service Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)

Page 5 of 124

ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze blokkeert het motorma- nagementsysteem enkele ogen-blikken nadat het contact is afge-zet en voorkomt zo dat de autowordt gestolen.
Werking Elke sleutel heeft een chip met een eigen code. Bij het aanzetten van het contact wordt de code van de sleutel her-kend, waarna de motor gestartkan worden. Als de code ontbreekt of als er een sleutel met andere codewordt gebruikt, dan is starten nietmogelijk.Extra sleutel Er kunnen maximaal 5 sleutelco- des in het geheugen wordenopgeslagen.
Wend u met de codekaart en alle in uw bezit zijnde sleutels tot een
PEUGEOT-servicepunt voor hetverkrijgen van een extra sleutel ofhet vervangen van een sleutel.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact wordt afgezet, klinkt er een geluidssignaal alshet bestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt.
Codekaart Op deze kaart staat de identifi-
catiecode die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bijwerkzaamheden aan de start-blokkering. De code is afgedekt,verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een vei- lige plaats buiten de auto.
6
UW IN EEN OOGOPSLAG
Bij aanschaf van een gebruikte auto:
¥ controleer of de codekaart aanwezig is;
¥ laat de sleutels opnieuw in het geheugen opslaan door uw
PEUGEOT-servicepunt om er zeker van te kunnen zijn dat alleen u beschikt over een set passende sleutels.
Breng geen wijzigingen aan de elektronische startblokkering aan.
07-10-2002
6
70

Page 10 of 124

11
UW IN EEN OOGOPSLAG
VOORSTE AIRBAGS
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op ONairbag aan passagiers-
zijde geactiveerd.
Ð op OFFairbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Controle van de werking
Als bij aangezet contact (2 e
stand) dit
verklikkerlampje op het instrumen-tenpaneel gaat branden in combina-tie met een geluidssignaal en demelding "Airbag passagier uitge-
schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aanpassagierszijde isuitgeschakeld, blijfthet verklikkerlampjebranden. Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:Ð S
chakel de airbag aan
passagierszijde uit als u een kinderzitje metde rugleuning in de rij-richting op de voor-stoel plaatst.
Ð Schakel de airbagin als er een passa-gier op de voor-stoel zit.
Auto's zonder een airbagschakelaar:
Ð Plaats geen kinder- zitje met de rugleu-ning in de rijrichtingop de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
* Volgens land van bestemming. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Deze zijn beschikbaar voor de passagiersstoel v——r en dienenom een
speciaal kinderzitje te
installeren dat verkocht wordt via
de PEUGEOT-servicepunten. De sloten van het kinderzitje wor- den verankerd aan de specialebevestigingspunten en zorgen zo
voor een veilige en snelle montagevan het zitje. Het kinderzitje moet
met de rug in de rijrichtinggeplaatst worden voor kinderentot 13 kg (hierbij is het verplicht
de airbag aan passagierszijdeuit te schakelen) .
Volg de aanwijzingen van defabrikant van het kinderzitje.
07-10-20029064

Page 15 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar gecontroleerd te worden.
De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecontroleerd te worden.
De distributieriem: raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Opmerking: de koelvloeistof hoeft niet te worden ververst.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer.
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20 000 km of elk jaar.

Page 17 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES21
Op 0 zetten van de onderhouds- intervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole heeft uitgevoerd, kan de onderhoudsinterval-indicator op de volgende wijze op 0gezet worden:  Ð zet het contact af,
Ð druk op knop 1en houdt deze
ingedrukt,
Ð zet het contact aan. De kilometer- teller begint 10 seconden terug tetellen,
Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
De teller geeft [= 0]aan en het lampje
gaat uit.

