bluetooth OPEL CORSA F 2020 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 54 of 107

54Telefoon
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren.
Tik op ý Privé om het gesprek voort
te zetten via de mobiele telefoon
(ruggespraakstand). Tik op Y Privé
om het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐
ken standaard in de wacht zetten.
Selecteer OPTIES gevolgd door
Beveiliging en Oproepen automatisch
in wachtstand zetten om deze functie
te activeren.
SMS-berichten
U kunt verschillende snelle berichten
naar contacten via het Infotainment‐
systeem verzenden.
Selecteer OPTIES en daarna SMS-
berichten om een lijst met snelle
berichten gesorteerd op verschil‐
lende categorieën weer te geven.
Selecteer voor verzenden van een
snel bericht het betreffende bericht en kies het contact.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kan de typegoedkeu‐
ring van de auto vervallen (EU-richt‐
lijn 95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen.
● Maximaal zendvermogen van 10 W.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.

Page 56 of 107

56TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 38
Afbeeldingen weergeven ..............31
Afbeeldingsbestanden ..................29
Afbeelding via USB activeren .......31
Algemene aanwijzingen .....6, 33, 49
Algemene informatie ..............29, 46
Bluetooth ................................... 29
DAB ........................................... 26
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 33
Smartphone-applicaties ............29
Telefoon .................................... 49
USB ........................................... 29
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audio afspelen .............................. 30
Audiobestanden ........................... 29
Audio via USB activeren ...............30
Automatisch volume .....................20
B Balance......................................... 19Basisbediening ............................. 16
Bediening...................................... 51 Externe apparaten ....................29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51Bedieningselementen
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............20
taal wijzigen............................... 20
Begeleiding .................................. 42
Bel Beltoon ...................................... 51
Functies tijdens het gesprek .....51
Inkomend gesprek ....................51
Telefoongesprek initiëren ..........51
Beltoon ......................................... 51
Beltoonvolume .......................... 20
Bestandsindelingen ......................29
Afbeeldingsbestanden ..............29
Audiobestanden ........................29
Bluetooth Algemene informatie .................29
Apparaat aansluiten ..................29
Bluetooth-verbinding .................50
Koppelen ................................... 50
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 30
Telefoon .................................... 51
Bluetooth-verbinding ....................50
C Contacten ............................... 38, 51

Page 57 of 107

57DDAB FM-DAB-links ............................ 26
Datum instellen ..................................... 20
Digital Audio Broadcasting ...........26
Display-instellingen....................... 31
Displaytaal wijzigen ......................20
E Equalizer....................................... 19
F
Fabrieksinstellingen ......................20
Fader ............................................ 19
G
Gebruik ....................... 12, 24, 34, 47
Bluetooth ................................... 29
Menu ......................................... 16
Navigatiesysteem ......................34
Radio ......................................... 24
Telefoon .................................... 51
USB ........................................... 29
Geluidsinstellingen .......................19
Gesproken begeleiding ................34
H
Het navigatiesysteem activeren ...34I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Invoer van de bestemming ..........38
K Kaarten ......................................... 34
Koppelen ...................................... 50
L
Lijst met afslagen.......................... 42
M Menubediening ............................. 16
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................54
Mute.............................................. 12
N Navigatie Bestemmingsinvoer................... 38
Contacten .................................. 38
Huidige locatie........................... 34 Kaart manipuleren .....................34
Kaartupdate .............................. 33
Kaartvenster .............................. 34
Lijst met afslagen ......................42
Recente bestemmingen ............38
Rit met viapunten ......................38
Routebegeleiding ......................42TMC-stations (verkeersinfor‐
matiekanalen) ..................... 33, 42
Verkeersincidenten ...................42
Nuttige plaatsen............................ 38
O
Oproepenhistorie ..........................51
Overzicht bedieningselementen .....8
P Persoonlijke instellingen ...............20
Privacy-instellingen....................... 20
Profielinstellingen .........................20
R
Radio Afstemmen op zender ...............24
Configureren DAB .....................26
Configureren van RDS ..............26
DAB-berichten ........................... 26
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 26
Frequentiebereik selecteren .....24
Gebruik...................................... 24
Inschakelen ............................... 24
Radio Data System (RDS) ........26
Regio-instelling.......................... 26
Regionaal .................................. 26
Voorkeuren................................ 24
Zender zoeken .......................... 24

