Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)
Page 11 of 328
.
9
In één oogopslag
Page 12 of 328
10
In één oogopslag
Juiste zitpositie
Voorstoelen
57
Handmatig verstellen
1.
Hoogteverstelling van de hoofdsteun. 2.
Rugleuningverstelling. 3.Hoogteverstelling van de zitting.4.
Verstelling in lengterichting.
Page 13 of 328
.
11
In één oogopslag
Juiste zitpositie
Verstellen van de hoofdsteun
58
1.Ontgrendelen van het stuur wiel met de hendel. 2.
Ver stellen in hoogte en diepte.3.Vergrendelen van het stuur wiel met de hendel.
Stuurwiel verstellen
65
Deze handelingen moeten uit veiligheidsoverwegingen uitsluitendworden uitgevoerd als de auto stilstaat.
Bediening stoelverwarming
0
: uit. 1
: laag. 2: gemiddeld. 3: hoog.
Trek de hoofdsteun omhoog om deze hoger te zetten.
Druk tegelijker tijd op de knop A
en op dehoofdsteun om de hoofdsteun lager te zetten.
5
9
Page 14 of 328
12
In één oogopslag
Comfort
Buitenspiegels
Verstellen
A.
Selecteren van de buitenspiegel.B.Verstellen van de buitenspiegel.
C.In de neutraalstand zetten van deselectieschakelaar van de buitenspiegel.
63
Overige beschikbare functies... Inklappen/uitklappen.
Binnenspiegel
Uitvoering met handbediende
dag-/nachtstandinstelling
1.Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2. Verstellen van de binnenspiegel.
Uitvoering met automatische
dag-/nachtstandinstelling
64
1.Automatisch instellen van de dag- of
nachtstand.
2. Verstellen van de binnenspiegel. A
.Vastmaken.
B.Hoogteverstelling (5-deurs).
Veiligheidsgordels vóór
126
Page 15 of 328
.
13
In één oogopslag
Zicht
Verlichting
Ring A
Ring B
Ruitenwissers
107
Schakelaar A: ruitenwissers vóór
2
. Hoge snelheid.1.Normale snelheid.
Int.Interval.0.Uit. AUTOAutomatische ruitenwissers. È
Een keer wissen: trek de hendel één keer
naar u toe.
Ruitensproeiers: trek de hendel naar u toe en
houd de hendel enige tijd in deze stand.
115
Inschakelen van de stand"AUTO"
)
Beweeg de hendel één keer omlaag.
Uitschakelen van de stand "AUTO"
)
Beweeg de hendel nogmaals één keer
omlaag of zet de hendel in een anderestand: Int., 1 of 2.
Ring B: ruitenwisser achter
117
116
Uit.
Automatische verlichtin
g.
P
arkeerlicht.
Dimlicht/
grootlicht.
Mistachterlicht.
Uit.
Interval.
Ruitensproeier.
of
Mistlam
pen vóór en mistachterlicht.
Page 16 of 328
14
In één oogopslag
Verwarming of handbediende airconditioning
LuchtverdelingLuchtopbrengstLuchtrecirculatie/ Toevoer van buitenluchtTemperatuurHandbediendeairconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMENONTDOOIEN
Vent ilat ie
Tips voor instellingen in het interieur
Automatische airconditioning:gebruik bij voorkeur de volledig automatische stand door op de toets "AUTO"
te drukken.
Page 17 of 328
.
15
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
Wanneer u het contact aanzet, slaan allemeters uit en keren ver volgens terug naar de '0"-stand.A.Als het contact wordt aangezet, moet de meter het resterende brandstofniveau
weergeven.B.Bij draaiende motor moet het
verklikkerlampje laag brandstofniveau
uitgaan.
Instrumentenpanelen
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden.2.Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes
23, 28
C.
Als het contact wordt aangezet, wordt op
het display van het instrumentenpaneel het
motorolieniveau weergegeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
21
Page 18 of 328
16
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
Het branden van een verklikkerlampje geeft u
informatie over de status van de desbetreffende
functie.A. Uitschakeling van de parkeerhulp achter.
Rij drukschakelaars
1051
.Open het dashboardkastje.
2. Steek de sleutel in de schakelaar. 3.
Selecteer de stand: "ON"
(inschakelen) wanneer een passagier op de voorstoel zit of een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting is bevestigd, "OFF"(uitschakelen) wanneer een kinderzitje
met de rug in de rijrichting is bevestigd. 4.Ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
130
125
B.Uitschakeling van het CDS-/ASR-systeem.
96
C.
Uitschakeling van het Stop & Start-systeem.
52
D. Uitschakeling van de interieurbeveiliging.
142
E.
Inschakeling van de elektrische kinderbeveiliging.
Veiligheid voor alle inzittenden
A.Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/
losgemaakte veiligheidsgordels vóór.B. Verklikkerlampje storing van één van de airbags.
Veiligheidsgordels vóór en
airbag vóór aan passagierszijde
27
C.Verklikkerlampje uitschakeling airbag vóór aan passagierszijde.
32
Page 19 of 328
.
17
In één oogopslag
Onder het rijden
Stop & Start-systeem
Overgang naar de STOP-standvan de motor
95
Het verklikkerlampje "ECO"op hetinstrumentenpaneel gaat branden en
de motor komt in de stand-bystand:
Overgang naar de START-stand van de motor
Uit-
/inschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelendoor de schakelaar "ECO OFF"in te drukken; het
verklikkerlampje in de schakelaar gaat branden.
96
96
Het systeem wordt automatischopnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.
Zet tijdens het tanken en als uhandelingen onder de motorkap wiltuitvoeren, altijd het contact af en neemde sleutel uit het contactslot. Het verklikkerlamp
je "ECO"
gaat uiten de motor wordt gestart:
-bij auto's met een handgeschakeldeversnellingsbak, als u hetkoppelingspedaal intrapt,-bij auto's met een 2Tronic versnellingsbak
:
●
als de selectiehendel in de stand A
of Mstaat, als u het rempedaal loslaat,
●
of als u de selectiehendel in de stand Aof AM
zet als deze in de stand N
staat en hetrempedaal niet ingetrapt is,
●
of als u de achteruitversnelling inschakelt.
-bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 20 km/h, als u de versnellingshendel in de neutraalstand zet en het
koppelingspedaal loslaat,
-
bij auto's met een 2Tronic
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 8 km/h, als u het rempedaal intrapt of als u de selectiehendel in de stand N
zet.
Onder bepaalde omstandigheden wordt deSTART-stand automatisch geactiveerd; het
verklikkerlampje "ECO"knippert enkele
seconden en gaat dan uit.
Onder bepaalde omstandigheden is de STOP-stand niet beschikbaar; het verklikkerlampje"ECO"
knippert enkele seconden en gaat dan uit.
Page 20 of 328
18
In één oogopslag
Onder het rijden
1.
Selecteren van de snelheidsbegrenzer. 2.
Ver lagen van de ingestelde snelheid. 3.
Ver hogen van de ingestelde snelheid.4.
Inschakelen/uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer.
Snelheidsbegrenzer "LIMIT"
99
1.Selecteren van de snelheidsregelaar.
2. Ver lagen van de ingestelde snelheid.3.
Ver hogen van de ingestelde snelheid. 4.Uitschakelen/inschakelen van de snelheidsregeling.
Snelheidsregelaar "CRUISE"
101
Als de snelheidsregelaar of -begrenzer isingeschakeld, verschijnen de instellingen van het systeem op het instrumentenpaneel.
Weergave op het instrumentenpaneel
Snelheidsregelaar
Snelheidsbegrenzer
Het instellen van de snelheid is alleen mogelijk bij draaiende motor. Het instellen van een snelheid en het activeren
van de snelheidsregelaar is alleen mogelijk bijeen wagensnelheid hoger dan 40 km/h, vanaf de 4e versnelling bij een handgeschakelde
versnellingsbak (2e bij een 2Tronic
versnellingsbak of een automatische transmissie).