key PEUGEOT 2008 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 4 of 260

2
Inhoudsopgave
 ■
Overzicht
 ■
Eco-rijden
1InstrumentenpaneelInstrumentenpanelen 9
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 12
Meters 18
Handmatige controle 23
Kilometerteller 23
Dimmer verlichting 23
Boordcomputer 24
Touchscreen 25
Extra op afstand bedienbare functies (elektrische auto) 27
2 ToegangAfstandsbediening/sleutel 28
Proximity Keyless Entry and Start 30
Centrale vergrendeling 32
Noodprocedures 33
Portieren 35
Achterklep 35
Alarm 36
Elektrische ruitbediening 38
Schuif- / kanteldak 38
3Ergonomie en comfortPEUGEOT i-Cockpit 41
Voorstoelen 41
Het stuurwiel verstellen 43
Spiegels 43
Achterbank 45
Verwarming en ventilatie 46
Handbediende airconditioning 47
Automatische airconditioning 48
Ontwasemen - ontdooien voorruit 50
Voorruitverwarming 50
Ontwasemen - ontdooien achterruit 50
Voorverwarmen/voorkoelen (Elektrisch) 50
Voorzieningen in het interieur 51
Plafonnier 53
Sfeerverlichting 54
Voorzieningen in de bagageruimte 55
4Verlichting en zichtLichtschakelaar 56
Richtingaanwijzers 57
Hoogteverstelling van de koplampen 58
Automatisch inschakelen van de koplampen 58
Follow me home- en instapverlichting 59
Automatische verlichtingssystemen - Algemene
aanbevelingen
59
Grootlichtassistent 60
Statische bochtverlichting 60
Ruitenwisserschakelaar 61
Ruitenwisserbladen vervangen 63
Automatische stand ruitenwissers 63
5VeiligheidAlgemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid 65
Alarmknipperlichten 65
Claxon 66
Geluidssignaal voor voetgangers (elektrisch) 66
Noodoproep of pechhulpoproep 66
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) 68
Advanced Grip Control 70
Hill Assist Descent Control 71
Veiligheidsgordels 72
Airbags 74
Kinderzitjes 76
De airbag vóór aan passagierszijde uitschakelen 78
ISOFIX-kinderzitjes 79
i-Size-kinderzitjes 81
Kinderzitjes plaatsen 82
Kinderbeveiliging 84
6RijdenRijadviezen 86
Starten / afzetten van de motor met de sleutel 88
Starten / afzetten van de motor met
Elektronische sleutel
89
Handbediende parkeerrem 91
Elektrische parkeerrem 92
Handgeschakelde 6-versnellingsbak 94
Automatische transmissie (EAT6) 94
Automatische transmissie (EAT8) 96
Keuzeschakelaar 99
Rijstanden 101
Hill Start Assist 102
Schakelindicator 102
Stop & Start 103
Bandenspanningscontrolesysteem 104
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene adviezen 106
Verkeersbordherkenning 107
Snelheidsbegrenzer 11 0
Snelheidsregelaar - Specifieke adviezen 11 2
Snelheidsregelaar 11 2
Drive Assist Plus 11 4
Adaptieve snelheidsregelaar 11 4
Lane Positioning Assist 11 8

Page 32 of 260

30
Toegang
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact is
uitgeschakeld.
DiefstalbeveiligingPas de elektronische startblokkering niet aan,
omdat er dan storingen kunnen ontstaan.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om
de sleutel te verwijderen en aan het stuurwiel te
draaien om het stuurslot te activeren.
Vergrendelen van de auto Wanneer de portieren onder het rijden zijn
vergrendeld, kunnen hulpdiensten in noodgevallen
lastig in de auto komen.
Haal uit veiligheidsoverwegingen altijd de
contactsleutel uit het contactslot of neem de
elektronische sleutel mee als u de auto verlaat, zelfs
wanneer dit voor korte duur is.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto Laat uw sleutels door een PEUGEOT-dealer
in het elektronische geheugen van de auto opslaan,
zodat u zeker weet dat de sleutels in uw bezit de
enige sleutels zijn waarmee de auto kan worden
gestart.
Proximity Keyless Entry and
Start
Dit is een Elektronische sleutel-systeem. Hiermee wordt de auto automatisch vergrendeld /
ontgrendeld door de elektronische sleutel te detecteren.
Als de bestuurder de elektronische sleutel bij zich heeft,
wordt de auto ontgrendeld zodra hij / zij de auto nadert
en vergrendeld als hij / zij bij de auto vandaan loopt.
Als de elektronische sleutel zich langer dan 30 minuten
binnen de 2 en 7 meter van de auto vandaan bevindt,
wordt het systeem gedeactiveerd om de batterij te
sparen.
Sleuteldetectiezones:


Zone A: automatische vergrendeling bij het van de auto
vandaan lopen (ongeveer 2 meter van de auto).
Zone C: automatische ontgrendeling en
instapverlichting bij het naderen van de auto (1 tot 2
meter van de auto).
Raadpleeg het betreffende gedeelte voor meer
informatie over de instapverlichting.
De automatische functies kunnen worden
geconfigureerd via het menu
Rijverlichting/ Auto
van het touchscreen.
Ontgrendelen van de auto

De selectieve ontgrendeling (bestuurdersportier, achterklep) kan worden
ingesteld in het menu Rijverlichting/ Auto
van het
touchscreen.
De selectieve ontgrendeling is standaard uitgeschakeld.
Volledig ontgrendelen
De auto (portieren en bagageruimte) worden
ontgrendeld:


Automatisch, als de bestuurder zone
B nadert en de
automatische functies zijn geactiveerd.


Of door zachtjes op de portiergreep van het

bestuurdersportier of de knop van de achterklep te
drukken.
Afhankelijk van de uitvoering worden de ontgrendeling
en de uitschakeling van het alarm bevestigd door
het knipperen van de parkeerlichten en/of de
dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels
uitgeklapt.
Als de elektronische sleutel langer dan 15 minuten in de buurt van de auto blijft (zone A
of B) zonder dat er iets wordt gedaan, dan worden
de automatische functies uitgeschakeld. Gebruik de
afstandsbediening of druk op een van de
portierhandgrepen om de auto te ontgrendelen of te
vergrendelen.
Als het niet lukt om de auto te vergrendelen of
ontgrendelen met de portierhandgrepen, houd de
elektronische sleutel dan dichterbij en herhaal de
handeling.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep / klep van
de laadaansluiting
Het ontgrendelen gebeurt:
► Automatisch, wanneer de bestuurder het
bestuurdersportier nadert en de automatische functies
zijn geactiveerd.
► Of door zachtjes op de portiergreep van het
bestuurdersportier te drukken.
► In de auto kunt u alle portieren en de achterklep
ontgrendelen met de toets van de centrale
vergrendeling of door een van de portieren te openen.
Selectieve ontgrendeling van de achterklep
De achterklep wordt automatisch ontgrendeld als u de
achterkant van de auto nadert.
► Druk op de schakelaar van de achterklep om deze
te openen.
De portieren blijven vergrendeld.

Page 233 of 260

231
Trefwoordenregister
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak, handgeschakeld
94, 102, 160
Handrem

91, 160
Handsfree set

196, 218–219
Helderheid

198
Hifisysteem

52
Hill Assist Descent Control (HADC)

71
Hill-Holder ~ Hill Start Assist

102
Hoek van de stoel

42
Hoek van de stoel verstellen

42
Hoofdsteunen achter

45
Hoofdsteunen verstellen

41
Hoofdsteunen vóór

41
Hoogspanning

140
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling

43
Hulpoproep

66–67
I
Identificatiegegevens 187
Identificatieplaatjes constructeur
187
Identificatie (stickers)

187
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte, indeling

55
Indeling interieur ~ Interieurindeling

51
Inductielader

52
Infraroodcamera

106
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud)

139
Instapverlichting

59
Instellen van de uitrustingen

26
Instellingen van het systeem

198, 221
Instrumentenpaneel

9–10, 9–11, 9–11, 23–24, 107
Interieurfilter 46, 160
Interieurfilter (vervangen)
160
Interieurverlichting

53–54
ISOFIX (bevestigingen)

79, 82–83
ISOFIX bevestigingen

79, 82–83
ISOFIX kinderzitjes

79–83
J
Jack 217
Jack-aansluiting
217
Jack-kabel

217
K
Kaartleeslampjes 53
Keyless entry and start
30–31, 89–90
Kilometerteller

23
Kinderbeveiliging

84
Kinderen

73, 79–81
Kinderen (veiligheid)

