PEUGEOT 108 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 180

19
Buitentemperatuur
In bepaalde situaties wordt de buitentemperatuur
niet of pas na enige tijd weergegeven, met name:
-
a
ls de auto stilstaat of met een zeer lage
snelheid rijdt (lager dan ongeveer 25
km/h,
-
a

ls de temperatuursverschillen groot zijn (in-
of uitrijden van een garage of een tunnel enz.),
-

t
ijdens zeer korte ritten (korter dan ongeveer
2


minuten).
Dimmer verlichting
Met deze functie kunt u tijdens ritten in het donker
b epaalde delen van de dashboardverlichting
uitschakelen zodat uw ogen minder snel vermoeid
raken.
Deze functie werkt uitsluitend als de
parkeerlichten branden.
F

H
oud zodra het menu "Dimmer
dashboardverlichting" wordt weergegeven
een van de toetsen " DISP" ingedrukt om de
instellingen te wijzigen.
F

D
ruk ver volgens een van de twee toetsen
DISP herhaaldelijk in om de lichtsterkte
sterker of zwakker te maken. Het display
knippert om de gekozen lichtsterkte te tonen.
Traject resetten
F Druk een van de twee toetsen DISP langer
dan 2 seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
De trajecten A en B zijn onafhankelijk en hebben
dezelfde eigenschappen.
Traject A kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject B voor een
maandelijks verbruik.
Met het touchscreen
Als uw auto is uitgerust met het touchscreen, kunt
u hierop verschillende gegevens over uw actuele
traject bekijken. Op de pagina Menu
van het touchscreen:
F
se
lecteer het tabblad Gegevens auto.
Op het tabblad " Gegevens traject " wordt de
volgende informatie weergegeven:
-
"
G
emiddelde snelheid
",
-
"
V
erstreken tijd
",
-
"
A
ctieradius
",
-
h
et "Actuele brandstofverbruik", in de vorm
van een grafiek.
-
h
et tabblad "
Geschiedenis " voor weergave
van gegevens over het brandstofverbruik voor
de laatst gemaakte ritten.
Met de toets " Wissen" kunt u de gegevens over
het brandstofverbruik op het touchscreen en op
het instrumentenpaneel resetten.
Met de knop " Updaten" kan het beste resultaat
van het tabblad " Geschiedenis" worden
weergegeven.
1
Instrumentenpaneel

Page 22 of 180

20
Boordcomputer, enkele
definities
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan hoeveel kilometer u nog
met de resterende hoeveelheid brandstof kunt
rijden (berekend op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een helling,
waardoor het actuele brandstofverbruik
aanzienlijk kan wijzigen.
Als het brandstofniveau erg laag is, wordt de
melding "Lo FUEL" weergegeven.
Als het brandstofniveau erg laag is, wordt de
actieradius niet meer herberekend.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u
het contact aanzet
weer op nul gezet.
Tijd instellen
Radio
De tijd kan worden ingesteld met de draaiknop
" MENU ":
-

d
ruk op de draaiknop om toegang te krijgen
tot de menu's en een gemaakte keuze te
bevestigen,
-

d
raai aan de draaiknop om een functie of een
onderdeel in de lijst te selecteren.
U kunt altijd terugkeren naar de vorige stap door
op de toets " Back" te drukken.
F

D
ruk op de draaiknop om toegang te krijgen
tot de menu's.
F

D
raai aan de draaiknop om " CLOCK" te
selecteren.
F

D
ruk op de draaiknop om te bevestigen. De
cijfers van de uren knipperen.
F

D
raai aan de draaiknop om de uren in te
stellen.
F

D
ruk op de draaiknop om te bevestigen. De
cijfers van de minuten knipperen.
F

D
raai aan de draaiknop om de minuten in te
stellen.
F

D
ruk op de draaiknop om te bevestigen en het
menu te verlaten.
Instrumentenpaneel

Page 23 of 180

21
Touchscreen
Druk op "Configuratie ".
Druk op " Algemeen ".
Selecteer " Datum/Tijd ". Stel de dag, de maand en het jaar in met behulp
van de pijlen op het scherm.
Selecteer het formaat van de tijdweergave.
Druk op "
OK" om te bevestigen en het menu af
te sluiten.
1
Instrumentenpaneel

Page 24 of 180

22
Sleutels
Met de sleutel kunnen de voorportieren, de
achterklep en het stuurslot worden vergrendeld
en ontgrendeld, kan de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld en kan het
contactslot worden bediend.
Vergrendeling
- Steek de sleutel in het slot van een van de voorportieren en draai hem richting de
achterzijde van de auto om het desbetreffende
portier te vergrendelen.
-

S
teek de sleutel in het slot van de achterklep
en draai hem naar rechts om de achterklep te
vergrendelen.
Ontgrendeling
- Steek de sleutel in het slot van een van de voorportieren en draai hem richting de
voorzijde van de auto om het desbetreffende
portier te ontgrendelen.
-

S
teek de sleutel in het slot van de achterklep
en draai hem naar links om de achterklep te
ontgrendelen.
Afstandsbediening
Hiermee kunt u op afstand de vergrendel- en
o ntgrendelfuncties van de auto uitvoeren.
De radiografische afstandsbediening is een systeem met
een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop
van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit herhaaldelijk op de knoppen van uw
afstandsbediening wanneer u
buiten het bereik van uw
auto bent, want dan werkt de afstandsbediening mogelijk
niet meer.
Uitklappen/inklappen van de
sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel uit of in te klappen.
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te vergrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Toegang tot de auto

Page 25 of 180

23
Wanneer u de auto hebt vergrendeld en merkt dat
e en van de portieren niet goed is gesloten, sluit
dan het portier en vergrendel de auto opnieuw.
Ontgrendeling
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Lokaliseren van de auto
F Druk op deze toets om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
De richtingaanwijzers knipperen gedurende
enkele seconden.
Batterij van de
afstandsbediening vervangen
Batterij ref.: CR 2016/3 volt.
F W ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F

V
erwijder het deksel.
F

V
erwijder de lege batterij.
F

P
laats een nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F

P
laats het deksel terug en druk het vast.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever ze in bij het PEUGEOT-netwerk of
bij een speciaal inzamelpunt.
"Keyless entry and start"-
systeem
Systeem dat het ontgrendelen, vergrendelen en
starten van de auto mogelijk maakt ter wijl u de
elektronische sleutel gewoon op zak houdt.
Elektronische sleutel
Uit veiligheidsoverwegingen hebben de
detectiezones waarbinnen de elektronische
sleutel werkt een bereik van ongeveer 70
cm
rond elke knop voor het openen.
Deze elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Hij omvat een ingebouwde fysieke sleutel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de afstandsbediening
.
2
Toegang tot de auto

Page 26 of 180

24
Openen van de auto
Ontgrendelen via de portieren
Ontgrendelen via de achterklep
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt
binnen één van de detectiezones, kunt
u
de auto ontgrendelen door op één van de
knoppen op de voorportierhandgrepen te
drukken.
F

T
rek ver volgens aan de portiergreep om het
portier te openen. Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het twee keer snel knipperen van de
richtingaanwijzers.Sluiten van de auto
Vergrendeling
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is of als een van de elektronische
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, wordt
u
gewaarschuwd door een geluidssignaal en
werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto wordt ontgrendeld en de
portieren en de achterklep gesloten blijven,
wordt de auto na ongeveer 30
seconden
automatisch weer vergrendeld.
Stel de elektronische sleutel nooit bloot aan
extreme temperaturen (lager dan -20°C
en hoger dan 60°C). Dit kan storingen
veroorzaken.
F
A
ls u

de elektronische sleutel op zak hebt
binnen de detectiezone aan de achterzijde,
kunt u

de auto ontgrendelen en de achterklep
een stukje openen door op de knop op de
handgreep van de achterklep te drukken.
F

B

eweeg de achterklep omhoog om hem
volledig te openen.
F

D

ruk, als de sleutel zich binnen een van de
detectiegebieden bevindt, op de knop van de
portiergreep van een van de voorportieren of
druk op de knop onder de achterklep. Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u
in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u
te houden.
Toegang tot de auto

Page 27 of 180

25
Noodprocedure
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld of ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt en als er een
storing in het "Keyless entry and start"-systeem
is:
-
b
atterij sleutel leeg, accu ontladen of
losgekoppeld…
-

a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F

H
oud de nok 1 ingedrukt om de geïntegreerde
sleutel 2
uit de houder te halen.
Ontgrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot van het bestuurdersportier en draai hem richting
de voorzijde van de auto om de auto te
ontgrendelen.
Vergrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot van het bestuurdersportier en draai hem richting
de achterzijde van de auto om de auto te
vergrendelen.
Batterij van de elektronische
sleutel sparen
Om de batterij te sparen, kan de werking van de
elektronische sleutel worden uitgeschakeld (geen
ontvangst van radiogolven).
F

D
ruk tweemaal op het open
hangslot, terwijl u


het gesloten
hangslot ingedrukt houdt.
2
Toegang tot de auto

Page 28 of 180

26
Controleer of het lampje op de elektronische
sleutel 4 keer knippert.
Hoewel deze functie is geactiveerd, is het
"Keyless entry and start"-systeem buiten werking.
Om de elektronische sleutel te activeren, drukt
u
op één van de knoppen (open of gesloten
hangslot).
Batterij van de elektronische
sleutel vervangen
Batterijtype: CR2032/3 volt.
A ls de batterij van de
elektronische sleutel defect is,
gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel branden. F

P
laats een nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F
B
reng het afdekplaatje weer op zijn plaats.
F
K
lik het deksel op de afstandbediening vast.
Instructies
Afstandsbediening/elektronische sleutel
Deze radiografische afstandsbedieningen
zijn erg gevoelig. Het is raadzaam om niet
met de knoppen er van te spelen om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening of uw elektronische
sleutel wanneer u
buiten het bereik en
het zicht van uw auto bent. Dan werkt de
afstandsbediening mogelijk niet meer. De
afstandsbediening zou dan moeten worden
gereset.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
of de elektronische sleutel mee als u
de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Sleutels, afstandsbediening,
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar het
PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale
code van de sleutel en de transponder
opzoeken en voor nieuwe sleutels zorgen.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het PEUGEOT-netwerk controleren
of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto
zijn gelinkt, zodat u
er zeker van kunt zijn dat
deze sleutels de enige zijn waarmee uw auto
ontgrendeld en gestart kan worden.
F Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los.
F

T
il het deksel op.
F

V
er wijder het afdekplaatje van de batterij door
dit omhoog te trekken.
F

V
erwijder de lege batterij.
Portieren
Vergrendelen/ontgrendelen
van binnenuit
Toegang tot de auto

Page 29 of 180

27
Om een portier te ver-/ontgrendelen, druk op/trek
aan knop A.
Uitvoeringen zonder centrale
vergrendeling
Door de knop A te bedienen wordt alleen het
desbetreffende portier vergrendeld/ontgrendeld.
Uitvoeringen met centrale
vergrendeling
Door de knop A aan bestuurderszijde te
bedienen worden alle portieren en de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld.
Door de knop A aan passagierszijde te
bedienen wordt alleen het desbetreffende portier
vergrendeld/ontgrendeld.
Met het bedienen van de handgreep kan
het portier altijd vanuit het interieur worden
geopend, zelfs wanneer het vergrendeld is.
Portier geopend
Als de schakelaar in deze stand staat, blijft de
plafonnier branden als een portier is geopend.
Vergrendelen/ontgrendelen
en openen van de achterklep
Met de sleutel
- Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom om de achterklep te ontgrendelen
en op een kier te zetten. De portieren blijven
vergrendeld.
-

B
eweeg de achterklep omhoog via de
handgreep aan de buitenzijde.
Als u
de achterklep sluit, wordt hij meteen
vergrendeld.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto en de bagageruimte te ontgrendelen.
F

D

ruk op de knop voor het openen om de
achterklep gedeeltelijk te openen.
F

T

il de achterklep op aan de hendel aan de
buitenkant om deze te openen.
F

D
ruk op deze knop om de
achterklep en de auto te
vergrendelen.
2
Toegang tot de auto

Page 30 of 180

28
Met het "Keyless entry and
start "- systeem
Als de auto al was ontgrendeld via de
voorportieren, hoeft u
de elektronische sleutel
niet bij u
te dragen om de achterklep met de
ontgrendelknop te ontgrendelen.
F

D
ruk ter wijl u de elektronische sleutel bij
u
draagt op de knop onder de achterklep om
de achterklep te vergrendelen.
of
Vergrendel de auto via de voorportieren. Sla de achterklep niet dicht: begeleid de
klep bij het sluiten en laat hem pas los als hij
bijna is gesloten.
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de achterklep
mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap de rugleuning van de achterbank neer
om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F

V
erwijder met een schroevendraaier
waar van het uiteinde is omwikkeld met
een doek de 4
klemmen en ver volgens de
bagageruimtebekleding.
F

B
eweeg de pal naar rechts om de achterklep
te ontgrendelen.
Elektrisch bedienbare
voorportierruiten
(Afhankelijk van de uitvoering).
1. Linksvoor.
2. Rechtsvoor.
Druk bij aangezet contact op een van de
schakelaars om de desbetreffende ruit te openen
of trek hem omhoog om de ruit te sluiten. De ruit
stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Aan de bestuurderszijde bevinden zich schakelaars voor zowel
het bestuurdersportier als het voorportier aan passagierszijde.
De ruitbediening werkt niet als het contact
is afgezet.
Het onvoorzichtig sluiten van de ruiten kan
leiden tot ernstige verwondingen.
Zorg er voor dat niets het sluiten van de
ruiten kan hinderen en let er met name op
dat kinderen zich niet kunnen bezeren.
F

D

ruk ter wijl u

de elektronische sleutel bij
u

draagt op de ontgrendelknop van de
achterklep om de achterklep te ontgrendelen
en op een kier te zetten.
De portieren worden dan ook ontgrendeld.
F
B
eweeg de achterklep omhoog via de
handgreep aan de buitenzijde.
Toegang tot de auto

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 180 next >