service Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 80 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
80
Actieradius In deze stand geeft de computer het aantal kilometers dat met de resteren-de hoeveelheid brandstof gereden kanworden. Opmerking:
dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de rijstijl of van het landschap, met alsgevolg een aanzienlijke verlagingvan het momenteel verbruik. Als de resterende hoeveelheid brandstof in de tank minder is dan
3 liter, branden er slechts 3 streep-
jes op de display.
Momenteel verbruik Dit is het verbruik dat geregistreerd is tijdens de laatste 2 seconden.Deze informatie verschijnt alleenals er met een snelheid hoger dan20 km/h wordt gereden. Gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik is de ver- houding tussen de verbruiktebrandstof en het aantal afgelegdekilometers sinds de laatste nulstel-
ling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt ver- kregen door de sinds de laatste nul-stelling afgelegde afstand te delendoor de tijd dat de auto in gebruik is(contact aan). Afgelegde afstand In deze stand geeft de boordcompu- ter de afgelegde afstand sinds delaatste nulstelling aan. Na het op nul stellen van de boord- computer is de weergegeven actier-
adius pas na enige tijd betrouwbaar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt wanneer er tijdens het rijdenhorizontale streepjes op de displayverschijnen, in plaats van cijfers.
07-10-2002
Page 87 of 124

UW 206 CC IN DETAIL87
Schakelprogramma's U kunt kiezen uit drie schakelpro- gramma's:
Ð Automatisch (normaal gebruik).
Ð Sport.
Ð Sneeuw.Door een druk op de toets
Aof B
selecteert u respectievelijk het pro-
gramma Sport of Sneeuw. Het gese-lecteerde programma wordt op hetinstrumentenpaneel weergegeven.Druk nogmaals op de schakelaar omweer op het normale programma overte schakelen. Automatisch (normaal gebruik)Het inschakelen van de versnellingen geschiedt automatisch afhankelijk vandiverse parameters, zoals:
Ð de rijstijl.
Ð het profiel van de weg.
Ð de belading van de auto.De versnellingsbak kiest voortdurend uit de diverse in het geheugen opge-slagen programma's welke het meestgeschikt is voor de rijomstandigheden. Programma Sport Het programma Sport geeft automa- tisch voorrang aan een dynamischerijstijl. Programma Sneeuw Het programma Sneeuw biedt in stand D
een soepele rijstijl, aangepast aan
gladde wegen, om de aandrijving en destabiliteit te verbeteren. Er wordt vanuitde 2e
versnelling weggereden en er
wordt iets eerder teruggeschakeld. Bijzonderheden
Ð Bij langdurig remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te remmen.
Ð Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingsbak nietnaar een hogere versnelling als uhet gaspedaal plotseling los laat
(b.v. als u schrikt voor een obstakel).
Ð Om de luchtverontreiniging te ver- minderen is er een speciaal pro-gramma voor deze versnellingsbak,waardoor de motor na een koudestart zo snel mogelijk de ideale tem-peratuur bereikt.
Kickdown Om kortstondig de maximale accelera- tie te verkrijgen zonder de stand vande selectiehendel te wijzigen dient hetgaspedaal volledig te worden inge-trapt. De versnellingsbak schakeltautomatisch terug of handhaaft deingeschakelde versnelling totdat demotor het maximum toerental bereikt.Elke storing in het systeem wordt aangegeven door hetafwisselend knipperen vande verklikkerlampjes Sport
en Sneeuw op het instrumentenpa-neel. In dit geval werkt de versnel-lingsbak met een noodprogramma. Ukunt dan een hevige schok waarne-men bij het selecteren vanuit stand P
naar Rof vanuit stand Nnaar R(zon-
der gevaar voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als de motor stationair draait met een ingeschakelde versnelling, kruipt deauto zonder dat gas wordt gegeven. Geef geen gas bij het selecteren van een versnelling als de auto stilstaat. Houd de voet op het rempedaal bij het selecteren van een versnelling bij stil-staande auto. Geef geen gas als er geremd wordt bij een ingeschakelde versnelling.
Trek de handrem aan en selecteer stand P , indien er werkzaamheden moeten wor-
den uitgevoerd bij draaiende motor. Gebruik geen kickdown op een glad wegdek. Zet de selectiehendel nooit in stand N
als de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in stand P
of Rals de auto niet volledig stilstaat.
Laat geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.
07-10-2002
Page 88 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
88
De normale werking van het ABS is merkbaar door licht trillen van hetrempedaal.
Trap bij een noodstop het rem- pedaal krachtig en volledig in enlaat het niet los.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS)* Het antiblokkeersysteem zorgt samen met de elektronische remdrukregelaartijdens het remmen voor een betere
stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto,vooral op een slecht of glad wegdek.
Opmerking:
Controleer bij het verwis-
selen van de wielen (banden en vel-gen) of deze zijn gehomologeerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
Als deze waarschuwing op hetinstrumentenpaneel verschijntin combinatie met een geluids-signaal en de melding "Sto-
ring remsysteem" op het mul-
tifunctionele display, duidt dit op een sto-
ring in de elektronische remdrukregelaar.Door deze storing zou u tijdens het rem-men de controle over uw auto kunnenverliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt
HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheel omlaag.
Als dit verklikkerlampje brandtin combinatie met het verklik-kerlampje verplicht stoppen
STOP, een geluidssignaal (bij
10 km/h) en de melding
"handrem vergeten" op het multifunc-
tionele display, geeft dit aan dat dehandrem nog (iets) is aangetrokken. NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstandkleiner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgtervoor dat de benodigde bedienings-
kracht minder wordt en dat de effectivi-teit van het remmen wordt vergroot.
07-10-2002
Page 89 of 124