84
Kinderzitjes

73, 76–77, 79
Kinderzitjes (conventioneel)

79, 82–83
Kinderzitjes i-Size

81–83
Klep laadaansluiting
(elektrische auto)

142, 146, 148–149
Kleurcode lak

187
Klokje (instellen)

198, 222
Koelvloeistof

159
Koelvloeistoftemperatuur

20
Koelvloeistoftemperatuurmeter

20
Kofferdeksel sluiten 31, 35
Koplampverstelling
58
Krik

167–168, 170
L
Laadkabel 143
Laadkabel (elektrische auto)
142
Laadniveaumeter (elektrische auto)

22
Laadstekker (elektrische auto)

142, 146, 148–149
Laadsysteem (elektrische auto)

5, 8, 26, 140, 157
Laden accu ~ Accu laden

177–178
Lader voor versneld laden (wallbox)

142
Lak

165, 187
Lampen

174
Lampen (vervangen)

173–175
Lampen vervangen

173–175
Lane Departure Warning System

122
Lane Keeping System

114, 118–120
LCD-instrumentenpaneel

9
Leder (onderhoud)

165
LED-verlichting

57, 174
Leeslampjes

53–54
Lekke band

168, 170
Lendensteun

42
Lendensteun, verstelling

42
Lichtschakelaar

56, 58
Lokaliseren van de auto

29
Luchtfilter

160
Luchtfilter (vervangen)

160
Luchtrecirculatie

49
Luidsprekers

52

Page 235 of 260

233
Trefwoordenregister
Parkeerhulp achter 131
Parkeerhulp achter met grafische weergave en
geluidssignalen

130
Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen)

106
Parkeerhulp vóór

131
Parkeerhulp zijkant

131
Parkeerlichten

57–58, 58, 174
Persoonlijke instellingen

11
Plafonniers

53–54
Plafonnier voor

54
Portieren

35
Portieren sluiten

31, 35
Profielen

198, 221
Programmeerbare verwarming

27, 50
Proximity Keyless Entry and Start

30
Pyrotechnische gordelspanners

73
R
Radar (waarschuwingen) 106
Radio
191–192, 215
Radiozender

191–192, 215–216
RDS

192, 215
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)

99–100
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling

47–48
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling

48
Regelmatige controles ~ Controles

159–161
Regelmatig onderhoud

107, 159, 161
Regeneratie roetfilter

160
Registratie van voertuigdata en privacy

226
Reinigen (adviezen)

141, 164–165
Rembekrachtigingsysteem 68
Remblokken
160
Remmen

160–161
Remmen

100
Remschijven

160–161
Remvloeistof

158
Reservewiel

161, 166–168, 170
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir

159
Resetten bandenspanningscontrolesysteem

105
Resetten van het traject

24
Richtingaanwijzers

57, 57–58, 57–58, 174–175, 175
Rijadviezen

7, 86–87
Rijden

86–87
Rijhulpcamera (waarschuwingen)

106
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)

106
Rijstanden

70–71, 101
Rijstrookcontrolesystemen

68
Rijverlichting

56, 59
Roetfilter

160
Ruitensproeier achter

62
Ruitensproeiers

62
Ruitensproeiers vóór

62
Ruitenwisser achter

62
Ruitenwisserbladen (vervangen)

62–63
Ruitenwisserbladen vervangen

62–63
Ruitenwissers

61, 63
Ruitenwisserschakelaar

61–63
Ruitenwissers vóór

61, 63S
Schakelaar 88–89
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars

43
Schuif-/kanteldak

38–39
SCR (Selective Catalytic Reduction)

21, 161
SCR-systeem

21, 161
Selectiehendel

96–99
Selectiehendel (elektrische auto)

99
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak

94
Sensoren (waarschuwingen)

106
Serienummer auto

187
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset

166–169
Sfeerverlichting

54
Signalering onoplettendheid

129–130
Slepen

179–181
Slepen van de auto

179–180
Slepen van een auto

179, 181
Sleutel

28–29, 33
Sleutel met afstandsbediening

28, 88
Sleutel niet herkend

91
Smartphone

27, 52
SMS

220
Sneeuwkettingen

105, 154
Sneeuwscherm

154
Sneeuwschermen

154
Snelheidsbegrenzer

109–112
Snelheidslimietherkenning

107, 109
Snelheidsregelaar

109–110, 112–114