PEUGEOT 207 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 255

50
VOORSTOELEN
U kunt de zitting, de rugleuning en de
hoofdsteun verstellen voor een optima-
le zitpositie.
1. Verstelling in lengterichting

 Til de beugel op en schuif de stoel
naar voren of naar achteren. 2. Hoogteverstelling bestuurders- en
passagiersstoel

 Trek de hendel omhoog of duw deze
omlaag totdat de gewenste stand
bereikt is. 3. Rugleuningverstelling

 Duw de handgreep naar achteren.

Page 52 of 255

!
!
51
Zorg ervoor dat het terugschuiven
in de oorspronkelijke stand niet
wordt verhinderd; deze stand is
noodzakelijk om de stoel te ver-
grendelen in de lengterichting.
Let erop dat de veiligheidsgordel
niet wordt geblokkeerd, zodat de
achterpassagiers niet worden ge-
hinderd bij het in- en uitstappen.
4.
Toegang tot de achterbank (3-deurs)

 Trek aan de handgreep om de rugleu-
ning naar voren te klappen en schuif de
stoel vooruit. Als de stoel wordt terug-
geduwd, komt deze automatisch weer
in de oorspronkelijke stand terug. 5. Hoogte- en hoekverstelling
hoofdsteun

 Trek de hoofdsteun omhoog om
hem hoger te zetten.


Druk op de nok A en trek de hoofd-
steun omhoog om hem te verwijderen.

 Steek om de hoofdsteun terug te
zetten de pennen in de openingen
van de rugleuning tot de hoofdsteun
op zijn plaats blijft.

 Druk op de nok A en duw de hoofd-
steun gelijktijdig omlaag om hem la-
ger te zetten.

 Kantel het onderste gedeelte van
de hoofdsteun naar voren of naar
achteren om de hoek van de hoofd-
steun af te stellen. Voor de veiligheid is het frame van
de hoofdsteun gekarteld om te
voorkomen dat de hoofdsteun zakt
in het geval van een aanrijding.

De juiste stand van de hoofd-
steun is als de bovenzijde van de
hoofdsteun zich ter hoogte van
de bovenzijde van het hoofd be-
vindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd. De hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct
zijn afgesteld.

Page 53 of 255

!
i
52
ACHTERBANK
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het
rechterdeel (1/3) van de achterbank
neerklappen om de bagageruimte te
vergroten. Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd; de hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct
zijn afgesteld.
De hoofdsteunen kunnen niet on-
derling worden verwisseld. Plaats
ze terug op de oorspronkelijke
plaats (RC).
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen hebben twee stan-
den, een hoge stand (comfort) en een
lage stand (zicht naar achteren).
De geselecteerde stand van de
stoelverwarming blijft nadat het
contact is afgezet nog twee minu-
ten in het geheugen.
7. Schakelaars stoelverwarming
Bij draaiende motor is de stoelverwar-
ming voor elke voorstoel apart regel-
baar.

 Met de draaiknop naast de voorstoel
kan de stoelverwarming ingescha-
keld worden en kan de gewenste
stand worden geselecteerd:

0 : Uit.

1 : Laag.

2 : Gemiddeld.

3 : Hoog.
De hoofdsteunen kunnen ook worden
verwijderd:

 trek de hoofdsteunen omhoog tot
aan de aanslag,

 druk vervolgens de pal in.
6. Armsteunen (behalve 3-deurs)
Deze zijn neerklapbaar en uitneembaar.

 Druk, om de armsteun te verwijde-
ren, op de knop tussen de armsteun
en de rand van de zitting en trek de
armsteun omhoog.

Page 54 of 255

!
i
52
ACHTERBANK
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het
rechterdeel (1/3) van de achterbank
neerklappen om de bagageruimte te
vergroten. Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd; de hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct
zijn afgesteld.
De hoofdsteunen kunnen niet on-
derling worden verwisseld. Plaats
ze terug op de oorspronkelijke
plaats (RC).
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen hebben twee stan-
den, een hoge stand (comfort) en een
lage stand (zicht naar achteren).
De geselecteerde stand van de
stoelverwarming blijft nadat het
contact is afgezet nog twee minu-
ten in het geheugen.
7. Schakelaars stoelverwarming
Bij draaiende motor is de stoelverwar-
ming voor elke voorstoel apart regel-
baar.

