OPEL AMPERA E 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 211 of 285
Rijden en bediening209Tik op een van de volgende opties omVoorkeur elektriciteitstarief te selec‐
teren:
● Uit: uitgesteld opladen op basis
van vertrektijd.
● Alleen daltarief : opladen tijdens
daluren.
● Kostenoptimaal dal en mid-
piektarief : opladen tijdens minder
drukke piekuren en daluren.
● Kostenoptimaal alle tarieven :
opladen tijdens piekuren, minder
drukke piekuren en daluren.
Het opladen begint op de begintijd en is op de vertrektijd alleen voltooid als
er na het aansluiten van de oplaad‐
kabel voldoende tijd is. Als de stekker
van de auto bijvoorbeeld 1 uur voor
vertrek wordt aangesloten en de
hoogspanningsaccu geheel ontladen
is, is de auto op de vertrektijd niet
volledig opgeladen, ongeacht het
geselecteerde stroomtarief.
Als het opladen met de geselecteerde instellingen voor stroomtarieven
voorts zeer lang duurt, begint de auto
meteen na het aansluiten met opla‐
den. Als de stroomtarieventabel metalleen maar hoge tarieven is inge‐
steld en u alleen maar tijdens minder
kostbare perioden wilt opladen,
begint de auto meteen na het aanslui‐
ten met opladen.
Stroomtarievenschema
Tik in het scherm Opladen bij een
geselecteerde Vertrek oplaadmodus
op de optie Bewerken in de Voorkeur
elektriciteitstarief .
Selecteer een van de volgende voor
de optie Laden voltooien :
● Zo snel mogelijk
● Zo laat mogelijk
Stroomtarieven of kosten per eenheid
kunnen per tijdsperiode, weekdag /
weekend en seizoen variëren. Over‐
dag, als er veel vraag naar stroom is,
zijn de tarieven gewoonlijk hoger. Dit
zijn de piekuren. 's Nachts, als er niet
veel vraag naar stroom is, zijn de
tarieven gewoonlijk lager. Dit zijn de
daluren. In sommige gebieden geldt
er ook een tarief voor minder drukke
piekuren.
Tik in het scherm Elektriciteitstarief-
schema bewerken op Tariefschema
elektriciteit en selecteer het gewenste
schema.
Page 212 of 285
210Rijden en bediening●Jaarlijks
● Zomer/winterBegindatum Zomer- / winterschema
invoeren
Open Zomer/winter als het voorkeur‐
stariefschema, tik op Bewerken in het
tabblad Zomer naast de data.
1. Tik op + of − om de maand en de
dag voor het begin van de zomer
in te stellen.
2. Selecteer het tabblad Winter.
3. Tik op + of − om de maand en de
dag voor het begin van de winter
in te stellen.
4. Tik op q om het scherm af te slui‐
ten.Stroomtarievenschema bewerken Vraag bij uw elektriciteitsleverancier
om informatie over de stroomtarieven op het oplaadpunt.
1. Tik in het scherm Elektriciteitsta‐
rief-schema bewerken op
Tariefschema elektriciteit en
selecteer het gewenste schema.
2. Tik op Bewerken rechtsonder in
het scherm om het stroomtarie‐
venschema te bewerken.
Stel de schema's voor zowel
weekdagen als het weekend in.
Het tarievenschema geldt uitslui‐
tend voor een periode van 24 uur ,
begint om 0.00 uur en eindigt om
0.00 uur. Er kunnen vijf tariefwis‐
selingen voor elke dag zijn. U
hoeft deze niet allemaal te gebrui‐ ken.
3. Tik op Instellen naast de te wijzi‐
gen regel.4. Selecteer Piektarief, Mid-piek of
Daltarief . Gebruik + of - om de tijd
in te voeren, en o of n om naar
AM of PM over te schakelen.
De eindtijden moeten elkaar
opvolgen. Als een eindtijd niet op
een begintijd volgt, verschijnt er
een foutmelding.
5. Druk op OK.
Prioriteitsoplading
De prioriteitlaadfunctie werkt
wanneer de oplaadmodus Vertrek is
geselecteerd. Deze functie zorgt
ervoor dat het hoogspanningsaccu‐
pakket over een minimale hoeveel‐
heid energie beschikt, voordat het
Page 213 of 285
Rijden en bediening211laden wordt uitgesteld. Na prioriteits‐
oplading keert de auto terug naar de normale tijdsgestuurde oplading.
De functie is in of uit te schakelen
door Aan of Uit te selecteren in het
menu Laadmodus wanneer de
oplaadmodus Vertrek is geselec‐
teerd. Wanneer de prioriteitsoplading
is ingeschakeld, voorkomt deze
alleen tijdsgestuurde oplading zolang de hoogspanningsaccu van een laag
niveau wordt opgeladen tot een
niveau van 40%.
Oplaadmodus tijdelijk negeren en annuleren
Negeer tijdelijk vertraagd opladen
door de oplaadkabel van de oplaa‐
daansluiting los te koppelen en weer
binnen 5 seconden aan te sluiten. Er
klinkt één geluidssignaal en het opla‐ den begint onmiddellijk.
Annuleer het tijdelijk negeren door de oplaadkabel los te koppelen,
10 seconden te wachten en de
oplaadkabel weer aan te sluiten. Er
klinken twee geluidssignalen en het
opladen wordt uitgesteld.Tijdelijk negeren van een uitgestelde oplaadmodus
Geprogrammeerde vertraagde
oplaadmodi kunnen voor één oplaad‐
cyclus tijdelijk worden genegeerd voor een onmiddellijke oplaadmodus.
Ook kan de volgende geplande
vertrektijd voor één oplaadcyclus
tijdelijk worden genegeerd. Behalve
het negeren vanuit de auto via de
schermen voor tijdsgestuurde opla‐
ding, zijn er ook andere manieren om een vertraagde oplaadmodus tijdelijk
te negeren.
Geprogrammeerd opladen negeren
3 214.
Via Tijdelijk negeren kunnen tijdelijke
oplaadopties voor de volgende
oplaadcyclus worden ingesteld.
Tik op het tabblad Tijdelijk negeren in
het scherm Opladen.
Selecteer:
● Onmiddellijk : onmiddellijk opla‐
den zodra er is aangesloten.
● Tijdelijk – vertrek : de tijdelijke
vertrektijd instellen.
● Uit: tijdelijke oplaadmodus annu‐
leren.
Tik op Stop in het scherm Opladen
om een actieve oplaadcyclus te nege‐
ren of annuleren.
Beoogd opladingsniveau Deze modus biedt de mogelijkheid
om afhankelijk van de behoefte een
andere ladingsgraad voor de auto in
te stellen. Wanneer u bij een betaald
Page 214 of 285
212Rijden en bedieninglaadpunt staat en de auto niet volledig
opgeladen hoeft te worden, kunt u
een beoogd opladingsniveau instel‐
len dat u aan de gewenste actieradius helpt.
Bij ritten op een helling is een beoogd
opladingsniveau in te stellen waarbij
de oplading wordt beëindigd voordat
de maximale ladingsgraad van de
accu wordt bereikt om te zorgen dat
de accu stroom kan recupereren
tijdens het afdalen.
Er geldt een minimumwaarde voor
het beoogde opladingsniveau. Bij het bereiken van dit niveau wordt de –
grijs gearceerd weergegeven.
Tik op Gewenst oplaadniveau in het
oplaadscherm.
Tik op + of – om het oplaadniveau te
verhogen of te verlagen.
Er verschijnt een herinnering op de instrumentengroep met het inge‐
stelde beoogde opladingsniveau.
Bij instelling van een beoogd opla‐
dingsniveau hoger dan 80% toont de
snellaadfunctie op de instrumenten‐
groep een ononderbroken streep tot
80% aan en schaduwstreep tot aan
het beoogde oplaadniveau en de
resterende tijd tot aan het bereiken
van 80%.
Bij instelling van een beoogd opla‐
dingsniveau lager dan 80% toont de
snellaadfunctie op de instrumenten‐
groep een schaduwstreep tot aan het beoogde oplaadniveau en de reste‐
rende tijd tot aan het bereiken.
Voor het beoogde opladingsniveau
wordt een standaardniveau van
100% aangehouden, als de 12V-accu van de auto uitgeput raakt.
Locatie-gebaseerd laden
Als Laden op basis van locatie is inge‐
schakeld, worden Laadmodus en
Voorkeur laadlimiet opgeslagen en
op de voorkeursinstelling van de klant teruggesteld iedere keer wanneer de
auto naar de opgeslagen Thuis loca‐
tie terug wordt gereden. Als de auto
niet op de opgeslagen Thuis locatie
is, schakelt hij standaard over op de
lagere limiet van Voorkeur laadlimiet
en Laadmodus wordt op
Onmiddellijk ingesteld.
Wanneer Laden op basis van locatie
is Aan en de auto staat niet op de
opgeslagen Thuis locatie, wordt de
oplaadmoduskeuze uitgeschakeld en
de selectie grijs weergegeven.
