OPEL MOKKA X 2018.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 11 of 267

Kort en bondig9Buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolronde buitenspiegels 3 33.
Elektrisch verstellen 3 33.
Inklapbare buitenspiegels 3 33.
Verwarmbare buitenspiegels 3 34.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 47.
Contactslotstanden 3 141.

Page 12 of 267

10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel

Page 13 of 267

Kort en bondig111Centrale vergrendeling .........24
2 Elektrisch bediende ruiten ....35
3 Buitenspiegels ......................33
4 Lichtschakelaar ...................119
5 Cruisecontrol ....................... 161
Snelheidsbegrenzer ............163
Frontaanrijdingswaar‐ schuwing ............................. 165
6 Zijdelingse luchtroosters .....136
7 Richtingaanwijzers ..............126
Lichtsignaal ......................... 121
Groot licht en dimlicht .........120
Knoppen voor Driver
Information Center ..............100
8 Instrumenten ......................... 85
9 Stuurbedieningsknoppen .....78
10 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers ...................79
Achterruitwisser, achter‐
ruitsproeier ............................ 81
11 Middelste luchtroosters .......136
12 Status-led alarmsysteem .....31
13 Info-Display ........................ 10414Bedieningselementen
voor display ......................... 104
15 Handschoenenkastje ...........59
16 Systeem voor
gecontroleerde afdaling ........96
Brandstofkeuzeschakelaar ...87
Stop/Start-systeem .............145
17 Verwarming en ventilatie ....131
18 Elektronische stabiliteits‐
regeling (ESC) ....................160
19 Controlelampje airbag-
deactivering .......................... 95
20 Opbergruimte voor ................60
Stroomaansluiting .................84
USB-poort, AUX-aansluiting
21 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................156
Keuzehendel,
automatische
versnellingsbak ..................152
22 Handrem ............................. 158
23 Alarmknipperlichten ...........12624Parkeerhulp ........................ 168
Lane Departure Warning ....175
25 Contactslot met stuurslot ...141
Aan/Uit-knop ....................... 141
26 Claxon .................................. 79
Bestuurdersairbag ...............50
27 Stuurwiel instellen ................78
28 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 191
29 Opbergruimte voor ................60
Zekeringenkast ..................205

Page 14 of 267

12Kort en bondigRijverlichting
Draai aan de lichtschakelaar:
m:verlichting uit8:zijmarkeringslichten9:dimlicht
Automatisch dimlicht
AUTO:automatische verlichting:
rijverlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm:activering of deactivering
van de automatische
verlichting8:zijmarkeringslichten9:dimlicht
Mistlampen
Druk op de lichtschakelaar:
>:mistlampenø:mistachterlicht
Verlichting 3 119.
Lichtsignaal, groot licht en
dimlichtlichtsignaal:hendel naar u toe
trekkengroot licht:hendel van u af
duwendimlicht:hendel van u af
duwen of naar u
toe trekken
Automatische verlichting 3 120.
Groot licht 3 120.
Lichtsignaal 3 121.
Adaptief rijlicht (AFL) 3 123.

Page 15 of 267

Kort en bondig13Richtingaanwijzershendel omhoog:rechter richting‐
aanwijzerhendel omlaag:linker richtingaan‐
wijzer
Richtingaanwijzers 3 126.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 126.
Claxon
j indrukken.

Page 16 of 267

14Kort en bondigWis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalwissen of automatisch
wissen met regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwissers 3 79.
Wisserblad vervangen 3 197.
Wis-/wasinstallatie voor
Trek de hendel naar u toe.
Wis-/wasinstallatie voor 3 79.
Sproeiervloeistof 3 195.
Achterruitwisser
Druk de wipschakelaar in om de
achterruitwisser aan te zetten:
schakelaar
boven:continue werkingschakelaar
onder:onderbroken
werkingmiddenstand:uit

Page 17 of 267

Kort en bondig15Achterruitsproeier
Duw de hendel van u af.
Er wordt sproeiervloeistof op de
achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser maakt enkele slagen.
Wis- / wasinstallatie achterruit
3 81.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit,
verwarmbare buitenspiegels
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 36.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
V indrukken.
Stel de temperatuur in op de hoogste stand.
Verwarmbare achterruit Ü aan.
Klimaatregelingen 3 131.

Page 18 of 267

16Kort en bondigVersnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Als de versnelling niet kan worden
ingeschakeld, laat dan de koppeling
opkomen met de hendel in de
neutrale stand, trap opnieuw op de
koppeling en schakel opnieuw.
Handgeschakelde versnellingsbak 3 156.
Automatische versnellingsbakP:parkeerstandR:achteruitversnellingN:neutrale standD:rijstand
Handgeschakelde modus: Zet de
keuzehendel in M.
<:hogere versnelling]:lagere versnelling
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer het contact is ingeschakeld
en u het rempedaal intrapt. Om P of
R in te schakelen, drukt u op de
ontgrendelknop.
Automatische versnellingsbak
3 152.

Page 19 of 267

Kort en bondig17Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning en - staat 3 210, 3 247.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 192.
● Ruiten, spiegels, buitenverlich‐ ting en kentekenplaat: vrij van
vuil, sneeuw of ijs en gebruiks‐
klaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐ len en veiligheidsgordels 3 33,
3 40, 3 45.
● Werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige
remmen.Motor starten
● Contactsleutel: zet de sleutel in stand 2.
Aan/Uit-knop: druk gedurende
enkele seconden op
Engine Start/Stop tot het groene
led-lampje brandt.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Handgeschakelde versnellings‐ bak: koppelings- en rempedaal
intrappen.
● Automatische versnellingsbak: trap het rempedaal in en zet de
keuzehendel in P of N.
● Trap het gaspedaal niet in.
● Dieselmotoren: wacht tot het controlelampje ! voor voorver‐
warming dooft.
● Contactslot: draai de sleutel naar
stand 3 en laat deze los.
Aan/Uit-knop: druk op
Engine Start/Stop en laat deze
los.
Motor starten 3 143.

Page 20 of 267

18Kort en bondigStop/Start-systeem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en bepaalde voorwaarden zijn
vervuld, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Zet de keuzehendel in N.
● Laat het koppelingspedaal los.
Een Autostop wordt door de naald
aangegeven op de AUTOSTOP-
stand in de toerenteller.
Om de motor te herstarten moet u het
koppelingspedaal opnieuw bedienen.
Stop-startsysteem 3 145.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Trek altijd de handrem aan. Schakel de handrem in zonder
de ontgrendelingsknop in te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
mogelijk. Trap tegelijkertijd het
rempedaal in om minder kracht
nodig te hebben.
● Zet de motor af.
● Wanneer de auto vlak of op een
oplopende helling staat, dan
vóór het verwijderen van de
contactsleutel de eerste
versnelling inschakelen of de
keuzehendel in stand P zetten.
Op een oplopende helling
bovendien de voorwielen van
de stoeprand wegdraaien.
Wanneer de auto op een aflo‐ pende helling staat, dan vóór
het verwijderen van de contact‐
sleutel de achteruitversnelling
inschakelen of de keuzehendel in stand P zetten. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand
toedraaien.
● Sluit de ramen en het schuif‐ dak.
● Trek de contactsleutel uit het contactslot. Bij auto&#39;s met auto‐
matische versnellingsbak kan de sleutel alleen worden verwij‐
derd met de keuzehendel in
stand P.
Stuurwiel verdraaien totdat het
stuurslot merkbaar vergrendelt.
● Vergrendel de auto met e op de
handzender.
Activeer het alarmsysteem
3 31.
● Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in
werking treden 3 191.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 270 next >