actief zijn.
Page 92 of 279
90Instrumenten en bedieningsorganenUitschakelen
De wielen worden niet bekrachtigd.
De hoogspanningsaccuschaal wordt
in grijs weergegeven.Aan/uit
De pijl wijst van de hoogspannings‐
accu naar het wiel.Regenereren
Tijdens regeneratief remmen of uitrol‐ len gaat er energie van de wielen
terug naar de hoogspanningsaccu.Voeding hoogspanningsaccu
De hoogspanningsaccu is actief; de
wielen worden bekrachtigd of
wanneer de auto stilstaat worden de
wielen niet bekrachtigd.
Opladen
Oplaadmodus selecteren 3 207.
Programmeerbaar opladen
Programmeerbaar opladen 3 207.
Page 93 of 279
Instrumenten en bedieningsorganen91Verbruiksinformatie
U kunt Energiegegevens ,
Energieverbruik score en Efficiëntie‐
geschiedenis bekijken door op
Energie te tikken en dan op
Informatie . Tik op < of > om naar het
volgende scherm te gaan.
Energiegegevens
Op het Energiegegevens scherm
staat hoe de energie wordt gebruikt
sinds de laatste keer dat de hoog‐
spanningsaccu volledig werd opgela‐
den. Dit omvat Rijden en
accessoires , Klimaatinstellingen en
Accuconditionering . Het cirkeldia‐
gram geeft deze percentages aan.
Ook Verbruikte energie en Afgelegde
afstand worden op dit scherm
getoond.
Energieverbruik score
Het Energieverbruik score scherm
geeft een schatting van de factoren die van invloed zijn op het energie‐
verbruik sinds de laatste keer dat de
hoogspanningsaccu volledig werd
opgeladen. Er is een positieve score
nodig om de elektriciteitsclassificatie
van de auto halen.
● Rijtechniek omvat accelereren
en remmen.
● Terrein omvat wegdekomstan‐
digheden, zoals heuvels, regen
en sneeuw, en kunnen worden
beïnvloed door de wind en de
bandenspanning.
● Klimaatinstellingen geeft ook aan
hoe de verwarming en de aircon‐ ditioning worden gebruikt.
● Buitentemperatuur geeft ook het
effect aan die hete of koude lucht heeft op de aerodynamica van de
auto.
● Score is het totaal van de
verschillende scores.
De aparte scores geven aan hoe het
elektriciteitsverbruik per dag
verschilt, zelfs wanneer dezelfde
route wordt afgelegd.
Alle waarden worden na het volledig
opladen van de accu gereset en zijn
mogelijk pas stabiel nadat er 16 km zijn gereden.
Page 94 of 279
92Instrumenten en bedieningsorganenEfficiëntiegeschiedenis
De Efficiëntiegeschiedenis grafiek
geeft het gemiddelde energieverbruik gedurende de laatste 50 km aan.
De huidige balk geeft het gemiddelde verbruik voor de huidige 5 km aan.
Tik op Resetten om de geschiedenis
te wissen.
Energie-instellingen
U kunt Energie-instellingen bekijken
en veranderen door op Energie te
tikken en dan op Energie-
instellingen . Schuif met de pijlen door
de lijst.
De volgende lijst met menuopties kan
beschikbaar zijn:
● Laden op basis van locatie : Met
deze functie kunnen de laadin‐ stellingen worden herinnerd bij
de opgeslagen GPS-coördinaten voor de Thuis locatie.
Locatie-gebaseerd laden in
Programmeerbaar opladen
3 207.
● Afdaal reserve : Selecteer Uit,
Aan , Aan – Alleen thuis of Aan –
Alleen op weg .
Regeneratief remmen 3 168.
● Pop-up energie-overzicht : Stel
de pop-up-functie van de ener‐ giesamenvatting in op Aan of Uit.
● Feedback laadstatus : Stel de
feedback-functie van de laadsta‐
tus in op Claxonsignalen of Uit.
● Waarschuwing bij verlies
laadstroom : Met deze functie
klinkt er een waarschuwingssig‐ naal wanneer de auto wordt
opgeladen en vermogen verliest
bij de wandcontactdoos. Stel de
waarschuwingsfunctie voor
vermogensverlies in op Aan of
Uit .
