OPEL VIVARO B 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 181 of 247
Verzorging van de auto179accu hoeft niet te worden ontkop‐
peld voordat u de hoofdaccu ontkop‐ pelt of voordat u starthulpkabelsgebruikt.
De polen zijn geschikt voor extra
elektrische verbruikers tot maximaal
50 A.
Starthulp gebruiken 3 205.
Dieselbrandstoffilter Het dieselbrandstoffilter is toeganke‐
lijk vanaf de onderkant van de auto.
Bij elke olieverversingsbeurt water‐
resten uit het filter aftappen.
Opvangbak onder het filterhuis plaat‐
sen. Kartelboutje aan de onderkant
van het filter ongeveer één slag
losdraaien om het water af te tappen.
Het filter is afgetapt zodra er diesel‐
brandstof zonder water verschijnt.
Schroef weer aanhalen.
Dieselbrandstoffilter met kortere
intervallen controleren als de auto dienstdoet in buitengewone omstan‐
digheden.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Als de tank is leeggereden moet het
dieselbrandstofsysteem worden
geventileerd of ontlucht.
Bijtanken en als volgt te werk gaan:Met de contactsleutel
● Het contact gedurende vijf seconden per keer inschake‐len (sleutel in stand 2).
● Contact gedurende drie seconden uitschakelen
(sleutel in stand 1).
● Dit meerdere malen herhalen. ● Motor starten (sleutel in stand 3)
en weer uitschakelen (sleutel in
stand 0).
Contactslotstanden 3 136.
Page 182 of 247
180Verzorging van de autoMet aan/uit-knop
● Steek de elektronische sleutel inde kaartlezer.
● Druk op START/STOP maar trap
geen enkel pedaal in.
● Wacht enkele minuten alvorens de motor te starten.
Aan/Uit-knop 3 136.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.
Motor starten 3 138.
Wisserblad vervangen
Wisserbladen voorruit
Zet vóór het vervangen van de
wisserbladen de wisserhendel in de
onderhoudsstand (mits aanwezig).
Voorruitenwissers/-sproeiers 3 88.
Til de ruitenwisser op, druk op de
knop om het wisserblad los te maken en verwijder dit.
Maak een nieuw wisserblad in een
lichte hoek vast aan de wisserarm en
druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op, druk de borg‐
nokken bij elkaar om het wisserblad
los te maken en neem het omhoog
weg.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Bij het aanbrengen van een nieuw
wisserblad ervoor zorgen dat het
goed vastzit.
Page 183 of 247
Verzorging van de auto181Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐ lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Lampcontrole Schakel het contact na het vervangen van een lamp in en bedien en contro‐
leer de lichten.
Koplampen
Grootlicht en dimlicht Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
1. Beschermkap verwijderen door deze linksom te draaien.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Borgclip (zie afbeelding) losma‐ ken en lamp verwijderen.
4. Lamp vervangen en borgclip aanbrengen en erop letten dat de
lamp in de juiste stand worden
aangebracht.
5. Sluit de kabelboomstekker weer aan en breng de beschermkap
aan.
Zijmarkeringslichten/dagrijlicht
1. Beschermkap verwijderen door deze linksom te draaien.
2. Maak de borgclips los en haal de lamphouder uit het reflectorhuis.
3. Lamp vervangen.
4. Breng de lamphouder aan in het reflectorhuis en klik de borgclips
vast.
5. Koplampafdekking aanbrengen.
Page 184 of 247
182Verzorging van de autoDagrijlicht met LED'sDe dagrijlichten bestaan uit LED's die
niet kunnen worden vervangen.
Neem bij een defecte LED contact op met een werkplaats.
Mistlampen
Lamp van mistlampen voor van onder
de auto benaderen.
1. Borgclip links op de auto losma‐ ken en afdekkap openen.
Verwijder rechts op de auto de
twee schroeven en de borgclips
om de afdekkap te verwijderen.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Draai de lamphouder linksom eruit en verwijder de lamp.
4. Vervang de lamp en breng de lamphouder aan.
5. Kabelboomstekker weer aanslui‐ ten.
6. Sluit links op de auto de afdekkap.
Breng rechts op de auto de afdek‐ kap aan en draai de
twee schroeven weer erin.
Richtingaanwijzers vooraan1. Lamphouder uit reflectorhuis verwijderen door linksom te
draaien.
2. Lamp vervangen.
3. Lamphouder in reflectorhuis monteren.
Achterlichten
Remlichten, achterste
richtingaanwijzers en
achterlichten
Open de achterdeuren / achterklep
om bij de achterlichten te komen.
