Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 328

1
39
Controle tijdens het rijden

Tr aject resetten
)Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan
twee seconden in.
De trajecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk enhebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"voor een maandelijks verbruik.

Page 42 of 328

40
Controle tijdens het rijden
De boordcomputer geeft tijdens het rijden
verschillende informatie (actieradius,
brandstofverbruik ...).











Boordcomputer met touchscreen


Weergave van de informatie


- Actuele informatie:



actieradius,


huidig brandstofverbruik,


de teller van het
Stop & Start-systeem.




-
Traject "1":



afgelegde afstand,


gemiddeld brandstofverbruik,


gemiddelde snelheid,
voor het eerste tra
ject.





- Tr a
ject "2":



afgelegde afstand,


gemiddeld brandstofverbruik,


gemiddelde snelheid,
voor het tweede traject.



)Druk op MODEop het
touchscreen om de verschillende
functies weer te geven. )Selecteer de gewenste functie met uw vinger.

Page 43 of 328

1
41
Controle tijdens het rijden

Tr aject resetten
)
Druk op het gedeelte voor het
resetten, rechtsonder op het
touchscreen, zodra het
gewenste
traject wordt weergegeven.
De tra
jecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk enhebben dezelfde eigenschappen.
Tr aject "1"kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"voor een maandelijks verbruik.

Page 44 of 328

42
Controle tijdens het rijden
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)

Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
t
ijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul
gezet.


Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden de streepjes continu worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weergegevenbij snelheden vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde rijstijl of het rijden op een helling, waardoor het momentelebrandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Enkele definities (boordcomputer)

Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog metde resterende hoeveelheidbrandstof kunt rijden, berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.

Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven als deze meer dan 100 km bedraagt.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik over de laatsteseconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde verbruik
sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer (contact aan).
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt berekendsinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer.

Page 45 of 328

1
43
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel met LCD-display
) Druk deze toets in om achtereenvolgens de
volgende parameters weer te geven:


- uren,

- minuten,

- tijdsaanduiding in 12 of 24 uur.


















Datum en tijd instellen

Druk op MENU
om het "HOOFDMENU
" weer
te geven en selecteer "Instellingen
".
Selecteer " Datum Tijd".
Selecteer de datum of ti
jd die wordtweergegeven, gebruik het toetsenbord om de instellingen te wijzigen en selecteer "Bevestigen".
Touchscreen
Selecteer " Systeemconfiguratie".

Page 46 of 328

44
Toegang tot de auto
U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het por tierslot of met de afstandsbediening. Desleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.















Sleutel met afstandsbediening
Uitklappen van de sleutel


Openen van de auto

Volledig ontgrendelen
Met de sleutel
)
Draai de sleutel in de richting van de
voorzijde van de auto om de auto te
ontgrendelen.



Met de afstandsbediening
)Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.


Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden, afhankelijkvan de uitvoering van de auto,de buitenspiegels uitgeklapt.

)Druk op deze knop om de sleutel uit te klappen.

Page 47 of 328

45
2
Toegang tot de auto







Selectieve ontgrendeling
)
Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk één keer ophet geopende hangslot.


Met de afstandsbediening
De selectieve ontgrendeling kanworden ingesteld met behulp van het
configuratiemenu.
Standaard is de volledige
ontgrendeling geactiveerd.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden, afhankelijkvan de uitvoering van de auto, debuitenspiegels uitgeklapt.

)
De overige por tieren en de achterklep ontgrendelen: druk nogmaals op het geopende hangslot.



Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden, afhankelijkvan de uitvoering van de auto, debuitenspiegels ingeklapt.

Verlaat om veiligheidsredenen(kinderen in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de sleutel mee te nemen.
Sluiten van de auto
Normale vergrendeling
Met de afstandsbediening
)
Druk op het gesloten hangslot
om de auto volledig te
vergrendelen.
Met de sleutel
) Draai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om de auto volledigte vergrendelen.
Wanneer u de sleutel in de ver
grendelstandgedraaid houdt of de knop van de afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook de ruiten gesloten.

Page 48 of 328

46
Toegang tot de auto
Als één van de portieren of deachterklep geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet. Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer 30 seconden een van de por tieren wordt geopend, wordt deauto automatisch weer vergrendeld.

Het in- en uitklappen van debuitenspiegels kan wordenuitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Supervergrendeling
De super vergrendeling blokkeert het van buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de super vergrendeling is ingeschakeld, is ook de vergrendelingsschakelaar in hetinterieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de super vergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.



Met de sleutel
)
Draai de sleutel richting de achterzijde van
de auto om de auto volledig te vergrendelen.) Draai binnen 5 seconden de sleutel
no
gmaals richting de achterzijde van de
auto om de super vergrendeling van de autoin te schakelen.



De supervergrendeling wordtbevestigd door het gedurendeongeveer 2 seconden branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden, afhankelijk van de uitvoering, de buitenspiegels ingeklapt.



Met de afstandsbediening
)Druk op het gesloten hangslot
om de auto volledig te
vergrendelen.
)Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om desupervergrendeling van de auto in te schakelen.

Page 49 of 328

47
2
Toegang tot de auto
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het aanzetten van het contactde code van de sleutel worden herkend door destartblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo hetstarten van de motor bij een inbraak.

Inklappen van de sleutel
)Druk op deze knop om de sleutel in teklappen.
)Druk op het symbooltje van het
gesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
De plafonniers gaan branden en de richtingaanwijzers knipperen gedurende enkeleseconden.
Follow me
home-verlichtin
g
Met de afstandsbediening
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichtin
g teactiveren (inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
terwijl de verlichting nog brandt, wordt de follow
me home-verlichting weer uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleegzo snel mogelijk het PEUGEOT- net wer k .

Wanneer u deze knop niet indrukt bij het inklappen van de sleutel, kan het mechanisme beschadigd raken.
Bewaar zorgvuldig de sticker die u bijde aflevering van uw auto samen met de sleutels is overhandigd.

Page 50 of 328

48
Toegang tot de auto
Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
)Druk op de knop.De por tieren en de bagageruimte worden ver-
of ontgrendeld.

Het rijden met vergrendelde portieren kan bij een noodgeval de toegang tot de auto voor de hulpdiensten belemmeren.

Als één van de portieren is geopend of niet goed is gesloten, werkt de centralevergrendeling niet.
Bij vergrendeling / supervergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of als de supervergrendeling van buitenaf is ingeschakeld, is de knop buiten werking. )Tr e k d e p o r t i e r h a n dgreep aan debinnenzijde naar u toe om de auto teontgrendelen.)Als de supervergrendelingis ingeschakeld moet de afstandsbediening of de sleutel worden gebruikt om de auto teontgrendelen.


Automatische centrale vergrendeling van de portieren

De por tieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij eensnelheid hoger dan 10 km/h).
Om deze functie in of uit te schakelen (standaard is deze ingeschakeld):
)druk op de knop tot een geluidssignaal
klinkt en/of een melding op het displaywordt weergegeven.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 330 next >