PEUGEOT 206 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 123

49
COMFORT
-
- plaats de veiligheidsgordel onder
de geleider 2.
- trek aan de knoppen 3 om de
rugleuning 4 los te maken.
- verwijder de hoofdsteunen, of schuif deze omlaag.
- klap de rugleuning 4 neer.
Kantel altijd eerst de zitting om-
hoog alvorens de rugleuning neer
te klappen (voorkomen van be-
schadiging).
ACHTERBANK
Neerklappen van de achterbank:
-
til de zitting 1 aan de voorzijde op.
- klap de zitting 1 tegen de
rugleuning van de voorstoelen. Terugplaatsen:
- klap de rugleuning omhoog.
- klap de zitting neer.
- breng de sluitingen van de
veiligheidsgordels in de juiste
positie alvorens de zitting aan de
voorzijde te vergrendelen.
Let op dat de gordels niet worden
vastgeklemd.

Page 52 of 123

51
COMFORT
-
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het ge-
zicht in de rijrichting op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst, moet de
stoel van de auto in de middelste stand
met de rugleuning rechtop worden ge-
zet en mag de airbag aan passagiers-
zijde niet worden uitgeschakeld.
BEVESTIGEN VAN EEN
KINDERZITJE MET EEN
DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDELALGEMENE INFORMATIE
MET BETREKKING TOT
KINDERZITJES
* De regels voor het vervoeren van kinderen zijn per land
verschillend. Raadpleeg hiervoor
de wetgeving in uw land. Middelste stand
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp
van uw auto veel aandacht heeft be-
steed aan veiligheidsvoorzieningen
voor uw kinderen, is hun veiligheid
natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- conform Richtlijn 2003/20
dienen kinderen jonger
dan 12 jaar of kleiner dan
1,50 m in gehomologeerde,
aan het lichaamsgewicht
aangepaste kinderzitjes op met
veiligheidsgordels of ISOFIX-
bevestigingen * uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is
volgens de statistieken een
plaats op de achterbank van
uw auto,
- kinderen tot 9 kg moeten
zowel voor- als achterin met
de rug in de rijrichting worden
vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen
op de achterzitplaatsen van uw
auto te vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot
2 jaar,
- met het gezicht in de
rijrichting vanaf 2 jaar. "Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met de rug
in de rijrichting
op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst, moet de
airbag aan passagierszijde zijn uit-
geschakeld. Anders kan het kind bij
het afgaan van de airbag levens-
gevaarlijk gewond raken .

Page 53 of 123

COMFORT
52 -
Airbag aan passagierszijde OFF Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg L2
"KIDDY Life"
Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de
gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start". L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes, voorzien van een artike
lnum-
mer, die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:

Page 54 of 123

COMFORT
56 -
ADVIEZEN VOOR
KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kin-
derzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar bij een aanrijding.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mo-
gelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje met "het gezicht in
de rijrichting" voor dat de rugleuning
van het kinderzitje tegen de rugleuning
van de stoel van de auto rust en dat de
hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig
op om te voorkomen dat de hoofd-
steun door de auto vliegt bij krachtig
afremmen. Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet
met "het gezicht in de rijrichting" op de
passagiersstoel voor worden vervoerd,
behalve als de achterzitplaatsen al be-
zet zijn door andere kinderen of als de
achterbank niet bruikbaar, neergeklapt
of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszij-
de uit zodra een kinderzitje «met de
rug in de rijrichting» op de voorstoel
wordt geplaatst. Het kind kan anders
bij het afgaan van de airbag levens-
gevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veilig-
heidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed
over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelver-
hoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter
hoogte van de schouder.Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de
zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voor-
komen dat de portieren achter per
ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten ach-
ter niet verder dan voor 1/3 deel ge-
opend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.

Page 55 of 123

COMFORT
52 -
Airbag aan passagierszijde OFF Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg L2
"KIDDY Life"
Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de
gordelbeschermer te gebruiken.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start". L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar
(ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes, voorzien van een artike
lnum-
mer, die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:

Page 56 of 123

53
COMFORT
-
BEVESTIGEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft h et overzicht de mogelijkheden weer voor het bevestigen
met de veiligheidsgordel van een universeel (a) goedgekeurd kind erzitje afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats
in de auto.
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Plaats Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar 9 - 18 kg
(groep 1)
Van 1 tot ± 3 jaar 15 - 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ± 6 jaar 22 - 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel
vóór (c)
Vaste of in hoogte
verstelbare stoel U U U U
Buitenste zitplaats
en achter U U U U
Middelste
zitplaats achter
Driepunts
veiligheidsgordel X UF UF UF
Middelste zitplaats
achter (d)
Tweepunts
veiligheidsgordel X UF UF UF
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel
kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u uw kind op deze zitplaats
installeert. (d) De kinderzitjes "RECARO Start"
(L3) en "KLIPPAN Optima" (L4)
mogen niet op de middelste
zitplaats achter worden geplaatst
als deze zitplaats is voorzien van
een tweepuntsgordel.
U: Plaats geschikt voor het bevestigen van een universeel goedgekeurd
kinderzitje met de veiligheidsgordel.
Kinderzitje geplaatst met de rug in de rijrichting of het gezicht in de
rijrichting. UF: Plaats geschikt voor het
bevestigen van een universeel
goedgekeurd kinderzitje met de
veiligheidsgordel.
Kinderzitje uitsluitend geplaatst met het gezicht in de rijrichting.
X: Plaats niet geschikt voor het bevestigen van een kinderzitje uit
de aangegeven gewichtsgroep.

