OPEL ASTRA J 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 121 of 345
Instrumenten en bedieningsorganen119KnippertHet maximale vulniveau van het filter
is bereikt. Start het regeneratieproces
onmiddellijk om schade aan de motor
te voorkomen.
Roetfilter 3 174, Stop-startsysteem
3 170.
Bandenspanningscontrole‐ systeem
w brandt of knippert geel.
Brandt Banden verliezen spanning. Meteen
stoppen en bandenspanning contro‐
leren.
Knippert
Storing in het systeem of montage
van een wiel zonder druksensor
(bijv. reservewiel). Na
60–90 seconden brandt de controle‐
lamp continu. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.Motoroliedruk
I brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de ont‐ steking en dooft vlak na het starten
van de motor.
Brandt bij een draaiende motorVoorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk on‐
derbroken. Dit kan aanleiding ge‐
ven tot motorschade en/of tot het
blokkeren van de aandrijfwielen.
1. Koppelingspedaal intrappen.
2. Versnellingsbak in neutrale stand zetten, keuzehendel in stand N
zetten.
3. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐ stroom verlaten zonder hierbij an‐dere weggebruikers te hinderen.
4. Ontsteking uitschakelen.
9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk zwaarder. Tijdens een Autostop
werkt de rembekrachtigingseen‐
heid nog altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha‐
keld worden.
Het oliepeil controleren alvorens de hulp van een werkplaats in te roepen
3 236.
Te laag brandstofpeil i brandt of knippert geel.
Brandt Peil in brandstoftank is te laag.
Knippert
Brandstofvoorraad opgebruikt. On‐
middellijk bijtanken. Tank nooit leeg‐
rijden.
Katalysator 3 175.
Page 122 of 345
120Instrumenten en bedieningsorganenDieselbrandstofsysteem ontluchten
3 241.
Startbeveiliging
d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De mo‐
tor kan niet worden gestart.
Motorvermogen verminderd # brandt geel.
Het motorvermogen is beperkt. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 144.
Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt wanneer het grootlicht aan is of tijdens een lichtsignaal 3 146 of
wanneer het grootlicht aan is met grootlichtassistentie of intelligent ver‐ lichtingssysteem 3 148.Grootlichtassistentie
l brandt groen.
De grootlichtassistentie of het intelli‐
gent verlichtingssysteem is geacti‐
veerd 3 146, 3 148.
Adaptive Forward Lighting f brandt of knippert geel.
Brandt Storing in het systeem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert Systeem overgeschakeld op symme‐
trisch dimlicht.
Controlelamp f knippert na het in‐
schakelen van de ontsteking ca.
4 seconden om u eraan te herinneren dat het systeem is geactiveerd
3 147.
Automatische verlichting 3 145.
Mistlamp > brandt groen.De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 152.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld
3 152.
Niveau sproeiervloeistof te laag
G brandt geel.
Het niveau van de sproeiervloeistof is te laag.
Sproeiervloeistof 3 238.
Cruise control m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
De cruise control is actief.
Cruise control 3 188.
Page 123 of 345
Instrumenten en bedieningsorganen121Adaptieve cruise controlm brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen Adaptieve cruise control is actief.
Adaptieve cruise control 3 192.
Voorligger gedetecteerd A brandt groen.
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook gedetecteerd.
Adaptieve cruise control 3 192, fron‐
taanrijdingswaarschuwing 3 199.
Portier open
h brandt rood.
Een portier of de achterklep is ge‐ opend.Informatiedisplays
Driver Information Center
Het Driver Information Centre (DIC)
zit in de instrumentengroep tussen
snelheidsmeter en toerenteller. Het
wordt geleverd als Midlevel-display of Uplevel-Combi-display.
Midlevel-Display bevat:
● dagteller algemeen
● dagteller
● een aantal controlelampen
● boordinformatie
● informatiemenu dagteller/brand‐ stof
● boordinformatie, in de vorm van cijfercodes 3 128.
In het Uplevel-combi-display kunnen
via MENU menupagina's worden ge‐
selecteerd. Menusymbolen verschij‐
nen op de bovenste regel van het dis‐ play:
● X Informatie- menu voertuig
● W Informatiemenu dagteller/
brandst.
