OPEL CORSA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 61 of 181
Navigatie61
Het SPECIALE BESTEMMINGEN -
menu verschijnt.
U hebt de volgende menuopties:
■ Restaurants in de buurt : toont een
lijst met restaurants in de buurt van de huidige locatie.
Elke lijstvermelding toont de he‐
melsbrede afstand en ongeveer de
richting naar het betreffende res‐ taurant.
Selecteer een lijstvermelding voor een menu met gedetailleerde infor‐
matie over het betreffende restau‐
rant.Terug naar de lijst met restaurants: selecteer de knop Lijst op het
scherm.
Routebegeleiding naar het gese‐
lecteerde restaurant starten: selec‐
teer de knop Start op het scherm.
Beschrijving van routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 67.
■ Parkeerplaatsen in de buurt : toont
een lijst met parkeerterreinen in de
buurt van de huidige locatie.
Routebegeleiding naar een speci‐
fiek parkeerterrein starten, zie in‐ structies m.b.t. Restaurants in de
buurt bovenstaand.
Page 62 of 181
62Navigatie
■Tankstations in de buurt : toont een
lijst met tankstations in de buurt van de huidige locatie.
Routebegeleiding naar een speci‐
fiek tankstation starten, zie instruc‐
ties m.b.t. Restaurants in de buurt
bovenstaand.
■ Zoek in omgeving : geeft toegang
tot alle POI's in de buurt van de hui‐
dige locatie.
Na het selecteren van de menu‐
optie verschijnt er een melding.
Voor een specifieke POI kunt u
zoeken op Categorie of op Naam: .
Selecteer de gewenste zoekoptie
(knop op scherm) in de melding.
Op categorie zoeken:
Na het selecteren van de knop
Categorie in de melding op het
scherm verschijnt er een lijst met POI-categorieën.
Kies de gewenste categorie.
Afhankelijk van de geselecteerde
categorie verschijnt er wellicht een
lijst met bijbehorende subcatego‐
rieën voor gedetailleerd zoeken
naar POI's.Selecteer in deze gevallen de ge‐
wenste subcategorie.
Uiteindelijk verschijnt er een lijst
met categoriespecifieke POI's.
Routebegeleiding naar een speci‐
fieke POI starten, zie instructies m.b.t. Restaurants in de buurt bo‐
venstaand.
Op naam zoeken:
Na het selecteren van de knop
Naam: in de melding op het scherm
verschijnt er een menu met toets‐
enblok voor zoeken naar POI's.
Voer een naam van een POI of een deel daarvan in en selecteer de
knop Lijst op het scherm om te zoe‐
ken naar die POI, respectievelijk
alle POI's met namen met de inge‐
voerde lettercombinatie.
Let op
Als u geen letter invoert en naar een
POI gaat zoeken, zoekt het systeem
naar alle POI's in de buurt van de
huidige positie.
Tijdens het zoeken verschijnt ereen melding in welke straal rondom de huidige bestemming het sys‐teem momenteel naar POI's zoekt.
U kunt de zoekopdracht te allen
tijde stoppen met de knop Stop in
de melding op het scherm of u kunt
wachten totdat er een lijst met alle
gevonden POI's verschijnt.
Routebegeleiding naar een speci‐
fieke POI starten, zie instructies m.b.t. Restaurants in de buurt bo‐
venstaand.
■ Zoek in omg. bestemming : geeft
toegang tot alle POI's in de buurt van de huidige bestemming (alleen
beschikbaar als de routebegelei‐
ding actief is).
Page 63 of 181
Navigatie63
Zoeken naar POI's en routebege‐
leiding naar een specifieke POI
starten, zie instructies m.b.t. Zoek
in omgeving bovenstaand.
■ Zoek in andere stad : geeft toegang
tot alle POI's binnen een geselec‐
teerde plaatsnaam.
Plaatsnaam selecteren, zie "Een
adres direct invoeren" (stappen
1 t/m 2) bovenstaand.
Na het selecteren van een plaats‐
naam kunt u in die plaats via
Categorie of via Naam: naar POI's
zoeken, zie instructies m.b.t. Zoek
in omgeving bovenstaand.
Gebruikerspecifieke speciale
bestemming selecteren
Behalve de vooraf gedefinieerde spe‐ ciale bestemmingen (POI) op de SD
Card van de kaart kunt u naar geheel
eigen keuze gebruikerspecifieke
POI's aanmaken en deze POI's
downloaden naar het Infotainment‐
systeem, zie hoofdstuk "Gebruik"
3 39.Als er gebruikerspecifieke POI's zijn
gedownload naar het Infotainment‐
systeem, kunt u zo'n POI als bestem‐ ming voor routebegeleiding selecte‐
ren.
Ga als volgt te werk om een
gebruikerspecifieke speciale
bestemming te selecteren:
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Bestemming om het menu
BESTEMMING INVOEREN op te
roepen.
Selecteer het Speciale best.
gebruiker -menupunt.
Er verschijnt een lijst met alle ge‐
downloade gebruikerspecifieke
POI's.
Kies het gewenste gegeven in de lijst. Er verschijnt een menu met de GPS-
coördinaten en een beschrijvende
toelichting (indien beschikbaar) op de
geselecteerde POI.
Terug naar de lijst met gebruikerspe‐
cifieke POI's: selecteer de knop Lijst
op het scherm.
Routebegeleiding naar de geselec‐ teerde gebruikerspecifieke POI star‐
ten: selecteer de knop Start op het
scherm.
Beschrijving van routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 67.
Een bestemming vanaf de kaart selecteren
Door de bestemming op deze manier
in te voeren kunt u naar een nieuwe
bestemming zoeken door het zicht‐
bare kaartgedeelte te verschuiven en
de gewenste locatie van de nieuwe
bestemming instellen door op de
kaart te tikken.
Page 64 of 181
64Navigatie
Ga als volgt te werk om een
bestemming van de kaart te
selecteren:
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Bestemming om het menu
BESTEMMING INVOEREN op te
roepen.
Selecteer het Bestemming in kaart -
menupunt.
Het menu BESTEMMINGEN VAN
KAART verschijnt, met een kaart van
het gebied rondom de huidige positie.
De kaart wordt tweedimensionaal/
met het noorden bovenaan getoond.
U kunt het zichtbare kaartgedeelte met uw vinger op het scherm in een
willekeurige richting verschuiven.
Indien gewenst wijzigt u de kaart‐
schaal door aan de combiknop te
draaien.
Verschuif het zichtbare kaartgedeelte totdat u het gebied rondom de door u gezochte locatie ziet.
Tik op de kaart om een nieuwe be‐
stemming op de gewenste locatie in
te stellen.Een geblokte vlag geeft nu de nieuwe
bestemming aan en onderaan de
kaart verschijnt nu de straatnaam (of
GPS-coördinaten) van de nieuwe be‐
stemming.
Selecteer de knop Start op het
scherm.
Er verschijnt een melding met de vol‐ gende opties:
Opslaan : adresgegevens van de
nieuwe bestemming in het adresboek opslaan.
Instellen als bestemming : routebege‐
leiding naar de nieuwe bestemming
starten.
Page 65 of 181
Navigatie65
Selecteer de gewenste optie (knop op
scherm).
Na het selecteren van de knop
Opslaan in de melding op het scherm
verschijnt er een menu met toetsen‐
blok voor het invoeren van de naam.
Voer de gewenste naam voor de
nieuwe bestemming in en selecteer
de knop OK op het scherm om de
adresgegevens van de nieuwe be‐ stemming in het adresboek op te
slaan.
Na het selecteren van de knop
Instellen als bestemming op het
scherm in de melding wordt de route
naar de nieuwe bestemming bere‐
kend en wordt de routebegeleiding
gestart.
Beschrijving van routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 67.
Kruising als bestemming kiezen Deze methode voor het invoeren van
een bestemming werkt bijna op de‐
zelfde manier als die zoals beschre‐
ven bij "Een adres direct invoeren",
zie bovenstaand.
In plaats van het specificeren van een
locatie in een straat via een huisnum‐
mer moet u de locatie via een kruising specificeren.
Ga als volgt te werk om een kruising
als bestemming te selecteren:
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Bestemming om het menu
BESTEMMING INVOEREN op te
roepen.
Selecteer het Bestemming kruising -
menupunt.
Doorloop de stappen 1 t/m 3 van "Een adres direct invoeren", zie boven‐
staand.
Na het invoeren van een straatnaam:
Als er slechts één straat de eerder
gespecificeerde straat kruist, ver‐
schijnt het menu BESTEMMING
BEVESTIGEN . Ga door met stap 5
van "Een adres direct invoeren", zie
bovenstaand.
Page 66 of 181
66Navigatie
Als er maximaal 5 kruisende stratenzijn, verschijnt er een lijst met alle
kruisende straten. Selecteer de ge‐
wenste kruisende straat en ga door
met stap 5 van "Een adres direct in‐
voeren", zie bovenstaand.
Als er meer dan 5 kruisende straten
zijn, verschijnt er een menu met toets‐
enblok voor het invoeren van de
naam.
Voor de naam van een straat in die de eerder gespecificeerde straat kruist of
selecteer de knop Lijst op het scherm
om meteen een lijst met alle krui‐
sende straten weer te geven.
Selecteer de gewenste kruisende
straat en ga door met stap 5 van "Een
adres direct invoeren", zie boven‐
staand.
Eerdere bestemming selecteren
Druk op de toets NAV en selecteer
vervolgens de menuoptie Laatste
bestemmingen .
Er verschijnt een lijst met bestemmin‐
gen die eerder voor routebegeleiding
werden gebruikt.
Maximaal 50 eerdere bestemmingen
worden automatisch opgeslagen. Als
het aantal eerdere bestemmingen 50
overschrijdt, wordt de oudste uit de
lijst gewist en de nieuwste toege‐
voegd.
Na het selecteren van een eerdere
bestemming in de lijst verschijnt er
een menu met gedetailleerde adres‐
informatie (indien beschikbaar), of de
GPS-coördinaten van de bestem‐
ming:
U hebt de volgende menuopties:
■ Opslaan : slaat de getoonde be‐
stemmingsgegevens op in het
adresboek. Detailinformatie over
het adresboek, zie "Het adresboek
gebruiken" bovenstaand.
Page 67 of 181
Navigatie67
■Alle vw. : wist de gehele lijst met
eerdere bestemmingen.
■ Wissen : wist de getoonde bestem‐
ming uit de lijst met eerdere be‐
stemmingen.
■ OK : stelt het getoonde adres of de
GPS-coördinaten in als de nieuwe
bestemming en start de routebege‐
leiding naar die bestemming.
Beschrijving van routebegeleiding,
zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 67.
Thuisadres invoeren en
selecteren Druk op de toets NAV en selecteer
vervolgens de menuoptie Huisadres.
Er verschijnt een menu, met het mo‐
menteel ingestelde thuisadres of
GPS-coördinaten, zie de onder‐
staande afbeelding.
Als er niet eerder een thuisadres in‐
gevoerd is, is het adresvak in het
menu leeg.
Na het instellen van uw thuisadres
kunt u in het menu de routebegelei‐
ding naar uw thuisadres comfortabel
starten.
U hebt de volgende menuopties:
■ Positie : wist het oude thuisadres
(indien beschikbaar) en slaat de
huidige positie als het nieuwe thuis‐
adres op.
Daarna verschijnen de adresgege‐
vens of de GPS-coördinaten van de
huidige positie.
■ Wijzigen : toont het menu voor di‐
recte adresinvoer.
Met dit menu kunt u een nieuw
thuisadres invoeren en opslaan, zie
"Een adres direct invoeren" boven‐staand.
Het oude thuisadres (indien be‐
schikbaar) wordt gewist.
■ Start : stelt het getoonde thuisadres
of de GPS-coördinaten in als de
nieuwe bestemming en start de
routebegeleiding naar die bestem‐
ming.
Beschrijving van routebegeleiding, zie hoofdstuk "Begeleiding" 3 67.
Begeleiding Algemene informatie Het navigatiesysteem begeleidt de
route door visuele instructies en ge‐
sproken opdrachten (gesproken be‐
geleiding).
Visuele instructies
Visuele instructies verschijnen op het
kaartscherm, in het menu VER‐
KEERSBERICHTEN , in alle audio‐
hoofdmenu's, bijv. het menu CD en in
het menu TELEFOON .
Visuele instructies op het kaart‐
scherm:
Page 68 of 181
68Navigatie
Visuele instructies in menu's, bijv. het
radiomenu FM1:
Gedetailleerde beschrijvingen op het
kaartscherm en de visuele informatie
bij de routebegeleiding, zie hoofdstuk "Gebruik" 3 39.
Gesproken opdrachten
Gesproken opdrachten geven bij het naderen van een kruising aan welkerichting u moet volgen.
Gesproken begeleiding activeren of
deactiveren: knop Info op het kaart‐
scherm enkele seconden aanraken,
zie bovenstaande afbeelding van het
kaartscherm. Na het activeren van
gesproken begeleiding verschijnt het knoplabel in wit, anders in zwart.
Laatste gesproken opdracht herha‐
len: op de knop Info op het scherm
tikken.
Volume van gesproken opdrachten
aanpassen: aan de knop X draaien.
Let op
Het activeren/deactiveren van ge‐
sproken begeleiding wordt aange‐
duid met een pieptoon, als de sys‐
teemgeluiden geactiveerd zijn 3 12.Routebegeleiding via het menu
NAVIGATIE besturen
Druk op de NAV-toets om het
NAVIGATIE -menu op te roepen.