 Met de draaiknop naast de voorstoel
kan de stoelverwarming ingescha-
keld worden en kan de gewenste
stand worden geselecteerd:

0 : Uit.

1 : Laag.

2 : Gemiddeld.

3 : Hoog.
De hoofdsteunen kunnen ook worden
verwijderd:

 trek de hoofdsteunen omhoog tot
aan de aanslag,

 druk vervolgens de pal in.
6. Armsteunen (behalve 3-deurs)
Deze zijn neerklapbaar en uitneembaar.

 Druk, om de armsteun te verwijde-
ren, op de knop tussen de armsteun
en de rand van de zitting en trek de
armsteun omhoog.

Page 55 of 255

!
i
53
Neerklappen van de achterbank
(3-/5-deurs)
Kantel om beschadiging van de ach-
terbank te voorkomen altijd eerst de
zitting naar voren voordat u de rug-
leuning neerklapt :

 schuif de voorstoel indien nodig
naar voren,

 til de zitting 1 aan de voorzijde op,

 kantel de zitting 1 tegen de rugleu-
ning van de voorstoel,

 controleer of de veiligheidsgordel
langs de rand van de rugleuning
loopt,
Terugplaatsen van de
achterbank (3-/5-deurs)
Bij het terugplaatsen van de achter-
bank:

 zet de rugleuning 3 rechtop en ver-
grendel deze,

 klap de zitting 1 terug.

 trek de hendel 2 omhoog om de rug-
leuning 3 te ontgrendelen,

 zet de hoofdsteunen in de laagste
stand of verwijder ze indien nodig,

 klap de rugleuning 3 neer.
Let erop dat bij het terugplaatsen
van de achterbank de veiligheids-
gordels niet klem komen te zitten. De zitting
1 kan worden verwijderd
om het laadvolume te vergroten.
Knijp de bevestigingen van de zit-
ting in om ze los te maken.

Page 56 of 255

!
i
52
ACHTERBANK
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het
rechterdeel (1/3) van de achterbank
neerklappen om de bagageruimte te
vergroten. Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd; de hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct
zijn afgesteld.
De hoofdsteunen kunnen niet on-
derling worden verwisseld. Plaats
ze terug op de oorspronkelijke
plaats (RC).
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen hebben twee stan-
den, een hoge stand (comfort) en een
lage stand (zicht naar achteren).
De geselecteerde stand van de
stoelverwarming blijft nadat het
contact is afgezet nog twee minu-
ten in het geheugen.
7. Schakelaars stoelverwarming
Bij draaiende motor is de stoelverwar-
ming voor elke voorstoel apart regel-
baar.

 Met de draaiknop naast de voorstoel
kan de stoelverwarming ingescha-
keld worden en kan de gewenste
stand worden geselecteerd:

0 : Uit.

1 : Laag.

2 : Gemiddeld.

3 : Hoog.
De hoofdsteunen kunnen ook worden
verwijderd:

 trek de hoofdsteunen omhoog tot
aan de aanslag,

 druk vervolgens de pal in.
6. Armsteunen (behalve 3-deurs)
Deze zijn neerklapbaar en uitneembaar.

 Druk, om de armsteun te verwijde-
ren, op de knop tussen de armsteun
en de rand van de zitting en trek de
armsteun omhoog.

Page 57 of 255

!
i
54
Neerklappen van de achterbank
(SW)
Deze handeling is mogelijk vanaf de
achterbank of vanaf de te openen ach-
terruit.
Neerklappen van de achterbank zonder
het risico te lopen deze te beschadigen:

 schuif de voorstoelen indien nodig
naar voren,

 zet de hoofdsteunen in de laagste
stand. Controleer of er geen voorwerpen
aanwezig zijn die de beweging van
de bank kunnen hinderen, zowel
aan de bovenzijde als aan de on-
derzijde.
Terugplaatsen van de achterbank
(SW)
De zitting zakt omlaag en wordt
vervolgens bedekt door de rug-
leuning; zodoende beschikt u snel
over een vlakke laadvloer.

 trek de hendel 1 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen, die ge-
makkelijk neerklapt op de zitting 3 .

 Zet de rugleuning 2 bij het terug-
plaatsen van de achterbank weer
rechtop en vergrendel de rugleu-
ning.

 Controleer of de rode pal ter hoogte
van de hendel 1 , niet meer zicht-
baar is.

Page 58 of 255

i
!
55
SPIEGELS
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen
voor het benodigde zicht naar achteren
bij een inhaalmanoeuvre of het parke-
ren van de auto. Inklappen

 van buitenaf: vergrendel de auto met
de afstandsbediening of de sleutel.

 van binnenuit: trek bij aangezet con-
tact de schakelaar A naar achteren.
Handmatig verstelbare
buitenspiegels
Verstellen

 Beweeg de hendel in de vier richtin-
gen om de spiegel in de gewenste
stand te verstellen.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk .
Inklappen

 Tijdens het parkeren kunt u de spie-
gels handmatig inklappen.
Uitklappen

 Klap voordat u de motor start de
spiegels uit.
Elektrisch verstelbare
buitenspiegels
Verstellen

 Zet de knop A naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te se-
lecteren.

 Duw de knop B in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen.

 Zet de knop A weer in het midden. Uitklappen

 van buitenaf: ontgrendel de auto met
de afstandsbediening of de sleutel.

 van binnenuit: trek bij aangezet con-
tact de schakelaar A naar achteren.
De weergegeven objecten lijken
in de spiegels verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.

Page 59 of 255

!
i
56
Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht
achter de auto.
Verstellen

 Stel de spiegel af als deze in de
dagstand staat.
Stel de spiegels om veiligheidsre-
denen zo af, dat de dode hoek mi-
nimaal is.
Automatisch dimmende
binnenspiegel
De binnenspiegel verstelt geleidelijk en
automatisch van de dag- in de nacht-
stand.
Om verblinding te voorkomen, wordt de
spiegel automatisch donker, afhankelijk
van de hoeveelheid licht die vanaf de
achterzijde van de auto op de spiegel
valt.
Zodra de hoeveelheid licht (bijvoor-
beeld verlichting van achteropkomend
verkeer, zonneschijn...) vermindert,
wordt het spiegelbeeld weer helder
voor een optimaal zicht. Aan

 Zet het contact aan en druk op de
schakelaar 1 .
Het verklikkerlampje 2 gaat branden en
de binnenspiegel werkt automatisch.
Handmatige binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblinding).
Dag-/nachtstand

 Trek aan het hendeltje om de spie-
gel in de nachtstand te zetten.

 Duw het hendeltje naar voren om
de spiegel terug te zetten in de dag-
stand. Uit

 Druk op de schakelaar 1 .
Het verklikkerlampje 2 gaat uit en de
spiegel blijft in de dagstand staan.
Zodra de achteruit wordt ingescha-
keld, wordt de spiegel in de dag-
stand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.

Page 60 of 255

!
i
57
STUURWIELVERSTELLING
Het stuurwiel kan in hoogte en diepte
worden versteld voor een optimale zit-
houding van de bestuurder.
Verstellen

 Zorg dat de auto stilstaat en trek
aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen.

 Verstel het stuurwiel in hoogte en
diepte.

 Druk de hendel goed vast om het
stuurwiel te vergrendelen.
Voer deze handelingen om veilig-
heidsredenen uitsluitend uit bij stil-
staande auto.
ZONNEKLEP
De zonneklep kan zowel omlaag als
naar opzij worden geklapt en is voor-
zien van een make-upspiegel met ver-
lichting.

 Open als het contact aan is het af-
dekkapje. De verlichting van de
make-upspiegel gaat automatisch
branden.
De zonneklep bevat tevens een moge-
lijkheid voor het opbergen van pasjes.
VENSTERS VOOR PARKEER-/
TOLKAARTEN
Hierin kunt u parkeer- en/of tolkaarten
plaatsen.
Deze vensters bevinden zich aan
weerszijden van de voet van de binnen-
spiegel op de voorruit.
Op deze plaatsen is de thermisch isole-
rende voorruit niet-refl ecterend.
De thermisch isolerende voorruit
beperkt de opwarming van het in-
terieur door zonnestralen (ultravio-
lette straling) te fi lteren. De voorruit
bevat bovendien een refl ecterende
laag die radiogolven tegenhoudt
(bijvoorbeeld bij tolpoorten met
elektronische betaling).

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 260 next >