OPEL CORSA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 151 of 181

Radio151
Verkeersinformatie in-/uitschakelen■ Na het activeren van radiover‐ keersberichten verschijnt [TP] of [ ].
■ Als de huidige zender een ver‐ keersinformatiezender is, ver‐
schijnt [TP] op het display.
■ Is de huidige zender geen ver‐ keersinformatiezender, dan zoekt
de radio automatisch de verkeers‐
informatiezender met de sterkste
ontvangst.
[ ] verschijnt niet op het display.
Druk tweemaal op de TP-knop om
TP in te schakelen.
[ ] verschijnt op het display.
■ Bij het automatisch zoeken van een
zender worden uitsluitend ver‐
keersinformatiezenders gezocht.
■ Tijdens het automatisch zoeken of als de ontvangst van een verkeers‐informatiezender niet mogelijk is,
verschijnt [ ] op het display.■ Als standby voor verkeersberichten
ingeschakeld is, wordt het afspelen van een cd of DAB-ontvangst tij‐
dens verkeersberichten onderbro‐
ken.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde verkeersbe‐
richtenvolume 3 143 weergegeven.
Druk opnieuw op de toets TP om de
verkeersinformatie uit te schakelen.
[ ] verdwijnt van het display.
Verkeersinformatiezender zoeken
Deze functie is alleen beschikbaar
binnen het FM-golfbereik.
Houd m of n gedurende ongeveer
1 seconde ingedrukt.
De radio zoekt nu alleen naar zenders
met verkeersinformatie.
Alleen naar verkeersinformatie
luisteren
Activeer standby voor verkeersbe‐ richten.
Zet het volume geheel uit door de
knop o linksom te draaien.Verkeersberichten worden afge‐
speeld op het speciaal daarvoor in‐
gestelde volume 3 143.
Verkeersinformatie onderdrukken
Ga als volgt te werk om verkeersbe‐
richten uit te schakelen.bijv. tijdens
het beluisteren van een CD:
Druk op de TP-toets.
De verkeersinformatie wordt gestopt.
U hoort het laatste gespeelde cd-/
mp3-nummer.
Standby voor verkeersberichten blijft ingeschakeld.
Verkeersbericht terwijl er een externe
bron actief is
De externe bron (bijv.mobiele tele‐
foon) heeft een hogere prioriteit dan
verkeersberichten.
Tijdens het telefoongesprek hoort of
ziet u geen verkeersberichten.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.

Page 152 of 181

152Radio
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.Algemene informatie ■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma’s (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden (ensemble).
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender kan
opvangen (ook al is het signaal erg
zwak), is de geluidsweergave ge‐
waarborgd.
■ Er is geen sprake van fading (zwak‐
ker worden van het geluid), het‐
geen bij AM- en FM-ontvangst re‐
gelmatig voorkomt. Het DAB-sig‐
naal wordt met een constant vo‐
lume weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden opgevan‐
gen, wordt de weergave geheel on‐
derbroken. Dit kan worden verme‐ den door in het menu Audio-instel‐
lingen DAB AF en/of DAB FM te ac‐
tiveren.■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.
■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verslechtert.
■ De radio is ook geschikt voor het ontvangen van DAB+ en DMB-au‐
dio.
Ensemble
In een frequentie worden steeds ver‐
schillende programma's gecombi‐ neerd in een zogenaamd ensemble.
Door ensembles scrollen
U kunt door ensembles scrollen die u
al één keer hebt ontvangen (de en‐ sembles moeten ontvangen kunnen
worden).
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐
den geselecteerd.
Houd de kruistuimelschakelaar m of
n ingedrukt.Het eerst beschikbare programma
van het ensemble wordt afgespeeld.
DAB AF
Door DAB AF op On in te stellen kunt
u bepalen dat u dezelfde zender ont‐
vangt als in de vorige ensemblezone
wanneer u een andere ensemble‐
zone binnenrijdt.
Deze functie kan alleen worden uit‐
gevoerd wanneer de zender in het
nieuwe ensemble is opgenomen.
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐ den geselecteerd.
Druk op de SETTINGS-toets om het
Settings -menu weer te geven.
Druk nogmaals op de toets
SETTINGS om DAB AF On of Off
weer te geven, wat de huidige toe‐ stand van de instelling aangeeft.
Druk op de kruistuimelschakelaar
m of n om de instelling te veran‐
deren.
Druk op de toets TUNER om terug te
keren naar het radiomenu.

Page 153 of 181

Radio153
DAB FM
Door DAB FM in te stellen op On kunt
u bepalen dat het systeem overscha‐
kelt naar een bijbehorende FM-zen‐
der (indien beschikbaar) van het ac‐
tieve DAB-programma wanneer het
DAB-signaal te zwak is om door de
ontvanger te worden opgevangen.
Het DAB-frequentiebereik moet wor‐
den geselecteerd.
Druk op de SETTINGS-toets om het
Settings -menu weer te geven.
Druk tweemaal op de toets
SETTINGS om DAB FM On of Off
weer te geven, wat de huidige toe‐ stand van de instelling aangeeft.
Druk op de kruistuimelschakelaar
m of n om de instelling te veran‐
deren.
Druk op de toets TUNER om terug te
keren naar het radiomenu.

Page 154 of 181

154Cd-spelerCd-spelerAlgemene aanwijzingen.............154
Gebruik ...................................... 155Algemene aanwijzingen
Met de CD-speler kunt u standaard in de handel verkrijgbare CD's met een
diameter van 12 cm afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
■ Het formaat van de CD moet ISO 9660 niveau 1, niveau 2 of JO‐
LIET zijn. Voor alle anderen forma‐
ten kunnen wij geen optimale af‐
speelbaarheid garanderen.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de
audio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
■ Met het Infotainment-systeem kunt u ook CD's met MP3-muziekbe‐standen en Mixed-Mode-CD's af‐
spelen.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's. Zie hieronder.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om ze
tegen beschadiging en vuil te be‐
schermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler binnen inhet apparaat vies maken en storin‐
gen veroorzaken.

Page 155 of 181

Cd-speler155
■Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
MP3-CD zijn opgeslagen:
Wanneer u albums en tracks een
naam geeft, mag u geen umlauts of speciale tekens gebruiken.
Toepasbare afspeellijstextensies:
"m3u" of "pls".
Wanneer u de MP3-bestanden
vanuit audiobestanden genereert
(codeert), moet u een bitrate van
max. 256 kbit/s gebruiken.
Om MP3-bestanden te gebruiken in het Infotainmentsysteem moetende MP3-bestanden de bestandsex‐ tensie .mp3 hebben.
■ Op één CD kunnen in totaal 367 af‐
speelbare tracks worden opgesla‐
gen. Het is niet mogelijk om bijko‐
mende tracks af te spelen.
■ Op een MP3-CD kunt u maximaal 99 albums bewaren om met het In‐
fotainmentsysteem te gebruiken.De albums kunnen afzonderlijk
worden geselecteerd met het Info‐
tainmentsysteem.
Gebruik
Cd plaatsen Plaats de CD met de bedrukte zijde
naar boven in de CD-lade.
De CD wordt automatisch naar bin‐
nen getrokken.
Houd de CD niet tegen of help niet wanneer de CD naar binnen getrok‐
ken wordt.
Read CD en CD in verschijnen op het
display. Daarna wordt het aantal cd-
tracks weergegeven.
Zodra de eerste track begint te spe‐
len, verschijnt Track 1 en de afspeel‐
tijd of informatie over de track (titel,
artiest) in de display.
Bij MP3-CD verschijnt MP3 op het
display en verschijnt de eerste album‐
naam.
Informatie over de track (titelnaam,
naam uitvoerder...) wordt weergege‐
ven zodra de eerste track afgespeeld wordt.
CD-weergave
U wisselt als volgt van radio- naar CD- modus:
Druk op de MEDIA-toets.
De laatst afgespeelde CD-track wordt getoond en begint te spelen.
Titelselectie
Om een track te selecteren terwijl een
CD wordt afgespeeld, moet u her‐
haaldelijk op m of n drukken tot de
gewenste track wordt weergegeven.
De track wordt afgespeeld.
Snel zoeken vooruit/achteruit Zoekt u een bepaald punt op een CD, ga dan als volgt te werk:
U hoort een titel.
Houd m of n ingedrukt tot u het
gewenste punt bereikt.

