OPEL INSIGNIA BREAK 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 81 of 341
Opbergen79
Til de afdekking achteraan en voor‐
aan omhoog.
Verwijder het deksel.
De afdekking plaatsen
Steek de hoedenplank in de zijgelei‐ ders en klap deze omlaag. Bevestig
de spanbanden aan de achterklep.
Sports Tourer, Country Tourer
Rolscherm sluiten
Trek het rolscherm aan de handgreep
naar achteren en omhoog tot het
vastklikt in de houders aan de zijkant.
Rolscherm openen
Trek de rolschermhendel naar
achteren en omlaag. Deze rolt auto‐
matisch op.
Rolscherm openen in laadstand
Druk op de rolschermhendel.
De achterkant van het rolscherm
wordt automatisch naar boven geleid.
Page 82 of 341
80OpbergenRolscherm verwijderen
Open het rolscherm.
Trek de ontgrendelingshendel aan de rechterkant omhoog en houd deze
vast. Til het rolscherm eerst aan de
rechterzijde op en verwijder het uit de
houders.
Rolscherm plaatsen
Steek de linkerkant van het rolscherm in de uitsparing en trek de ontgrende‐
lingshefboom omhoog.
Steek de rechterkant van het
rolscherm in de uitsparing en klik
deze vast.
Vloerafdekking
bagageruimte
Grand Sport
De vloerplaat van de bagageruimte
kan worden verwijderd. Til de plaat aan de lus omhoog en verwijder deze.
Sports Tourer, Country Tourer De vloerplaat van de bagageruimte
kan worden verwijderd. Til de plaat
aan de lus omhoog en verwijder deze.
Trek aan de handgreep en klap het
achterste deel van de afdekking naar voren.
Page 83 of 341
Opbergen81Plaats de opgevouwen afdekking
achter de rugleuning van de achter‐
bank.
Opbergruimte achter
Opbergvak
In de bagageruimte bevindt zich een
opbergvak. Verwijder de klep om bij
het opbergvak te komen.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
FlexOrganizer Het bagagerailsysteem is een
beweegbaar systeem om items vast
te zetten op de bagageruimte zodat
ze niet verschuiven.
Sledes in de rail monteren
Steek sledes in de rails op de baga‐
geruimtevloer. Gebruik daarbij de
uitsparing in de rail en druk bij het erin steken op de knop op de slede.
Page 84 of 341
82OpbergenGebruik de sjorogen
Druk op de knop op een slede en
schuif deze in de gewenste stand.
Klap de sjorogen omhoog om ze te kunnen gebruiken.
Demonteren
Klap de sjorogen neer. Druk op de knop op een slede en verwijder deze
via de uitsparing van de rail.
Veiligheidsnet
Het veiligheidsnet kan achter de
zitplaatsen achterin worden aange‐
bracht. Als de rugleuningen van de
zitplaatsen achterin zijn opgeklapt,
kan het veiligheidsnet achter de voor‐
stoelen worden aangebracht.
Het is niet toegestaan om personen
achter het veiligheidsnet te vervoe‐
ren.
Achter de achterbank
Monteren
● Steek de cassette in houders aan
de linker- en rechterkant. Let op
de L (linkerkant) en R (rechter‐
kant) op de cassette als hulpmid‐
del bij de montage.
Draai de cassette iets naar voren
totdat de pijlen naar elkaar
wijzen, om de cassette te
vergrendelen.
● Trek de stang van het veilig‐ heidsnet uit de cassette. Hang de
stang van het veiligheidsnet in de montageopening aan één kant
van het dakframe en klik deze
vast. Druk de stang in elkaar,
hang deze in de andere kant en
klik deze daar ook vast.
Verwijder de bagageruimte-afdek‐
king 3 78
Demonteren ● Verwijder één kant van de stang veiligheidsnet uit de montageo‐
pening door deze in elkaar te
Page 85 of 341
Opbergen83drukken. Verwijder de andere
kant van de stang veiligheidsnet
uit de montageopening.
● Rol het veiligheidsnet op.
● Draai de cassette iets naar achteren om deze te ontgrende‐
len en uit de houders te halen.
Achter de voorstoelen
Monteren
● Hang de stang van het veilig‐ heidsnet in de montageopening
aan één kant van het dakframe
en klik deze vast. Druk de stang
in elkaar, hang deze in de andere
kant en klik deze daar ook vast.
Trek de stang van het veilig‐
heidsnet uit de cassette.
● Bevestig de cassette van het veiligheidsnet met de haken in de
sjorogen in de vloer vóór de
zitplaatsen achterin. Druk de
haken in de geperforeerde delen
aan beide zijden van de vloer‐
plaat in om bij de sjorogen te
komen.
● Beide banden spannen door aan
het losse eind te trekken.
● Duw de hoofdsteunen omlaag en
klap de rugleuningen van de
achterbank neer 3 75.
Page 86 of 341
84OpbergenDemonteren
●Trek aan beide zijden aan de flap
bij de spanner om de spanning
van de banden te halen.
● Verwijder één kant van de stang veiligheidsnet uit de montageo‐
pening door deze in elkaar te
drukken. Verwijder de andere
kant van de stang veiligheidsnet uit de montageopening.
● Rol het veiligheidsnet op.
● Haal de haken uit de sjorogen.
Gevarendriehoek
Grand Sport
Leg de gevarendriehoek in de ruimte
achterin de bagageruimte.
Sports Tourer, Country Tourer
Berg de gevarendriehoek op met de
bevestigingsbanden van het plaat‐
werk achterklep binnen.
Page 87 of 341
Opbergen85Verbanddoos
Grand Sport
Berg de verbanddoos aan de rechter‐
kant van de bagageruimte op en zet
deze vast met de band.
Sports Tourer, Country Tourer
Berg de verbanddoos op met de
bevestigingsbanden van het plaat‐
werk achterklep binnen.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken. Neem
contact op met uw werkplaats voor
meer informatie.
Dakdrager monteren
Grand Sport
Open alle portieren.
De bevestigingspunten zitten aan weerskanten in de portieropeningen.
Page 88 of 341
86OpbergenZet de dakdrager volgens de
montage-instructies vast.
Dakdrager wegnemen als deze niet
wordt gebruikt.
Sports Tourer, Country Tourer
De bevestigingspunten zitten aan
weerskanten in de dakrails.
Zet de dakdrager volgens de bij de
dakdrager geleverde montage-
instructies vast.
Dakdrager wegnemen als deze niet
wordt gebruikt.
Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Zorg dat de rugleuningen
goed vastklikken. D.w.z. dat de
rode merktekens dichtbij de
ontgrendelingshendel aan de
zijkant mogen niet meer zicht‐
baar mogen zijn. Bij stapelbare
voorwerpen de zwaarste voor‐
werpen onderop leggen.
● Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 81.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om glijden
tegen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hendel en de bewegingsvrijheid van de bestuurder niet belemme‐ ren. Geen losse voorwerpen inhet interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.
Page 89 of 341
Opbergen879Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 299) en
het EU-leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 100 kg.
De dakbelasting is de som van het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.
Page 90 of 341
88Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................89
Stuurwielverstelling ...................89
Stuurbedieningsknoppen ...........89
Verwarmd stuurwiel ...................90
Claxon ....................................... 90
Wis- en wasinstallatie voorruit ...90
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 92
Buitentemperatuur .....................93
Klok ........................................... 93
Elektrische aansluitingen ...........95
Inductief opladen .......................96
Asbakken ................................... 97
Waarschuwingslampen, meters en controlelampjes .......................98
Instrumentengroep ....................98
Snelheidsmeter .......................103
Kilometerteller ......................... 104
Dagteller .................................. 104
Toerenteller ............................. 105
Brandstofmeter ........................105
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ........................................... 106
Service-display ........................ 106Controlelampen .......................107
Richtingaanwijzers ..................107
Gordelverklikker ......................108
Airbag en gordelspanners .......108
Airbag-deactivering .................109
Laadsysteem ........................... 109
Storingsindicatielamp ..............109
Rem- en koppelingssysteem ...109
Elektrische handrem ................109
Elektrische handrem defect .....110
Antiblokkeersysteem (ABS) .....110
Schakelen ................................ 110
Afstand tot voorligger ..............110
Lane keep assist .....................110
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............111
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..111
Traction Control-systeem UIT . 111
Koelvloeistoftemperatuur .........111
Voorverwarming ......................111
AdBlue ..................................... 111
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 112
Motoroliedruk ........................... 112
Te laag brandstofpeil ...............112
Startbeveiliging ........................112
Rijverlichting ............................ 113
Grootlicht ................................. 113
Grootlichtassistentie ................113LED-koplampen .......................113
Mistlamp .................................. 113
Mistachterlicht ......................... 113
Cruise control .......................... 113
Adaptieve cruise control ..........113
Voorligger gedetecteerd ..........113
Voetgangersdetectie ...............114
Snelheidsbegrenzer ................114
Verkeersbordherkenning .........114
Portier open ............................. 114
Displays ..................................... 114
Driver Information Center ........114
Info-Display ............................. 122
Head-updisplay .......................124
Boordinformatie ......................... 127
Geluidssignalen .......................127
Batterijspanning .......................128
Persoonlijke instellingen ............129
Telematicaservice ......................134
OnStar ..................................... 134