Page 57 of 123

COMFORT
54 -
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst
tussen de rug en de zitting van de
stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die eenvoudig aan deze
ringen kunnen worden verankerd. ISOFIX-BEVESTIGINGEN
De ISOFIX-bevestigingen zorgen
voor een betrouwbare, degelijke en
snelle montage van het kinderzitje in
uw auto.
Deze zitplaatsen zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen.

Page 58 of 123

55
COMFORT
-
ISOFIX KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
Het RÖMER Duo Plus Isoix kinderzitje (gewichtsgroep B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de boven-
ste ISOFIX-bevestiging, de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden be-
vestigd op zitplaatsen die niet zijn
voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kin-
derzitje met de normale driepunts
veiligheidsgordel op de zitplaats van
de auto te bevestigen.Volg bij het plaatsen van het kin-
derzitje de gebruiksaanwijzing van
de fabrikant van het zitje.

Page 59 of 123

57
TOEGANG TOT DE AUTO
-
SLEUTELS
Met behulp van de sleutels kan de
airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld en kan het contact-/
stuurslot worden bediend. Lokaliseren van de auto
Om de eerder vergrendelde auto te
lokaliseren op een parkeerplaats:
F
Druk op de knop A, de
plafonniers gaan branden en
de knipperlichten knipperen
gedurende enkele seconden.
Batterij van
afstandsbediening vervangen
Type batterij: CR2016 / 3 V.
Als de batterij leeg is, verschijnt in
combinatie met een geluidssignaal de
melding "Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Draai de schroef los en wip het huis
met een muntstuk bij het oog los om
de batterij te vervangen.
Als de afstandsbediening na het ver-
vangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroni-
seerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt ge-
opend terwijl de sleutel nog in het
contact steekt, klinkt er een geluids-
signaal. Synchroniseren van de
afstandsbediening
F
Zet het contact uit.
F Zet het contact weer aan.
F Druk direct gedurende enkele
seconden op de knop A.
F Zet het contact uit en verwijder
de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu
weer.
Zonder centrale
vergrendeling/ontgrendeling
Met behulp van de sleutel kunnen
eveneens de voorportieren, de ach-
terklep en de brandstofvuldop ont-
grendeld en vergrendeld worden.
Met centrale vergrendeling/
ontgrendeling
Met behulp van de sleutel in het slot
van een voorportier kunnen alle por-
tieren en de achterklep gelijktijdig
vergrendeld of ontgrendeld worden.
Als een van de portieren of de ach-
terklep geopend is, werkt de centrale
vergrendeling niet. Met centrale vergrendeling/
ontgrendeling met
afstandsbediening
Druk op de knop
A om de auto te ver-
grendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer twee
seconden branden van de richting-
aanwijzers.
Druk op de knop B om de auto te ont-
grendelen.
Dit wordt bevestigd door het snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Druk de knop van de afstandsbedie-
ning niet buiten het bereik van de
auto in. Hierdoor kan het systeem
buiten werking raken. In dat geval
moet de afstandsbediening opnieuw
gesynchroniseerd worden (zie het
desbetreffende hoofdstuk).

Page 60 of 123

TOEGANG TOT DE AUTO
58 -
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Deze diefstalbeveiliging blokkeert het
motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo
het starten van de motor bij een inbraak.
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een speciieke code beschikt.
Bij het aanzetten van het contact moet de code
van de sleutel worden herkend door de startblok-
kering, waarna de motor gestart kan worden.
Noteer de sleutelnummers
zorgvuldig. De sleutelcode is
als streepjescode aangege-
ven op het label bij de sleutel.
De radiograische afstandsbediening
is een systeem met een groot bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop
van de afstandsbediening te spelen
om te voorkomen dat de portieren
per ongeluk ontgrendeld worden.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het
contactslot zit, zelfs als het contact
uitstaat, behalve voor het herpro-
grammeren.
Het rijden met vergrendelde portie-
ren kan in geval van nood de toe-
gang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel
met afstandsbediening mee als u
de auto verlaat, zelfs al is dit voor
korte duur. Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik
van uw auto.
De afstandsbediening kan dan on-
bruikbaar worden en moet in dat
geval opnieuw worden geprogram-
meerd.
Let er bij het aanschaffen van een
gebruikte auto op dat uw sleutels
door het PEUGEOT-netwerk in het
elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van
kunt zijn dat de in uw bezit zijnde
sleutels de enige zijn waarmee de
auto kan worden gestart:
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet
(2e stand van de sleutel), het verklik-
kerlampje van de schakelaar cen-
trale vergrendeling op het middelste
gedeelte van het dashboard snel
gaan knipperen.
De auto kan dan niet gestart wor-
den.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk. Bij verlies van de sleutels
Als u uw sleutels verliest, kunt u zich
met het kentekenbewijs van de auto
en uw identiteitsbewijs wenden tot
het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan dan de
code van de sleutel en de afstands-
bediening achterhalen en nieuwe
sleutels bestellen.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 130 next >