OPEL ASTRA K 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 61 of 281

Stoelen, veiligheidssystemen59
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en de
heupen bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Gordijnairbagsysteem
De hoofdairbags bestaan uit een air‐
bag aan weerskanten in het dak‐
frame. Ze zijn te herkennen aan het
opschrift AIRBAG op de dakstijlen.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Airbag deactiveren
Het passagiersairbagsysteem vóór moet voor een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel worden
gedeactiveerd volgens de instructies
in de tabel 3 64. Het zijairbag- en
het gordijnairbagsysteem, de gordel‐
voorspanners en alle airbagsystemen van de bestuurder blijven actief.

Page 62 of 281

60Stoelen, veiligheidssystemen
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de rechterzijde van het instrumentenpa‐
neel.
Gebruik de contactsleutel om de po‐
sitie te kiezen:
*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet af bij een aanrijding. Controle‐
lampje *OFF brandt voort‐
durend in de middenconsoleV
ON:airbag van voorpassagier is
actief9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een kin‐ derveiligheidssystemen, volgens
de instructies en beperkingen in
de tabel 3 64.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als het controlelampje V ongeveer
60 seconden na het inschakelen van
het contact oplicht, werkt het passa‐
giersairbagsysteem voor bij een bot‐
sing.
Indien beide conrolelampen tegelij‐
kertijd branden zit er een storing in het systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier ver‐
voerd worden. Roep onmiddellijk de
hulp van een werkplaats in.
Raadpleeg onmiddellijk een werk‐
plaats indien geen van beide contro‐
lelampjes brandt.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐ andering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 95.

Page 63 of 281

Stoelen, veiligheidssystemen61Kinderveiligheidssyste‐
men9 Gevaar
Bij gebruik van een achterwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel voor moet
het airbagsysteem voor de passa‐ giersstoel voor gedeactiveerd zijn.
Dit geldt ook voor bepaalde voor‐
waarts gerichte kinderveiligheids‐
systemen zoals aangegeven in de
tabellen 3 64.
Airbag deactiveren 3 59, airbagstic‐
ker 3 55.
Wij raden een kinderveiligheidssys‐
teem aan dat specifiek voor de auto
is bedoeld. Neem contact op met uw
werkplaats voor meer informatie.
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-beugels
● Bevestigingsriem aan de boven‐ kant
Driepuntsgordel
Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet. Afhankelijk van de maat
van het kinderveiligheidssysteem
kunnen er maximaal drie exemplaren op de achterzitplaatsen 3 64 wor‐
den vastgezet.ISOFIX-beugels
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX-bevestigings‐
beugels. ISOFIX-veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de ISOFIX-tabel aangeduid met
3 64.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn aangeduid met een label op de rug‐
leuning.
Een i-Size-kinderveiligheidssysteem
is een universeel ISOFIX-kindervei‐
ligheidssysteem volgens UN-bepa‐
ling 129.

Page 64 of 281

62Stoelen, veiligheidssystemenAlle i-Size-kinderveiligheidssyste‐
men kunnen worden op alle stoelen worden geplaatst die geschikt zijnvoor i-Size; i-Size-tabel 3 64.
Er moet een bevestigingsriem aan de
bovenkant of een steunpoot ter aan‐
vulling op de ISOFIX-bevestigings‐
beugels worden gebruikt.
Op i-Size-kinderveiligheidssystemen
en autostoelen die zijn goedgekeurd voor i-Size is het i-Size-symbool aan‐ gebracht; zie de afbeelding.
Bevestigingsogen bovenste riem
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Aanvullend op de ISOFIX-bevesti‐
gingsbeugels zet u de bevestigings‐
riem aan de bovenkant vast aan de
betreffende bevestigingsogen. Daar‐
bij moet de bijbehorende gordel tus‐
sen de glijstangen van de hoofdsteun
lopen.
ISOFIX-kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 64.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die
voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
De volgende kinderveiligheidssyste‐
men worden aanbevolen voor de vol‐ gende gewichtsklassen:
Maxi Cosi Cabriofix voor kinderen tot
13 kg voor groep 0, groep 0+ en Duo
Plus voor kinderen tussen 13 kg en
18 kg in groep I.
Het kinderveiligheidssysteem dat u gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐ den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.

