OPEL MOVANO_B 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 171 of 205
Verzorging van de auto169
Achterste sleepoog alleen gebruiken
om de auto weg te slepen en niet om
deze te bergen.Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten kun‐ nen de auto beschadigen.
Verzorging van uiterlijk
Verzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet.
Ontdooimiddelen alleen in dringende
gevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐
tend werken en de werking van de sloten belemmeren. Laat de sloten na gebruik van ontdooimiddelen op‐
nieuw smeren door een werkplaats.
Wassen
Het lakwerk van de auto staat bloot
aan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Vogeluitwerpselen, dode insecten,
boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.Bij een bezoek aan een wasstraat, de aanwijzingen van de exploitant opvol‐
gen. Voorruitwissers moeten uitge‐
schakeld zijn. Antenne en accessoi‐
res op de buitenkant van de auto zoals een dakdragersysteem verwij‐
deren.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende por‐
tieren, achterklep en motorkap en de gebieden die erdoor bedekt worden
reinigen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van 4 tot 9.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Laat de scharnieren van alle portieren smeren door een werkplaats.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Page 172 of 205
170Verzorging van de auto
Daarna de auto grondig afspoelen enafzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten ver‐
schillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren
het zicht.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Rijverlichting De glazen van de koplampen en de
andere lampen zijn gemaakt van
kunststof. Geen schurende, bijtende
of agressieve middelen of ijskrabbers
gebruiken en ze niet droog reinigen.
Polijsten en in de was zetten Zet de auto regelmatig in de was (ui‐terlijk wanneer het water geen drup‐peltjes meer vormt) Anders zal het
lakwerk uitdrogen.
Polijsten is alleen nodig als de laklaag mat geworden is of aanslag vertoont.
Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.Kunststof carrosseriedelen mogen niet met autowas of polijstmiddelen
worden behandeld.
Ruiten en ruitenwisserbladen
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en in‐
sectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een ijskrabber met een scherpe rand ge‐
bruiken. Ijskrabber stevig tegen de
ruit drukken, zodat er geen vuil onder de krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Wisserbladen die strepen trekken,
met een zachte doek en een ruiten‐
reiniger reinigen.
Velgen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐
zelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.
Lakschade
Geringe lakschade voordat er roest‐ vorming optreedt met een lakstift her‐
stellen. Grotere lakschade of roest‐
vorming door een werkplaats laten
herstellen.
Onderstel
Sommige delen van de bodemplaat
zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende was‐
laag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten controleren en zo nodig een nieuwewaslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen kun‐
nen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de be‐
schermende waslaag laten controle‐
ren.
Page 173 of 205
Verzorging van de auto171
TrekhaakKogelstang niet met een stoom- ofhogedrukreiniger reinigen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig lederen bekleding met zuiver
water en een zachte doek. Gebruik
een reinigingsmiddel voor leder als
de bekleding erg vuil is.
De instrumentengroep en de displays
alleen met een vochtige doek reini‐
gen. Gebruik zo nodig water en milde
zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name oplichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo nodig een interieurreiniger gebruiken.
Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
Page 174 of 205
172Service en onderhoudService en onderhoudAlgemene informatie..................172
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐
middelen en onderdelen ............173Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar
in de werkplaats.
Servicedisplay 3 77.
Motoraanduiding 3 176.
Europese service-intervallen - uitgezonderd Bus
Onderhoud van uw auto is nodig om de 40.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.Europese service-intervallen -
alleen Bus Onderhoud van uw auto is nodig om
de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:
Andorra, België, Denemarken, Duits‐
land, Engeland, Estland, Finland,
Frankrijk, Griekenland, Hongarije,
Ierland, IJsland, Israël, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen,
Luxemburg, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië,
Slowakije, Spanje, Tsjechische Re‐
publiek, Zweden, Zwitserland.
Service-intervallen Roemeniëen Bulgarije
Onderhoud van uw auto is nodig om de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij anders aangegeven op het service-
display.
Page 175 of 205
Service en onderhoud173
Service-intervallen Rusland,
Oekraïne en Turkije Onderhoud van uw auto is nodig om
de 20.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij anders aangegeven op het service-
display.
Internationale service-
intervallen
Onderhoud van uw auto is nodig om
de 15.000 km of na 1 jaar, afhankelijk
van wat zich het eerst voordoet, tenzij
anders aangegeven op het service-
display.
De internationale service-intervallen
gelden voor de volgende landen:
Albanië, Bosnië-Herzegovina, Cy‐
prus, Kosovo, Macedonië, Malta,
Montenegro, Servië, Zuid-Afrika.
Registraties Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de uit‐
voerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Servicedisplay De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
De Service-display, in het Driver In‐
formation Center, geeft de volgende
onderhoudsbeurt aan. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Servicedisplay 3 77.
Peilsensor motorolie 3 77.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.Schade als gevolg van het gebruikvan producten die niet voldoen aan
deze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
Page 176 of 205
174Service en onderhoud
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale bescherming
voor dieselmotoren. Als deze niet ver‐ krijgbaar is, gebruikt u motoroliën van
een van de andere vermelde kwalitei‐
ten.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 178.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliekwaliteit en -vis‐ cositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
ACEA A1/B1 of alleen A5/B5-kwaliteit
is verboden, omdat deze in bepaalde
omstandigheden langdurige motor‐
schade kan veroorzaken.Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 178.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitsindexen
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt aangeduid met
twee getallen, bijv. SAE 5W-30. Het
eerste getal, gevolgd door een W,
duidt de lage temperatuurviscositeit
aan en het tweede getal de hoge tem‐ peratuurviscositeit.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐ temperatuur 3 178.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hogere omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik alleen voor de auto goedge‐
keurde long life coolant (LLC) anti-
vries, raadpleeg een werkplaats.Het systeem wordt af fabriek gevuld
met koelvloeistof die een uitstekende
corrosiebescherming biedt en vorst‐
bestendig is tot ca. –28 °C. Deze con‐ centratie het gehele jaar in stand hou‐
den. Extra koelvloeistofadditieven die
bedoeld zijn om extra corrosiebesten‐ digheid te bieden of om kleine lekken
te dichten kunnen functiestoringen
veroorzaken. Aansprakelijkheid voor
eventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven wordt niet aanvaard.
Remvloeistof
Gebruik uitsluitend DOT4+ remvloei‐
stof die voor de auto is goedgekeurd; raadpleeg een werkplaats.
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Remvloeistof moet worden opgesla‐
gen in een afgesloten verpakking om
absorptie van vocht tegen te gaan.
Verontreiniging van de remvloeistof
voorkomen.
Page 177 of 205
Technische gegevens175Technische gegevensVoertuigidentificatie...................175
Autogegevens ............................ 178Voertuigidentificatie
Voertuigidentificatienum‐
mer
Het voertuigidentificatienummer
(VIN) is zichtbaar door de voorruit.
Het VIN staat ook onder een uitneem‐
bare kunststof afdekking in de dorpel‐ lijst rechtsvoor. Klik de afdekkingen
los met een platte schroevendraaier
om erbij te kunnen komen.
Page 178 of 205
176Technische gegevensTypeplaatje
Het typeplaatje zit op de deurstijl aan
de rechterzijde.
Gegevens op het typeplaatje 1)
:
1=Voertuigidentificatienummer2=Toegelaten totaal voertuigge‐
wicht in kg3=Toegelaten totaal treingewicht
in kg4=Maximale toegelaten belading
van de vooras in kg5=Maximale toegelaten belading
van de achteras in kg6=Afwerkingscode7=Technische specificaties van
auto, inclusief: Autolakcode,
uitrustingsvariant en type auto8=Extra uitrustingsspecificatie9=Productienummer10=Binnenafwerkingscode
De som van de voor- en achterasbe‐
lasting mag niet groter zijn dan het
maximale totaalgewicht van de auto.
Indien bijv. de vooras maximaal wordt
belast, mag de achteras slechts met
een gewicht worden belast dat gelijk
is aan het maximaal toelaatbare to‐
taalgewicht verminderd met de voor‐
asbelasting.
Deze technische gegevens zijn sa‐
mengesteld volgens EU-normen. Wij‐
zigingen voorbehouden. Specifica‐
ties in de voertuigdocumenten preva‐
leren altijd boven die in deze handlei‐ ding.
Motoraanduiding en
motornummer In het cilinderblok van de motor ge‐
ponst en op een etiket dat op de af‐
dekking van de distributieketting is bevestigd, afhankelijk van de variant.
1) Het typeplaatje op uw auto kan verschillen van dat van de getoonde illustratie.
Page 179 of 205
Technische gegevens177Motor-IDDe tabellen met technische gegevens
bevatten de code van de motor-ID.
Motorgegevens 3 179.
Voor het bepalen van de betreffende
motor kunt u de EEG-conformiteits‐
verklaring die bij uw auto is geleverd, of andere landelijke registratiedocu‐
menten raadplegen.
Page 180 of 205
178Technische gegevensAutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Vereiste motoroliekwaliteitMotoroliekwaliteitdexos 2✔
Indien dexos-kwaliteit niet voorhanden is, maximaal 1 liter motorolie van het type ACEA C3 gebruiken (slechts eenmaal tussen elke olieverversing).
Indien dexos-kwaliteit op overzeese markten niet voorhanden is, mag u olie van de onderstaande types gebruiken:
MotoroliekwaliteitGM-LL-A/B-025✔ACEA A3/B4
dieselmotoren zonder DPF✔ACEA C3
dieselmotoren met DPF✔
Motorolieviscositeitsindexen
Omgevingstemperatuurtot -25 °CSAE 5W-30 of SAE 5W-40onder -25 °CSAE 0W-30 of SAE 0W-40