Page 19 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES23
- Motorolie verversen.
Type
Werkzaamheden Omschrijving van de werkzaamhedenGarantiecontroleACTussentijdse controle
- Oliefilter.- Brandstoffilter.- Luchtfilterelement.- Bougies.
- Motorolie (controleren + bijvullen).- Olie handgeschakelde versnellingsbak (controleren + bijvullen).- Niveau elektrolyt in accu (controleren + bijvullen) indien niet onderhoudsvrij.- Ruitensproeiervloeistof (controleren + bijvullen).- Koelvloeistof (controleren + bijvullen).- Remvloeistof (controleren + bijvullen).- Stuurbekrachtigingsvloeistof (controleren + bijvullen, volgens uitvoering).
- Werking verlichting en signalering.- Staat van ruiten, koplampreflectoren, lampglazen en spiegels.- Claxon.- Ruitensproeiers.- Staat van ruitenwisserbladen.- Staat en spanning van aandrijfriemen.- Werking van handrem.- Afdichting en staat van hydraulische circuits (slangen en carters).- Staat van rubber stofhoezen.- Remblokken. o- Staat en speling van wiellagers, spoorstangen, kogels, silent blocs.- Afdichting van schokdempers.- Slijtage van remvoeringen achter.- Staat en spanning van banden (incl. reservewiel).- Emissieregeling, volgens wettelijke voorschriften.- Pollenfilter (volgens uitvoering).o- Visuele controle van de gehele auto door een Peugeot-monteur.
- Huurauto (indien overeengekomen).

Alle rijomstandigheden. oBijzondere rijomstandigheden. * Volgens land van bestemming.
VERVERSEN
VERVANGEN
NIVEAU
CONTROLE SERVICE*
PROEFRIT
PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES TYPE A EN C EN TUSSENTIJDSE CONTROLE

Page 24 of 124

Verklikkerlampje hand- rem, te laag remvloeistof-niveau en storing elektro-nische remdrukregelaar(REF)
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
verplicht stoppen (STOP). Wijst op hetzij:
Ð een (iets) aangetrokken handrem.
Ð een te laag remvloeistofniveau in het reservoir (als het lampje ook brandt als de handrem niet gebruiktwordt).
Ð een storing in de elektronische rem- drukregelaar (REF), als het verklik-kerlampje brandt in combinatie met
het verklikkerlampje ABS.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje anti-blokkeersysteem (ABS) Dit lampje gaat elke keer dat
het contact wordt aangezet gedurende 3 seconden branden.Als het lampje bij een snelheid vanmeer dan 12 km/h blijft branden ofgaat branden, wijst dit op een storingin het antiblokkeersysteem.De normale remwerking met rembe-krachtiging blijft echter behouden.
Als het lampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de melding "Storing
ABS" op het multifunctionele display, raad-
pleeg dan een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjemotoroliedruk en -temperatuur
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
verplicht stoppen (STOP). Als het lampje brandt, stop dan
onmiddellijk.Dit verklikkerlampje wijst op hetzij:
Ð een te lage oliedruk.
Ð te weinig olie in het smeersysteem. Vul indien nodig olie bij.
Ð een te hoge temperatuur van de motorolie. Het verklikkerlampje brandtin combinatie met een geluidssignaal.Matig uw snelheid om de motorolie-temperatuur te laten dalen.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje koelvloei-stoftemperatuur en te laagkoelvloeistofniveau
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
verplicht stoppen (STOP). Stop onmiddellijk.
Wacht tot de motor is afgekoeld alvo- rens koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorkomen ,
de vuldop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen
.
Verwijder vervolgens de vuldop en vulkoelvloeistof bij.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
07-10-2002
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
28
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij draaiende motor knippertgeeft aan dat het desbetreffende onder-deel of systeem niet goed werkt.Sommige verklikkerlampjes kunnenbranden in combinatie met een geluids-signaal en een melding op het multi-
functionele display. Negeer een dergelij-ke waarschuwing niet, maar raadpleeg
zo snel mogelijk een PEUGEOT-service-
punt. Als tijdens het rijden het verklik-
kerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat branden, zet de auto dan altijd zosnel mogelijk op een veilige plaats stil.
Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
Gekoppeld aan het verklikkerlampje telage motoroliedruk, koelvloeistofni-
veau- en temperatuurmeter, handrem,remvloeistofniveau en storing elektro-
nische remdrukregelaar. Als het lampje bij draaiende motor knippert, stop dan onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.