Page 65 of 281

Stoelen, veiligheidssystemen63Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.

Page 66 of 281

64Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane opties voor het bevestigen van een kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordelGewichts- of leeftijdsgroep
Op passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenXU 1,2U/L 3UGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarXU 1,2U/L 3UGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarXU 1,2U/L 3,4U4Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarU 1,2XU/L 3,4U4Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarU 1,2XU/L 3,4U4U:universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsgordelL:geschikt voor bepaalde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-
universeel'. Het kinderveiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de
voertuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)X:kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan1:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om te
verzekeren dat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoelhoogte omhoog brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om te verzekeren dat de gordel strak zit aan de slotzijde

Page 67 of 281

Stoelen, veiligheidssystemen653:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende hoofdsteun verstellen of verwijderen, indien nodig
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem met ISOFIX-
beugelsGewichts- of leeftijdsgroepMaatklasseBevestiging
Op passagiersstoelOp buitenste
zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats
achteringeactiveerde
airbaggedeactiveerde
airbagGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenGISO/L2XXXXFISO/L1XXXXEISO/R1XXIL 3XGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XXIL 3XDISO/R2XXIL3XCISO/R3XXIL 3XGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XXIL 3,4XCISO/R3XXIL3,4XBISO/F2XXIL, IUF 3,4XB1ISO/F2XXXIL, IUF3,4XAISO/F3XXIL, IUF 3,4X

Page 68 of 281

66Stoelen, veiligheidssystemen
Gewichts- of leeftijdsgroepMaatklasseBevestiging
Op passagiersstoel
Op buitenste
zitplaatsen
achterinOp middelste
zitplaats
achteringeactiveerde
airbaggedeactiveerde
airbagGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXXIL 3,4XGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXXIL 3,4XIL:geschikt voor bepaalde ISOFIX-veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX-veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de voer‐
tuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor deze gewichtsklasseX:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse1:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen omte verzekeren dat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoelhoogte omhoog brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen
om te verzekeren dat de gordel strak zit aan de slotzijde3:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende hoofdsteun verstellen of verwijderen, indien nodig
ISOFIX maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg

Page 69 of 281

Stoelen, veiligheidssystemen67C - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kgF- ISO/L1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem, links (babyzitje)G - ISO/L2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem, rechts (babyzitje)
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een i-Size-kinderveiligheidssysteem met ISOFIX-beugels
Op passagiersstoelOp buitenste
zitplaatsen achterinOp middelste
zitplaats achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagi-Size-
kinderveiligheidssystemenXXi - UXi - U:geschikt voor 'universele' i-Size voorwaarts of achterwaarts gerichte kinderveiligheidssystemenX:stoelpositie niet geschikt voor 'universele' i-Size kinderveiligheidssystemen

Page 70 of 281

68OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 68
Opbergvakken ........................... 68
Handschoenenkastje .................68
Bekerhouders ............................ 68
Opbergruimte voor ....................69
Armsteun met opbergruimte ......69
Bagageruimte .............................. 70
Bagageruimte-afdekking ...........72
Vloerafdekking bagageruimte ....73
Sjorogen .................................... 73
Gevarendriehoek .......................74
Verbanddoos ............................. 74
Dakdragersysteem .......................75
Dakdrager .................................. 75
Beladingsinformatie .....................75Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een penhouder, een mun‐
tenbakje en een adapter voor de wiel‐
borgmoeren.
In het handschoenenkastje kunnen
een cd-speler en gereedschap voor
het verwijderen van de zekeringaf‐
dekking samen met een elektriciteits‐ stekker zijn geplaatst.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 290 next >