Peugeot 208 2012 Handleiding (in Dutch)

Page 61 of 328

59
3
Comfort
Bediening stoelver warming
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar. )Met de draaiknop naast de voorstoel kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een ver warmingsstand worden geselecteerd: 0
: Uit. 1: Laag.2
: Gemiddeld. 3
: Hoog.










Middenarmsteun Voor het comfort en als opbergmogelijkheid voor de bestuurder en voorpassagier.
Opbergvakken
)
To egang tot het afgesloten opbergvak: til
de handgreep op om het deksel op te tillen. ) Toegang tot het open opbergvak onder de
armsteun: klap de armsteun in zijn geheel
naar achteren.

Page 62 of 328

60
Comfort
Neerklappen van de rugleuning Terugplaatsen van de rugleuning
)
Zet de rugleuning 2
rechtop en vergrendel deze. )Controleer of de rode markering bij de
knoppen 1
niet meer zichtbaar is.)Maak de veiligheidsgordels los en plaats zenaast de rugleuning.
)Schuif de desbetreffende voorstoelen indien nodig naar voren. )Plaats de veiligheidsgordels tegen de rugleuning en maak ze vast.
)
Zet de hoofdsteunen in de laagste stand. )
Druk de knoppen 1 gelijktijdig in om de
rugleuning 2te ontgrendelen.)
Klap de rugleuning 2op de zitting.


Let erop dat bij het terugplaatsen vande rugleuning van de achterbank de veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.










Eendelige achterbank Eendelige achterbank met een zitting die niet opgeklapt kan worden en een rugleuning die neergeklapt kan worden.
Bij het neerklappen van de rugleuningmag de middelste veiligheidsgordel nietworden vastgemaakt, deze moet plat opde rugleuning worden gelegd.

Page 63 of 328

61
3
Comfort

Hoofdsteunen achter

De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand (hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoo
fdsteunen kunnen worden verwijderd
onderling worden uitgewisseld.Verwijderen van een hoofdsteun: )trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag,)druk vervolgens de pal Ain.

Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijnver wijderd; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.

Page 64 of 328

62
Comfort





Achterbank
)Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.)Houd de desbetreffende veiligheidsgordel
tegen de rugleuning en maak deze vast. )Zet de hoofdsteunen in de laagste stand.
) Zet de rugleuning 2
rechtop en vergrendel deze. )
Controleer of de rode markering bij de knop 1niet meer zichtbaar is.)Maak de veiligheidsgordel los en plaats deze naast de rugleuning.


Let erop dat bij het terugplaatsen vande rugleuning van de achterbank de veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.

)
Duw op de knop 1
om de rugleuning 2
teontgrendelen. )
Klap de rugleuning 2
op de zitting.

Neerklappen van de rugleuning
Terugplaatsen van de rugleuning
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de rugleuning van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.

Page 65 of 328

63
3
Comfort




Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
in
geklapt voor het parkeren in een smalle straat.

Buitenspiegels

De waargenomen objecten in debuitenspiegels lijken verder af dan ze inwerkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden omde afstand ten opzichte van achteropkomendverkeer goed in te schatten.



Ontwaseming - ontdooiing
Verstellen Verstellen
Handmatig verstelbare buitenspiegels
Inklappen
)
Tijdens het parkeren kunt u de spiegelshandmatig inklappen.
Uitklappen
)Klap voordat u de motor start de spiegels uit.








Elektrisch verstelbare buitenspiegels
)
Beweeg de hendel in de vier richtingen
om de spiegel in de gewenste stand te
verstellen.
) Zet de knop A
naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren. ) Duw de knop B
in de 4 richtingen om de spiegel af te stellen.)
Zet de knop A
weer in het midden. D
eze functie kunt u inschakelen door bij draaiende motor op de toets van
de achterruitverwarming te drukken
(zie paragraaf "Ontwaseming -Ontdooiing achterruit").

Page 66 of 328

64
!
Comfort
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de schakelaar A , worden ze niet automatischuitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Treknogmaals de schakelaar A
naar achteren om de Abuitenspiegels uit te klappen.


Het automatisch in- en uitklappen van debuitenspiegels kan worden gedeactiveerd door het PEUGEOT-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.
Klap de buitenspiegels in als u uw autoin een automatische autowasstraat laat
wassen.
Inklappen
- Automatisch: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
- Handmatig: trek bij aangezet contact deschakelaar Anaar achteren.
Uitklappen
- Automatisch: ontgrendel de auto met deafstandsbediening of de sleutel.
- Handmatig: trek bij aangezet contact deschakelaar Anaar achteren.

Automatisch dimmende binnenspiegel

Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand. Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter
de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand waardoor de spiegel donkerder
wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt
van de koplampverlichting van achteropkomend
verkeer, zon ... (antiverblindingsstand).





Binnenspiegel



Binnenspiegel met handbediende
dag-/nachtstand

Verstellen
)
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.



Dag-/nachtstand
)
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten. ) Duw het hendeltje naar voren om despiegel terug te zetten in de dagstand.



Zodra de achteruitversnelling wordtingeschakeld, wordt de spiegel in dedagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.

Om veiligheidsrdenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.

Page 67 of 328

65
3
Comfort








Stuurwielverstelling
)Zorg dat de auto stilstaaten trek aan de hendel om het stuur wiel te ontgrendelen. )Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding. )Druk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.

Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit bijstilstaande auto.

Page 68 of 328

66
Comfort








Vent ilat ie
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
- rechtstreekse toevoer naar het interieur (toevoer van buitenlucht),
- toevoer via het ver warmingscircuit,
- toevoer via het circuit van deairconditioning.

Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het bedieningspaneel A
van de middenconsole.
1.Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de zijruiten. 3.
Afsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters.
4. Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5. Uitstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.Uitstroomopeningen beenruimteachterpassagiers.

Luchtverdeling
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.

Page 69 of 328

67
3
Comfort
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters enoverige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. )
Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden. )
Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek ver vangen (zie het hoofdstuk "Controles"). Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het toegevoegde specialeactieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schooninterieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).)
Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in hetonderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houden.)
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.











Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning


Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.Zorg ervoor dat de aanjagersnelheidvoldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ver verst
wordt.
Het airconditioningssysteem is chloor vrijen is niet schadelijk voor de ozonlaag.


Condensvorming in de airconditioningkan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.




Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning werken uitsluitend bij draaiende motor. Als u het thermische comfor t in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u tijdelijk de functie Stop & Start uitschakelen (zie het hoofdstuk "Rijden").

Page 70 of 328

68
Comfort
1. Temperatuur regeling
)Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in testellen.

De airconditioning werkt alleen als de motor draait.
2. Luchtopbrengstregeling
)Draai de knop in één
van de
zes standen om de gewensteluchtopbrengst te verkrijgen.


Wanneer de knop van de luchtopbrengstregeling in de stand 0
staat (uitschakeling van het systeem),wordt het thermische comfort niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nogwel een kleine luchtstroom gehandhaafd.

Handbediende airconditioning
Verwarming / ventilatie

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 330 next >