OPEL CASCADA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 1 of 255

OPEL CascadaGebruikershandleiding

Page 2 of 255

Page 3 of 255

Inleiding......................................... 2
Kort en bondig ............................... 6
Sleutels, portieren en ruiten .........20
Stoelen, veiligheidssystemen ......46
Opbergen ..................................... 70
Instrumenten en
bedieningsorganen ......................79
Verlichting .................................. 111
Klimaatregeling .......................... 124
Rijden en bediening ...................134
Verzorging van de auto ..............184
Service en onderhoud ................230
Technische gegevens ................233
Klantinformatie ........................... 244
Trefwoordenlijst ......................... 248Inhoud

Page 4 of 255

2InleidingInleiding

Page 5 of 255

Inleiding3Uw autogegevensVoer hier de gegevens van de auto in
zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Deze informatie is beschikbaar in de
hoofdstukken "Service en onder‐
houd" en "Technische gegevens",
alsmede op het typeplaatje.
Inleiding Uw auto is de intelligente combinatievan vernieuwende techniek, overtui‐
gende veiligheid, milieuvriendelijk‐
heid en zuinigheid.
In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw
auto veilig en efficiënt te kunnen be‐
dienen.
Zorg ervoor dat uw passagiers ervan
op de hoogte zijn dat onjuist gebruik
van de auto een ongeval tot gevolg
kan hebben en dat er risico bestaat
voor persoonlijk letsel.
Houd u altijd aan de specifieke wet‐
geving van het land waarin u zich be‐
vindt. Deze wetgeving kan afwijken
van de informatie in deze gebruikers‐
handleiding.Wanneer wij u in deze gebruikers‐
handleiding adviseren de hulp van
een werkplaats in te roepen, raden wij uw Opel Service Partner aan.
Elke Opel Service Partner biedt u eer‐
steklas service tegen redelijke prij‐
zen. Ervaren, door Opel geschoolde specialisten werken volgens speciale
richtlijnen van Opel.
Houd het informatiepakket voor de
gebruiker altijd onder handbereik in
de auto.
Gebruik van deze
handleiding ■ Deze handleiding geeft een om‐ schrijving van alle voor dit model
beschikbare opties en functies.
Mogelijk zijn bepaalde
omschrijvingen, waaronder die voor display- en menufuncties, niet op uw auto van toepassing
wanneer er sprake is van een
modelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrustingen of accessoires.
■ In het hoofdstuk "Kort en bondig" krijgt u een beknopt overzicht.■ De inhoudsopgave aan het beginvan de handleiding en in de afzon‐
derlijke paragrafen geeft aan waar
u de informatie die u zoekt, kunt
vinden.
■ Met behulp van het trefwoordenre‐ gister kunt u specifieke informatie
zoeken.
■ In deze gebruikershandleiding wor‐
den linksgestuurde auto's getoond.De bediening van rechtsgestuurde
auto's is vergelijkbaar.
■ In de gebruikershandleiding wor‐ den motoraanduidingen van de fa‐
briek gebruikt. De bijbehorende
marktaanduidingen vindt u in de paragraaf "Technische gegevens".
■ Richtingaanduidingen in de be‐ schrijvingen, zoals links, rechts,
voor of achter moeten altijd met de
blik in de rijrichting worden gezien.
■ De displays van het voertuig onder‐
steunen mogelijkerwijs uw taal niet.
■ Displayteksten en opschriften in het
interieur zijn vet gedrukt.

Page 6 of 255

4InleidingGevaar, Waarschuwing en
Voorzichtig9 Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐ vaar inhouden.
9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot ver‐
wondingen leiden.
Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan ra‐
ken. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
We wensen u vele uren autorijplezier.
Adam Opel AG

Page 7 of 255

Inleiding5

Page 8 of 255

6Kort en bondigKort en bondigBasisinformatieAuto ontgrendelen
Druk kort op de toets c om de portie‐
ren en het kofferdeksel te ontgrende‐
len. Open de portieren door aan de
handgrepen te trekken.
Softtop 3 35, ruiten 3 32.
Om het kofferdeksel te openen drukt
u op het merkembleem op de onder‐
ste helft.
Druk op de toets x om het koffer‐
deksel te openen zonder de auto te ontgrendelen.
Afstandsbediening 3 21, centrale
vergrendeling 3 22, bagage‐
ruimte 3 25.

Page 9 of 255

Kort en bondig7StoelverstellingLengteverstelling stoel
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Stoelpositie 3 48, stoelverstelling
3 49.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Rugleuning voorstoelen
Hendel naar achteren draaien, zitting‐ hoek instellen en hendel loslaten.Laat de stoel hoorbaar vastklikken.
Stoelpositie 3 48, Stoelverstelling
3 49, Rugleuning neerklappen
3 51.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaag
Stoelpositie 3 48, stoelverstelling
3 49.

Page 10 of 255

8Kort en bondig
Elektrische stoelverstelling
Schakelaar 1 als volgt bedienen:
vooruit/achteruit=lengteverstellingomhoog/omlaag=hoogteverstellingvooraan
omhoog/omlaag=hoekverstelling
Schakelaar 2 als volgt bedienen:
vooruit/achteruit=rugleuningverstel‐
ling
Elektrische stoelverstelling 3 52,
Rugleuning neerklappen 3 51.
Hoofdsteunverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
Hoofdsteunen 3 46.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25 °).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 48, veiligheidsgor‐
dels 3 55, gordelaanbieder 3 55,
airbagsysteem 3 58.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 260 next >