Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 91 of 328

89
4
Rijden
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling klinkt een geluidssignaal.
De aanduiding N
op het display knippert als u de motor probeert te startenzonder dat de selectiehendel in de stand N
staat.

Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor een inhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.



Weergave op het instrumentenpaneelStarten van de auto
Automatische bediening


Standen van de selectiehendel
N.
Neutral (neutraalstand).
R.Reverse (achteruitversnelling). 1, 2, 3, 4, 5, 6.Ver snellingen bij handmatig schakelen. AUTO. Gaat branden als u kiest voor
automatische bediening en gaat uit als
u kiest voor handmatige bediening.
S.Sport (stand Sport).
)Trap het rempedaal inals dit
verklikkerlampje knipper t (bijv.:starten van de motor).
) Selecteer de stand N.)
Houd het rempedaal ingetrapt.)
Start de motor.

Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding N
.
)
Selecteer de automatische bediening (stand A), de handmatige bediening (stand AM ) of de achteruitversnelling (stand R).R)
Zet de handrem vrij. )
Neem uw voet van het rempedaal en geef gas.
Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnen de aanduidingen AUTO
en 1, 1of R.
)
Start de auto en selecteer de stand A
omvoor de automatische bediening te kiezen.

Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduiding AUTOen deingeschakelde versnelling.
De versnellin
gsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:


- de ri
jstijl,

- het profiel van de weg.
Als bij het star ten het rempedaalniet wordt ingetrapt, knippert op het instrumentenpaneel de aanduiding voet op het rempedaalin combinatie meteen geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel.

Page 92 of 328

90
Rijden

Als bij stapvoets rijden de achteruitversnelling wordt geselecteerd,wordt deze pas ingeschakeld als de autovolledig tot stilstand is gekomen. Op het display van het instrumentenpaneel wordteen pictogram weergegeven.
Handmatig schakelen
Handmatig schakelen

Bij krachtig accelereren wordt dehoogste versnelling niet ingeschakeld als de bestuurders de flippers achter het stuurwiel niet bedient. Selecteer de neutraalstand N
nooittijdens het rijden.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R)RRuitsluitend als de auto volledig stilstaat en de voet op het rempedaal wordtgehouden.
Bi
j de automatische bediening blijft het altijdmogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld om even snel in te halen. )Bedien de flippers "+"
of "-".
De versnellingsbak wordt dan in de gevraagde
versnelling geschakeld, als de snelheid van de auto en het motortoerental dit toestaan. De aanduiding AUTO
blijft op het display staan.
Als de flippers enige tijd niet meer gebruikt
worden, gaat de versnellingsbak weer over op de automatische stand.
)
Zet na het starten de selectiehendel in de
stand M
om handmatig te schakelen.


- Beweeg de hendel in de richting van hetsymbool "+"om op te schakelen.

- Beweeg de hendel in de richting van hetsymbool "-" om terug te schakelen.
De achtereenvol
gend ingeschakelde
versnellingen worden weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere versnellin
g is
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en
het motortoerental dit toestaan.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelenhet gaspedaal los te laten.
Bi
j het remmen of het verminderen vande snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch terug, zodat de juiste versnelling
is
geselecteerd op het moment dat u het gaspedaal weer intrapt.

Page 93 of 328

91
4
Rijden

Stand Sport
Storing
Selecteer wanneer u de auto metdraaiende motor stilzet altijd de neutraalstand N
. Controleer voordat u werkzaamheden onder de motorkap uitvoert altijd of de selectiehendel in de neutraalstand Nstaat en de handrem is aangetrokken.

Houd bij het starten van de motor altijd het rempedaal ingetrapt.
Trek de handrem stevig aan om de autovolledig te blokkeren.

)Druk na het selecteren van de
automatische bediening of de handmatige bediening op de toets S
om de stand Sport
in te schakelen. Deze stand is geschikt
voor een spor tievere ri
jstijl.
Als dit verklikkerlampje en AUTO
bij het aanzetten van het contact gaan knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel, duidt dit op een storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.
Op het display van het instrumentenpaneel
wordt naast de ingeschakelde versnelling de letter Sweergegeven.
)Druk nogmaals op de toets Som de stand Sport uit te schakelen.
De letter S wordt dan niet meer op het displayvan het instrumentenpaneel weergegeven.

N
a het afzetten van het contact wordt
automatisch de normale stand ingeschakeld.
Stilzetten van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u:
-
de selectiehendel in de stand Nbewegen
om de neutraalstand te selecteren,
- een versnellin
g ingeschakeld laten. In datgeval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen altijd de handrem aan
om de auto volledig stil te zetten.

Page 94 of 328

92
Rijden
Bij de automatische versnellingsbak met vier
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch schakelen, aangevuld met de programma's
Spor t en Sneeuw, en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft dus vier gebruiksmogelijkheden: -automatisch schakelen:
het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd door de
versnellingsbak, -programma Sport:dit schakelprogrammamaakt een meer dynamische rijstijl mogelijk, -programma Sneeuw: ditschakelprogramma vereenvoudigt het rijden
op een ondergrond met weinig grip,-handmatig schakelen:deze stand maakt het zelf schakelen met de selectiehendelmogelijk.















Automatische versnellingsbak
1.
Selectiehendel. 2.
Toets "S"(sport)
.
3.Toets "7
"(sneeuw).
SchakelpatroonSelectiehendel
P.Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
- Starten van de motor.
R
. Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.N.Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokkenhandrem.
- Starten van de motor.D.
Automatische werking. M + / -. Zelf schakelen tussen de vier
versnellingen.)Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om één versnellin
g op te schakelen.of )Beweeg de selectiehendel kor t naar achteren
om één versnelling terug te schakelen.



Weergave op het instrumentenpaneel

Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnt het
desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. P. Parking (parkeerstand) R.Reverse (achteruitversnelling)N.
Neutral (neutraalstand)D.Drive (automatisch schakelen) S.
Programma Sport7.Programma Sneeuw1 2 3 4
. Ingeschakelde versnelling bij
handmatig schakelen -. Ongeldige waarde bij handmatig schakelen


Intrappen van het rempedaal
)
Als dit pictogram op het
instrumentenpaneel verschijnt,
trap dan het rempedaal in
(bijv.: starten van de motor).

Page 95 of 328

93
4
Rijden
)Trek de handrem aan. )Selecteer de stand P of N.)Star t de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal incombinatie met een waarschuwingsmelding. )Tr a p b ij draaiende motor het rempedaal in. )Zet de handrem los.)Selecteer de stand R , Dof M.)Laat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.

Wegrijden

Als de motor stationair draait, hetrempedaal is losgelaten en de stand R
, D
of Mis geselecteerd, zet de auto zich zelfs al in beweging als het gaspedaalniet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geenkinderen alleen in de auto achter. Trek de handrem aan enselecteer de stand P
indien er onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.

Als tijdens het rijden per ongeluk de stand Nwordt geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in destand Den trap het gaspedaal weer in.
Zet de selectiehendel nooit in de stand Nals de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in de stand Pof Rals de auto niet volledig stilstaat.

Automatisch
schakelpro
gramma
) Selecteer de stand Dom automatisch
te laten schakelen tussen de vier
versnellingen. De versnellingsbak werkt dan in de auto-adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellingsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg
en de belading van de auto. Voor een maximale acceleratie zonder destand van de selectiehendel te wijzigen,
moet het gaspedaal volledig wordeningetrapt (kickdown). De versnellingsbak
schakelt automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximumtoerental bereikt.Bij het remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af teremmen. Om de veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnellingals u het gaspedaal plotseling loslaat.

Programma's Sport en Sneeuw


Programma Sport "S"
)Druk op de toets "S"
als de motor is gestart.
Het schakelpro
gramma maakt dan automatischeen dynamische rijstijl mogelijk.

Op het instrumentenpaneel verschijnt de aanduiding S.

Programma Sneeuw "7"
)
Druk op de toets " 7
" als de motor is gestar t.
De versnellingsbak past zich aan voor het
rijden op gladde wegen.
Het schakelprogramma zorgt er voor dat ugemakkelijker kunt rijden op een ondergrond
met weini
g grip.
Op het instrumentenpaneel verschi
jnt de aanduiding 7.


Te r ugkeren naar het
automatische programma
)Om terug te keren naar het automatische
programma kunt u het programma Sport of Sneeuw op elk gewenst moment uitschakelen door opnieuw op de desbetreffende toets te drukken.


Deze twee specifieke programma's vullen de
automatische werking aan onder bijzondere
rijomstandigheden.

Page 96 of 328

94
Rijden
Handmatig schakelen
)Selecteer de stand M om sequentieel
te
sc
hakelen tussen de vier versnellingen. )Duw de selectiehendel naar het symbool +om één versnelling op te schakelen. )Trek de selectiehendel naar het symbool - om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnellingkan alleen als de snelheid van de auto enhet toerental van de motor dit toestaan,anders wordt er tijdelijk overgegaan op de automatische bediening.

Op het instrumentenpaneel verdwijnt
de aanduiding Den verschijnen
achtereenvolgens de ingeschakelde
versnellingen.

Onjuiste waarde bij handmatigebediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).



Parkeren van de auto

Voordat u de motor afzet, kunt u de selectiehendel in de stand P
of N
bewegen om de neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de auto stil te zetten.


Storing
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display, duidt dit
op een storing in de versnellingsbak.
In dit geval werkt de versnellingsbak met eennoodprogramma en blijft de 3e versnelling ingeschakeld. U kunt dan een hevige schokvoelen bij het selecteren van Rvanuit de stand P , of PRvanuit de stand N. Dit beschadigt de
versnellingsbak niet.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en ver volgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Er kan elk moment van de stand D (rijden in deautomatische stand) naar de stand M
(rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
versnellingsbak automatisch de stand M1.De programma's Sport en Sneeuw kunnen niet
worden ingeschakeld in de handbediende stand.

De automatische versnellingsbak kanbeschadigd raken:


- als u gelijktijdig het gas- en hetrempedaal intrapt,

- als u, wanneer de accu geen stroom lever t, de selectiehendelgeforceerd in de stand P
of eenandere stand zet.
Als u langere tijd stilstaat met draaiende
motor (files...), kunt u, om brandstof te besparen, de selectiehendel in de standN
zetten en de handrem aantrekken.


Als de selectiehendel niet in de stand P
staat, verschijnt bij hetopenen van het bestuurdersportier of na ongeveer 45 seconden een waarschuwingsmelding op het display.)Zet de selectiehendel in de stand P
;
de melding verdwijnt.

Page 97 of 328

95
4
Rijden











Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestar t(STA R T- s t a n d) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeur t direct, snel en stil.Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen eneen aangename rust in het interieur tijdens het wachten.


Werking


Overgang naar de STOP-stand
Het controlelampje "ECO"op het instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:


- als u,
bij een handgeschakelde
versnellingsbak,bij een snelheid lager
dan 20 km/h de versnellingshendel in
de neutraalstand zet en vervolgens het
koppelingspedaal loslaat.

- a
ls u, bij een gestuurdehandgeschakelde versnellingsbak
bij een snelheid lager dan 8 km/h het rempedaal intrapt of de selectiehendel inde stand N
zet.

Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem in de STOP-standis gezet. Zet in dat geval altijd hetcontact af en neem de sleutel uit het contactslot.
Het systeem werkt de eerste10 seconden na het inschakelen van deachteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in deSTOP-stand wordt gezet, blijven alle andere componenten zoals de remmenen de stuurbekrachtiging normaalfunctioneren.


Bijzonderheden: STOP-stand nietbeschikbaar

De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:


- het bestuurderportier geopend is,

- de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,

-
de auto sinds de laatste start met de sleutelniet sneller dan 10 km/h heeft gereden,

- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,

- de voorruitontwaseming is ingeschakeld,

- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motor temperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
E
en teller telt de duur van de momenten dat de motor afgezet is, op. Elke keer als u het contact
opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0 gezet.
Het controlelampje "ECO"knippert eenpaar seconden en gaat vervolgens uit.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.

Page 98 of 328

96
Rijden
Het controlelampje "ECO"
gaat uit ende motor wordt automatisch gestart:
-
bij een handgeschakelde
versnellingsbak , als u hetkoppelingspedaal intrapt, -
bij een gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak:●
met de selectiehendel in de stand A
of M
, wanneer u het rempedaal loslaat,

met de selectiehendel in de stand N
en het rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de selectiehendel in de stand A
of Mzet,

of wanneer u de achteruitversnellinginschakelt.

Uit veili
gheids- of comfor tover wegingen kan deSTART-stand automatisch worden geactiveerdals:


Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand


- het bestuurderportier wordt geopend,

- de veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,

- de snelheid van de auto hoger is dan
11 k m / h (gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak),

- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).


Als het systeem in de STOP-standwordt uitgeschakeld, dan wordt de motor direct weer gestart.
U kunt deze functie op elk willekeuri
g moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"inte drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaatbranden en er verschijnt een melding op het
display.

Uitschakelen
Het controlelampje "ECO"
knippert eenpaar seconden en gaat ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.

Page 99 of 328

97
4
Rijden
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld zodra u het contactopnieuw aanzet.



Inschakelen

Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het s
ysteem is dan weer ingeschakeld; hetcontrolelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat hetcontrolelampje in de schakelaar "ECO OFF"knipperen en ver volgens constant branden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de
STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet
meer wil aanslaan of direct afslaat. Allecontrolelampjes op het instrumentenpaneelgaan branden. Zet in dat geval het contact af en
start de auto dan met behulp van de sleutel.
Schakel omwille van de veiligheid het Stop & Start-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wiltuitvoeren.

Dit s
ysteem heeft specifieke kenmerkenen maakt gebruik van een speciale accu(raadpleeg voor meer informatie het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
PEUGEOT voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.



Onderhoud

Het Stop & Start-systeem maakt gebruik van geavanceerde technologie. Laateventuele werkzaamheden aan dit type accu uitvoeren door het PEUGEOT- net wer kof door een gekwalificeerde werkplaats.

Page 100 of 328

98
Rijden





Hill Holder
Dit systeem houdt uw auto bij het wegrijden opeen helling ongeveer 2 seconden op zijn plaats.
In die tijd kunt u uw voet van het rempedaal
naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
- als de auto volledig stilstaat terwijl u hetrempedaal intrapt,
- als de hellingshoek aan bepaalde
voor waarden voldoet,
- als het bestuurderspor tier is
gesloten.
De Hill Holder kan niet worden uitgeschakeld.
Als de auto ber
gopwaarts stilstaat, wordtdeze even op zijn plaats gehouden als u het
rempedaal loslaat en:


- bij een handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand hebt ingeschakeld,

- bij een gestuurde handgeschakelde
versnellingsbak de stand A
of Mhebt geselecteerd,

- bij een automatische versnellingsbak de stand Dof M
hebt geselecteerd.


Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en deachteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden als u
het rempedaal loslaat.

Verlaat de auto niet in de korte periode dat u de Hill Holder gebruikt. Als u de auto moet verlaten ter wijlde motor draait, bedien dan deparkeerrem met de hand. Controleer of het controlelampje van de parkeerrem op het instrumentenpaneel constantbrandt.


Storing

Bij een storing in het systeem gaan dezecontrolelampjes branden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 330 next >