OPEL CORSA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: CORSA, Model: OPEL CORSA 2014.5Pages: 181, PDF Size: 3.04 MB
Page 131 of 181

131
M
Menubediening ............................. 99
Multifunctionele knop ....................99
N Nummer herhalen .......................122
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 128
Opslaan ...................................... 109
Overzicht ..................................... 96
P
Pop-up menu ................................ 99
Programmatype .......................... 114
PTY............................................. 114
R
Radio Data System (RDS) ......... 114 Radiotekst................................... 118
Random ...................................... 122
Random album ........................... 122
Regionale programma's .............114
S SDVC.......................................... 107Stand .......................................... 106
Startvolume ................................ 107
Subwoofer .................................. 106T
TA-volume .................................. 107
Titel even laten horen .................122
Titel tonen ................................... 122
TP ............................................... 114
Treble ......................................... 106
U Uitschakelautomaat ......................99
USB-poort belangrijke informatie ..............127
bewaarde audiobestanden
afspelen................................... 128
V Verkeersberichten ......................114
Verkeersinformatie .....................114
Verlaten van een menu ................99
Volume ......................................... 99
Volume instellen ........................... 99
Volume-instellingen ....................107
Voor snelheid gecompenseerde volumebediening (SDVC) .......107
Z
Zendergeheugen ........................109
Zenderlijst ................................... 109
Zendermenu ............................... 109
Zenders bijwerken ......................109
Zenders opvragen ......................109Zenders zoeken via doorloop .....109
Zender zoeken............................ 109
Page 132 of 181

132
Page 133 of 181

Inleiding..................................... 134
Radio ......................................... 146
Cd-speler ................................... 154
AUX-ingang ............................... 158
Trefwoordenlijst ......................... 160CD 30 / CD 30 MP3
Page 134 of 181

134InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............134
Antidiefstalfunctie ......................135
Overzicht .................................... 136
Bediening ................................... 139
Geluidsinstellingen ....................142
Volume-instellingen ...................143Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio heeft negen geheugenposi‐
ties voor het automatisch opslaan van zenders voor elk frequentiebereik:
FM, AM en DAB (indien beschikbaar).
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u zowel met audio-cd's als met
mp3-cd's.
Ook kan er op het Infotainmentsys‐
teem een externe bron, bijv. een mo‐
biele telefoon, worden aangesloten.
Het geluid van een op de AUX-ingang van uw auto aangesloten audiobron,
bijv. een draagbare cd-speler of een
mp3-speler, kan via de luidsprekers
van het Infotainmentsysteem worden
weergegeven.
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobiele te‐ lefoonportaal.Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan
Page 135 of 181

Inleiding135de kant en bedien het
infotainment-systeem terwijl u stil‐ staat.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is uitgerust met een elektronisch beveiligingssys‐
teem als diefstalalarm.
Het Infotainmentsysteem functio‐
neert daarom alleen in uw auto en is
waardeloos voor een dief.
Page 136 of 181

136InleidingOverzicht
Bedieningselementen op het instrumentenpaneel
Page 137 of 181

Inleiding137
1RDS .................................... 149
Programmanaam of
zendfrequentie van de
zender weergeven ..............149
Zenderlijst actualiseren .......146
2 AS....................................... 148
Activeren/deactiveren van
het AS-niveau .....................148
Automatische
zenderopslag ...................... 148
3 TP....................................... 149
Verkeersinformatie ..............149
4 REG .................................... 149
Regionaal programma in-/
uitschakelen ........................ 149
5 TUNER ................................ 146
Schakelen tussen FM, AM en DAB (indien
beschikbaar) ....................... 146
6 SOUND ............................... 142
Klankinstellingen
configureren ........................ 1427oe -knop ....................... 139
Indrukken: Schakelaar: In‐ fotainmentsysteem in-/
uitschakelen ........................ 139
Draaien: Volume
aanpassen .......................... 139
8 MEDIA ................................. 155
CD/MP3-modus ..................155
Cd/MP3-informatie
weergeven .......................... 155
Activeren/deactiveren
random ................................ 155
AUX-ingang: Audiobron
overschakelen naar de
externe ingang ....................146
9 INSTELLINGEN ..................143
Audio-instellingen ...............143
Systeeminstellingen ............139
Selectie bevestigen of
vooruitbladeren in het
instelmenu ........................... 13910 1...9 ..................................... 146
Zendertoetsen .....................146
11 n....................................... 146
Radio: In het
zendergeheugen
vooruitbladeren,
handmatige en
automatische
zenderzoekfunctie ...............146
Cd/MP3: volgende
nummer, snel vooruit ..........155
Waarden in het menu
wijzigen ............................... 139
12 Audio/MP3-CD-lade ............155
13 m....................................... 142
Radio: In het
zendergeheugen
terugbladeren,
handmatige en
automatische
zenderzoekfunctie ...............146
Page 138 of 181

138Inleiding
Cd/MP3: vorige nummer,
snel terugspoelen ...............155
Waarden in het menu
wijzigen ............................... 139
14 j......................................... 155
Cd uitwerpen ....................... 155Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Draaischijf ........................... 139
Draaien: (drievoudige
infodisplay): handmatig
zenders zoeken ..................139
Draaien: GID (grafische
infodisplay): vorige/
volgende invoer van de
reiscomputer, handmatig
zenders zoeken (in
combinatie met een
tripcomputer is er geen
radiofunctie als u aan de
draaischijf draait) ................. 139
Druk: TID: zonder functie ....139
Druk: GID: tripcomputer
oproepen/opnieuw
instellen, een invoer van
de tripcomputer selecteren . 139
2 q-toets ............................... 146
Radio: Volgende
opgeslagen zender .............146
CD: de CD-weergave
starten ................................. 155
MP3: volgende album .........155
3 p-toets .............................. 155
Overschakelen tussen
radio/CD/MP3 en AUX-
modus ................................. 155
Page 139 of 181

Inleiding139
4d-toets ................................. 146
Radio: naar boven
zoeken, vooruitscrollen in
het zendergeheugen ...........146
CD: kort drukken: Sla
voorwaarts één track over ..155
CD: lang drukken: snel vooruit ................................. 155
5 c-toets ................................. 146
Radio: naar onder zoeken, terugscrollen in het
zendergeheugen .................146
CD: kort drukken: Sla
achterwaarts één track over 155
Cd: lang drukken: snel
terugspoelen ....................... 155
6 o ................................... 139
Draaien: volume
aanpassen .......................... 139
Vasthouden: het volume continu aanpassen ..............139De afstandsbediening op het stuur
heeft in combinatie met het mobiele
telefoonportaal nog andere functies.
Zie het hoofdstuk van het mobiele te‐
lefoonportaal.
Bediening Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem werkt naar
keuze via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 136
■ knoppen op het stuur 3 136.
De werking van het Infotainmentsys‐ teem kan afhankelijk van het type in‐ formatiedisplay variëren. Er zijn tweeverschillende informatiedisplays: Tri‐
ple-Info-Display (TID) en Graphic-
Info-Display (GID). Zie "Informatiedis‐ plays" in het Instructieboekje voor na‐
dere informatie.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de toets e in.De laatst ingestelde audiobron wordt
afgespeeld.
In- en uitschakelen met de
contacttoets (inschakelautomaat)
Bij een geactiveerde inschakelauto‐
maat kan het Infotainmentsysteem
ook met het contact uit- en opnieuw
ingeschakeld worden.
Deze verbinding tussen de radio en
het contact is vooringesteld in de fa‐
briek, maar kan worden uitgescha‐
keld.
■ Als de automatische schakelaar uit‐
geschakeld is, kan het infotain‐mentsysteem alleen ingeschakeld
worden met de e-knop of door een
CD in te voeren en uitgeschakeld
worden met de met de e-knop.
Page 140 of 181

140Inleiding
■ Als het infotainmentsysteem wordtuitgeschakeld wanneer het contact
uitstaat, onafgezien de huidige in‐
stelling van de automatische in‐
schakeling, kan het alleen inge‐
schakeld worden met de e -knop
en door een CD in te voeren.
■ De automatische start wordt altijd geactiveerd nadat het infotainment‐systeem van de bedrijfsspanning
werd losgekoppeld en weer aange‐ sloten.
Inschakelautomaat in-/uitschakelen
Alleen TID:
1. Druk op de SETTINGS-toets om
Audio weer te geven.
2. Druk op de n-toets om System
weer te geven.
3. Druk meerdere malen op de toets
SETTINGS totdat Ign.Logic ON of
OFF (afhankelijk van de huidige
instelling) verschijnt.
4. Selecteer de gewenste status met
de toetsen m n .Na enkele seconden verschijnt
Audio op het display, gevolgd door de
betreffende audiobron.
of:
Druk op een van de functietoetsen
TUNER of MEDIA om de betreffende
functie weer te geven.
Alleen GID: 1. Druk op de toets SETTINGS om
het menu Settings weer te geven.
2. Druk op de toets n om System
te selecteren.
3. Druk op de toets SETTINGS en
dan meerdere malen op de toets
n om Ign. logic te selecteren.
4. Druk op de toets SETTINGS om
de huidige instelling te wijzigen.
Na het veranderen van de instelling: Druk op de toets n en dan op de
toets SETTINGS om het menu
Settings te verlaten.
of:
Druk op een van de functietoetsen
TUNER of MEDIA om de betreffende
functie weer te geven.Automatisch uitschakelen
Het Infotainmentsysteem zet zichzelf
na één uur automatisch uit als u het
aanzet terwijl het contact uitstaat.
Volume instellen
Draai aan de o-knop.
■ Het Infotainmentsysteem speelt met het laatst ingestelde volume,
op voorwaarde dat het volume la‐
ger was dan het maximale inscha‐
kelvolume 3 143.
■ Verkeersberichten en externe au‐ diobronnen worden ingevoegd aan
een vooringesteld minimumvolume 3 143.
■ Het volume van een via de AUX-in‐
gang aangesloten audiobron kan
aan het volume van de andere au‐
diobronnen (bijv. de radio) worden
aangepast 3 143.
■ Als de respectieve bron aanstaat, kunt u het volume van de verkeers‐berichten, de externe audiobron‐
nen en de radio en CD afzonderlijk
aanpassen.