Spiegel OPEL GRANDLAND X 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 11 of 293

Kort en bondig9SpiegelverstellingBinnenspiegel
U verstelt de spiegel door het spie‐
gelhuis in de gewenste richting te
verplaatsen.
Spiegel met handmatige dimfunctie
3 40.
Spiegel met automatische dimfunctie
3 40.
Buitenspiegels
Kies de desbetreffende buitenspiegel
door de spiegelknop naar links of
naar rechts te duwen. Verstel de
desbetreffende spiegel met de vier‐
wegknop.
Bolle spiegels 3 38.
Elektrisch verstellen 3 38.
Inklapbare spiegels 3 38.
Buitenspiegelverwarming 3 39.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij
stilstaande auto en ontgrendeld
stuurslot verstellen.
Stoelpositie 3 47.
Contactslotstanden 3 141.

Page 13 of 293

Kort en bondig111Elektrisch bediende ruiten ....41
2 Buitenspiegels ......................38
3 Zijdelingse luchtroosters .....137
4 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht/groot
licht, grootlichtassistentie ....122
Omgevingsverlichting ......... 125
Parkeerlichten .....................123
Knoppen voor Driver
Information Center ..............103
5 Cruisecontrol ......................167
Snelheidsbegrenzer ............169
Verwarmd stuurwiel ..............82
6 Instrumenten ......................... 91
Bestuurdersinformatie‐
centrum ............................... 103
7 Bedieningselementen van
infotainment
8 Wis-/wasinstallatie
voorruit, wis-/
wasinstallatie achter ............. 82
9 Aan/Uit-knop ....................... 142
10 Luchtroosters .....................13711Alarmknipperlichten ...........121
12 Info-Display ........................ 105
13 Lichtsensor .......................... 117
Zonnesensor ....................... 131
14 Centrale vergrendeling .........24
15 Handschoenenkastje ...........70
16 Bedieningselementen
voor display ......................... 105
17 Verwarming en ventilatie ....128
18 USB-laadpoort .....................86
19 Elektrische aansluiting ..........86
20 Parkeerhulp,
geavanceerde parkeerhulp 185
Lane Departure Warning ...200
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 145
Elektronische stabiliteits‐
regeling en Traction Control 163
SPORT-modus .................... 166
21 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................158
Automatische
versnellingsbak ..................15522Elektrische parkeerrem .......160
23 Selective Ride Control ........165
24 Contactslot .......................... 141
25 Stuurwielverstelling ..............81
26 Claxon .................................. 82
27 Opbergruimte ........................ 70
28 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 224
29 Lichtschakelaar ..................116
Koplampverstelling ............118
Mistlampen /
mistachterlichten ................122
Instrumentenverlichting ......124

Page 17 of 293

Kort en bondig15KlimaatregelingAchterruitverwarmingVerwarmings- en ventilatiesysteem,
airconditioning
b indrukken om verwarming in te
schakelen.
Elektronische klimaatregeling (ECC)
b indrukken om verwarming in te
schakelen.
Achterruitverwarming 3 42.
Buitenspiegelverwarming Met b schakelt u ook de buitenspie‐
gelverwarming in.
Buitenspiegelverwarming 3 39.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
Verwarmings- en ventilatiesysteem,
airconditioning
● druk op à, de lucht wordt in de
richting van de voorruit geleid
● zet de draaiknop voor tempera‐ tuur £ in de hoogste stand
● schakel indien nodig de airco A/C in
● zet de aanjagersnelheid Z in de
hoogste stand
● schakel de achteruitverwarming b in

Page 19 of 293

Kort en bondig17Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Trap om de achteruitversnelling in te
schakelen bij een 6-traps versnel‐ lingsbak op het koppelingspedaal,
haal de ring onder de schakelhendel
omhoog en haal de hendel helemaal
naar links en naar voren.
Handgeschakelde versnellingsbak
3 158.
Automatische versnellingsbakP:parkeerstandR:achteruitversnellingN:vrij (neutraal)D:automatische modusM:handgeschakelde modus<:opschakelen]:terugschakelen
Automatische versnellingsbak
3 155.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● bandenspanning 3 242 en -staat
3 277
● motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 225
● alle ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar
● juiste positie van spiegels 3 38, stoelen 3 47 en veilig‐
heidsgordels 3 55
● werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige
remmen

Page 23 of 293

Sleutels, portieren en ruiten21Sleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 21
Sleutels ...................................... 21
Handzender ............................... 22
Elektronisch sleutelsysteem ......23
Centrale vergrendeling ..............24
Automatisch vergrendelen .........29
Kindersloten .............................. 29
Portieren ...................................... 30
Bagageruimte ............................ 30
Antidiefstalbeveiliging ..................35
Vergrendelingssysteem .............35
Diefstalalarmsysteem ................35
Startbeveiliging .......................... 37
Buitenspiegels ............................. 38
Bolle vorm ................................. 38
Elektrische verstelling ................38
Inklapbare spiegels ...................38
Verwarmde spiegels ..................39
Binnenspiegel .............................. 40
Handmatige dimfunctie ..............40
Automatische dimfunctie ...........40
Ruiten .......................................... 40
Voorruit ...................................... 40Elektrisch bediende ruiten .........41
Achterruitverwarming ................42
Voorruitverwarming ...................43
Zonnekleppen ............................ 44
Rolschermen ............................. 44
Dak .............................................. 44
Panoramadak ............................ 44Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 258.
Centrale vergrendeling 3 24.
Motor starten 3 143.
Handzender 3 22.
Elektronische sleutel 3 23.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Wiel verwisselen 3 249.

Page 24 of 293

22Sleutels, portieren en ruitenSleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Handzender
Voor het bedienen van de volgende
functies via de toetsen op de hand‐
zender:
● centrale vergrendeling 3 24
● vergrendelingssysteem 3 35
● diefstalalarmsysteem 3 35
● achterklep ontgrendelen en openen
● elektrisch bediende ruiten 3 41
● buitenspiegels in-/uitklappen 3 38
De handzender heeft een bereik van
maximaal 100 meter, maar dat kan
veel meer zijn door invloeden van
buitenaf. Brandende alarmknipper‐
lichten dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Batterij in handzender vervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.

Page 40 of 293

38Sleutels, portieren en ruitenLet op
De startbeveiliging vergrendelt de
portieren niet. De auto na het verla‐ ten altijd vergrendelen 3 24.
Schakel het diefstalalarmsysteem in
3 35.
Noodbediening van de elektronische
sleutel 3 142.Buitenspiegels
Bolle vorm Door de vorm van de spiegel lijken
voorwerpen kleiner dan ze zijn, waar‐ door afstanden moeilijker zijn in te
schatten.
Dodehoeksysteem 3 194.
Elektrische verstelling
Kies de desbetreffende buitenspiegel door de spiegelknop naar links of
naar rechts te duwen.
Beweeg daarna de knop om de spie‐ gel te verstellen.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.

Page 41 of 293

Sleutels, portieren en ruiten39Elektrisch inklappen
Trek de spiegelknop naar achteren.
Beide buitenspiegels klappen nu in.
Druk de spiegelknop nogmaals naar
achteren om de buitenspiegels weer
in hun oorspronkelijke stand te
zetten.
Als u een elektrisch ingeklapte spie‐
gel met de hand uitklapt, wordt bij het naar achteren trekken van de spie‐
gelknop alleen de andere spiegel
elektrisch uitgeklapt.
Automatisch uit-/inklappen
Bij het ontgrendelen van de auto
zwenken de spiegels naar hun
normale stand. Bij het vergrendelen
van de auto worden de spiegels inge‐
klapt.
Raadpleeg voor in- of uitschakelen
van automatisch inklappen van de
buitenspiegels een werkplaats.
Verwarmde spiegels
Om in te schakelen b indrukken.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Achterruitverwarming 3 42.

Page 42 of 293

40Sleutels, portieren en ruitenBinnenspiegel
Handmatige dimfunctie
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing verstellen.
Automatische dimfunctie
Verblinding &#39;s nachts door achterop‐
komend verkeer wordt automatisch
verminderd.
Ruiten
Voorruit
Stickers op de voorruit
Breng geen stickers, zoals tolvignet‐
ten of soortgelijke stickers, rondom
de achteruitkijkspiegel op de voorruit aan. Sensor vrijhouden van stof, vuil
en ijs. Anders kunnen de detectie‐
zone van de regensensor / lichtsen‐
sor en het zichtveld van de camera in
de spiegelbehuizing kleiner worden.
Sensoren 3 82, 3 117

Page 44 of 293

42Sleutels, portieren en ruitenKindersloten op
achterportierruiten
Druk V in om de achterste elektri‐
sche portierruiten te deactiveren; het
led-lampje licht op. Druk voor active‐
ring nogmaals op V.
Ruiten van de buitenzijde
bedienen
U kunt de ruiten op afstand van
buitenaf bedienen.
Houd e ingedrukt om de ruiten te slui‐
ten.
Laat de toets los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig gesloten zijn,
lichten de alarmknipperlichten twee‐
maal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 109.
Activeer de ruitelektronica als volgt: 1. Sluit de portieren.
2. Schakel het contact in.
3. Trek aan de schakelaar totdat de ruit gesloten is en blijf nog
2 seconden eraan trekken.
4. Duw tegen de schakelaar totdat de ruit helemaal is geopend en
blijf nog 2 seconden duwen.
5. Doe dit voor alle ruiten.
Achterruitverwarming
Samen met de buitenspiegelverwar‐
ming in te schakelen door het indruk‐
ken van b.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.

Page:   1-10 11-20 21-30 next >