Page 156 of 181

156Cd-speler
De CD wordt met een verhoogde
snelheid en afgenomen volume afge‐ speeld.
MP3: bij snel achteruit zoeken, stopt
het zoeken aan het begin van de hui‐
dige track.
Albums selecteren voor MP3- CD's
U beluistert een track van een album.
Druk op de MEDIA-toets.
De laatste gespeelde cd-titel ver‐
schijnt op het display.
Druk herhaaldelijk op m of n tot
het gewenste album verschijnt.
De eerste titel op het album verschijnt op het display en wordt afgespeeld.
Alle albums die geen MP3-bestanden bevatten, worden automatisch over‐
geslagen.
Random
Random CD (willekeurig)
Wanneer willekeurig afspelen gese‐
lecteerd is, worden de tracks op een
CD in willekeurige volgorde afge‐
speeld.Druk drie keer op de MEDIA-knop.
De huidige instelling van de random-
functie verschijnt.
Druk op m of n om een instelling
te selecteren.
Audio-CD: ■ Random on : activeert de random-
modus
■ Random off : zet de random-modus
uit
MP3-CD: ■ Random album : willekeurige weer‐
gave van de tracks van een album
■ Random CD : willekeurige weer‐
gave van de tracks op een CD
■ Random off : zet de random-modus
uit
Als de random-functie aanstaat, ver‐
schijnt RDM of g in de display.
Displayweergave wijzigen
Er kan verschillende informatie wor‐
den afgespeeld.
Druk twee keer op de CD/MP3-knop.
CD info verschijnt in de display.Druk op m of n om een display-
type te selecteren.
Afhankelijk van het soort CD (audio-
CD met of zonder CD-tekst, MP3-CD met of zonder tracknaam (ID3-tags))
zijn de hierna vermelde weergaven
mogelijk:
Audio-CD zonder CD-tekst:
Titelnummer en speelduur
Audio-CD met CD-tekst: ■ Tracknaam
■ Naam uitvoerder
■ Cd-naam
■ Titelnummer en speelduur
MP3-CD zonder ID3-tags ■ Bestandsnaam
■ Titelnummer en speelduur
■ Albumnaam
MP3-CD met ID3-tags ■ Tracknaam
■ Naam uitvoerder
■ Albumnaam
■ Titelnummer en speelduur

Page 157 of 181

Cd-speler157
Verkeersbericht in de CD-modus
Terwijl een CD wordt afgespeeld,
kunt u verkeersberichten ontvangen.
Verkeersinformatie (TP) 3 149.
U kunt een verkeersbericht beëindi‐
gen met de TP-knop en de huidige
CD blijft verder afgespeeld worden.
Een cd verwijderen Druk op de j-toets.
Eject CD verschijnt in de display.
Als er een CD wordt uitgeworpen,
wordt de laatst gebruikte radiozender
automatisch afgespeeld.
U kunt zelfs een CD uitwerpen als het toestel uitstaat. Het toestel wordt uit‐
geschakeld nadat de CD verwij‐
derd is.
Wanneer de CD niet wordt weggeno‐
men, wordt hij na enige tijd automa‐
tisch weer ingetrokken.

Page 158 of 181

158AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............158
Gebruik ...................................... 158Algemene aanwijzingen
In de middenconsole vóór de keuze‐
hendel bevindt zich een aux-aanslui‐
ting voor het aansluiten van externe
audiobronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Gebruik
Om een op de AUX-ingang van de
auto aangesloten audiobron, bijv. een draagbare cd-speler, via de luidspre‐
kers van het Infotainmentsysteem
weer te geven, moet de audiobron ge‐ activeerd worden:
Wanneer de radio is ingeschakeld.
Sluit de audiobron op de AUX-ingang
van de auto aan.
Druk op de MEDIA-knop tot Aux in de
display verschijnt.De externe audiobron wordt naar het
Infotainment-systeem doorgescha‐
keld.
Schakel de externe audiobron in en
zet het volume in de hoogste stand.
Stel het AUX-ingangsniveau zo nodig bij in verhouding tot de aangesloten
externe bron 3 143.
Het signaal van de audiobron wordt via de luidsprekers van het Infotain‐
ment-systeem weergegeven.

Page 159 of 181

AUX-ingang159

Page 160 of 181

160TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......155
Algemene aanwijzingen ............
................................ 134, 154, 158
AM .............................................. 146
Antidiefstalfunctie ......................135
AS ............................................... 148
Autostore-lijsten .......................... 148
Autostore-niveau ........................148
AUX-ingang ........................ 139, 158
contactdoos ............................. 158
AUX-volume ............................... 143
B Balance....................................... 142
Bass............................................ 142
Bediening ................................... 139
C CD, invoeren............................... 155
CD-speler activeren ....................155
CD-speler gebruiken................... 155
Cd-tekst ...................................... 155
CD, uitwerpen ............................. 155
D
DAB ............................................ 151
Digital Audio Broadcasting .........151E
Ensemble.................................... 151
Extern in volume .........................143
F
Fader .......................................... 142
FM .............................................. 146
G Gebruik ....................... 146, 155, 158
Geluidsinstellingen .....................142
H Handmatig afstemmen ...............146
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen ............................ 139
Hoofdscherm .............................. 139
I
Infotainmentsysteem gebruiken. 139
Inschakelautomaat .....................139
K Klankinstellingen ........................142
M Multifunctionele toets ..................139

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 190 next >