OPEL CORSA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: CORSA, Model: OPEL CORSA 2014.5Pages: 181, PDF Size: 3.04 MB
Page 91 of 181

91
instrumentenpaneel....................9
snelheidsgecompenseerd
volume....................................... 12 tooninstellingen ......................... 12
volume instellen ........................12
volume: instellingen ..................12
Infotainmentsysteem gebruiken ...12
Invoer van de bestemming ..........50
K Kaarten ........................................ 74
Kaart SD Card vervangen ................................. 74
werken met................................ 74
Kaartvenster ................................. 39
M
Multifunctionele toets ....................12
N Navigatie adresboek ................................. 50
bedieningselementen ................39
begeleiding ................................ 67
directe adresinvoer.................... 50
dynamische begeleiding ...........73
eerdere bestemmingen .............50
gebruik ...................................... 39
gebruikers-POI's aanmaken...... 39
gesproken opdrachten ..............67in werking .................................. 38
instellingen ................................ 39
kaart SD Card .....................38, 74
kaartvenster .............................. 39
nuttige plaatsen ......................... 50
routebegeleiding .......................67
routeberekening ........................67
routelijst ..................................... 67
SD Card voor kaart vervangen. 39
speciale bestemmingen
gebruiker selecteren .................50
symbolenoverzicht ....................76
thuisadres.................................. 50
TMC-(verkeers-)berichten .........67
verkeersinformatiesysteem
(TMC) ........................................ 38
viapunten toevoegen .................67
visuele instructies ......................67
Navigatie-instellingen ...................39
Navigatiesysteem gebruiken ........39
Noodoproep .................................. 80
Nuttige plaatsen gebruiker aanmaken en downloaden ........39
selecteren.................................. 50
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 34
Overzicht bedieningselementen .....9P
POI-symbolen ............................... 76
R Radio Radio Data System (RDS) ........25
activeren.................................... 22
frequentiebereik selecteren .......22
gebruik ...................................... 22
zender zoeken .......................... 23
Radio activeren............................. 22
Radio Data System (RDS) ........... 25
RDS .............................................. 25
Regionalisatie ............................... 25
Routebegeleiding ...................67, 73
Routeberekening ..........................67
Routelijst ....................................... 67
S SD Card ........................................ 74
SD Card voor kaart vervangen .....39
Symbolenoverzicht ......................76
T
Telefoon........................................ 77 bedieningselementen ................77
belangrijke informatie ................77
Bluetooth ................................... 77
een telefoonnummer vormen ....81
functies tijdens een gesprek .....81
Page 92 of 181

92
gesprekkenlijsten......................81
noodoproepen ........................... 80
privacymodus ............................ 81
telefoonboek ............................. 81
Thuisadres .................................... 50
TMC .............................................. 38
TMC-meldingen ............................ 67
TMC-symbolen ............................. 76
U USB-poort belangrijke informatie ................33
bewaarde audiobestanden
afspelen..................................... 34
V Verkeersberichten ........................67
Verkeersinformatiesysteem ..........38
Verkeerssymbolen ........................76
Viapunten ..................................... 67
Viapunten toevoegen ...................67
Visuele instructies......................... 67
Volume instellen ........................... 12
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 12
Z
Zender zoeken.............................. 23
Page 93 of 181

Inleiding....................................... 94
Radio ......................................... 109
Cd-speler ................................... 121
AUX-ingang ............................... 126
USB-poort .................................. 127
Trefwoordenlijst ......................... 130CD 40 USB
Page 94 of 181

94InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............94
Antidiefstalfunctie ......................... 95
Overzicht ...................................... 96
Bediening ..................................... 99
Geluidsinstellingen ....................106
Volume-instellingen ...................107Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio heeft negen geheugenposi‐
ties voor het automatisch opslaan van zenders voor elk frequentiebereik:
FM, AM en DAB (indien beschikbaar).
De geïntegreerde audiospeler onder‐ houdt u met audio- en MP3-cd’s.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
U heeft toegang tot de boordcompu‐
ter via het Infotainmentsysteem.
Raadpleeg het Instructieboekje bij uw auto voor nadere details.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐
gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobiele te‐ lefoonportaal.
Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan
Page 95 of 181

Inleiding95de kant en bedien het
infotainment-systeem terwijl u stil‐ staat.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
Page 96 of 181

96InleidingOverzicht
Bedieningselementen
Page 97 of 181

Inleiding97
1e-knop ................................. 99
Kort drukken: Infotain‐
mentsysteem in-/
uitschakelen .......................... 99
Draaien: volume
aanpassen ............................ 99
2 TUNER ................................ 109
Schakelen tussen FM en
AM ....................................... 109
Als er een DAB-ontvanger
aangesloten is: Schakelen tussen analoge en digitale
ontvangst ............................ 109
3 MEDIA ................................. 122
Wisselen tussen
audiobronnen (behalve
radio) ................................... 122
4 MAIN ..................................... 99
Hoofdmenu ........................... 99
5 Multifunctionele toets ............99
Draaien: functie selecteren ...99
Indrukken: functie
bevestigen ............................. 996 INFO ..................................... 99
Informatiepagina ...................99
7 SOUND ............................... 106
Programma klankfunctie
selecteren ........................... 106
8 BC......................................... 96
Boordcomputer .....................96
9 1...9 ..................................... 109
Radio: nummertoetsen,
zendertoetsen .....................109
10 Audio/MP3-CD-lade ............122
11 INSTELLINGEN ....................99
Contextspecifieke
instellingen ............................ 9912Kruistuimelschakelaar .........122
Radio: mn automatisch
zender zoeken, dc
handmatig zender zoeken (niet DAB) ........................... 109
Cd, USB, iPod: mn
titelselectie/snel vooruit/
snel terugspoelen, dc
albumselectie (niet iPod),
c nummer herhalen, d cd/
USB scannen (niet iPod) ....122
13 TP....................................... 114
Verkeersinformatie ..............114
14 j Cd uitwerpen ...................122
Page 98 of 181

98Inleiding
Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Draaischijf ............................. 99
Draaien: Cursor
verplaatsen ........................... 99
Indrukken: een keuze
bevestigen ............................. 99
2 q-toets ............................... 109
Radio: volgende
opgeslagen zender .............109
3 p-toets .............................. 122
Wisselen tussen
audiobronnen ...................... 122
Radio: TA- en PTY31-
berichten stoppen ...............109
Als er een DAB-ontvanger
aangesloten is:
omschakelen tussen
analoge en digitale
ontvangst ............................ 109
4 d-toets ................................. 109
Radio: naar boven
zoeken, vooruitscrollen in
het zendergeheugen ...........109
Berichten TA en PTY31
stoppen .............................. 109
Cd, USB, iPod: Één
nummer vooruit
overslaan, snel vooruit ........122
5 c-toets ................................. 109
Radio: naar onder zoeken,
terugscrollen in het
zendergeheugen .................109Berichten TA en PTY31
stoppen .............................. 109
Cd, USB, iPod: Één
nummer achteruit
overslaan,
zendergeheugen snel
achteruit .............................. 122
6 Draaien: volume aanpassen . 96
Page 99 of 181

Inleiding99BedieningBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen en op het display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 96
■ knoppen op het stuur 3 96.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de toets e in.
De laatst ingestelde audiobron wordt afgespeeld.
In- en uitschakelen met de
contacttoets (inschakelautomaat)
Bij een geactiveerde inschakelauto‐
maat kan het Infotainmentsysteem
ook met het contact uit- en opnieuw
ingeschakeld worden.Deze verbinding tussen de radio en
het contact is vooringesteld in de fa‐ briek, maar kan worden uitgescha‐
keld.
■ Als de automatische schakelaar uit‐
geschakeld is, kan het Infotain‐
mentsysteem alleen ingeschakeld
worden met de e-schakelaar en
met de j-knop voor uitwerpen van
cd en uitgeschakeld met de e-
knop.
■ Als het Infotainmentsysteem wordt uitgeschakeld wanneer het contact
wordt uitgezet, ongeacht de huidige
instelling van de automatische in‐
schakeling, kan het alleen inge‐
schakeld worden met de e-knop
en met de j-knop voor uitwerpen
van cd.
■ De automatische start wordt altijd geactiveerd nadat het infotainment‐systeem van de bedrijfsspanning
werd losgekoppeld en weer aange‐
sloten.
Inschakelautomaat in-/uitschakelen
Druk op de SETTINGS-knop in het
hoofdmenu.Het systeem- Instellingen -menu ver‐
schijnt.
Aantikvak inschakelautomaat aan/
uitzetten.
Aangezet: aan de rechterkant van het
display verschijnt het bericht "Radio
aan-/uitzetten via inschakelauto‐
maat".
Uitgezet: aan de rechterkant van het
display verschijnt het bericht: "Radio
alleen aanzetten via AAN/UIT-knop".
Automatisch uitschakelen
Het Infotainmentsysteem zet zichzelf
na één uur automatisch uit als u het
aanzet terwijl het contact uitstaat.
Volume instellen
Draai aan de e-knop.
■ Het Infotainmentsysteem speelt met het laatst ingestelde volume,
op voorwaarde dat het volume la‐
ger was dan het maximale inscha‐
kelvolume 3 107.
Page 100 of 181

100Inleiding
■ Verkeersberichten en externe au‐diobronnen worden ingevoegd aan
een vooringesteld minimumvolume 3 107.
■ Als de respectieve bron aanstaat, kunt u het volume van de verkeers‐
berichten, de externe audiobron‐
nen en de radio en CD afzonderlijk
aanpassen.
Voor snelheid gecompenseerde
volumebediening (SDVC)
Na inschakeling van SDVC 3 107
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Externe bron
Er kan een externe bron (bijv. mobiele
telefoon, navigatiesysteem) op het In‐ fotainmentsysteem worden aange‐
sloten.
In dit geval verschijnt Extern in in de
display.
We bevelen aan dat de toestellen door een erkende Opel-partner wor‐den gemonteerd.AUX-ingang
Een externe audiobron, bijv. een
draagbare CD-speler, kan via de
AUX-ingang van uw auto worden
aangesloten. Via de luidsprekers van het Infotainmentsysteem hoort u het
stereogeluid van deze bron.
Plaats van AUX-ingangsconnector
3 126.
Zet de externe audiobron voor de
best mogelijke audiokwaliteit altijd op
het maximale volume. Bij modules
met lijnuitgang is het audioniveau van het uitgangssignaal stabiel en kan
niet worden gewijzigd.
Om overstuur bij de AUX-ingang te
voorkomen moet de effectieve uit‐
gangsspanning van de externe audi‐
obron lager zijn dan 1,5 V.
Menuconcept De menustructuur van het Infotain‐
ment System bestaat uit verschil‐
lende soorten menuschermen:
■ Bladerschermen
■ Standschermen
■ InstelschermenDe diverse schermen hebben ver‐
schillende functionaliteiten:
Bladerschermen
Bladerschermen hebben een selec‐
tiemenu met een voorvertoning van
elk menu-item in de linkse marge van
het scherm. Bladerschermen leiden u
naar standschermen of instelscher‐
men.
Het Audio -menu is een voorbeeld
van een bladerscherm.