● Radio uit bij : Op deze manier kan
er op energie van de hoogspan‐
ningsaccu worden bespaard.
Stel de waarde in voor de herin‐
nering die moet worden weerge‐
geven. U kunt het oplaadniveau
voor de hoogspanningsaccu voor
Radio uit bij instellen door op
Energie te tikken, dan op
Page 95 of 279
Instrumenten en bedieningsorganen93Energie-instellingen en dan op
Radio uit bij . Selecteer Uit, 2% ,
4% , 6% , 8% , 10% .Lage energiemodus
Op deze manier kan er op energie
van de hoogspanningsaccu worden
bespaard.
1. Houd m van het infotainmentsys‐
teem ingedrukt.
2. Tik op Ja op het info-display. Het
scherm wordt uitgeschakeld.
3. Druk opnieuw op m om het display
in te schakelen.Boordinformatie
Berichten worden weergegeven op
het Driver Information Center; in
sommige gevallen samen met een
waarschuwing en een geluidstoon.
Druk op 9 op het stuurwiel om een
bericht te bevestigen.
Boord- en onderhoudsinformatie
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Sommige belangrijke gegevens
kunnen tevens in het info-display
worden weergegeven. Sommige
berichten verschijnen slechts enkele
seconden als pop-up.
Geluidssignalen Bij het starten van het
aandrijvingssysteem of tijdens
het rijden
Er klinkt maar één akoestisch signaal
tegelijk.
Het waarschuwingssignaal voor
veiligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle
andere akoestische signalen.
● Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklepniet goed gesloten is.
● Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheidoverschrijdt.
● Wanneer de afstand tot de voor‐ ligger te snel kleiner wordt.
Page 96 of 279
94Instrumenten en bedieningsorganen●Wanneer een geprogrammeerde
snelheid of snelheidslimiet wordt
overschreden.
● Wanneer er een waarschuwings‐
bericht verschijnt op het Driver
Information Center.
● Als de elektronische sleutel zich niet in het interieur bevindt.
● Wanneer de parkeerhulp een obstakel herkent.
● Bij een onbedoelde rijstrookwis‐ sel.
● Als de veiligheidsfunctie van de elektrische achterklep voorwer‐
pen in de bewegingsrichting
detecteert.
Bij het parkeren van de auto en /
of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde rijverlichting.
Batterijspanning
Wanneer de spanning van de 12 V-
accu laag is, verschijnt er een waar‐
schuwingsbericht op het Driver Infor‐
mation Center.1. Schakel alle elektrische verbrui‐ kers uit die niet nodig zijn voor eenveilige rit, bijvoorbeeld de stoel‐
verwarming, achterruitverwar‐
ming of andere grootverbruikers.
2. Laad de 12 V-accu op door een tijdje te rijden of door een oplaad‐
apparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht verdwijnt
nadat de auto twee keer is gestart
zonder een spanningsval.
Als de 12 V-accu niet kan worden
opgeladen, moet u de oorzaak van de storing in een werkplaats laten
verhelpen.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het info-display te veranderen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen weergegeven of zijn alleen actief als
de auto is ingeschakeld.
Tik op p en daarna op 1.
Page 97 of 279
Instrumenten en bedieningsorganen95De volgende instellingen kunnen
worden geselecteerd door het picto‐
gram of de toets op het touchscreen
te selecteren:
● Tijd en datum
● Taal
● Radio-instellingen
● Voertuiginstellingen
● Apparaten
● Toegang op afstand apparaat
● Apple CarPlay
● Android Auto
● KeyPass
● USB automatisch starten
● Wi-Fi
● Displayinstellingen
● Camera achterzijde
● Fabrieksinstellingen herstellen
● Akoestische feedback bij
aanraking
● Tekst scrollen
● Software-informatie
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:Tijd- en datuminstellingen
Klok 3 71.
Taal
Selectie van de gewenste taal.
Systeeminstellingen 3 122.
Radio-instellingen
Volume-instellingen 3 121.
Auto-instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid :
Verandert het niveau van het
luchtdebiet van de klimaatrege‐
ling in het interieur in automati‐
sche modus.
Automatische stoelverwarming :
De stoelverwarming wordt auto‐
matisch geactiveerd.
Automatische ontwaseming :
Ondersteunt het ontvochtigen
van de voorruit door het automa‐
tisch selecteren van de vereiste
instellingen en de automatische
aircomodus.● Comfort en gebruiksgemak
Volume geluidssignaal : Veran‐
dert het volume van geluidssig‐
nalen.
Bestuurderspersonalisatie : Acti‐
veert of deactiveert de persoon‐
lijke instellingen.
Automatisch wissen bij achteruit :
Activeert of deactiveert automa‐ tische inschakeling achterruitwis‐
ser bij inschakelen achteruitver‐
snelling.
● Aanrijdingpreventie/detectiesys‐
temen
Veiligheidssignaal voetgangers :
Schakelt de waarschuwing voet‐
gangersveiligheid in of uit. Zelfs
als het signaal voor voetgangers‐
veiligheid is uitgeschakeld, wordt het automatisch ingeschakeld
terwijl dit menu niet toegankelijk
is, zoals OnStar-oproep, came‐
raweergave, Apple CarPlay en Android Auto, niet-automatisch
verdwijnende pop-ups, etc.
Forward Collision systeem : De
melding voor de functie kan aan
uw persoonlijke wensen worden
Page 98 of 279
96Instrumenten en bedieningsorganenaangepast. Met deze functie
wordt de frontaanrijdingswaar‐
schuwing en de actieve noodrem in- of uitgeschakeld. De instellingUit schakelt alle functies voor
frontaanrijdingswaarschuwing
en actieve noodrem uit. Met de
instelling Waarschuwing en
remmen zijn frontaanrijdings‐
waarschuwing en actieve nood‐
rem beschikbaar. Met de instel‐
ling Waarschuwing wordt de
actieve noodrem uitgeschakeld.
Selecteer Uit, Waarschuwing of
Waarschuwing en remmen .
Voetgangerdetectie voorzijde :
De melding voor de functie kan
aan uw persoonlijke wensen
worden aangepast. Deze functie
kan helpen bij het voorkomen of verminderen van het letsel dat
dichtbijzijnde voetgangers oplo‐
pen bij frontale aanrijdingen.
Selecteer Uit, Waarschuwing of
Waarschuwing en remmen .
Waarschuwing verkeer achter :
Activeert of deactiveert de waar‐
schuwing kruisend verkeer
achter.Waarschuwing wisselen van rijstrook : Schakelt de waarschu‐
wing bij wisselen van rijstrook in
of uit.
● Verlichting
Voertuig-lokaliseerverlichting :
Activeert of deactiveert de instap‐ verlichting.
Uitstapverlichting : Activeert of
deactiveert en verandert de duur
van de uitstapverlichting.
● Elektrische portiervergrendeling
Automatische portiervergrende‐
ling : Activeert of deactiveert de
automatische portiervergrende‐
lingsfunctie na inschakelen van
de auto.
Anti-buitensluit functie : Activeert
of deactiveert de portiervergren‐
delingsfunctie wanneer een
portier openstaat.
Vertraagde portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
vertraagde portiervergrendel‐
functie. Deze functie vertraagt
het werkelijke vergrendelen van
de portieren tot alle portieren
gesloten zijn. Hij kan alleen heenen weer worden gezet wanneer
Automatische portiervergrende‐
ling is uitgeschakeld.
● Op afstand vergrendelen /
ontgrendelen / starten
Feedback op afstand
ontgrendelen : Activeert of deac‐
tiveert het alarmknipperlichtsig‐
naal bij het ontgrendelen.
Feedback op afstand
vergrendelen : Wijzigt het type
terugmelding bij het vergrende‐
len van de auto.
Op afstand portieren
ontgrendelen : Verandert de
configuratie om alleen het
bestuurdersportier of de hele
auto te ontgrendelen.
Vergr. op afstand ontgrendel
portier. : Activeert of deactiveert
de automatische hervergrende‐
ling na het ontgrendelen zonder
de auto te openen.
Stoelverwarming starten op
afstand : Schakelt de stoelver‐
warmingen automatisch in of uit bij het starten op afstand.
Page 99 of 279
Instrumenten en bedieningsorganen97Passieve portierontgrendeling:
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Vergr. op afstand ontgrendel portier. : Activeert of deactiveert
de passieve vergrendelingsfunc‐
tie. Met deze functie wordt de
auto na enkele seconden auto‐ matisch vergrendeld als alle
portieren zijn gesloten en een
elektronische sleutel uit de auto
is verwijderd.
Stoelverwarming starten op
afstand : Schakelt de stoelver‐
warmingen automatisch in of uit bij het starten op afstand.
Passieve portierontgrendeling :
Verandert de configuratie om
alleen het bestuurdersportier of
de hele auto te ontgrendelen.
Passieve portiervergrendeling :
Activeert of deactiveert de
passieve vergrendelingsfunctie.
Met deze functie wordt de auto na enkele seconden automatisch vergrendeld als alle portieren zijn gesloten en een elektronische
sleutel uit de auto is verwijderd.Waarschuwing afstandsbedie‐
ning in voertuig : Activeert of
deactiveert de waarschuwings‐
geluid wanneer de elektronische
sleutel in de auto blijft.
Apparaten
Externe apparaten 3 131.
Externe toegang tot apparaat
Externe functie smartphone 3 27.
Apple CarPlay
Smartphone-applicaties gebruiken
3 138.
Android Auto
Smartphone-applicaties gebruiken 3 138.
KeyPass
Externe functie smartphone 3 27.
USB automatisch starten
Externe apparaten 3 131.
Wi-Fi
Systeeminstellingen 3 122.
Displayinstellingen
Systeeminstellingen 3 122.Camera achterzijde
Symbolen : Schakelt de symbolen in
of uit.
Richtlijnen : Activeert of deactiveert de
geleidelijnen.
Fabrieksinstellingen herstellen
Voertuiginstellingen resetten : stelt
alle functies opnieuw in op de stan‐ daardinstellingen.
Alle privégegevens wissen : Wist alle
persoonsgebonden gegevens uit de auto.
Radio-instellingen herstellen : Zet alle
radio-instellingen terug op de stan‐
daardwaarden.
Systeeminstellingen 3 122.
Akoestische feedback bij aanraking
Gebruik 3 114.
Tekst scrollen
Systeeminstellingen 3 122.
Software-informatie Systeeminstellingen 3 122.
Page 100 of 279
98Instrumenten en bedieningsorganenTelematicaserviceOnStar
OnStar is een persoonlijke connecti‐
viteits- en servicehulp met een geïn‐
tegreerde Wi-Fi Hotspot. De OnStar-
service is 24 uur per dag, 7 dagen per
week beschikbaar.
Let op
OnStar is niet op alle markten
verkrijgbaar. Neem contact op met
uw werkplaats voor meer informatie.
Let op
Om OnStar beschikbaar en bedrijfs‐
gereed te kunnen laten zijn, hebt u
een geldig OnStar-abonnement, een werkend elektrisch systeem van de auto, mobiele service en eenGPS-satellietverbinding nodig.
U activeert de OnStar-services en
stelt een account in door op Z te druk‐
ken en met een adviseur te spreken.Afhankelijk van de uitrusting in de
auto, zijn de volgende services
beschikbaar:
● Noodhulpdiensten en ondersteu‐
ning bij pech onderweg
● Wi-Fi Hotspot
● Smartphone app
● Bediening op afstand, d.w.z. locatie van de auto, inschakeling
van claxon en lichten, aansturing van centrale vergrendeling
● Hulp bij gestolen voertuig
● Voertuigdiagnose
● Bestemming downloaden
Let op
Na tien dagen zonder dat de auto is
gestart, wordt de OnStar-module
van de auto uitgeschakeld. Functies waarvoor een dataverbinding vereistis, zijn na het inschakelen van de
auto weer beschikbaar.OnStar knoppen
Privacyknop
Houd j ingedrukt tot u een bericht
hoort om het doorgeven van de voer‐ tuiglocatie te activeren of deactive‐
ren.
Druk op j om een oproep met een
adviseur te beantwoorden of beëindi‐
gen.
Druk op j om de Wi-Fi-instellingen te
openen.
Serviceknop
Druk op Z om contact met een advi‐
seur te leggen.