Page 185 of 247
Verzorging van de auto183
1. Draai de drie bouten eruit (metbehulp van het meegeleverde
gereedschap).
2. Lamphuis voorzichtig uit borgpen‐
nen aan de buitenzijde trekken en
verwijderen.
3. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.4. Draai de lamphouder linksom omdeze van de lamp te scheiden.
5. Lamp vervangen.
6. Duw de lamphouder bij het aanbrengen in de lamp en draai
deze vervolgens rechtsom vast.
7. Sluit de kabelboomstekker weer aan op het lamphuis en controleerof deze goed zit.
8. Plaats het lamphuis in de oorspronkelijke stand terug en
controleer of het goed op de borg‐ pennen vastzit.
9. Draai de drie bouten weer erin.
Zijrichtingaanwijzers
1. Haal de lamp als geheel uit het spatbord door de clips met een
geschikt gereedschap in te druk‐
ken en de lamp uit de opening te
tillen.
2. Lamphouder linksom draaien, uit lamphuis verwijderen en lamp
vervangen.
3. Lamphouder in lamphuis terug‐ plaatsen en lamphuis weer in
opening monteren.
Page 186 of 247
184Verzorging van de autoDerde remlicht
Achterdeuren 1. Open de achterdeuren.
2. Verwijder de twee bouten vanaf de binnenkant van de achterdeu‐
ren.
3. Verwijder de lamphouder vanaf de buitenkant van de auto door de
clips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de twee bouten weer aanbrengen.
Achterklep 1. Open de achterklep.2. Draai de twee bouten uit de achterklep.
Page 187 of 247
Verzorging van de auto1853. Verwijder de lamphouder vanafde buitenkant van de auto door declips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de twee bouten weer aanbrengen.
Achteruitrijlichten
1. Draai de twee bouten eruit (met het meegeleverde gereedschap)
en verwijder het lamphuis.
2. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.
3. Lamphouder linksom draaien omdeze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Onderste lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Kabelboomstekker weer op lamp‐
huis aansluiten.
7. Monteer het lamphuis met de twee bouten.
Kentekenverlichting H1 hoogte dak1. Lamp eruit wrikken met een platte
schroevendraaier.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Lens loswrikken om de clips los te
maken.
4. Lamp vervangen.
5. Breng het glas aan en sluit de kabelboomstekker weer aan.
6. Breng de lamp weer in de behui‐ zing aan.
Page 188 of 247
186Verzorging van de autoH2 hoogte dak
1. De twee schroeven verwijderen(met het bijgeleverde gereed‐
schap) om de lens eraf te halen.
2. Lamp vervangen.
3. Lens in behuizing zetten en de twee schroeven weer aanbren‐
gen.
Mistachterlicht
1. Draai de twee bouten eruit (met het meegeleverde gereedschap)
en verwijder het lamphuis.
2. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.
3. Lamphouder linksom draaien om deze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Bovenste lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Kabelboomstekker weer op lamp‐
huis aansluiten.
7. Monteer het lamphuis met de twee bouten.
Binnenverlichting
Interieurverlichting voor en achter
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips en de steller.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Page 189 of 247
Verzorging van de auto187Laadruimteverlichting
1. Maak het glas met een platteschroevendraaier compleet los
van de clips.
2. Achterste afdekking op lamphuis verwijderen.
3. Lamp vervangen.
4. Achterste afdekking en lamphuis aanbrengen.
Verlichting handschoenenkastje
1. Lens compleet verwijderen meteen platte schroevendraaier.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Instrumentenverlichting
Lampen door een werkplaats laten
vervangen.
Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
● links op het instrumentenpaneel, achter het afwerkingspaneel
● in de motorruimte, naast de accu
Let op
De zekeringenkast in motorruimte is alleen toegankelijk voor werkplaats‐
monteurs.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Er zitten verschillende typen zekerin‐
gen in de auto.
Page 190 of 247
188Verzorging van de auto
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Het wordt geadviseerd altijd een
volledige set zekeringen mee te
nemen. Dergelijke reservezekerin‐
gen kunnen in de zekeringenkast
worden bewaard.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Let op
Het is mogelijk dat niet alle in deze
gebruikershandleiding beschreven
zekeringenkasten op uw auto
aanwezig zijn. Raadpleeg het zeke‐
ringenkastlabel indien aanwezig.
Zekeringtrekker
Op het deksel van de zekeringenkast instrumentenpaneel kan een zeke‐
ringtrekker zitten.