OPEL CORSA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 191 of 257
Verzorging van de auto189
U kunt een AGM-accu herkennen
door het label op de accu. Wij bevelen
het gebruik aan van een originele
Opel-accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐ bruikt dan de originele Opel accu is
het mogelijk dat het Stop/Start-sys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop-startsysteem 3 134.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 223.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ■ Geen vonken of open vlammen en niet roken.
■ Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat aan‐
leiding kan geven tot blindheid of
ernstige brandwonden.
■ Zie het Instructieboekje voor meer informatie.
■ Explosief gas kan in de buurt van de accu aanwezig zijn.
Page 192 of 257
190Verzorging van de autoDieselbrandstofsysteemontluchten
Indien de tank is leeggereden, moet
het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Schakel het contact drie‐
maal in gedurende 15 seconden per keer. Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Herhaal deze
procedure na minstens vijf seconden .
Als de motor niet aanslaat, moet u de
hulp van een werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangenTil de wisserarm op tot deze in de ge‐
heven stand blijft. Druk op de pallen
aan beide zijden, kantel het wisser‐
blad in een hoek van 90° naar de wis‐
serarm toe en verwijder deze naar bo‐
ven.
Aanbrengen in omgekeerde volg‐
orde.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Wisserblad achterruit
Wisserarm optillen. Wisserblad los‐
haken zoals op de afbeelding wordt
getoond en verwijderen.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek aan de ruitenwisserarm
vast en druk tot het vastklikt.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Page 193 of 257
Verzorging van de auto191Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken! Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole
Schakel het contact in na het vervan‐ gen van een lamp en bedien en con‐
troleer de lichten.
Halogeenkoplampen Halogeenkoplampen met aparte
gloeilampen voor zijmarkeringslicht,
dimlicht en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (1)
Dimlicht (2)
Grootlicht (3)
Richtingaanwijzers vooraan 3 195.
Dimlicht
1. Draai de kap (2) naar links en ver‐
wijder.
Page 194 of 257
192Verzorging van de auto
2.Druk op de clip om de lamphouder
los te klikken. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis ne‐
men.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Steek de lamphouder met de clip omlaag erin en klik deze vast in de
reflector.
5. Breng de kap aan.
Grootlicht
1. Draai de kap (3) naar links en ver‐
wijder.
2. Druk op de clip om de lamphouder
los te klikken. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis ne‐
men.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Steek de lamphouder met de clip omlaag erin en klik deze vast in de
reflector.
5. Breng de kap aan.
Page 195 of 257
Verzorging van de auto193
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
met gloeilampen
1. Lampfitting (1) linksom los‐ draaien.
2. Druk beide clips naar elkaar toeen trek de lampfitting uit de ko‐
plampbehuizing.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
5. Draai de lampfitting rechtsom in het koplamphuis vast.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
met LED's
Zijmarkeringslicht en dagrijlicht zijn
uitgevoerd met LED's en kunnen niet
worden vervangen. Neem bij een de‐ fecte LED contact op met een werk‐
plaats.
Xenonkoplampen9 Gevaar
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met LED's en kunnen niet
worden vervangen.
Lampen voor afslagverlichting zijn
vervangbaar.
Richtingaanwijzers vooraan 3 195.
Page 196 of 257
194Verzorging van de auto
Afslagverlichting
1.Draai de kap (3) naar links en ver‐
wijder.
2. De lamphouder naar links los‐ draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Verwijder de lamp uit de stekker door deze los te klikken en te trek‐ken.
4. Vervang de gloeilamp. Sluit de lamphouder aan op de stekker.
5. Draai de lamphouder rechtsom in de reflector vast.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Mistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
Page 197 of 257
Verzorging van de auto195
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor door hem rechtsom te draaien
en zet hem vast.
Richtingaanwijzers
vooraan De richtingaanwijzers vooraan heb‐
ben long-life gloeilampen die niet
kunnen worden vervangen.
Neem bij een defecte long-life gloei‐
lamp contact op met een werkplaats.
Achterlichten
1. Maak de afdekking in de bagage‐ ruimte aan de betreffende zijde
los en verwijder hem.
2. Draai beide kunststof bevesti‐ gingsmoeren van binnen met de
hand los.
Page 198 of 257
196Verzorging van de auto
3. Trek het achterlicht compleetvoorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Druk op de borgnokken en verwij‐
der de lamphouder uit de lichtmo‐ dule.
5. Gloeilamp wegnemen en vervan‐ gen door deze iets in de fitting te
drukken en linksom te draaien:
Achterlicht/remlicht 1
Richtingaanwijzer 2
6. Plaats de lamp in de achterlicht- unit en draai hem rechtsom.
Breng de lichtmodule met de
borgpennen in de uitsparingen
van de carrosserie aan en draai
de kunststof bevestigingsmoeren
vanuit de binnenkant van de ba‐
gageruimte vast.
Sluit het deksel en klik het vast.
Achteruitrijlicht/mistachterlicht
De achteruitrijlichten bevinden zich
op de rechter lichtmodule in de ach‐
terklep en het achtermistlicht bevindt
zich op de linker lichtmodule in de
achterklep.
De beschrijving voor het vervangen van gloeilampen is bij beide lichten identiek.
1. Verwijder de schroef uit de ach‐ terklep.
Page 199 of 257
Verzorging van de auto197
2. Breng de lichtmodule iets naarbuiten en trek deze vervolgens uit
de achterklep.
3. Draai de lamphouder om hem et verwijderen.
4.Gloeilamp wegnemen door iets in
de fitting te drukken en linksom te draaien. Vervang de gloeilamp.
5. Steek de lampfitting in de module en draai deze vast.
6. Bevestig de lichtmodule in de ach‐
terklep en bevestig deze met de
schroef.
Zijrichtingaanwijzers
Verwijder het lamphuis om de gloei‐
lamp te vervangen:
1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
Page 200 of 257
198Verzorging van de auto
2. Draai de lamphouder linksom uithet huis.
3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan endraai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Derde remlicht LED's door een werkplaats laten ver‐
vangen.
Kentekenverlichting1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los.
2. Lamp naar beneden toe verwijde‐
ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken.