OPEL AMPERA E 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2018Pages: 279, PDF Size: 6.51 MB
Page 61 of 279

Opbergen59OpbergenOpbergruimten............................. 59
Opbergvakken ........................... 59
Handschoenenkastje .................59
Bekerhouders ............................ 59
Armsteun met opbergruimte ......60
Opbergvak middenconsole ........60
Bagageruimte .............................. 61
Bagageruimte-afdekking ...........62
Vloerafdekking bagageruimte ....62
Sjorogen .................................... 63
Gevarendriehoek .......................63
Verbanddoos ............................. 64
Dakdragersysteem .......................64
Dakdrager .................................. 64
Beladingsinformatie .....................65Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje wordt
geopend door aan de hendel te trek‐
ken.
Het handschoenenkastje tijdens het rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Page 62 of 279

60Opbergen
Er zitten extra bekerhouders in de
armsteun achterin. Klap de armsteun neer.
Armsteun met opbergruimte
Opbergruimte onder voorste
armsteun
Druk op de toets om de armsteun
omhoog te klappen. De armsteun
moet in de achterste stand staan.
Opbergvak middenconsole
In de middenconsole zit een opberg‐
ruimte.
Page 63 of 279

Opbergen61Bagageruimte
Bagageruimte vergroten
De rugleuning van de achterbank
bestaat uit twee delen. U kunt beide
delen neerklappen.
Verwijder zo nodig de bagageruimte-
afdekking 3 62.
Duw de hoofdsteunen omlaag door de pal in te drukken en ingedrukt te
houden 3 38.
Klap de achterste armsteun omhoog.
Leid de gordels van de buitenste
zitplaatsen in de gordelgeleiders.
Trek aan één kant of beide buitenste
kanten aan de ontgrendelingshendel
en klap de rugleuningen neer op de
zitting.
U klapt de rugleuningen weer
omhoog door deze zover rechtop te
zetten dat ze hoorbaar vastklikken.
Controleer of de veiligheidsgordel in de gordelgeleider zit en niet is
verdraaid of achter de rugleuningen
vastgeklemd zit.De rugleuningen zijn goed vergren‐
deld wanneer het rode merkteken
dichtbij de ontgrendelingshendel niet
meer zichtbaar is.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of
de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Page 64 of 279

62Opbergen
Bij het te snel opklappen van de
rugleuning kan de veiligheidsgordel
van de middelste zitplaats geblok‐
keerd raken. Ontgrendel het oprolme‐ chanisme door de veiligheidsgordel in
te steken of door deze ongeveer
20 mm naar buiten te trekken en
vervolgens los te laten.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de afdekking.
Demonteren
Haak de ophangkoorden los van de
achterklep.
Maak de bevestigingsriemen los van
de zijwanden van de bagageruimte.
Verwijder het deksel.
Vastmaken
Maak de bevestigingsriemen vast
aan de zijwanden van de bagage‐
ruimte.
Vloerafdekking
bagageruimte
Afdekking laadruimte
Page 65 of 279

Opbergen63Til de vloerplaat van de bagageruimte
op om bij de oplaadkabel, het boord‐
gereedschap en de gevarendriehoek
te kunnen.
Algemene tip9 Waarschuwing
Berg omwille van de veiligheid alle
onderdelen in de bagageruimte op hun plek op en rijd altijd met geslo‐
ten afdekking laadruimte en, zo
mogelijk, met omhoog geklapte
rugleuningen.
Anders kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling
afslaan of een ongeval letsel door
rondslingerende voorwerpen
oplopen.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
Berg de gevarendriehoek op in de
gereedschapskoffer van de auto onder het achterste deel van de vloer‐ bedekking in de bagageruimte.
Page 66 of 279

64OpbergenVerbanddoos
Verbanddoos in de bagageruimte
opbergen.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade adviseren wij het
voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken. Neem
contact op met uw werkplaats voor
meer informatie.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dakdra‐ gersysteem verwijderen wanneer het
niet wordt gebruikt.Ter bevestiging van het dakdrager‐
systeem de montagepennen in de op
de afbeelding weergegeven openin‐
gen steken.
Page 67 of 279

Opbergen65Beladingsinformatie
●Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Zorg dat de rugleuningen
goed vastklikken. D.w.z. dat de
rode merktekens dichtbij de
ontgrendelingshendel mogen
niet meer zichtbaar mogen zijn.
Bij stapelbare voorwerpen de
zwaarste voorwerpen onderop
leggen.
● Zet spullen met spanbanden vast
aan de sjorogen 3 63.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om glijden
tegen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hefboom en de bewegingsvrij‐
heid van de bestuurder niet
belemmeren. Geen losse voor‐
werpen in het interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 258) en
het EU-leeggewicht van de auto.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen.
Extra uitrusting en accessoires
verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
Page 68 of 279

66Opbergenaanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 50 kg. De dakbelasting is de som van
het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.
Page 69 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen67Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................68
Stuurwielverstelling ...................68
Stuurbedieningsknoppen ...........68
Verwarmd stuurwiel ...................68
Claxon ....................................... 69
Waarschuwing voetgangersvei‐ ligheid ....................................... 69
Wis-/wasinstallatie voorruit ........69
Wis-/wasinstallatie achterruit .....70
Buitentemperatuur .....................71
Klok ........................................... 71
Elektrische aansluitingen ...........72
Inductief opladen .......................73
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................75
Instrumentengroep ....................75
Snelheidsmeter ......................... 77
Kilometerteller ........................... 77
Accumeter ................................. 77
Efficiencymeter .......................... 77
Energiemeter ............................. 79
Regeneratief remmen ................79
Actieradius totaal .......................80
Service-display .......................... 80Controlelampen......................... 80
Richtingaanwijzer ......................80
Gordelverklikker ........................80
Airbag en gordelspanners .........81
Airbag-deactivering ...................81
Laadsysteem ............................. 81
Service-indicatie ........................82
Remsysteem ............................. 82
Elektrische handrem ..................82
Elektrische handrem defect .......82
Antiblokkeersysteem (ABS) .......82
SPORT-modus .......................... 83
Lane keep assist .......................83
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............................................ 83
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....83
Traction Control-systeem UIT ...83
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ......................................... 83
Startbeveiliging .......................... 84
Voertuig gereed .........................84
Rijverlichting .............................. 84
Grootlicht ................................... 84
Grootlichtassistentie ..................84
Mistachterlicht ........................... 84
Cruise control ............................ 84
Voorligger gedetecteerd ............84
Voetgangersdetectie .................84
Snelheidsbegrenzer ..................84Verkeersbordherkenning ...........85
Portier open ............................... 85
Informatiedisplays ........................85
Driver Information Center ..........85
Info-Display ............................... 88
Boordinformatie ........................... 93
Geluidssignalen .........................93
Batterijspanning .........................94
Persoonlijke instellingen ..............94
Telematicaservice ........................98
OnStar ....................................... 98
Page 70 of 279

68Instrumenten en bedieningsorganenBedieningsorganenStuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het Driver Information Center,
bepaalde bestuurdersondersteu‐
ningssystemen, het Infotainmentsys‐
teem en een aangesloten mobiele telefoon bedienen met de knoppen op het stuurwiel.
Driver Information Centre 3 85.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 171.
Meer informatie staat in het deel over
het infotainment-systeem 3 112.
Verwarmd stuurwiel
Druk op A om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid door de LED in de toets.