PEUGEOT 206 2004 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 184

52
14-06-2004
53
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders zen-
den op bepaalde tijdstippen op dezelf-
de frequentie verschillende, regionale
programma's uit. Met deze functie
kan een regionaal porgramma wor-
den beluisterd.
Houd hiervoor de toets "RDS" langer
dan twee seconden ingedrukt om
deze functie in of uit te schakelen.
Het multifunctionele display geeft
aan: -
REG als deze functie is ingeschakeld.- REG (grijs of doorgestreept) als
deze functie wel ingeschakeld,
maar niet beschikbaar is.
RDS
Gebruik van RDS-functie
(Radio Data System) op FM
De RDS-functie biedt de mogelijk-
heid om naar een zender te luisteren,
ongeacht de verschillende frequen-
ties die voor deze zender gebruikt
worden in de diverse regio's. Verkeersinformatie
Druk kort op de toets
"RDS" om de functie
in of uit te schakelen.
Op het multifunctione-
le display verschijnt:
- RDS als deze functie is ingeschakeld.
- RDS (grijs of doorgestreept) als
deze functie wel ingeschakeld,
maar niet beschikbaar is. Druk op de toets
"TA/
PTY" om deze functie
in of uit te schakelen.
Op het multifunctio-
nele display verschijnt:- TA als deze functie is ingeschakeld.
- TA (grijs of doorgestreept) als
deze functie wel ingeschakeld,
maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de geluidsbron die op dat mo-
ment te horen is (radio, CD of CD-
wisselaar) onderbroken om voorrang
te verlenen aan de ontvangen ver-
keersinformatie.
Druk op de toets "TA/PTY" om de
verkeersinformatie te onderbreken.
Opmerking: het volume van de
verkeersinformatie is onafhanke-
lijk van het normale volume van
de radio.
U kunt dit instellen met de volume-
knop. De instelling wordt opgeslagen
en gebruikt bij volgende berichten.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van
de zender aangegeven. Als de RDS-
functie is ingeschakeld, zoekt de
autoradio/telefoon steeds de sterk-
ste zender die hetzelfde programma
uitzendt. Dit kan de ontvangst enigs-
zins hinderen.

Page 52 of 184

52
14-06-2004
53
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
PTY-functie
Met behulp van deze functie kun-
nen zenders met een speciieke
programmering (info, cultuur, sport,
pop...) beluisterd worden.
Houd, als FM is geselecteerd, de
toets "TA/PTY" langer dan twee se-
conden ingedrukt om deze functie in
of uit te schakelen.
Zoeken van een PTY-programmering:
Menu audiofuncties
Kies het menu "Audiofuncties" van-
uit het algemene menu voor het:
- Inschakelen/uitschakelen volgen van RDS-frequentie,
- Inschakelen/uitschakelen regionale functie REG.
- Verkeersinformatie TMC. Snelmenu
- Schakel de PTY-functie in.
- Draai aan de knop G om de lijst
met de verschillende programma-
types af te zoeken en bevestig uw
keuze.
- Als er een programma naar wens wordt weergegeven, druk dan op
één van de toetsen M of N om
automatisch af te stemmen (na het
afstemmen wordt de PTY-functie
weer uitgeschakeld).
In de stand PTY kunnen de ver-
schillende programmatypes worden
opgeslagen. Houd daarvoor de
voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer
dan twee seconden ingedrukt. Een
bepaalde programmering kan nu
worden opgeroepen door de desbe-
treffende toets kort in te drukken.EON
Dit systeem maakt koppelingen tus-
sen zenders in hetzelfde gebied. Bij
dit systeem is het mogelijk om auto-
matisch naar andere zenders binnen
het gebied over te schakelen die
verkeersinformatie of een PTY-pro-
grammering uitzenden.
De EON-functie werkt alleen als de
functie TA of PTY is ingeschakeld. Door het indrukken van de draaiknop
G
, biedt het snelmenu toegang tot de
volgende functies:
- "Invoeren van een frequentie".
- "Lijst met zenders" om direct toe- gang te krijgen tot de 30 lokaal
opgevangen zenders,
- "Updaten lijst" om deze lijst te up- daten,
- "Radiotekst weergeven" om de door de geselecteerde zender
uitgezonden informatie weer te ge-
ven, als "RT" permanent is weer-
gegeven.

Page 53 of 184

54
14-06-2004
55
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
Uitwerpen van een CDSelecteren van een nummer van
de CD
Door het indrukken van de draaiknop
G, kunnen vanuit het snelmenu de
functies willekeurig afspelen, intro
scan, programmeren en weergeven
worden in- of uitgeschakeld.
Zodra een CD in de CD-speler wordt
gestoken met het etiket naar boven
gericht, zal de CD-speler de CD au-
tomatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit,
druk dan op de toets
"SOURCE" om
de CD-speler te selecteren.
CD-SPELER
Selecteren van CD-speler
Druk op de toets M om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer.
Het afspelen van gekraste
CD's kan storingen ver-
oorzaken.
Gebruik uitsluitend CD's
met een ronde vorm.
Druk op de toets
B om
de CD uit de CD-spe-
ler te werpen. Versneld afspelen
Houd één van de toetsen
M of N in-
gedrukt om de CD versneld vooruit of
achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten. Snelmenu

Page 54 of 184

54
14-06-2004
55
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
Druk op de toets M om het volgende
nummer te selecteren.
Druk op de toets N om terug te gaan
naar het begin van het afgespeelde
nummer of het vorige nummer. Door het indrukken van de draaiknop
G kunnen vanuit het snelmenu de
functies willekeurig afspelen, intro
scan, herhalen en weergeven van
de afspeelgegevens worden in- of
uitgeschakeld.
CD-WISSELAAR
Selecteren van de CD-wisselaar
Druk herhaaldelijk op de toets
"SOURCE" .
Selecteren van een CD
Druk op één van de voorkeuzetoet-
sen "1" t/m "5" van de autoradio/
telefoon om de gewenste CD te se-
lecteren.
Druk op de toets H en I om respectie-
velijk de vorige of volgende CD in de
CD-wisselaar te selecteren. Selecteren van een nummer van
een CD
Snelmenu
Versneld afspelen
Houd één van de toetsen M of N in-
gedrukt om de CD versneld vooruit of
achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de
toets wordt losgelaten.

Page 55 of 184

56
14-06-2004
57
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
TELEFOON
Deze functie wordt verzorgd door
een 2-bands GSM-telefoon (900 en
1.800 MHz) die is geïntegreerd in de
autoradio/telefoon GPS RT3.
Het systeem is voorzien van een
"handsfree" -functie, bestaande uit
een microfoon in de voorste plafon-
nier, luidsprekers, een schakelaar
aan de stuurkolom en spraakcom-
mando's waarmee de meeste func-
ties kunnen worden bediend (de
toetsen op het bedieningspaneel van
de autoradio/telefoon geven toegang
tot alle functies).
De belangrijkste mobiele-telefoon-
functies en de registers worden
weergegeven op het multifunctionele
display.
De autoradio/telefoon is altijd in-
geschakeld , onafhankelijk van de
stand van het contact, zelfs wan-
neer na 30 minuten de melding
"Spaarstand actief" op het multi-
functionele display verschijnt. Gebruik van de menu's
Druk op de toets
"MENU" om het
algemene menu weer te geven. Se-
lecteer de telefoonfunctie en beves-
tig "Telefoonfuncties" om toegang
te krijgen tot de belangrijkste functies
van de telefoon en vervolgens tot het
submenu van de gewenste functie.
Het hoofdmenu biedt toegang tot de
volgende functies: In elk menu:
- Netwerk: Hiermee kunt u naar een
netwerk zoeken en worden de be-
schikbare netwerken weergegeven.
- Gesprekstotalen: Hiermee wordt
de totale tijd van de gesprekken
weergegeven en kan de nulstelling
hiervan worden uitgevoerd.
- Beveiliging: Hiermee kunt u uw
PIN-code instellen of wijzigen
en kunt u de opgeslagen (SMS-)
berichten wissen.
- Telefoonopties: Hiermee kunt u
instellen of uw telefoonnummer wel
of niet wordt weergegeven op de
telefoon van uw gesprekspartner,
kunt u het automatisch opnemen
na X keer overgaan instellen, de
beltonen kiezen en het doorscha-
kelnummer invoeren. Verplaats de cursor
met de draaiknop
G
en druk hem in om te
bevestigen.
Annuleer een functie
met de toets "ESC".
Gebruik van het alfanumerieke
toetsenbord
Druk herhaaldelijk op een toets om
het gewenste teken in te voeren.
Combinatie toetsen/tekens
[1] 1 of spatie
[2] 2 of A B C 2 of a b c 2
[3] 3 of D E F 3 of d e f 3
[4] 4 of G H I 4 of g h i 4
[5] 5 of J K L 5 of j k l 5
[6] 6 of M N O 6 of m n o 6
[7] 7 of P Q R S 7 of p q r s 7
[8] 8 of T U V 8 of t u v 8
[9] 9 of W X Y Z 9 of w x y z 9
[0] 0 of + (lang indrukken)
[#] # of bevestigen
[*] * of wissen laatst
ingevoerde teken
(lang indrukken)

Page 56 of 184

56
14-06-2004
57
14-06-2004
UW 206 IN DETAIL
Open de lade L door de ronde
opening erboven in te druk-
ken met een potloodpunt.
Steek uw Micro-SIM-kaart,
verkrijgbaar bij een operator
van mobiele telefoons, op de aange-
geven manier in de lade en sluit de
lade.
Opmerking: Verwijder of plaats de
SIM-kaart pas nadat de autoradio/
telefoon RT3 is uitgeschakeld.
Installeren van de SIM-kaart Invoeren van de PIN-code
Voer uw PIN-code in met behulp
van het alfanumerieke toetsenbord
en bevestig door op de draaiknop
G of op de toets # te drukken om
toegang te krijgen tot het netwerk.
De verbinding met het netwerk wordt
bevestigd door een pictogram op het
multifunctionele display.
Let op: Wanneer u achtereenvol-
gens driemaal de onjuiste PIN-code
invoert, wordt uw SIM-kaart geblok-
keerd. Om deze te deblokkeren moet
de PUK-code worden ingevoerd. De
PUK-code is verkrijgbaar bij de le-
verancier van uw SIM-kaart (na het
tienmaal onjuist invoeren van de
PUK-code is de SIM-kaart deinitief
onbruikbaar).
Opmerking: Na het afzetten van het
contact moet de PIN-code opnieuw
worden ingevoerd, behalve als de
PIN-code is opgeslagen of als de
functie "Bescherming met PIN-code"
is uitgeschakeld. Uitschakelen van het verzoek om
PIN-code in te voeren
Selecteer in het menu
"Telefoon-
functies" , "Beveiliging" , vervolgens
"Invoeren van PIN-code" en beves-
tig de functie "Deactiveren" .
Let op: Zorg er in dit geval voor dat
u de SIM-kaart niet verliest; de vin-
der kan er vanwege het ontbreken
van de beveiliging onbeperkt gebruik
van maken.

Page 57 of 184

58
14-06-2004
59
14-06-2004
Weergave telefoonfunctie
Geen verbinding
Verbinding
UW 206 IN DETAIL
In deze weergave verschijnen de
melding van de aanwezigheid van
nieuwe voice mail- of SMS-berich-
ten, de totale gesprekstijd sinds de
laatste nulstelling en de toestand
van de telefoon.
In deze weergave verschijnen de
verstreken tijd sinds het begin van
het gesprek, het telefoonnummer*
of de naam van uw gesprekspartner
(wanneer deze is opgeslagen in het
telefoonboek) en de toestand van de
telefoon.
* Indien de optie en dienst beschik-baar zijn. Bellen
Druk op de toets
D om het snelmenu
van de telefoon weer te geven.
Opmerking: Door het uiteinde 5 van
de stuurkolomschakelaar langer dan
2 seconden in te drukken wordt een
snelmenu opgeroepen van de func-
ties "Index", "Lijst gesprekken" en
"Voicemail" .
Invoeren van een nummer Selecteer de functie
"Nummeren" en voer
het nummer van uw
gesprekspartner met
het toetsenbord in.
Druk op de toets D om
te bellen. Bellen vanuit een telefoonboek
Selecteer de functie
"Index" om toe-
gang te verkrijgen tot alle opgeslagen
telefoonnummers of "Gesprekken-
lijst" om de lijst met telefoonnummers
van de laatste twintig inkomende ge-
sprekken (indien de optie voor weer-
gave van het actieve telefoonnummer
beschikbaar is) of uitgaande gesprek-
ken weer te geven.
Opmerking: Er zijn twee telefoon-
boeken: het telefoonboek van de
autoradio/telefoon RT3 en dat van
de SIM-kaart. Plaats de SIM-kaart en
voer uw PIN-code in om het telefoon-
boek van de SIM-kaart weer te geven.
Gesprek beantwoorden
U kunt een inkomend
gesprek, waarbij een
beltoon is te horen,
beantwoorden door
op de toets D of op
het uiteinde van de
stuurkolomschakelaar
te drukken. U kunt het
gesprek weigeren door op de toets Q
te drukken of door de knop "NEE"
op het scherm "Beantwoorden?" te
selecteren en te bevestigen.
U kunt een geaccepteerd gesprek
beëindigen door op de toets Q te
drukken.
Als u het gesprek weigert, wordt er
doorgeschakeld naar de voicemail of
een doorschakelnummer.
U kunt het doorschakelen van ge-
sprekken in- of uitschakelen door de
toets Q langer dan 2 seconden in te
drukken.

Page 58 of 184

58
14-06-2004
59
14-06-2004
SMS-berichten
SMS-berichten lezenSMS-bericht verzenden Menu "Gesprekstotalen"
Selecteer de functie "Gesprekstota-
len" in het menu "Telefoonfuncties"
om de totale tijd van de uitgevoerde
gesprekken weer te geven. De duur
van elk gesprek wordt opgeteld bij de
totale gesprekstijd sinds de laatste nul-
stelling met de knop "Nulstelling".
UW 206 IN DETAIL
Als het piepsignaal te horen is (als
de optie beltoon voor SMS-berichten
is ingeschakeld) en een bovenlig-
gend venster met de melding "Wilt
u het nieuwe SMS-bericht lezen?"
verschijnt, kunt u het SMS-bericht
lezen door "JA" te selecteren en te
bevestigen of kunt u het lezen van
het bericht uitstellen door "NEE" te
selecteren en te bevestigen, door op
de toets "ESC" te drukken of door te
wachten tot de melding is verdwe-
nen. Het bericht wordt weergegeven
door de spraaksynthese, indien deze
is ingeschakeld.
Opmerking: u kunt de opgeslagen
oude SMS-berichten en nieuwe be-
richten, waarvan u het lezen hebt
uitgesteld, lezen door op de toets
"MENU" te drukken, de telefoonfunc-
tie en vervolgens "SMS-berichten"
te selecteren. Bevestig vervolgens
"Ontvangen SMS-berichten lezen"
door op de draaiknop G te drukken,
verplaats de cursor door de lijst door
aan de draaiknop te draaien en druk
op deze knop om het gewenste SMS-
bericht te lezen (als de spraakherken-
ning is ingeschakeld). Opmerking:
Controleer vóór het
schrijven van het eerste bericht of het
nummer van het berichtencentrum
goed is opgeslagen in het submenu
"Nr. van server" . Als dit niet het
geval is, worden alle berichten die
geschreven zijn voordat het nummer
werd opgeslagen niet verzonden.
Bevestig in het menu "SMS-be-
richten" de functie "SMS-bericht
opstellen" . Voer uw bericht in met
behulp van het alfanumerieke toet-
senbord en bevestig het bericht met
de toets "OK" om het bericht te be-
waren of selecteer de knop "Verzen-
den" om het bericht te verzenden. U
kunt na het selecteren van de knop
"Verzenden" het nummer van de
ontvanger invoeren of een nummer
selecteren uit het telefoonboek of
de gesprekkenlijst en het bericht
verzenden. Menu "Telefoonopties"
De functie
"Telefoonopties" in het
menu "Telefoonfuncties" biedt toe-
gang tot de volgende functies: ฀•฀฀ "Instellingen voor telefoneren" .
Hiermee kunt u de functies "Weer-
gave van mijn nummer" en "Au-
tomatisch opnemen na "X" keer
overgaan" in- en uitschakelen.
฀•฀฀ "Opties beltonen" . Hiermee kunt
u het volume van de beltoon voor
inkomende telefoongesprekken
aanpassen, het piepsignaal voor
de ontvangst van SMS-berichten
inschakelen en één van de vijf
aangeboden beltonen kiezen.
฀• "Doorschakelnummer/voicemail".
Hier kunt u het gekozen doorscha-
kelnummer invoeren, anders wordt
het gesprek doorgeleid naar de
voicemail.

Page 59 of 184

60
14-06-2004
61
14-06-2004
Diensten* Noodoproep*"PEUGEOT Assistance"/
Noodoproep
Tijdens een gesprek met "PEUGEOT
Assistance" of tijdens een noodop-
roep zijn telefoongesprekken of het
versturen en ontvangen van SMS-
berichten niet mogelijk; deze worden
doorgeleid naar de voicemail.
In dat geval gaat een groene diode
op de voorkant van de autoradio/
telefoon GPS RT3 knipperen op
het moment dat u een noodop-
roep heeft gedaan of "PEUGEOT
Assistance" heeft opgeroepen.
Wanneer de oproep in behande-
ling wordt genomen door de be-
treffende hulpdienst gaat de diode
permanent branden.
Als uw oproep naar "PEUGEOT
Assistance" is gelokaliseerd, ver-
schijnt een ster "
´" in de omschrij-
ving op het display.
UW 206 IN DETAIL
Druk op de toets E om
het menu "Diensten"
weer te geven en
selecteer één van de
volgende diensten: ฀• "Customer Contact
Center" voor een di-
recte verbinding met
het Customer Contact Center
van PEUGEOT en de bijbehoren-
de diensten (deze verbinding wordt
verbroken op het moment dat een
noodoproep of een oproep voor as-
sistentie wordt geplaatst).
฀• "PEUGEOT Assistance" voor een
directe verbinding met de alarm-
centrale van PEUGEOT en wordt
u snel weer op weg geholpen (u
kunt wanneer u per ongeluk op
deze toets heeft gedrukt dit binnen
6 seconden ongedaan maken).
U kunt tijdens de verbinding met
PEUGEOT Assistance behalve een
noodoproep geen andere verbindin-
gen tot stand brengen. Als u het
speciale contract met PEUGEOT
hebt afgesloten, zal uw oproep wor-
den gelokaliseerd.
฀• "Diensten gebruiker" voor toe-
gang tot een lijst met speciieke
diensten van uw operator (bijv.:
klantenservice, kostenoverzicht,
nieuws, beursberichten, weer, rei-
zen, spelletjes, enz.), indien deze
diensten beschikbaar zijn. Druk
in een noodgeval op
de toets V tot een geluids-
signaal te horen is en een
venster voor het bevestigen/
annuleren van de oproep
(binnen 6 seconden) ver-
schijnt of voer direct het
nummer 112 in.
Doe een noodoproep indien u zich
in een situatie bevindt die ernstige
gevolgen kan hebben (lichamelijk let-
sel, ...) voor personen die in gevaar
zijn (als u getuige of slachtoffer bent
van een ongeluk met gewonden, van
geweld, ...).
Alvorens een dergelijke oproep
te kunnen verzenden, moet de
autoradio/telefoon een uit cellen be-
staand netwerk detecteren.
Als u geen speciaal PEUGEOT con-
tract hebt afgesloten, dan is de toets
SOS zo ingesteld dat hij een noodop-
roep verzendt naar 112 - een uniek
nummer dat via het wereldwijde
GSM-netwerk speciaal bereikbaar is
voor noodoproepen.
Er is geen enkele beveiliging nodig
en het is voor het gebruik van dit net-
werk niet nodig de SIM-kaart te in-
stalleren of de PIN-code in te geven.
Als u het speciale PEUGEOT
contract hebt afgesloten, zal uw
oproep worden gelokaliseerd en zult
u worden doorverbonden met het
PEUGEOT hulpverleningsplatform.
Raadpleeg voor meer details de alge-
mene voorwaarden van uw contract. * Indien de optie en dienst beschik-
baar zijn.

Page 60 of 184

60
14-06-2004
61
14-06-2004
Index
Algemeen
De index kan 400 kaarten bevatten
en is onderverdeeld in 4 onafhan-
kelijke rubrieken ("User1", "User2",
"User3" en "User4"). Met behulp van
de index kunnen kaarten worden
beheerd, kan getelefoneerd worden
met de SIM kaart en kan een naviga-
tie worden opgestart.
Hoofdmenu
UW 206 IN DETAIL
Selecteer in het algemene menu de
functie "Index" om in het hoofdmenu
van de index te komen en selecteer
één van de volgende functies:
• "Bellen" om naar een opgeslagen nummer te telefoneren.
• "Opstarten navigatie naar" om een navigatie naar een in het geheugen
opgeslagen plaats op te starten.
• "Kaartenbeheer index" om kaar- ten aan de index toe te voegen,
kaarten te verwijderen, te wijzigen
of te raadplegen of om deze te
vervangen door de kaarten op de
SIM-kaart.
• "Coniguratie index" om de actieve index te selecteren en te bepalen
welke index bij het inschakelen van
het systeem actief is. Aanmaken/wijzigen van een kaart
Selecteer in het menu
"Index" de
functie "Kaartenbeheer index" en
vervolgens "Toevoegen" om een
nieuwe kaart aan te maken.
Selecteer en bevestig de rubriek
waarin u de kaart wilt plaatsen en vul
vervolgens de informatie in.
Selecteer in het menu "Kaartenbe-
heer index" de functie "Raadplegen
of wijzigen kaart" om een reeds
bestaande kaart te wijzigen en voer
vervolgens de wijzigingen door.
Opmerking: de navigatie CD-rom
moet bij het invoeren van een adres
aanwezig zijn zodat een navigatie
naar deze bestemming kan worden
uitgevoerd. Omschrijving van een kaart van
de index
Wanneer u een kaart in de index
van een omschrijving heeft voorzien,
kunt u deze omschrijving inspreken
en opslaan, zodat u door middel van
gesproken commando's van de index
gebruik kunt maken (bijv:
"Bellen"
"[inspreken van omschrijving]" of
"Navigatie naar" "[inspreken van
een omschrijving]" ).
Selecteer in het menu "Kaartenbe-
heer index" "Raadplegen of wijzigen
kaart" voor toegang tot het scherm
voor het invoeren en opslaan van de
omschrijving.
Druk op de toets om op te slaan en
volg de instructies.
Verkeersinformatie RDS TMC
(Trafic Message Channel)
Vanuit het menu "Telematica" en
vervolgens vanuit de functie "Ver-
keersinformatie TMC" (zie hoofd-
stuk "Navigatiesysteem"), heeft u
toegang tot de berichten over de
verkeerssituatie.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 190 next >