Page 215 of 285
Rijden en bediening213Na 90 dagen verschijnt er een
melding en moet Voorkeur laadlimiet
voor de volgende 90 dagen worden
gereset. Belangrijke informatie over
het opladen van de auto met een draagbaar oplaadapparaat 3 216.
Als de gps-locatie niet beschikbaar is,
verschijnen er liggende streepjes en
locatie-gebaseerd opladen wordt
uitgeschakeld tot gps is hersteld.
Locatie-gebaseerd opladen is pas
mogelijk als er een Thuis locatie is
opgeslagen.
Een Thuis locatie opslaan:
1. Tik in het scherm Energie op
Oplaadopties .
2. Druk op Laden op basis van
locatie .
3. Tik op Thuislocatie instellen v .
4. Druk op OK.
5. Tik op Aan om Laden op basis van
locatie in te schakelen.De opgeslagen Thuis locatie wijzigen:
1. Tik op Thuislocatie updaten v in
het scherm Laden op basis van
locatie .
2. Tik op Update en dan op OK om
de nieuwe thuislocatie in te stel‐
len.
● Tik op Annuleren om geen
wijzigingen door te voeren.
● Tik op Verwijderen om de
locatie te wissen en schakel
locatie-gebaseerd opladen
uit.
Pop-upmelding over onderbroken
of genegeerd opladen
De pop-up Opladen geannuleerd of
onderbroken verschijnt alleen onder
de volgende omstandigheden:
● De oplaadinstellingen zijn via de website of de mobiele app van
OnStar gewijzigd. De vertrektij‐
dentabellen, de tarieventabellen
of de oplaadmodus zijn bijvoor‐beeld bijgewerkt via de website
van de klant (in bepaalde regio's
beschikbaar).
● Wisselstroom viel tijdens het aansluiten voor het opladen
onbedoeld weg. Bijvoorbeeld bij
een stroomstoring of het ontkop‐
pelen van de oplaadkabel uit het
stopcontact.
Tijdsgestuurde oplading
gedeactiveerd
Wanneer het programmeerbare
oplaadsysteem wordt uitgeschakeld,
verschijnt het scherm Kan niet
opladen .
Page 216 of 285
214Rijden en bedieningGeprogrammeerdeonderdrukking opladen
Negeer tijdelijk vertraagd opladen
door de oplaadkabel van de oplaa‐
daansluiting los te koppelen en weer
binnen 5 seconden aan te sluiten. De
claxon piept één keer en het opladen begint onmiddellijk.
Annuleer het tijdelijk negeren door de oplaadkabel los te koppelen,
10 seconden te wachten en de
oplaadkabel weer aan te sluiten. De
claxon piept twee keer en het opladen
wordt uitgesteld.
Programmeerbaar opladen 3 206.Oplaadstatus
De auto heeft een lampje voor de
oplaadstatus bij het midden van het
instrumentenpaneel bij de voorruit.
Als de auto op het stopcontact aange‐
sloten is en de auto uitstaat, geeft het lampje oplaadstatus het volgende
aan:
● Snel knipperend groen - één claxonsignaal: Stekker van de
auto zit in stopcontact. Hoog‐
spanningsaccu is niet volledig
opgeladen. Hoogspanningsaccu
wordt opgeladen. Knippersnel‐
heid neemt toe van één tot vier
knipperingen naarmate de hoog‐
spanningsaccu verder is opgela‐
den.
één knippering: 0–25% opgela‐
den
twee knipperingen: 25–50%
opgeladen
drie knipperingen: 50–75% opge‐
laden
vier knipperingen: 75–100%
opgeladen
● Snel knipperend groen - twee geluidssignalen: De auto wordt
opgeladen maar stelt het tijdsge‐ stuurd opladen ten minste één
keer uit voordat de accu volledig
is opgeladen. Knippersnelheid
neemt toe van één tot vier knip‐
peringen naarmate de hoog‐
spanningsaccu verder is opgela‐
den.
● Snel knipperend groen - vier geluidssignalen: Onvoldoende
tijd om volledig op te laden voor‐
afgaand aan de vertrektijd
vanwege de geselecteerde
oplaadvoorkeur. Om de laadsta‐
tus van de hoogspanningsaccu
ten tijde van de vertrektijd te
Page 217 of 285
Rijden en bediening215verhogen, moet het vertraagd
laden worden genegeerd.
Tijdsgestuurde oplading 3 206.
● Langzaam knipperend groen, twee claxonpiepjes: Het opladen
wordt vertraagd door tijdsge‐
stuurd opladen. Het opladen
begint op een later tijdstip.