Het NAVIGATIE menu biedt drie mo‐
gelijke opties voor het besturen van
de routebegeleiding:
■ Opties : opent het menu
ROUTEOPTIES met diverse instel‐
lingen voor het (her)berekenen van
de route en routebegeleiding, zie "Instellingen voor routeberekening
en -begeleiding" onderstaand.
Page 69 of 181
Navigatie69
■Route : opent het menu
ROUTELIJST met alle straten op
de huidige route, zie "Routelijst to‐ nen" onderstaand.
■ Stop routegeleiding : annuleert de
momenteel actieve routebegelei‐
ding.
Als er een extra viapunt (tussenbe‐
stemming) voor de routebegelei‐ ding ingesteld is, vraagt een mel‐ding u te beslissen:
of de routebegeleiding naar zowel
het viapunt als de eindbestemming
moet worden geannuleerd, of,
of de routebegeleiding alleen naar
het viapunt moet worden geannu‐
leerd.
Als de routebegeleiding alleen naar
een viapunt annuleert: het naviga‐
tiesysteem berekent de route auto‐
matisch opnieuw om u naar de eindbestemming te begeleiden.Instellingen voor routeberekening en
-begeleiding
Voorafgaand aan de routebegelei‐
ding, maar ook bij een reeds actieve
routebegeleiding, kunt u diverse cri‐
teria voor het (her)berekenen van de
route en routebegeleiding instellen.
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Opties om het menu
ROUTEOPTIES op te roepen.
U hebt de volgende menuopties:
■ Dynamische navig. : selecteren als
het navigatiesysteem bij het
(her)berekenen van de route reke‐ ning moet houden met TMC-(ver‐
keers-)berichten, zie hoofdstuk
"Dynamische begeleiding" 3 73.
Beschikbare instellingen:
Uit : bij het berekenen van de route
houdt het systeem geen rekening
met TMC-berichten.
Automatisch : bij het (her)bereke‐
nen van de route houdt het systeem
automatisch rekening met alle
TMC-berichten.
Controle : bij een file of een ander
verkeersincident waarvoor het na‐ vigatiesysteem een TMC-bericht
ontvangt, verschijnt er een bericht:
of het systeem een alternatieve
route naar de bestemming moet berekenen
of
of de eerder berekende route on‐
gewijzigd moet blijven.
De berichten worden op het display
weergegeven, ook als er een audi‐
omodus (bijvoorbeeld AM/FM of
cd) of de telefoonmodus actief is.
Page 70 of 181
70Navigatie
■Routemodus : selecteer of de snel‐
ste, de zuinigste of de kortste route
moet worden berekend voor route‐
begeleiding.
■ Snelweg : selecteer of autosnelwe‐
gen voor routebegeleiding moeten
worden vermeden of gebruikt.
■ Veer/tolwegen : selecteer of tolwe‐
gen en veerboten bij het berekenen
van de route naar de bestemming
moeten worden vermeden of ge‐
bruikt of dat ze zo min mogelijk
moeten worden gebruikt.
Routelijst tonen
Druk op de NAV-toets en selecteer de
menuoptie Route om ROUTELIJST
op te roepen.
De routelijst toont alle straten op de
berekende route, te beginnen vanaf
de huidige locatie.
Elke lijstvermelding kan de volgende
informatie tonen:
■ Straatnaam, autosnelweg of afslag van autosnelweg.
■ Richtingpijl of autosnelwegsym‐ bool.
Let op
Een extra klein rood driehoekje in
een richtingspijl of een autosnelweg‐
symbool duidt op een actueel ver‐
keersvoorval op de betreffende straat of autosnelweg.
■ Afstand tot de volgende straat op de route, of
■ geschatte benodigde tijd naar de volgende straat op de route, of
■ geschatte aankomsttijd bij de vol‐ gende straat op de route.
De getoonde tijdsaanduiding hangt af van de vraag of eerder op het kaart‐
scherm werd gekozen voor weergave
van de geschatte resterende reistijd
of de geschatte aankomsttijd.
Tijdsaanduiding wijzigen: druk op de
toets MAP en tik links op het kaart‐
scherm op de tijdsaanduiding onder
de richtingpijl.
Alle beschikbare informatie over een
specifieke routelijstvermelding tonen:
de lijstvermelding selecteren.
Routebegeleiding via het menu
VERKEERSINFO besturen Druk op de TRAF-toets om het
VERKEERSINFO -menu op te roe‐
pen.