UW 206 CC IN DETAIL89
ANTI SPIN REGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvullingop.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor in alsde koers van de auto afwijkt van dedoor de bestuurder gewenste richting.Uitschakelen van het ASR/ESP-systeem. In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, inmulle grond,...) kan het nuttig zijn hetASR- en ESP-systeem uit te schake-len, zodat de wielen kunnen slippen enweer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar gaat branden enhet pictogram verschijnt: hetASR/ESP-systeem is uitge-schakeld.
Het systeem wordt opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet.
automatisch ingeschakeld vanaf
50 km/h.
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als ŽŽn van deze twee syste-men is ingeschakeld, knippert
het desbetreffende pictogram. Controle van werking
Bij een storing in de systemenzal het verklikkerlampje van deschakelaar gaan knipperen enhet pictogram verschijnen incombinatie met een geluidssig-
naal en de melding "ESP/ ASR buiten
werking" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepuntom het systeem te laten controleren.
Het ESP-systeem zorgtvoor meer veiligheid tijdenshet rijden. De bestuurdermag zich echter nooit latenverleiden tot het nemen van
meer risico's of het te hard rijden. De goede werking van het systeem wordt verzekerd door de naleving vande voorschriften van de constructeurop het gebied van wielen (banden envelgen), onderdelen van het remsys-teem, elektronische onderdelen als-mede de montageprocedure en hetuitvoeren van werkzaamheden door
een PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 90 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
90
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld).
Storing airbag voor Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal en de mel-
ding "Storing Airbag" op het multi-
functionele display, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om het sys-teem te laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regis- treren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt overschre-den, worden de airbags onmiddellijkopgeblazen en beschermen de inzit-tenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor een afdoen-de bescherming; de kracht van deaanrijding is afhankelijk van het soortobstakel en de snelheid van de autoop dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje met derug in de rijrichting op de voorstoelplaatst.
Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitgescha-keld.
* Volgens land van bestemming.
07-10-2002
Page 91 of 124

UW 206 CC IN DETAIL91
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelenen zo de veiligheid van uw passagierte garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumenten-paneel in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het
functionele display. Als bij aangezet contact (2 e
stand), dit
pictogram op het instrumentenpaneel verschijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Airbag
passagierszijde uitgeschakeld" op
het multifunctionele display, betekentdit dat de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld (stand "OFF").ZIJ-AIRBAGS Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Controle van werking
Het goed functioneren van het systeemwordt aangegeven door een verklikker-lampje in het instrumentenpaneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 secondenbranden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt.
Dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
07-10-2002
Page 92 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
92
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde niet uw voeten op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels bevinden tussen de airbag en de inzittenden. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servicepunt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze voor uw veiligheid binnen 10 jaar na aan- koop van de auto door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Zij-airbags
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 93 of 124

UW 206 CC IN DETAIL91
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventuele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelenen zo de veiligheid van uw passagierte garanderen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumenten-paneel in combinatie met een ge-luidssignaal en een melding op het
functionele display. Als bij aangezet contact (2 e
stand), dit
pictogram op het instrumentenpaneel verschijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Airbag
passagierszijde uitgeschakeld" op
het multifunctionele display, betekentdit dat de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld (stand "OFF").ZIJ-AIRBAGS Deze zijn aan de zijde van de portie- ren in de rugleuningen van de voor-stoelen aangebracht. Ze worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd bij aanrijdingen van opzijwaarbij een kans bestaat op ernstigletsel aan buik, borst of hoofd. Controle van werking
Het goed functioneren van het systeemwordt aangegeven door een verklikker-lampje in het instrumentenpaneel. Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 secondenbranden. Als het verklikkerlampje:
Ð niet brandt na het aanzetten van het contact of,
Ð niet uitgaat na 6 seconden of,
Ð gedurende 5 minuten knippert en dan permanent brandt.
Dient u uw PEUGEOT-servicepunt te raadplegen.
07-10-2002
Page 94 of 124

UW 206 CC IN DETAIL
92
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten (laat aan passagierszijde niet uw voeten op het dashboard rusten).
¥ Zorg dat er zich geen obstakels bevinden tussen de airbag en de inzittenden. Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servicepunt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze voor uw veiligheid binnen 10 jaar na aan- koop van de auto door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Zij-airbags
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Page 98 of 124

PRAKTISCHE INFORMATIE
96
Reservoir stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken te staan. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitsluitend
door PEUGEOT goedgekeurde pro-ducten (2,8 liter of 6,6 liter met kop-lampsproeiers). Accu Laat uw accu voor de winter door een
PEUGEOT-servicepunt controleren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt, moethet luchtfilter twee keer zo vaak ver-vangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bijstadsverkeer en veel korte ritten. Hier-door kan het noodzakelijk blijken om
de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te latencontroleren. Handgeschakelde versnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudsschema van
de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voorge-schreven procedure controleren.Gebruik uitsluitend door PEUGEOT goedgekeurdeproducten. Om de werking van belang-
rijke organen als de stuurbe- krachtiging en het remsysteem teoptimaliseren, selecteert en biedtPEUGEOT specifieke productenaan.
07-10-2002