OPEL CORSA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 61 of 257

Opbergen59
In de portiervakken in de portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare rub‐ beren band. Trek de band eruit om
een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole, in de portiervakken en in de zij‐ panelen bij de achterbank.

Page 62 of 257

60OpbergenOpbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak aan handgreepuitsparing
optillen en uittrekken. Maximale be‐
lasting: 1,5 kg. Om te sluiten, induwen
en vastklikken.
Draagsysteem achterzijde
Het draagsysteem achteraan (Flex-
Fix-systeem) biedt de mogelijkheid om fietsen op een in de bodemplaat
geïntegreerde, uitschuifbare houder
te bevestigen. Het transporteren van
andere voorwerpen is niet toege‐
staan.
De maximale belading van het draag‐ systeem achterzijde is 40 kg. De
maximale belading per fiets is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet
meer dan 1,2 m zijn. Anders kan de
betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem kan
terug in de bodemplaat worden ge‐
schoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐
werpen bevinden die tijdens het
transport kunnen loskomen.Voorzichtig
Plaats geen fietsen met carbon
pedaalkrukken op fietsendragers.
De fietsen kunnen beschadigd ra‐
ken.
Uitschuiven
Achterklep openen.
9 Waarschuwing
Omstanders uit het uitschuifge‐
bied van het Flex-Fix draagsys‐
teem halen, gevaar voor letsel.

Page 63 of 257

Opbergen61
Ontgrendelingshefboom naar boven
trekken. Het systeem komt los en ver‐
plaatst zich snel uit de bumper.
Het draagsysteem er volledig uittrek‐
ken totdat het hoorbaar vastklikt.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Achterlichten aanbrengen
Eerst het achterste ( 1), vervolgens
het voorste ( 2) achterlicht uit de uit‐
sparingen nemen.

Page 64 of 257

62Opbergen
Open de lampsteun aan de achter‐
kant van het achterlicht volledig tot
deze loskomt.
Druk de klemhendel naar onder en
druk de lampsteun in de houder tot hij loskomt.
Deze procedure voor beide achter‐
lichten uitvoeren.
De kabel- en lamppositie controleren
om er zeker van te zijn dat deze goed
zijn aangebracht en stevig vastzitten.
Draagsysteem achteraan
vergrendelen
Draai de linker klemhendel ( 1) eerst,
vervolgens de rechter klemhendel ( 2)
tot ze stoppen. Beide spanhefbomen
moeten naar achteren gericht zijn. Zo niet, is geen veilige werking gewaar‐
borgd.
Let op
Achterklep sluiten.

Page 65 of 257

Opbergen63
Crankhouders uitklappen
Een of beide crankhouders naar bo‐
ven klappen totdat de diagonale
steun vastklikt.
Crankbevestigingen uit de crankhou‐
ders verwijderen.
Draagsysteem achteraan aan
een fiets aanpassen
Ontgrendelingshefboom indrukken
en wielhouders eruit trekken.

Page 66 of 257

64Opbergen
Ontgrendelingshefboom aan de
spanband indrukken en spanband er‐ uit trekken.
Fiets voor bevestiging
voorbereiden
Let op
De maximale breedte voor het pe‐
daal is 38,3 mm en de maximale
diepte is 14,4 mm.
Linker crank (zonder kettingblad) ver‐
ticaal omlaagdraaien. Het pedaal van de linker crank moet horizontaal
staan.
De voorste fiets moet met het voor‐
wiel naar links staan.
De achterste fiets moet met het voor‐
wiel naar rechts staan.
Fiets aan het draagsysteem
achteraan bevestigen
De verstelbare crankunit met de
draaigreep op de crankhouder ruw‐
weg aan de kraag van de crank aan‐
passen.
Als de fiets rechte cranks heeft, de
crankunit volledig uitdraaien (stand 5 ).

Page 67 of 257

Opbergen65
Als de fiets gebogen cranks heeft, de
crankunit volledig indraaien (stand 1).
Fiets erop plaatsen. De crank moet
zoals op de afbeelding in de schacht
van de crankhouder geplaatst wor‐
den.Voorzichtig
Zorg ervoor dat het pedaal het op‐ pervlak van het fietsenrek niet
raakt. Anders zou de onderste kru‐ kas tijdens het vervoer bescha‐
digd kunnen raken.
Plaats de cranksteun van bovenaf in
de buitenste rail van elke cran‐
kuitsparing en duw de steun minstens
tot onder de karteling omlaag.
Crank bevestigen door aan de klem‐
schroef op de crankbevestiging te
draaien.

Page 68 of 257

66Opbergen
Plaats de wieluitsparingen zodanig
dat de fiets grofweg horizontaal staat.
Daarbij moet de afstand tussen de
pedalen en de achterklep minstens 5 cm bedragen.
Beide fietsbanden moeten in de wiel‐
houders zitten.Voorzichtig
Zorg dat u de wielhouders zo ver
als nodig is naar buiten trekt zodat
beide fietsbanden in de houders
kunnen worden geplaatst. Anders
wordt horizontaal monteren van
de fiets niet verzekerd. Het nege‐
ren hiervan kan leiden tot schade
aan de fietswielen als gevolg van
hete uitlaatgassen.
Fiets in de lengterichting van de auto
uitlijnen: Crankbevestiging iets los‐
draaien.
Fiets verticaal plaatsen met behulp van de draaigreep op de crankhou‐
der.
Wanneer de twee fietsen elkaar in de weg staan, kan de onderlinge plaat‐
sing van de fietsen worden aange‐ past door de wielhouders en de draai‐ greep op de crankhouder bij te stellen
totdat de fietsen elkaar niet meer ra‐
ken. Zorg daarbij voor voldoende tus‐
senruimte tot de auto.Klemschroef op de crankbevestiging
handmatig maximaal vastdraaien.
Beide fietswielen met spanbanden
aan wielhouders vastmaken.
Controleren of fiets goed vastzit.
Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.

Page 69 of 257

Opbergen67
De instellingen voor de wielhouders
en de draaigreep van de crankhouder moeten voor elke fiets worden geno‐
teerd en bewaard. Een correcte voor‐
instelling vergemakkelijkt het op‐
nieuw aanbrengen van de fiets.
Let op
Er wordt aangeraden om een waar‐
schuwing bij de achterste fiets te be‐ vestigen voor beter zicht.
Fiets van het draagsysteem
achteraan verwijderen
Spanbanden van beide fietswielen
losmaken.
Fiets vasthouden, de klemschroef op
de crankbevestiging losdraaien, de
crankbevestiging optillen en verwijde‐
ren.
Draagsysteem achteraan
inschuiven
Druk de houders van de pedaalcrank
in de uitsparing van de pedaalcrank
zoals op de afbeelding wordt ge‐
toond.
Spanband erin steken en zo ver mo‐
gelijk stevig naar beneden trekken.

Page 70 of 257

68Opbergen
Ontgrendelingshefboom indrukken
en wielhouders er volledig tot aan de
aanslag inschuiven.
De vergrendelingshefboom aan de di‐ agonale steun losmaken en beide
crankhouders inklappen.
9 Waarschuwing
Gevaar voor beknelling.
Eerst rechter spanhefboom ( 1), ver‐
volgens linker spanhefboom ( 2) naar
voren draaien totdat ze in hun res‐
pectieve houders kunnen vastklikken.
Spanhefboom naar beneden duwen
en beide lampsteunen uit de houders trekken.
Klap de lampsteunen aan de achter‐
kant van de achterlichten in.
Plaats eerst het voorste ( 1), en
daarna het achterste achterlicht ( 2) in
de uitsparingen en duw ze zo ver mo‐
gelijk omlaag. Kabels volledig in alle
geleiders duwen om schade te voor‐
komen.
Achterklep openen.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 260 next >