● Ononderbroken groen - geen claxonsignalen: Het opladen is
voltooid.
● Ononderbroken geel, geen claxonpiepje: Stekker van de
auto zit in stopcontact. Na het
aansluiten van een geschikte
oplaadkabel op het stopcontact is het normaal dat het lampje
oplaadstatus enkele seconden
lang geel wordt. Het ononderbro‐ ken gele lampje blijft mogelijk
branden afhankelijk van de auto
en van de vraag of er sprake is
van algehele onderbreking.
Dit kan er ook op duiden dat het
oplaadsysteem een storing heeft
waargenomen en de hoogspan‐
ningsaccu niet oplaadt.● Geen lichtsignaal (bij aansluiten) - Geen claxonpiepjes: Controleerde aansluiting van de oplaadka‐
bel.
● Geen lichtsignaal (na indicatie van de groene of gele oplaadsta‐tusindicator) - Geen claxonpiep‐
jes: Controleer de aansluiting van
de oplaadkabel. Als de aanslui‐
ting in orde is, kan dit te maken
hebben met een elektriciteits‐
netstoring en begint het laden op een later tijdstip. Dit kan ookgebeuren als de auto een storing in het hoogspanningslaadsys‐
teem heeft waargenomen.
● Geen lichtsignaal - drie claxon‐ signalen: De oplaadklep staat
open.
● Geen lichtsignaal - meerdere claxonsignalen: De voeding werd
onderbroken, voordat de oplaad‐
procedure kon worden voltooid.
De claxonsignalen stoppen
wanneer de voeding binnen
90 seconden wordt hersteld.
Om de waarschuwing te doen
verdwijnen moet u de oplaadka‐bel loskoppelen of ( op de elek‐
tronische handzender indrukken.
De waarschuwing voor verliezen via de oplaadkabel is te deacti‐
veren in het Info-Display.
Persoonlijke instellingen 3 93.
In een van de bovenstaande situaties kan het systeem de temperatuur van
de hoogspanningsaccu regelen. Dan
moet er elektrische energie naar de
auto worden overgebracht.
Als de auto is aangesloten op het
stroomnet en is ingeschakeld, knip‐
pert het lampje oplaadstatus of het
brandt continu groen, afhankelijk van
het laadniveau.
Als de auto op het stopcontact aange‐
sloten is en het lampje oplaadstatus
uitstaat, is er een oplaadstoring gede‐ tecteerd.
Page 218 of 285
216Rijden en bedieningOplaadkabel9Gevaar
Er is een kans op elektrische
schokken met mogelijk letsel of de dood als gevolg.
Gebruik de oplaadkabel niet als deze ook maar enigszins bescha‐
digd is.
De klep van de oplaadkabel niet openen of verwijderen.
Onderhoud alleen door geschoold personeel. Sluit de oplaadkabel
met onbeschadigde kabels op een
goed geaard stopcontact aan.
Onder de achterste vloerafdekking in
de bagageruimte ligt een draagbare
oplaadkabel voor het opladen van de hoogspanningsaccu van de auto
3 202.
Belangrijke informatie over het
opladen van de auto met een
draagbaar oplaadapparaat
● Het opladen van een elektrisch voertuig kan het elektrische
systeem van een gebouw meer
belasten dan bij een gewoon huishoudelijk apparaat.
● Laat het elektrische systeem (wandcontactdoos, bekabeling,
aansluitingen en beveiligingen)
voordat u de auto op een wand‐
contactdoos aansluit door een
deskundige monteur inspecteren
en controleren op geschiktheid
voor zwaar gebruik bij een conti‐
nue belasting van 10 A.
● Bij normaal gebruik en mettertijd kunnen stopcontacten versleten
of beschadigd raken. In dat geval zijn ze niet geschikt voor het
opladen van een elektrisch voer‐ tuig.
● Controleer de contactdoos/de stekker tijdens het opladen en
stop met het gebruik ervan als decontactdoos/de stekker heet is en laat het stopcontact door een
deskundige monteur nakijken.
● Sluit een voertuig in de open lucht aan op een stopcontact dat
bij gebruik weersbestendig is.
● Ontlast de oplaadkabel voor zo min mogelijk druk op het stop‐
contact / de stekker.9 Waarschuwing
Oneigenlijk gebruik van oplaadka‐
bels voor draagbare oplaadappa‐
raten kan brand, elektrische
schokken of brandwonden en
daardoor materiële schade,
ernstig letsel of de dood veroorza‐ ken.
● Gebruik geen verlengkabels, stekkerblokken, splitters,
massa-adapters, randaardebe‐ veiligingen of soortgelijke
apparaten.
● Gebruik geen stopcontact dat versleten of beschadigd is of
een exemplaar waarbij de stek‐
ker niet stevig zit.
Page 219 of 285
Rijden en bediening217● Gebruik geen stopcontactzonder een goede massaver‐
binding.
● Gebruik geen stopcontact op een circuit met andere elektri‐
sche verbruikers.9 Waarschuwing
Lees alle veiligheidswaarschuwin‐
gen en instructies alvorens dit
product te gebruiken. Als deze
waarschuwingen en instructies
niet worden opgevolgd, kan dit
leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel.
Laat kinderen nooit zonder
toezicht in de buurt van de auto
terwijl deze wordt opgeladen en
laat kinderen nooit met de oplaad‐
kabel spelen.
Als de geleverde plug niet in de
contactdoos past, wijzig deze
stekker dan niet. Vraag een
erkende elektrische de contact‐
doos te controleren.
Steek geen vingers in de elektri‐
sche aansluiting van de auto.9 Waarschuwing
Om het gevaar voor brand te
beperken dienen installaties te
voldoen aan de IEC 60364-norm
van de International Electrotech‐
nical Commission inzake elektri‐
sche installaties in gebouwen. De
installateur dient tevens te
voldoen aan eventuele bijko‐
mende vereisten zoals vastge‐
steld door het land en/of de
gemeente.
Gebruik dit product niet als het
flexibele netsnoer of de kabel van
de elektrische auto gerafeld is, de
isolatie ervan kapot is of andere
tekenen van schade vertoont.
Gebruik dit product niet als de
behuizing of de autostekker kapot, gescheurd of open is of andere
tekenen van schade vertoont.
Steek de stekker in een passende
contactdoos die geïnstalleerd is
volgens alle geldende voorschrif‐
ten en bepalingen. Aanpassingen aan de stekker die bij het productis geleverd zijn niet toegestaan.
Als de stekker niet in de contact‐ doos past, laat dan een correcte
contactdoos plaatsen door een
erkend elektricien. Als er geen
aarde is, geven de oplaadkabel‐
lampjes aan dat het elektrische
systeem een storing vertoont en
wordt de auto mogelijk niet opge‐
laden.
Page 220 of 285
218Rijden en bediening
1. Autostekker
2. Beschermkap
3. Statusindicators
4. Stekker voor stopcontact
Lampen status oplaadkabel
De oplaadkabel verricht na aanslui‐ ting een snelle zelftest
Controleer de status van de oplaad‐
kabel.
● c licht groen op en d is uit; de
oplaadkabel kan nu de auto opla‐
den.
● c knippert groen en d is uit:
Storing contactdoos/stekker: De
oplaadkabel heeft waargenomen dat de contactdoos/stekker over‐verhit is. Gebruik een andere
contactdoos of laat deze contact‐
doos door een erkend elektricien
nakijken. Reset de oplaadkabel
door deze van de contactdoos
los te maken en opnieuw aan te
sluiten.
● c is uit en d knippert rood:
Storing in auto: De onderbreker
voor een storing in het massacir‐ cuit van de oplaadkabel heeft
geschakeld. Controleer of de
oplaadkabel niet fysiek is
beschadigd en of de autostekker
volledig en goed is aangesloten.
Reset de oplaadkabel door deze
van de contactdoos los te maken en opnieuw aan te sluiten. Neem
contact op met een werkplaats
voor een servicebeurt als de
storing blijft.
● c brandt groen en d knippert
rood: storing oplaadkabel: De
oplaadkabel heeft een mogelijk
probleem met de oplaadkabelwaargenomen. Reset de oplaad‐
kabel door deze van de contact‐
doos los te maken en opnieuw
aan te sluiten. Raadpleeg een
werkplaats als de storing
aanhoudt.
Als er geen statusindicator oplicht, controleer dan of er stroom staat op
de contactdoos.
Oplaadniveau selecteren9 Waarschuwing
Als de capaciteit van het elektri‐
sche circuit of het stopcontact
onbekend is, gebruik dan alleen
het laagste oplaadniveau totdat de
capaciteit van het circuit door een
deskundige monteur is vastge‐
steld. Bij een oplaadniveau dat de capaciteit van het elektrische
circuit of het stopcontact te boven
gaat, is er kans op brand of schade
aan het elektrische circuit.
Let op
Bij een lager oplaadniveau neemt de oplaadtijd toe.