Page 25 of 124

Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aan-
zetten van het contact branden engaat na enkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit opeen defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de
bestuurder, bij het aanzetten van het contact,zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampjezelfdiagnose motor
Gaat elke keer dat het contactwordt aangezet branden.
Als dit lampje bij draaiende motor gaat bran-den, wijst dit op een defect in het injectie-/ont-stekingssysteem of in de emissieregeling. Dekatalysator kan hierdoor beschadigd raken.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjebrandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog onge-
veer 50 km rijden (tankinhoud ongeveer
47 liter).
Verklikkerlampje uit- schakelen airbag aanpassagierszijde*
Dit lampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld"
op het multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Verklikkerlampje elek- tronisch stabiliteitspro-gramma (ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contactwordt aangezet enkele seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor of tijdens het rijden blijft branden of gaat branden incombinatie met een geluidssignaal en demelding "ESP/ASR buiten gebruik" op
het multifunctionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem tijdens het rijden in werking wordtgesteld (op het moment dat er een verschiloptreedt tussen de door de bestuurdergewenste koers en de werkelijke koers vande auto) en blijft branden als het systeemwordt uitgeschakeld.
Verklikkerlampje ladenvan de accu Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de temperatuur is in
orde,
Ð Wijzer in zone (B): de temperatuur is te
hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.

Page 26 of 124

Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aan-
zetten van het contact branden engaat na enkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit opeen defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de
bestuurder, bij het aanzetten van het contact,zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampjezelfdiagnose motor
Gaat elke keer dat het contactwordt aangezet branden.
Als dit lampje bij draaiende motor gaat bran-den, wijst dit op een defect in het injectie-/ont-stekingssysteem of in de emissieregeling. Dekatalysator kan hierdoor beschadigd raken.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjebrandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog onge-
veer 50 km rijden (tankinhoud ongeveer
47 liter).
Verklikkerlampje uit- schakelen airbag aanpassagierszijde*
Dit lampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld"
op het multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Verklikkerlampje elek- tronisch stabiliteitspro-gramma (ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contactwordt aangezet enkele seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor of tijdens het rijden blijft branden of gaat branden incombinatie met een geluidssignaal en demelding "ESP/ASR buiten gebruik" op
het multifunctionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem tijdens het rijden in werking wordtgesteld (op het moment dat er een verschiloptreedt tussen de door de bestuurdergewenste koers en de werkelijke koers vande auto) en blijft branden als het systeemwordt uitgeschakeld.
Verklikkerlampje ladenvan de accu Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de temperatuur is in
orde,
Ð Wijzer in zone (B): de temperatuur is te
hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.

Page 27 of 124

07-10-2002
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
Ð onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
Ð motorolieniveaumeter,
Ð kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:
de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum
Controleer het olieniveau met de peilstok. Te veel
olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaadblijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo
spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt. Minimum Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de autoop een vlakke, horizontale ondergrond staat en demotor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij een draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motor-olie aan:
Ð Wijzer in zone
(C): de olietempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (D): de olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid om de olietemperatuur te laten dalen.

Page 28 of 124

07-10-2002
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies:
Ð onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
Ð motorolieniveaumeter,
Ð kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:
de totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Maximum
Controleer het olieniveau met de peilstok. Te veel
olie kan leiden tot motorschade. Als inderdaadblijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo
spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt. Minimum Controleer het olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de autoop een vlakke, horizontale ondergrond staat en demotor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte motorolieniveaumeter Als de 6 blokjes knipperen, geeft dit een defect aan de motorolieniveaumeter aan. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Temperatuurmeter motorolie Bij een draaiende motor geeft de meter de temperatuur van de motor-olie aan:
Ð Wijzer in zone
(C): de olietempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (D): de olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid om de olietemperatuur te laten dalen.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >