bluetooth OPEL CORSA F 2020 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: CORSA F, Model: OPEL CORSA F 2020Pages: 107, PDF Size: 5.01 MB
Page 86 of 107

86TelefoonOp het Bluetooth-apparaat:voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
Het Infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
5. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestig zo
nodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
Handeldingen op gekoppelde
apparaten
Druk op a, selecteer TEL gevolgd
door Bluetooth-verbinding .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Bluetooth-profielinstellingen wijzigen
Tik op % naast het gekoppelde appa‐
raat van uw keuze.Activeer of deactiveer de gewenste
profielinstellingen en bevestig uw
instellingen.
Een gekoppeld apparaat verbinden Apparaten die gekoppeld zijn maar
niet zijn verbonden worden aange‐
duid met een X.
Selecteer het gewenste apparaat om
een verbinding te maken.
Een apparaat loskoppelen
Het apparaat dat op dat moment is
verbinden wordt aangeduid met W.
Selecteer het apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Tik op f in de rechterbovenhoek van
het scherm om f-pictogrammen
naast de gekoppelde apparaten te tonen.
Tik op f naast het Bluetooth-appa‐
raat dat u wilt verwijderen en bevestig
het getoond bericht.Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Page 87 of 107

Telefoon87Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daarom
kan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 85.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Voer een telefoonnummer in met het toetsenblok in het hoofdmenu tele‐
foon.
Bij invoer van cijfers verschijnen
corresponderende vermeldingen in
de contactenlijst in alfabetische volg‐
orde.
Tik op de gewenste lijstvermelding
om een telefoongesprek te starten.
Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐
boekposten afkomstig uit het verbon‐
den Bluetooth-apparaat.
Selecteer Contacten om de contac‐
tenlijst te bekijken.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Tik op OPTIES
gevolgd door < om de volgorde te
wijzigen.
Tik op S of R om door de lijst te
bladeren.
Tik op * om een contact te zoeken
via het toetsenbord.
Tik op r gevolgd door de desbe‐
treffende letter om een contact te
zoeken op basis van de eerste letter.Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer - naast het contact
gevolgd door de gewenste optie.
Page 88 of 107

88TelefoonBelhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Gesprekkenlijst om de
oproepgeschiedenis te bekijken.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprekAls bij een inkomende oproep een
audiomodus actief is, bijv. de radio- of
USB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de beller.
Tik op w om het gesprek aan te
nemen.
Tik op x om het gesprek af te wijzen.
Tik op 5 om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op 4 om het gesprek te
hervatten.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐
tiveren en 0 te laten verschijnen.
Druk nogmaals op 0 om de stilte‐
functie te annuleren.
Tik op t om het gesprek voort te
zetten via de mobiele telefoon (rugge‐ spraakstand). Tik nogmaals op t om
het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐
ken standaard in de wacht zetten.
Om deze functie te activeren moet u
op OPTIES tikken gevolgd door o
totdat de functie is geactiveerd.
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
Page 90 of 107

90TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............78
Afbeeldingsbestanden ..................77
Afbeelding via USB activeren .......78
Algemene aanwijzingen .........60, 84
Algemene informatie ..............77, 81
Bluetooth ................................... 77
DAB ........................................... 75
Infotainment-systeem ................60
Smartphone-applicaties ............77
Telefoon .................................... 84
USB ........................................... 77
Antidiefstalfunctie ........................61
Audio afspelen .............................. 78
Audiobestanden ........................... 77
Audio via USB activeren ...............78
Automatisch volume .....................70
B Balance......................................... 69
Basisbediening ............................. 67
Bediening...................................... 86 Externe apparaten ....................77
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 86
Bedieningselementen Infotainment-systeem ................62
Stuurwiel ................................... 62
Bedieningspaneel Infotainment ....62Beeldscherm
helderheid aanpassen ...............70
taal wijzigen............................... 70
Bel Beltoon ...................................... 86
Functies tijdens het gesprek .....86
Inkomend gesprek ....................86
Telefoongesprek initiëren ..........86
Beltoon ......................................... 86
Beltoonvolume .......................... 70
Bestandsindelingen ......................77
Afbeeldingsbestanden ..............77
Audiobestanden ........................77
Bluetooth Algemene informatie .................77
Apparaat aansluiten ..................77
Bluetooth-verbinding .................85
Koppelen ................................... 85
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................... 78
Telefoon .................................... 86
Bluetooth-verbinding ....................85
C
Contacten ..................................... 86
Page 91 of 107

91DDAB FM-DAB-links ............................ 75
Datum instellen ..................................... 70
Digital Audio Broadcasting ...........75
Display-instellingen....................... 78
Displaytaal wijzigen ......................70
E Equalizer....................................... 69
F
Fabrieksinstellingen ......................70
Fader ............................................ 69
G
Gebruik ............................. 64, 73, 82
Bluetooth ................................... 77
Menu ......................................... 67
Radio ......................................... 73
Telefoon .................................... 86
USB ........................................... 77
Geluidsinstellingen .......................69
I
Infotainmentsysteem inschakelen 64
K Koppelen ...................................... 85M
Menubediening ............................. 67
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................88
Mute.............................................. 64
O Oproepenhistorie ..........................86
Overzicht bedieningselementen ...62
P Persoonlijke instellingen ...............70
Privacy-instellingen....................... 70
Profielinstellingen .........................70
R Radio Afstemmen op zender ...............73
Configureren DAB .....................75
Configureren van RDS ..............74
DAB-berichten ........................... 75
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 75
Frequentiebereik selecteren .....73
Gebruik...................................... 73
Inschakelen ............................... 73
Radio Data System (RDS) ........74
Regio-instelling.......................... 74
Regionaal .................................. 74
Voorkeuren................................ 73
Zender zoeken .......................... 73Zenders oproepen .....................73
Zenders opslaan .......................73
Radio activeren............................. 73
Radio Data System ...................... 74
RDS .............................................. 74
Regio-instelling ............................. 74
Regionaal ..................................... 74
S Selectie van frequentiebereik .......73
Smartphone .................................. 77
Telefoonweergave ....................79
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 79
Software bijwerken .......................70
Spraakherkenning ........................81
Stemherkenning ........................... 81
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 78
Systeeminstellingen...................... 70
T
Telefoon Algemene informatie .................84
Bluetooth ................................... 84
Bluetooth-verbinding .................85
Contacten .................................. 86
Een nummer invoeren ...............86
Functies tijdens het gesprek .....86
Hoofdmenu Telefoon ................86
Inkomend gesprek ....................86
Page 99 of 107

Basisbediening99Systeeminstellingen
Ga om het menu Systeeminstellingen weer te geven naar het startscherm
en selecteer :.
De volgende submenu's zijn beschik‐ baar:
● Display : Helderheid van het
scherm en bladersnelheid door
tekst aanpassen of het scherm
uitschakelen.
● Datum/tijd : De datum en de tijd
aanpassen.
● Systeem : De privacy-instellingen
voor bij oproepen aanpassen, het
systeem terugzetten op de
fabrieksinstellingen, de eenhe‐
den aanpassen en de systeem‐
informatie raadplegen.
● Talen : Systeemtaal wijzigen.
● Bluetooth : Een lijst met alle
gekoppelde apparaten weerge‐
ven.
● Audio : Snelheidsafhankelijke
volumeregeling en aanraakgelui‐
den activeren / deactiveren en
geluidsverdeling, ambience,
bass en treble aanpassen.
Page 101 of 107

Audio101momenteel beluisterde audiobron
onderbroken wanneer een FM-radio‐
zender verkeersberichten uitzendt.
Na afloop van de verkeersberichten
klinkt de audiobron weer.
Verkeersberichten kunnen worden geactiveerd of gedeactiveerd in de
radio-instellingen :.
RDS omschakelen
Als RDS omschakelen is ingescha‐
keld, stemt het Infotainmentsysteem
altijd af op de best te ontvangen
uitzendfrequentie van de momenteel
actieve radiozender.
RDS omschakelen kan worden geac‐
tiveerd of gedeactiveerd in de radio-
instellingen :.
Externe apparaten Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten naast het
Info-Display.
Wanneer een externe audiobron (via
USB of Bluetooth) wordt verbonden
en wordt geselecteerd als audiobron
verschijnen de volgende symbolen op het audioscherm:5:Afspelen onderbreken.4:Afspelen hervatten.n:De tracklist weergeven.*:De library (mappen, artiesten,
albums, afspeellijsten, songs)
weergeven.
In de library * kunnen de tracks
worden gesorteerd op artiest, album
enz.
Na het selecteren van een map in de
library * verschijnen alleen de
tracks uit de betreffende map op de
tracklist n.
De volgende afspeelfuncties kunnen
worden geactiveerd in de media-
instellingen ::
Herhalen:De tracks van de
huidige lijst herha‐
len.Willekeurige
volgorde:Tracks in willekeu‐
rige volgorde afspe‐
len.Audio-instellingen
Raak om de audio-instellingen aan te passen : op het audioscherm aan
en selecteer Audio instellingen . U
kunt de volgende instellingen aanpassen:
● Snelheidsafhankelijke volumere‐ geling activeren / deactiveren
● Aanraakgeluiden activeren / deactiveren
● Geluidsverdeling aanpassen ● Ambience, bass en treble aanpassen
Page 102 of 107

102SpraakherkenningSpraakherkenning
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op een smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van de smartphonefabrikant
om te controleren of de smartphone
deze functie ondersteunt.
Om de spraakdoorschakeling te
kunnen gebruiken moet de smart‐
phone zijn verbonden via Bluetooth
3 104.
Spraakherkenning activeren
Houd Y op het stuurwiel ingedrukt
totdat een spraakherkenningssessie
is gestart.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan ) op het bedieningspaneel
of druk de volumeknop op het stuur‐ wiel omhoog (hoger volume) Y of
omlaag (lager volume) Z.Spraakherkenning deactiveren
Druk op 6 op het stuurwiel. De
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
Page 103 of 107

Telefoon103TelefoonAlgemene aanwijzingen.............103
Bluetooth-verbinding ..................104Algemene aanwijzingen
Niet alle mobiele telefoons bieden volledige ondersteuning van de tele‐
foonfunctie van de auto. Daarom kan
het bereik aan hieronder beschreven
functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoonq:Oproepenlijst weergeven.r:Contacten weergeven.s:Nummerblok weergeven.t:Antwoordapparaat bellen als
er een voicemailnummer is
ingesteld.V:Een lijst met alle gekoppelde
apparaten weergeven.::Telefooninstellingen aanpas‐
sen.
Let op
Bij sommige mobiele telefoons
moeten mogelijk toestemmingen
voor contacten en gesprekslijsten
worden ingesteld wanneer u de
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbindt.
Bellen
U kunt bellen door een contact uit de
contacten te kiezen of door via het
nummerblok een telefoonnummer te
kiezen.
TelefooninstellingenGa voor het menu Telefooninstellin‐
gen naar het telefoonmenu en selec‐
teer :.
De volgende instellingen kunnen
worden aangepast:
● Inkomende gesprekken automa‐ tisch in de wacht zetten.
● Een voicemailnummer instellen.
Page 104 of 107

104TelefoonBluetooth-verbindingEen telefoon koppelen
Ga als volgt te werk om een mobiele
telefoon te koppelen:
1. Activeer Bluetooth op de mobiele telefoon en zorg dat deze voor
andere apparaten zichtbaar is.
2. Selecteer op het Info-Display Telefoon I Apparaten beheren .
3. Raak Toevoegen aan.
Het systeem zoekt naar mobiele
telefoons.
4. Selecteer de gewenste mobiele telefoon.
5. Selecteer het Infotainmentsys‐ teem uit de lijst met Bluetooth-apparaten op de mobiele tele‐
foon.
6. Vergelijk en bevestig de getoonde
code op de mobiele telefoon en op
het Info-Display. Tik op OK op het
Info-Display.
Eventueel verschijnt er een
nummerblok op het Info-Display. Voer de code die op de mobiele
telefoon verschijnt in.Bij sommige mobiele telefoons
moet u toegang hebben tot
bepaalde telefoonfuncties, volg
de instructies op.
7. Bepaal of de mobiele telefoon moet worden verbonden voor de
telefoonfunctie of voor het strea‐
men van muziek.
Zodra de mobiele telefoon is gekop‐
peld, wordt deze automatisch verbon‐ den en getoond als verbonden.
Als de mobiele telefoon wordt verbon‐
den voor de telefoonfunctie,
verschijnt a op de lijst met gekop‐
pelde apparaten.
Als de mobiele telefoon wordt verbon‐
den voor het streamen van muziek,
verschijnt p op de lijst met gekop‐
pelde apparaten.
Een mobiele telefoon
ontkoppelen en verbinden
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Bluetooth.
2. Raak om de momenteel verbon‐ den mobiele telefoon te ontkop‐
pelen de betreffende mobiele
telefoon aan en selecteer Ja.De mobiele telefoon wordt
ontkoppeld.
3. Raak om een andere gekoppelde mobiele telefoon te verbinden debetreffende mobiele telefoon aan
en selecteer Ja.
De mobiele telefoon wordt
verbonden.
Gekoppelde mobiele telefoon verwijderen
1. Selecteer in het telefoonmenu op het Info-Display Bluetooth I
Apparaten beheren .
2. Raak Verwijderen aan.
3. Selecteer de gewenste mobiele telefoon.
4. Raak Ja aan.
De mobiele telefoon wordt verwij‐
derd.