● s Informatiemenu ECO
● C Menu prestaties
Page 124 of 345
122Instrumenten en bedieningsorganenSommige functies op het display ver‐schillen tussen onderweg of in stil‐
stand. Sommige functies zijn alleen onderweg beschikbaar.
Persoonlijke instellingen 3 134. Op‐
geslagen instellingen 3 23.
Menu’s en functies selecteren
U selecteert de menu’s en functies
met de knoppen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om tussen de menu's
te schakelen of om vanuit een sub‐ menu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een menu-
optie te markeren of om een nume‐
rieke waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren of om een bericht te be‐
vestigen.
Informatie- menu voertuig
Druk op MENU om de Informatie-
menu voertuig te selecteren of selec‐
teer X op het Uplevel-Combi-dis‐
play.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te kiezen. Druk op SET/CLR
om te bevestigen.
Volg de instructies in de submenu’s.
Afhankelijk van de versie kunnen mo‐
gelijke submenu's zijn:
● Eenheid : U kunt de eenheden op
de displays veranderen.
● Bandenspanning : Controleert de
bandenspanning van alle banden onder het rijden 3 271.
● Bandenbelasting : Selecteer de
bandenspanningscategorie vol‐
gens de huidige werkelijke ban‐
denspanning 3 271.
Page 125 of 345
Instrumenten en bedieningsorganen123
●Resterende levensduur olie :
Geeft aan wanneer de motorolie
ververst en het filter vervangen
moet worden 3 111.
● Snelheidswaarschuwing : Bij
overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet klinkt een ge‐
luidssignaal.
● Verkeersbordherkenning : Geeft
waargenomen verkeersborden tijdens het huidige traject weer.
3 216
● Volgafstand : Toont de afstand tot
een voorligger 3 202.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐ ken in Midlevel- en Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/
brandst.
Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te kiezen. Druk op SET/CLR
om te bevestigen.
● dagteller 1
● dagteller 2
● digitale snelheid
Dagteller 2 en digitale snelheid zijn alleen beschikbaar op auto's met
Uplevel-Combi-display.
Page 126 of 345
124Instrumenten en bedieningsorganenZet de dagteller terug door gedu‐
rende enkele seconden op SET/CLR
op de richtingaanwijzerhendel te
drukken of door met het contact aan
op de resetknop tussen de snelheids‐ meter en het DIC te drukken.
Bij auto’s met een boordcomputer zijn
meer submenu’s beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel- en Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 131.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om s op de bo‐
venste regel van het Uplevel-Combi-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te kiezen. Druk op SET/CLR
om te bevestigen.Submenu's zijn:
● Schakelindicatie : De huidige ver‐
snelling wordt aangegeven bin‐
nen een pijl. Het cijfer erboven
geeft aan dat de bestuurder om‐
wille van het brandstofverbruik
moet opschakelen.
Eco-indexdisplay : Het actuele
brandstofverbruik wordt aange‐
geven op een segmentdisplay.
Voor zuinig rijden past u uw rijei‐
genschappen aan om de volle
segmenten binnen het ECO-ge‐
bied te houden. Hoe meer seg‐
menten er gevuld zijn, hoe hoger het brandstofverbruik. Tegelijker‐
tijd wordt het actuele brandstof‐
verbruik aangegeven.
● Grootverbruikers : lijst met de
grootste comfortverbruikers die
momenteel zijn ingeschakeld,
worden weergegeven in afne‐ mende volgorde. De mogelijke
brandstofbesparing wordt aan‐
gegeven. Een uitgeschakelde
verbruiker verdwijnt van de lijst
en de verbruikswaarde wordt bij‐
gewerkt.
Onder bepaalde omstandighe‐
den activeert de motor de achter‐ ruitverwarming automatisch om
de motor zwaarder te belasten. In
Page 127 of 345
Instrumenten en bedieningsorganen125dat geval wordt de achterruitver‐
warming aangeduid als een van
de grootste verbruikers, zonder
dat de bestuurder deze heeft ge‐
activeerd.
● Zuinig rijden : Weergave van de
ontwikkeling van het gemiddelde
brandstofverbruik over een af‐
stand van 50 km. Gevulde seg‐ menten geven het verbruik weer
in stappen van 5 km en laten het
effect van de omgeving of het rij‐
gedrag op het brandstofverbruik
zien.
Menu prestaties
Druk op MENU om de Menu
prestaties te selecteren of selecteer
C op het Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te kiezen. Druk op SET/CLR
om te bevestigen.
Submenu's zijn: ● Acceleratie : Weergave van de
huidige acceleratie in alle richtin‐
gen.
● Rondetijd : Weergave van ronde‐
tijden, topsnelheid, gemiddelde
snelheid en gemiddelde tijd. Volg de instructies in het submenu.
● Koelvl.temp. : Weergave van
koelvloeistoftemperatuur.
● Accusp. : Weergave van accu‐
spanning.
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐
tie heeft het voertuig een Graphic-
Info-Display of een Colour-Info-Dis‐
play. Het Info-Display bevindt zich in
het instrumentenpaneel boven het in‐
fotainmentsysteem.
Graphic-Info-Display
Page 128 of 345
126Instrumenten en bedieningsorganenAfhankelijk van het infotainment-sys‐
teem, is het Graphic-Info-Display in
twee versies leverbaar.
Graphic-Info-Display geeft aan:
● tijd 3 106
● buitentemperatuur 3 105
● datum 3 106
● Infotainmentsysteem, zie be‐ schrijving in de handleiding van
het Infotainmentsysteem
● persoonlijke instellingen 3 134
Colour-Info-Display
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
● tijd 3 106
● buitentemperatuur 3 105
● datum 3 106
● Infotainmentsysteem, zie be‐ schrijving in de handleiding van
het Infotainmentsysteem
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding van het Infotain‐
mentsysteem
● systeeminstellingen
● boordinformatie 3 128
● persoonlijke instellingen 3 134
De getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde
instellingen.
Menu's en instellingen selecteren Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
U maakt uw selecties via:
● de menu's
● de functietoetsen en de multi‐ functionele toets van het infotain‐
ment-systeem
Page 129 of 345
Instrumenten en bedieningsorganen127Selecteren met het infotainment-
systeem
Selecteer een functie via de knoppen
van het infotainment-systeem. Het menu van de geselecteerde functie
wordt weergegeven.
U gebruikt de multifunctionele toets
voor het selecteren en bevestigen
van een item.
Multifunctionele knop
De multifunctionele toets is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's:
Draaien
● om een menuoptie te markeren
● voor het instellen van een nume‐
rieke waarde of het weergeven
van een menuoptie
Drukken (op de buitenste ring) ● het selecteren of activeren van de gemarkeerde optie
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
BACK
Druk op BACK om:
● een menu te verlaten zonder de instellingen te wijzigen
● vanuit een submenu naar een hoger menuniveau terug te keren
● het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Druk op BACK houd enkele secon‐
den vast om de gehele invoer te wis‐ sen.
Persoonlijke instellingen 3 134.
Opgeslagen instellingen 3 23.Regeleenheid smartphone
Via de regeleenheid smartphone hebt
u via een smartphone toegang tot
boordgegevens via WLAN of een
Bluetooth-verbinding. Daarna kunt u
deze gegevens op de smartphone
weergeven en analyseren.
Page 130 of 345
128Instrumenten en bedieningsorganenBoordinformatieBerichten worden voornamelijk weer‐
gegeven op het Driver Information
Centre (DIC); in sommige gevallen
samen met een waarschuwingszoe‐
mer.
Druk op SET/CLR , MENU of draai
aan het stelwiel om een bericht te be‐ vestigen.
Boordinformatie op Midlevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie2Geen handzender herkend,
trap het koppelingspedaal in om opnieuw te starten4Airconditioning UIT5Stuurwiel is geblokkeerd6Trap de rem in om de elektri‐
sche handrem los te zettenNr.Boordinformatie7Draai aan het stuurwiel, schakel
de ontsteking uit en weer in9Draai aan het stuurwiel, start de motor opnieuw12Auto overbeladen13Compressor oververhit15Derde remlicht defect16Remlicht defect17Koplampverstelling defect18Linker dimlicht defect19Mistachterlicht defect20Rechter dimlicht defect21Zijmarkeringslicht links defect22Zijmarkeringslicht rechts defect23Achteruitrijlicht defect24Kentekenverlichting defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect26Richtingaanwijzer linksachter
defect