PEUGEOT 2008 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 371 of 450

01-16
Automobiles PEUGEOT verklaart dat,
door toepassing van de voorschriften in de
Europese regelgeving (Richtlijn 2000/53)
met betrekking tot autowrakken, wordt
voldaan aan de in deze richtlijn gestelde
doelen en dat recycleerbare materialen
worden gebruikt voor de fabricage van
producten die door haar worden verkocht.
Gedrukt in de EU
Reproductie of vertaling van dit document,
zelfs gedeeltelijk, is verboden zonder
schriftelijke toestemming van Automobiles
P E U G E O T.
Néerlandais
Op verschillende plaatsen in uw
auto zijn stickers aangebracht. Ze
bevatten veiligheidswaarschuwingen
en informatie over de identificatie van
uw auto. Ver wijder ze niet: ze horen
namelijk bij de auto.

Page 372 of 450

Néerlandais
NE.16288.0070www.peugeot.com

Page 373 of 450

170
Praktische informatie

Waarschuwing brandstofniveau

Als dit controlelampje gaat branden,
is het minimale niveau in de
brandstoftank bereikt. Er bevindt zich
nog ongeveer 5 liter brandstof
in de
tank. Als het lampje knippert, is er nog
zeer weinig brandstof
in de tank.

Zolang de brandstoftankdop niet is
vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de
dop worden ver wijderd.
Bij het openen van de brandstoftankdop
kan een aanzuiggeluid van lucht
hoorbaar zijn. Dit is normaal en
komt doordat de afdichting van
het brandstofcircuit een onderdruk
veroorzaakt.



















Brandstoftank



Inhoud van de tank: ongeveer 50 liter
( 45 liter
bij de BlueHDi-dieselmotor).


1.
Openen van de brandstoftankklep.

2.
Openen van de tankdop.

3.
De tankdop aan de brandstoftankklep
bevestigen.



Ta n k e n


Veilig tanken:


)
zet altijd de motor af,


)
open de brandstoftankklep 1
,

)
steek de sleutel in de dop 2
en draai de
sleutel linksom,





Tank nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem is afgezet; zet in dat
geval altijd het contact af met de sleutel.
)
ver wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep 3
,

)
u kunt de auto aftanken, maar laat het
vulpistool nooit meer dan 3 keer
afslaan
. Indien dit wel gebeurt, kunnen er
storingen optreden. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een lege brandstoftank
(diesel)
.



Op een label aan de binnenzijde van de
tankklep staat de voorgeschreven soort
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter is het noodzakelijk minimaal
5 liter brandstof te tanken.

Page 374 of 450

171
9
Praktische informatie

Brandstofafsluiter

Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door de brandstof-afsluiter
onderbroken. Na het tanken:


)
breng de dop aan,

)
draai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze ver volgens uit de dop,

)
sluit de brandstoftankklep.



Wanneer er brandstof wordt getankt
die niet geschikt is voor de motor
van uw auto, moet de tank worden
afgetapt en weer met de juiste
brandstof worden gevuld alvorens de
motor opnieuw kan worden gestar t.

Page 375 of 450

26
Controle tijdens het rijden


Controlelampje



Status



Oorzaak



Acties / Opmerkingen







Motoroliedruk


permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.





Laadstroom
accu

*

permanent. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.



Laag
brandstofniveau


permanent, met de
wijzer in het rode
gebied. Er zit er nog ongeveer 5 liter

brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter
( 45 liter
bij
de BlueHDi-dieselmotor).
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
knippert met de wijzer
in het rode gebied. Er zit nog een minimale hoeveelheid
brandstof in de tank.




Bandenspanning
te laag


permanent. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.

+
knipperend en
ver volgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service. Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

*
Volgens land van bestemming.

Page 376 of 450

1
1
Controle tijdens het rijden
2008-additif_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accu * permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveau permanent, met de wijzer in het rode gebied.
Er zit er nog ongeveer 5 liter brandstof 5 liter brandstof 5 literin de tank. Vanaf dit moment worden de laatste liters brandstof in de tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt. Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter ( 50 liter ( 50 liter45 liter bij de 45 liter bij de 45 literBlueHDi-dieselmotor). Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken.
knippert met de wijzer in het rode gebied. Er zit nog een minimale hoeveelheid brandstof in de tank.
Bandenspanning te laag permanent. De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning. De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.
+ knipperend en vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje Service.
Het controlesysteem voor de bandenspanning is defect of de sensor van een van de wielen wordt niet gedetecteerd.
De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
* Volgens land van bestemming.

Page 377 of 450

2
Controle tijdens het rijden
Touchscreen
Uit veiligheidsoverwegingen moet de bestuurder handelingen die veel aandacht vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren. Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de auto rijdt.
Het heeft de volgende functies: - toegang tot de configuratiemenu's van de functies en de systemen van de auto, - toegang tot de configuratiemenu's van het audiosysteem en de weergave, - bediening van het audiosysteem, de telefoon en weergave van de bijbehorende informatie.
En bovendien, volgens uitvoering: - de weergave van de waarschuwingsmeldingen en de grafische weergave van de parkeerhulp, - de bediening van het navigatiesysteem en de internetdiensten en weergave van de bijbehorende informatie.
Algemene werking
Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt, met name bij bewegingen (door lijsten bladeren, over de kaart scrollen, enz.). Lichtjes aanraken is niet voldoende. Als u het scherm met meerdere vingers aanraakt, worden de commando's niet uitgevoerd. Deze technologie werkt bij elke temperatuur en werkt ook wanneer u handschoenen draagt. Houd geen puntige voorwerpen tegen het touchscreen. Raak het touchscreen niet aan met vochtige vingers. Gebruik een schone en zachte doek om het touchscreen te reinigen.
Status van de verklikkerlampjes
Bepaalde toetsen zijn voorzien van een verklikkerlampje dat de status van de desbetreffende functie aangeeft. Groen verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende functie geactiveerd. Oranje verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie uitgeschakeld.
Principes
Druk op de toets " MENU " om de verschillende menu's te openen en druk vervolgens op de toetsen die op het touchscreen worden weergegeven. Elk menu wordt op één pagina of op twee pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina) weergegeven.
Gebruik deze toets om de secundaire pagina te openen.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen op de secundaire pagina worden uitgevoerd, wordt automatisch de hoofdpagina weer weergegeven.
Gebruik deze toets om terug te gaan naar de hoofdpagina.
Gebruik deze toets om toegang te krijgen tot extra informatie en de instellingen van bepaalde functies.
Gebruik deze toets om uw keuze te bevestigen.
Gebruik deze toets om de pagina te verlaten.

Page 378 of 450

1
3
Controle tijdens het rijden
2008-additif_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2016
Menu's
Druk op deze toets om de verschillende menu's weer te geven.
Navigatie . Afhankelijk van het uitrustingsniveau is het navigatiesysteem niet leverbaar, optioneel of standaard. Zie de rubriek "Audio en telematica".
Rad Media . Zie de rubriek "Audio en telematica". Instellingen . Hiermee kunnen de weergave en het systeem worden geconfigureerd.
Hiermee hebt u toegang tot een interactieve hulp met betrekking tot de belangrijkste uitrusting en verklikkerlampjes van de auto.
Internetdiensten Toegang tot bepaalde apps van uw smartphone via MirrorLink TM of CarPlay ® . Zie de rubriek "Audio en telematica".
Telefoon . Zie de rubriek "Audio en telematica". Rijden . Hiermee kan de boordcomputer worden weergegeven en kunnen, volgens uitvoering, bepaalde functies worden geconfigureerd. Zie de desbetreffende rubriek.
1.Instellen van het geluidsvolume/onderbreken van het geluid. Zie de rubriek "Audio en telematica".

Page 379 of 450

4
Praktische informatie
2008-additif_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Waarschuwing brandstofniveau
Als dit controlelampje gaat branden, is het minimale niveau in de brandstoftank bereikt. Er bevindt zich nog ongeveer 5 liter brandstof in de ongeveer 5 liter brandstof in de ongeveer 5 liter brandstoftank. Als het lampje knippert, is er nog zeer weinig brandstof in de tank. zeer weinig brandstof in de tank. zeer weinig brandstof
Zolang de brandstoftankdop niet is vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de dop worden verwijderd. Bij het openen van de brandstoftankdop kan een aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is normaal en komt doordat de afdichting van het brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.
Brandstoftank
Inhoud van de tank: ongeveer 50 liter ( 50 liter ( 50 liter45 liter bij de BlueHDi-dieselmotor). 45 liter bij de BlueHDi-dieselmotor). 45 liter
1. Openen van de brandstoftankklep. 2. Openen van de tankdop. 3. De tankdop aan de brandstoftankklep bevestigen.
Tanken
Veilig tanken:  zet altijd de motor af, open de brandstoftankklep 1 ,  steek de sleutel in de dop 2 en draai de sleutel linksom,
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem is afgezet; zet in dat geval altijd het contact af met de sleutel.
 ver wijder de dop en bevestig deze aan de haak aan de binnenzijde van de klep 3 ,  u kunt de auto aftanken, maar laat het vulpistool nooit meer dan 3 keer afslaan . Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een lege brandstoftank (diesel) .
Op een label aan de binnenzijde van de tankklep staat de voorgeschreven soort brandstof voor uw auto aangegeven. Voor een juiste weergave van de brandstofmeter is het noodzakelijk minimaal
5 liter brandstof te tanken.

Page 380 of 450

5
9
Praktische informatie
2008-additif_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Brandstofafsluiter
Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de brandstoftoevoer door de brandstof-afsluiter onderbroken.
Na het tanken:  breng de dop aan,  draai de sleutel naar rechts en ver wijder deze vervolgens uit de dop,  sluit de brandstoftankklep.
Wanneer er brandstof wordt getankt die niet geschikt is voor de motor van uw auto, moet de tank worden afgetapt en weer met de juiste brandstof worden gevuld alvorens de motor opnieuw kan worden gestar t.

Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 450 next >