Page 58 of 107

58Zenders oproepen.....................24
Zenders opslaan .......................24
Radio activeren............................. 24
Radio Data System ...................... 26
RDS .............................................. 26
Regio-instelling ............................. 26
Regionaal ..................................... 26
Rit met viapunten.......................... 38
Routebegeleiding .........................42
S Selectie van frequentiebereik .......24
Smartphone .................................. 29
Telefoonweergave ....................32
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 32
Software bijwerken .......................20
Spraakherkenning ........................46
Stemherkenning ........................... 46
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 30
Systeeminstellingen...................... 20
T Telefoon Algemene informatie .................49
Bluetooth ................................... 49
Bluetooth-verbinding .................50
Contacten .................................. 51
Een nummer invoeren ...............51
Functies tijdens het gesprek .....51Hoofdmenu Telefoon ................51
Inkomend gesprek ....................51
Oproepenhistorie ......................51
Telefoonboek ............................ 51
Telefoon activeren ........................51
Telefoonboek ................................ 51
Telefoonweergave ........................32
TMC-stations (verkeersinforma‐ tiekanalen)................................. 33
Tijd instellen ..................................... 20
Tijd en datum aanpassen .............20
U USB Afbeeldingenmenu USB ............31
Algemene informatie .................29
Apparaat aansluiten ..................29
Audiomenu USB........................ 30
V
Verkeersincidenten .......................42
Volume Automatisch volume ..................20
Beltoonvolume .......................... 20
Gesproken instructies ...............20
Mutefunctie................................ 12
Volume aanraakpiep .................20
Volume instellen ........................12
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............20Volume aanraakpiep ....................20
Volume gesproken instructies ......20
Volume-instellingen ......................20
Voorkeuren Zenders oproepen .....................24
Zenders opslaan .......................24
Z Zenders oproepen ........................24
Zenders opslaan ........................... 24

Page 63 of 107

Inleiding631).......................................... 64
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
2 Info-Display
Het startmenu verschijnt
door het scherm met 3
vingers aan te raken
3 h
Menu Klimaat openen mits beschikbaar, zie Gebrui‐
kershandleiding
4 c
Navigatieapp weergeven
wanneer
telefoonweergave actief is ....79
5 b
Audiomenu openen:
Radio ..................................... 73
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 776 a
Telefoonmenu openen ..........86
Telefoonweergavescherm
weergaven wanneer
telefoonweergave actief is ....79
7 d
Menu voor afbeeldingen openen .................................. 78
8 _
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleidingAfstandsbediening op stuurwiel
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met A..... 64
Lang indrukken: stiltefunctie
2 c / d
Volgende/vorige
voorkeursstation
selecteren bij actieve radio ...73
of volgend(e) / vorig(e)
track / afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................77

Page 65 of 107

Inleiding65Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk op ) terwijl
het contact uitstaat, dan schakelt het systeem automatisch uit bij activering
van de Eco-modus.
Volume instellen
Draai ). De actuele instelling
verschijnt op het display.
Wanneer het infotainmentsysteem
ingeschakeld is, wordt het laatst
geselecteerde volume ingesteld.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 70 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op ) om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.
Druk nogmaals op ) om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐
lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.Bedieningsstanden
Audiomedia
Druk op b op het scherm om het
hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.Mediabron wijzigen
Selecteer SOURCES om het menu
voor selectie van de mediabron te openen.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 67.
Selecteer de gewenste mediabron.Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 73
● Externe apparaten 3 78
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 84.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
druk dan op a om het hoofdmenu
voor de telefoonfunctie weer te geven.

Page 78 of 107

78Externe apparatenAudio streaming via Bluetooth
Via streaming kunt u draadloos
muziek op uw smartphone beluiste‐
ren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 85.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de weergave
mogelijk starten op de smartphone.
Stel eerst het volume in op uw smart‐ phone (op een hoog niveau). Stel
daarna het volume in op het Infotain‐
mentsysteem.
Bestandsindelingen
Het audiosysteem biedt ondersteu‐
ning voor verschillende bestandsfor‐
maten.
Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
USB- of Bluetooth-apparaat aanslui‐
ten 3 77.Als het apparaat is verbonden/aange‐
sloten, maar de erop opgeslagen
muziekbestanden niet worden afge‐
speeld:
Druk op b, selecteer SOURCES
gevolgd door de desbetreffende bron.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
AfspeelfunctiesAfspelen onderbreken en hervatten
Druk op 5 om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in
4 .
Druk op 4 om het afspelen te hervat‐
ten.Vorige of volgende track afspelen
Tip P of Q aan.Snel vooruit en achteruit gaan
Houd P of Q ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐ dus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐
tie van de huidige track aangeeft naar links of rechts verplaatsen.Tracks in willekeurige volgorde afspe‐ len
Selecteer OPTIES en tik herhaalde
malen op het pictogram Willekeurig:
j : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in willekeurige volg‐
orde afspelen.
k : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in normale volgorde
afspelen.Tracks herhalen
Selecteer OPTIES en tik herhaalde
malen op het pictogram voor Repeat
n om een van de volgende opties
te selecteren:
● tracks in actuele lijst (album, artiest et cetera) herhalen
● tracks in actuele lijst (album, artiest et cetera) eenmaal afspe‐
len
● tracks in actuele lijst (album, artiest et cetera) in normale volg‐
orde afspelen
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen op een USB-
apparaat bekijken.

Page 79 of 107

Externe apparaten79Afbeeldingenweergave activeren
USB-apparaat aansluiten 3 77.
Als er al een apparaat is aangesloten, maar de afbeeldingenweergave is
niet actief:
Tik op d, selecteer Beheer foto's en
kies de gewenste map en afbeelding.
Tik op het scherm om de menubalk
weer te geven.
Vorige of volgende afbeelding
weergeven
Tip f of g aan.
Diavoorstelling starten of stoppen
Selecteer 4 om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling te bekijken.
Tik op 5 om de diavoorstelling te
beëindigen.
Smartphone-applicaties gebruiken
Telefoonweergave
De smartphone-applicaties Apple
CarPlay en Android Auto geven de
geselecteerde apps van uw smart‐
phone weer op het Info-Display. U
kunt ze bedienen met de bedienings‐ elementen van het Infotainmentsys‐
teem.
Controleer bij de fabrikant van het apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
Smartphone voorbereiden
iPhone ®
: Controleer of Siri ®
op uw
telefoon is geactiveerd.Android-telefoon: Download op
Google Play™ de Android Auto-app
naar uw telefoon.
De smartphone verbindeniPhone
Sluit de telefoon aan op de USB-poort 3 77.
Als de telefoon al via Bluetooth is
verbonden, wordt de Bluetooth-
verbinding bij aansluiting van de tele‐
foon op de USB-poort en activering
van de Apple CarPlay verbroken. Na
het verbreken van de aansluiting op
de USB-poort wordt de telefoon weer via Bluetooth verbonden.Android-telefoon
Verbind de telefoon via Bluetooth
3 85 en sluit de telefoon vervolgens
aan op de USB-poort 3 77.
Telefoonweergave starten
Als de telefoonweergave niet auto‐
matisch start, tik dan op a gevolgd
door Apple CarPlay of Android Auto .
Het getoonde telefoonweergave‐ scherm is afhankelijk van uw smart‐
phone en de softwareversie.

Page 84 of 107

84TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen...............84
Bluetooth-verbinding ....................85
Bediening ..................................... 86
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................88Algemene aanwijzingen
De telefoonfunctie biedt u de moge‐ lijkheid om via een microfoon en deluidsprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het Info‐
tainmentsysteem van de auto de
belangrijkste functies van de mobiele telefoon te bedienen. Om de telefoon‐
functie te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon een Bluetooth-
verbinding hebben met het Infotain‐
mentsysteem.
Niet alle functies van de telefoon
worden door elke mobiele telefoon
ondersteund. Welke telefoonfuncties
bruikbaar zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover kunt u in de bedieningshand‐ leiding van uw mobiele telefoon
vinden. U kunt hierover ook informa‐
tie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn doordat
uw concentratie afneemt tijdens
het telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de
bepalingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in
sommige gebieden gelden op en
zet uw mobiele telefoon uit als

Page 85 of 107

Telefoon85mobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op
http://www.bluetooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Een apparaat koppelen
Tijdens het koppelen wordt de
pincode uitgewisseld tussen Blue‐
tooth-apparaten en Infotainmentsys‐
teem waarna een verbinding wordt
gemaakt tussen de apparaten en het
Infotainmentsysteem.
Opmerkingen
● Twee gekoppelde Bluetooth- apparaten zijn tegelijkertijd te
verbinden met het Infotainment‐
systeem. Het ene apparaat in de
handsfreemodus en het andere
in de audiostreamingmodus, zie
beschrijving van de Bluetooth-
profielinstellingen verderop.
Het is echter niet mogelijk om
twee apparaten te gebruiken die
allebei in de handsfree-modus
staan.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk
belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.Een nieuw apparaat koppelen
1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Druk op a en tik vervolgens op
Bluetooth zoeken .
Er wordt gezocht naar alle Blue‐
tooth-apparaten in de naaste
omgeving.
3. Selecteer het te koppelen Blue‐ tooth-apparaat in de getoonde
lijst.
4. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Bevestig de berichten op het
Infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐
steund:
Op het Infotainmentsysteem: er verschijnt een bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐ tooth-apparaat in te voeren.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >