PEUGEOT 3008 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 292

19
Instrumentenpaneel
1Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over het controleren van de
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust met
een systeem waarbij het roetfilter (FAP) wordt
gecombineerd met het SCR-emissieregelsysteem
(Selective Catalytic Reduction) voor de
nabehandeling van de uitlaatgassen. Deze kunnen
niet functioneren zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-reservoir
is aangesproken (tussen 2400 en 0 km), gaat bij
het aanzetten van het contact een verklikkerlampje
branden en wordt een melding weergegeven die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt
rijden voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem wordt automatisch
geactiveerd zodra het AdBlue
®-reservoir leeg is.
De motor kan weer worden gestart nadat
AdBlue
® is bijgevuld tot het minimale niveau.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt niet
automatisch weergegeven.

► Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Benodigde maatregelen vanwege te
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan branden
wanneer de hoeveelheid AdBlue® minder is dan de
reservevoorraad die goed is voor een actieradius
van 2.400 km.
Samen met de waarschuwingslampjes herinneren
meldingen u er regelmatig aan dat u het reservoir
moet bijvullen om te voorkomen dat de motor
niet meer kan worden gestart. Zie het hoofdstuk
Waarschuwings- en controlelampjes voor
informatie over de weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over AdBlue® (BlueHDi) en met
name over het bijvullen ervan.
Waar-
schuwings- /
controlelampjes aan Actie
Resterende
actieradius


Vul bij.Tussen
2.400 km en
800 km


Vul zo snel
mogelijk bij.Tussen
800 km en
100
km


Bijvullen is
noodzakelijk;
de kans bestaat
dat de motor
niet meer kan
worden gestart.Tussen 100
en 0 km


De motor
kan pas weer
starten als er
minimaal 10
liter AdBlue
®
aan de tank is
toegevoegd. 0 km
Bijvullen detecteren
De bijvuldetectie is mogelijk niet meteen
zichtbaar na het toevoegen. Soms moet de
auto enkele minuten rijden voordat de getankte
hoeveelheid wordt gedetecteerd.

Page 22 of 292

20
Instrumentenpaneel
Storing in het SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie


Als er een storing wordt
gedetecteerd, gaan deze
waarschuwingslampjes
branden in combinatie met een
geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven
zodra de storing voor de eerste keer wordt
gedetecteerd en vervolgens steeds bij het aanzetten
van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de waarschuwing tijdens de volgende rit na de
zelfdiagnose van het SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane
rijfase (tussen 1.100 en 0 km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog steeds
wordt weergegeven, wordt de storing in het SCR-
systeem bevestigd.
Het AdBlue-waarschuwingslampje knippert en
er wordt een melding weergegeven ("Storing
emissieregeling: starten niet meer mogelijk over
X km"), met de actieradius in kilometers.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden weergegeven. De waarschuwing wordt
opnieuw weergegeven zodra het contact wordt
aangezet.
U kunt nog 1.100 km rijden voordat het systeem het
starten van de motor blokkeert .
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Starten geblokkeerd
Telkens wanneer het contact wordt aangezet, wordt
de melding "Storing emissieregeling: starten
geblokkeerd" weergeven.
Om de motor weer te kunnen starten Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vermogensmeter (plug-in
hybride)
De vermogensmeter geeft in real time het vermogen
aan dat van de auto wordt gevraagd.
Er zijn 3 zones:


POWER Hoge vermogensvraag, waarbij het
gecombineerde vermogen van de
benzinemotor en de elektromotor(en)
wordt gebruikt (afhankelijk van de
uitvoering).
De cursor bevindt zich in deze zone
tijdens meer dynamische rijfasen,
wanneer hoge prestaties worden
gevraagd.
ECO Optimaal energiegebruik
(verbrandings- of elektromotor).
De cursor staat in deze zone tijdens
elektrisch rijden en wanneer de
benzinemotor optimaal wordt gebruikt.
Dit is mogelijk bij een geschikte rijstijl.
Een symbool geeft de drempel aan
waarbij de benzinemotor wordt gestart.
Door het accelereren te beperken kan
de bestuurder in de elektrische rijstand
blijven.
CHARGE Terugwinning van energie voor
het gedeeltelijk opladen van de
tractiebatterij.
De cursor bevindt zich in deze zone
wanneer de auto vaart vermindert:
wanneer u uw voet van het gaspedaal
haalt of remt.

Page 23 of 292

21
Instrumentenpaneel
1Laadniveaumeter (plug-in
hybride)


Het laadniveau van de tractiebatterij en de
resterende actieradius in de elektrische rijstand
worden permanent weergegeven wanneer het
contact aan staat.
De weergegeven actieradius is afhankelijk van het gebruik van de auto (rijstijl en
snelheid), de buitentemperatuur en de
geactiveerde comfortuitrusting.
Handmatige test op het
instrumentenpaneel
Met deze functie kunnen op elk moment bepaalde
indicatoren worden gecontroleerd en het logboek
van storingen worden weergegeven.

► Druk bij draaiende motor kort op deze toets.
De volgende gegevens worden op het
instrumentenpaneel weergegeven:

Motorolieniveau.

Onderhoudsinterval.


Actieradius van de

AdBlue® voor het SCR-
systeem (BlueHDi-dieselmotor).


Actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook automatisch elke keer wanneer u het contact aanzet.
Kilometerteller/dagteller
Met het contact aan worden de afstanden altijd
aangegeven. Ze worden uitgeschakeld ongeveer
30 seconden nadat het contact is afgezet. Ze
worden weergegeven als het bestuurdersportier
wordt geopend, en als de auto wordt vergrendeld of
ontgrendeld.
Voor reizen in het buitenland kan de eenheid van de afstand (km of mijl) worden
aangepast: de snelheid moet namelijk worden
weergegeven in de officiële eenheid van het land
(km/h of mph).
U kunt deze eenheid via het configuratiemenu
van het scherm aanpassen terwijl de auto
stilstaat.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto sinds de eerste registratie aan.
Dagteller
Deze geeft het aantal gereden kilometers weer sinds
de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.


Op 0 zetten van de dagteller
► Druk bij aangezet contact op de toets totdat de
dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Hiermee kan de verlichting van het
instrumentenpaneel worden ingeschakeld of
uitgeschakeld.
► Druk op deze toets.
De lichtsterkte van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan worden ingesteld via het
touchscreen.
Met PEUGEOT Connect Radio
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.

Page 24 of 292

22
Instrumentenpaneel
► Selecteer "Lichtsterkte".
► Stel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te verplaatsen.
De instellingen worden direct toegepast.


Druk buiten het instellingenvenster op het

scherm om af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
► Selecteer " Dark".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.


Druk nog een keer op het scherm (op een

willekeurig gedeelte) om het weer in te schakelen.
Met PEUGEOT Connect Nav
Met de lichten ingeschakeld:► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.


Selecteer "
OPTIES".
► Selecteer " Schermconfig.".


Selecteer het tabblad "
Lichtsterkte".
► Stel de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel en het scherm af door
op de pijlen te drukken of de cursor te verplaatsen.
► Druk op deze toets om op te slaan en af
te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu
" Instellingen" te selecteren.
► Selecteer " Scherm uit".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.


Druk nog een keer op het scherm (op een

willekeurig gedeelte) om het weer in te schakelen.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als de weergavemodus
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK" is
geselecteerd, afhankelijk van de uitvoering.
Druk bij alle andere weergavemodi op het uiteinde
van de ruitenwisserschakelaar om deze informatie
tijdelijk op een specifiek scherm weer te geven.
Weergave van de verschillende tabbladen




► Wanneer u op de toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar drukt, worden de volgende
tabbladen na elkaar weergegeven:

Actuele informatie:•


T
otale actieradius (benzine of diesel).


Huidig verbruik (benzine of diesel).



T
ijdteller Stop & Start-systeem (benzine of
diesel).


Percentage van de huidige rit dat volledig

elektrisch is gereden (plug-in hybride).


T
raject "1 " en daarna "2 ":


Gemiddelde snelheid.



Gemiddeld brandstofverbruik.



Afgelegde afstand.
Traject resetten
► Druk langer dan 2 seconden op de knop
op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar wanneer het gewenste
traject wordt weergegeven.
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en ze worden op
dezelfde manier gebruikt.
Begrippen
De actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt afleggen
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een
verandering in rijstijl of van het reliëf op de route,

Page 25 of 292

23
Instrumentenpaneel
1waardoor het actuele brandstofverbruik aanzienlijk
kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes
worden weergegeven in plaats van cijfers, duidt dit
op een storing.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)
Berekend sinds de laatste nulstelling van de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert
een teller hoe lang de STOP-stand tijdens een
traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het
contact wordt aangezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje bij
kans op gladheid).


Bediening verwarming/airconditioning.



T
oegang tot de configuratiemenu's van de functies
en systemen van de auto.


Bediening van het audiosysteem en de

telefoonfuncties, en weergave van de bijbehorende
informatie.


W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van de
parkeerhulp, Park Assist
enz.).


T
oegang tot de internetdiensten en weergave van
de bijbehorende informatie.


Bediening van het navigatiesysteem en weergave

van de bijbehorende informatie (afhankelijk van de
uitvoering).
Zet de auto uit veiligheidsoverwegingen altijd stil voordat u handelingen uitvoert
die uw volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
– Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.


Raak het touchscreen niet aan met vochtige

vingers.


Gebruik een schone, zachte doek om het

touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen onder het touchscreen om
de menu's te openen en druk vervolgens op de
aanraaktoetsen op het touchscreen.
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets "OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch de eerste
pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF" om een functie in of uit te
schakelen.
Een functie configureren
Toegang tot aanvullende informatie over de
functie

Page 26 of 292

24
Instrumentenpaneel
Bevestigen
Terug naar de vorige pagina of bevestigen
Instellen van het volume/onderbreken van
het geluid.
Menu's

Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen voor meer informatie
over de menu's.
Radio / Media
Airconditioning Instellingen voor de temperatuur, luchtstroom
enz. Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de automatische airconditioning met
gescheiden regeling.
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting)

Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van bepaalde
functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
" Snelkoppelingen" en "Overige instellingen".
Telefoon
Connect-App
Toegang tot bepaalde te configureren
functies.
Energy Toegang tot de functies van het
plug-in hybridesysteem (energiestroom,
verbruiksstatistieken, geprogrammeerd laden,
functie eSave).
Menu Energy
Stroom
Op deze pagina wordt in real time de werking van
het plug-in hybridesysteem weergegeven.
1. Actieve rijstand
2. Benzinemotor
3. Elektromotor(en)
4. Laadniveau tractiebatterij
De kleur van de energiestromen is afhankelijk van
de manier van rijden:


Blauw: 100% elektrische energie.



Oranje: energie van de benzinemotor
.


Groen: terugwinning van energie.
Statistieken
Op deze pagina worden de statistieken over het
verbruik van elektrische energie en brandstof
weergegeven.


1. Gemiddeld stroomverbruik voor de huidige rit
(kWh/100 km) en historische waarden:

Page 27 of 292

25
Instrumentenpaneel
1– Blauwe staven: direct verbruikte energie die door
de tractiebatterij is geleverd.


Groene staven: tijdens het vaart minderen en

remmen teruggewonnen energie die wordt gebruikt
om de tractiebatterij op te laden.
2. Gemiddeld brandstofverbruik voor de huidige rit
(l/100
km) en historische waarden (oranje staven).


U kunt de schaal van de weergegeven tijd

veranderen met de toetsen
- en + .
Een huidige rit is elke rit die langer dan 20
minuten duurt zonder dat het contact wordt
afgezet.
Laden
Op deze pagina kunt u het laden programmeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over het laden van de tractiebatterij (plug-in
hybride).
eSave
Met de functie eSave kan de elektrische energie
van de tractiebatterij geheel of gedeeltelijk worden
gereserveerd voor later gebruik tijdens een rit
(bijvoorbeeld bij rijden in de bebouwde kom of in een
gebied waar alleen elektrische auto's mogen rijden).


Selecteer de actieradius in de elektrische stand

die moet worden gereserveerd (10 km, 20 km
of de
volledige actieradius MAX) en activeer vervolgens
de functie door op ON te drukken.
De activering van de functie wordt bevestigd door het branden van dit controlelampje op
het instrumentenpaneel en de weergave van de
energiereserve in kilometers of mijlen.


W
anneer u de energiereserve wilt gebruiken,
kiest u de rijstand Electric met de keuzeschakelaar.
Als de gevraagde actieradius de beschikbare actieradius overschrijdt (niet
aanbevolen), dan begint de verbrandingsmotor
de tractiebatterij op te laden tot de gevraagde
drempelwaarde. Hierdoor neemt het
brandstofverbruik sterk toe.
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:


T
ijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op
gladheid).


Informatie over de airconditioning en

rechtstreekse toegang tot het betreffende menu.


Basisinformatie van de menu's

RadioMedia
en Telefoon en navigatie-aanwijzingen
(afhankelijk van de uitvoering).

Berichten.


T
oegang tot de Instellingen voor het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel (datum/tijd, taal,
eenheden enz.).
Op afstand bedienbare
extra functies (plug-in
hybride)
(Afhankelijk van het land waarin de auto wordt
verkocht)


De volgende functies zijn
beschikbaar in de app
MYPEUGEOT APP, die
toegankelijk is vanaf een
smartphone:


Beheer van het opladen van de tractiebatterij

(geprogrammeerd laden).


Beheer van het voorverwarmen of -koelen.



De laadtoestand en de actieradius van de auto

aflezen.
Installatieprocedure
► Download de app MYPEUGEOT APP vanaf de
voor uw smartphone geschikte online store.


Maak een account aan.



V
oer het VIN-nummer van de auto in (dat staat
op het kentekenbewijs).
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de identificatie.
Netwerkbereik Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt in een
gebied met dekking van een mobiel netwerk

Page 28 of 292

26
Instrumentenpaneel
wanneer u op afstand bedienbare functies wilt
gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een melding
dat er geen verbinding met de auto kan worden
gemaakt.

Page 29 of 292

27
Toegang
2Elektronische sleutel met
afstandsbedieningsfunctie
en geïntegreerde sleutel
Functies van de
afstandsbediening


De afstandsbediening kan worden gebruikt om de
volgende functies op afstand te regelen (afhankelijk
van de uitvoering):

Ontgrendelen / vergrendelen / supervergrendelen

van de auto.


Ontgrendelen - Openen van de bagageruimte.



Bedienen van verlichting op afstand.



Inklappen / uitklappen van de buitenspiegels.



Inschakelen / uitschakelen van het alarmsysteem.



Lokaliseren van de auto.



Sluiten van de ruiten.



Sluiten van het schuif-/kanteldak. –


Activeren van de elektrische startonderbreker van

de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld / ontgrendeld, bijvoorbeeld als
de afstandsbediening of de centrale vergrendeling
defect is, of als de accu leeg is. Zie het betreffende
hoofdstuk voor meer informatie over de
Noodprocedures.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de
uitvoering:


De auto ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen.



De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/
uitschakelen.



De airbag vóór aan passagierszijde inschakelen/
uitschakelen.



De portieren met de reservefunctie ontgrendelen/
vergrendelen.


► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te
verwijderen of terug te plaatsen.
Wanneer de ingebouwde sleutel is uitgenomen, dient u deze altijd bij u te
houden om de betreffende noodprocedures uit te
kunnen voeren.
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling (bestuurdersportier, achterklep) kan worden
ingesteld in het menu Rijverlichting/ Auto
van het
touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier
► Druk op de ontgrendeltoets.
Het bestuurdersportier en de brandstofvulklep

worden ontgrendeld (Benzine of Diesel).
Het bestuurdersportier is ontgrendeld (Plug-in
hybride).


Druk
nogmaals op de toets om de andere
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
De laadstekker kan bij de tweede keer drukken
worden losgekoppeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de volledige
of selectieve ontgrendeling en uitschakeling van

Page 30 of 292

28
Toegang
het alarm bevestigd door het knipperen van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen en openen van de
achterklep
Selectief ontgrendelen van de achterklep is
standaard uitgeschakeld en elektrische bediening is
standaard ingeschakeld.
► Houd deze toets ingedrukt.om de
bagageruimte te ontgrendelen en
automatisch openen van de achterklep te activeren.
Wanneer de selectieve ontgrendeling van de
achterklep is geactiveerd, blijven de portieren en de
brandstofvulklep vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep is
uitgeschakeld, wordt de auto bij het indrukken van
de toets volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het
indrukken van de toets op een kier gezet.
U moet de achterklep weer sluiten om de auto te
kunnen vergrendelen.
De auto vergrendelen
Normale vergrendeling
► Druk op de vergrendeltoets.
De vergrendeling en, afhankelijk van de uitvoering,
de inschakeling van het alarm worden bevestigd
door het branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Als een van de portieren of de achterklep niet goed is gesloten, kan de auto niet
worden vergrendeld. Als de auto echter is
uitgerust met een alarmsysteem, dan wordt dit na
ongeveer 45 seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren
of de achterklep worden vervolgens niet
geopend, dan wordt de auto automatisch na
ongeveer 30 seconden weer vergrendeld. Als
de auto is uitgerust met een alarmsysteem, dan
wordt dit automatisch weer ingeschakeld.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de binnenportiergrepen niet. Ook
wordt de toets van de centrale vergrendeling
uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.


Druk op de vergrendeltoets.



Druk binnen 5 seconden weer op de

vergrendeltoets om de supervergrendeling van de
auto in te schakelen (de richtingaanwijzers gaan kort
knipperen om dit te bevestigen).
Sluiten van de ruitenDe ruiten worden gesloten door de vergrendeltoets langer dan 3 seconden in te
drukken.
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten niet door voorwerpen of personen wordt
gehinderd.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem de
ruiten op een kier wilt laten staan, moet u eerst
de interieurbeveiliging uitschakelen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het alarmsysteem.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw vergrendelde auto op
afstand herkennen, door:


De richtingaanwijzers knipperen ongeveer 10

seconden.


De lampen van de buitenspiegels gaan branden.



De plafonniers gaan branden.
► Druk één keer lang op deze toets.
Op afstand inschakelen van
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk
van de uitvoering.
► Druk op deze knop. De parkeerlichten,
het dimlicht, de kentekenplaatverlichting en
de instapverlichting in de buitenspiegels gaan
gedurende 30 seconden branden.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 300 next >