OPEL ASTRA K 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 21 of 281
Kort en bondig19Bij auto's met automatische
versnellingsbak kan de sleutel
alleen worden verwijderd met de keuzehendel in stand P.
Voor auto's met geautomati‐
seerde versnellingsbak kan de
sleutel alleen uit het contactslot worden verwijderd wanneer dehandrem is aangetrokken.
● Vergrendel de auto met e op de
handzender.
Activeer het alarmsysteem
3 32.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in wer‐king treden 3 207.
Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge mo‐
tortoerentallen of met hoge motor‐
belasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te be‐
schermen.
Sleutels, sloten 3 20, auto een lan‐
gere tijd stilzetten 3 206.
Page 22 of 281
20Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 20
Sleutels ...................................... 20
Handzender ............................... 21
Elektronisch sleutelsysteem ......22
Opgeslagen instellingen ............24
Centrale vergrendeling ..............24
Automatisch vergrendelen .........29
Kindersloten .............................. 30
Portieren ...................................... 30
Bagageruimte ............................ 30
Antidiefstalbeveiliging ..................31
Vergrendelingssysteem .............31
Diefstalalarmsysteem ................32
Startbeveiliging .......................... 34
Buitenspiegels ............................. 35
Bolle vorm ................................. 35
Elektrische verstelling ................35
Inklapbare spiegels ...................35
Verwarmde spiegels ..................36
Binnenspiegel .............................. 36
Handmatige dimfunctie ..............36
Automatische dimfunctie ...........36Ruiten.......................................... 37
Voorruit ...................................... 37
Handbediende ruiten .................37
Elektrisch bediende ruiten .........37
Achterruitverwarming ................39
Zonnekleppen ............................ 39
Dak .............................................. 40
Zonnedak .................................. 40Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden ver‐
meld aangezien de sleutels deel uit‐
maken van de startbeveiliging.
Sloten 3 248, handzender 3 21,
elektronische sleutel 3 22, centrale
vergrendeling 3 24, motor starten
3 150.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Wiel verwisselen 3 239.
Page 23 of 281
Sleutels, portieren en ruiten21Sleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen knop indrukken.
Om in te klappen eerst knop indruk‐
ken.
Handzender
Voor het bedienen van de volgende
functies via de toetsen op de af‐
standsbediening:
● centrale vergrendeling 3 24
● vergrendelingssysteem 3 31
● diefstalalarmsysteem 3 32
● elektrisch bediende ruiten 3 37
● zonnedak 3 40
De afstandsbediening heeft een be‐ reik van maximaal 100 meter, maar
dat kan veel meer zijn door invloeden van buitenaf. Brandende alarmknip‐
perlichten dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Batterij in handzender vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 24 of 281
22Sleutels, portieren en ruiten
1. Steek een platte schroeven‐draaier in de gleuf en duw de ach‐terkant van de afstandsbediening
los door de schroevendraaier een
klein stukje te draaien.
2. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de in‐
stallatiepositie.
3. Steek de afdekking bij het sleutel‐
blad in, klap hem naar beneden
en sluit hem.
Handzender synchroniseren
Na vervanging van de batterij het be‐
stuurdersportier openen met de sleu‐
tel in het slot. Bij het inschakelen van de ontsteking wordt de handzender
gesynchroniseerd.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de afstandsbediening.
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor er opnieuw ge‐
synchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activeringvan de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 24.
Elektronisch sleutelsysteem
Voor een sleutelloze bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 24
● achterklep 3 30
● contact inschakelen en motor starten 3 150
Page 25 of 281
Sleutels, portieren en ruiten23De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 21.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig ge‐
bruik vermijden.
Let op
De elektronische sleutel niet in de
bagageruimte of voor het Info-Dis‐ play leggen.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden ver‐
vangen 3 108.Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Vervangen:
1. Duw op de toets aan de achter‐ kant van de elektronische sleutel
en trek het sleutelblad uit het huis.
2. Steek een platte schroeven‐ draaier of het sleutelblad in de zij‐
kant van het huis en haal de af‐
dekking aan de achterkant van de elektronische eenheid af door deschroevendraaier of het sleutel‐
blad te draaien.
3. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de in‐
stallatiepositie.
4. Plaats de afdekking van de elek‐ tronische eenheid terug en steek
het sleutelelement in.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 26 of 281
24Sleutels, portieren en ruitenElektronische sleutel
synchroniseren
De elektronische sleutel synchroni‐
seert zichzelf automatisch bij elke
startprocedure.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan worden vergrendeld of ontgrendeld ofals de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken heb‐
ben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.Om de storing te verhelpen, de positie
van de elektronische sleutel verande‐ ren.
Handmatig ontgrendelen 3 24.
Opgeslagen instellingen
Steeds wanneer het contact wordt uit‐
geschakeld, worden de volgende in‐
stellingen automatisch door de hand‐ zender of de elektronische sleutel op‐
geslagen:
● automatische klimaatregeling
● verlichting
● Infotainmentsysteem
● centrale vergrendeling
● instellingen sportmodus
● comfortinstellingen
De opgeslagen instellingen worden
bij de volgende keer inschakelen van het contact met de sleutel in het ge‐
heugen van de handzender 3 147 of
elektronische sleutel 3 22 automa‐
tisch gebruikt.
Een voorwaarde is dat Personalisatie
door bestuurder geactiveerd is in de
persoonlijke instellingen van hetInfo-Display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke handzender of elek‐
tronische sleutel die wordt gebruikt.
De instellingen van de bestuurders‐
stoel worden ook in het geheugen op‐ geslagen, onafhankelijk van de ge‐
heugenposities 3 46.
De elektrisch bediende stoel ver‐
plaatst zich automatisch naar de op‐
geslagen stand wanneer het bestuur‐
dersportier wordt ontgrendeld en ge‐
opend met de handzender of elektro‐ nische sleutel in het geheugen en
wanneer Automatisch oproepen
geheugen op het Info-Display is inge‐
schakeld.
Persoonlijke instellingen 3 110.
Centrale vergrendeling Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en tankklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Page 27 of 281
Sleutels, portieren en ruiten25Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch ont‐
grendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de por‐ tieren word geopend, worden deze
na korte tijd automatisch opnieuw
vergrendeld. Een voorwaarde is dat
de instelling is geactiveerd in de per‐ soonlijke instellingen 3 110.
Werking van afstandsbediening
Ontgrendelenc indrukken.
De ontgrendelmodus kan in het menu
Persoonlijke instellingen in het Info-
Display worden ingesteld. U kunt
twee instellingen selecteren:
● Alle portieren, de bagageruimte en de tankklep worden met één
druk op c ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
bagageruimte en de tankklep
worden met één druk op c ont‐
grendeld. Om alle portieren te
ontgrendelen, drukt u tweemaal
op c.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Info-
Display.
Info-Display 3 106.
Persoonlijke instellingen 3 110.
U kunt de instelling opslaan voor de gebruikte afstandsbediening. Opge‐
slagen instellingen 3 24.
Ontgrendelen en openen van de ach‐
terklep 3 30.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankklep
sluiten.
e indrukken.
Bij een niet goed gesloten bestuur‐
dersportier werkt de centrale vergren‐ deling niet.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 110 is geactiveerd.
Page 28 of 281
26Sleutels, portieren en ruitenWerking elektronisch
sleutelsysteem
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer één meter van het betreffende portier
buiten de auto bevinden.
Ontgrendelen
Druk op de knop op de betreffende
buitenkruk en trek aan de kruk.
De ontgrendelmodus kan in het menu
Persoonlijke instellingen in het Info-
Display worden ingesteld. U kunt
twee instellingen selecteren:
● Alle portieren, de bagageruimte en de tankklep worden met één
druk op de knop op een van de buitenkrukken ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
bagageruimte en de tankklep
worden met één druk op de knop
op het bestuurdersportier ont‐
grendeld. Om alle portieren te
ontgrendelen, drukt u tweemaal
op de toets.
U kunt de instelling wijzigen in het
menu Instellingen op het Info-display.
Persoonlijke instellingen 3 110.
Vergrendelen
Druk op de knop op een van de bui‐
tenkrukken.
Alle portieren, de bagageruimte en de
tankklep worden vergrendeld.
Page 29 of 281
Sleutels, portieren en ruiten27Het systeem vergrendelt als een van
de volgende dingen gebeurt:
● Het ontgrendelen vond meer dan
vijf seconden geleden plaats.
● De knop op een buitenkruk is tweemaal ingedrukt binnen
vijf seconden om de auto te ont‐
grendelen.
● Er is een portier geopend en alle portieren zijn nu gesloten.
Als het bestuurdersportier niet goed
gesloten is, de elektronische sleutel
in de auto blijft of het contact niet uit
is, is vergrendeling niet toegestaan
en klinkt er drie keer een waarschu‐
wingssignaal.
Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
het contact één keer aan was, worden de portieren vergrendeld, zelfs als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep
De achterklep kan worden ontgren‐
deld en geopend door de touchpad-
schakelaar onder het embleem in tedrukken wanneer de elektronische
sleutel in de buurt is. De portieren blij‐
ven vergrendeld.
Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op c om te ontgrendelen.
Druk op e om te vergrendelen.
Werking van afstandsbediening 3 24.
Passief vergrendelen
Automatisch vergrendelen 3 29.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 110 is geactiveerd.
Centrale vergrendelingsknoppen
Vergrendelt of ontgrendelt alle por‐
tiere, de bagageruimte en de tankklep
vanuit het interieur met een schake‐
laar in het paneel van het bestuur‐
dersportier.
Druk op e om te vergrendelen.
Druk op c om te ontgrendelen.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, de auto-accu of de
batterij van de afstandsbediening/
elektronische sleutel is bijvoorbeeld
leeg, kan het bestuurdersportier met
de mechanische sleutel worden ver‐
grendeld en ontgrendeld.
De slotcilinder in het bestuurderspor‐
tier wordt met een kap afgedekt.
Page 30 of 281
28Sleutels, portieren en ruiten
Afstandsbediening: u verwijdert de
kap door de sleutel in de uitsparing onderin de kap te steken en de sleutel naar boven te kantelen.
Sleutels 3 20.
Elektronische sleutel: u verwijdert de
kap door de knop aan de achterkant
in te drukken en het sleutelblad uit het huis te trekken. Steek de sleutel in de
uitsparing onder in de kap en kantel
de sleutel omhoog.
Elektronisch sleutelsysteem 3 22.
Handmatig ontgrendelen
U ontgrendelt het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien.
U kunt de andere portieren openen
door twee keer aan de binnenkruk te
trekken of door op c in het paneel van
het bestuurdersportier te drukken. De
bagageruimte en de tankklep wordenmogelijk niet ontgrendeld.
Als u het contact inschakelt, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐ keld.
Handmatig vergrendelen
Duw in het interieur op de vergren‐
delknop van alle portieren behalve
die van het bestuurdersportier of druk
op e in het paneel van het bestuur‐
dersportier. Sluit vervolgens het be‐
stuurdersportier en vergrendel deze
vanaf de buitenkant door de sleutel in