Peugeot 3008 Hybrid 4 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 211 of 566
209
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding "Storing parkeerrem" en branden van deze verklikkerlampjes.De parkeerrem is defect; de handmatige en elektrische bediening werken mogelijk
niet meer.
Om bij stilstand de auto op zijn plaats te houden:
F
t
r
ek aan de hendel en houd deze ongeveer 7 tot 15 seconden aangetrokken
tot het verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden.
Als deze procedure niet werkt, moet u op de volgende wijze voorkomen dat de
auto kan wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
S
chakel een versnelling in (handgeschakelde versnellingsbak) of selecteer de
stand P (automatische transmissie).
F
B
lokkeer indien mogelijk een van de wielen met de wielblokken.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Weergave van de melding "Storing parkeerrem" en branden van deze verklikkerlampjes.- De parkeerrem werkt niet optimaal; de auto kan niet onder alle
omstandigheden door de parkeerrem tegen wegrollen worden beveiligd.
u
moet voorkomen dat uw auto kan wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
S
chakel een versnelling in (handgeschakelde versnellingsbak) of
selecteer de stand P (automatische transmissie).
F
B
lokkeer indien mogelijk een van de wielen met de wielblokken.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als de verklikkerlampjes P na het wegrijden knipperen, is de parkeerrem niet
goed vrijgezet.
Zet de auto stil zodra dit mogelijk is en probeer de parkeerrem met de hendel
volledig vrij te zetten.
t
r
ap daarbij het rempedaal in.
Weergave van de melding " Storing accu" en branden van dit
verklikkerlampje. -
H
et laadniveau van de accu is te laag, zet de auto op een veilige wijze
stil: schakel een versnelling in (handgeschakelde versnellingsbak) of
blokkeer een van de wielen met de wielblokken.
-
A
ls de accu volledig ontladen is, kan de parkeerrem niet meer
bediend worden: neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de parkeerrem vrij te zetten.
6
Rijden
Page 212 of 566
210
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
Inschakelen van de
achteruitversnellingInschakelen van de 5e of
de
6e versnelling
F Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken: zorg dat
de versnellingshendel altijd in de vrijstand
staat en trap het koppelingspedaal in.
F trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren. Doet u dit niet, dan kan de
versnellingsbak zwaar beschadigd
raken (per ongeluk inschakelen
van de 3
e of 4e versnelling).
Rijden
Page 213 of 566
211
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Automatische transmissie (eAt6)
P. Parkeren.om d
e auto op zijn plaats te houden na het
parkeren: de voor wielen zijn in deze stand
geblokkeerd.
R.
Achteruitversnelling.
N.
N
eutraalstand.
om d
e auto te verplaatsen met afgezet contact:
in bepaalde wasstraten, bij het slepen van de
auto enz.
D.
A
utomatische stand.
De transmissie schakelt zelf de juiste
versnelling in, afhankelijk van uw rijstijl, het
wegprofiel en de belading van de auto.
M.
H
andbediende stand.
De bestuurder schakelt met de schakelflippers
aan de stuurkolom.
Standen van de
transmissie
A. toe t s P.om d
e stand P in te schakelen.
B.
to
e t s Unlock .
om d
e transmissie te deblokkeren en vanuit de
stand P en andere stand in te schakelen, of de
stand R in te schakelen.
Druk eerst op deze toets voordat u de
selectiehendel bedient.
C.
to
e t s M.
om v
anuit de stand D over te schakelen op de
handbediende stand.
D.
P
aneel met de verklikkerlampjes van de
transmissie P, R, N, D .
Impulsselectiehendel
Automatische transmissie met zes versnellingen en een impulsselectiehendel. De transmissie biedt ook de mogelijkheid handmatig te schakelen met
de schakelflippers aan de stuurkolom.
Beweeg de selectiehendel één of twee keer
naar voren (N of R) of naar achteren ( N of D),
indien nodig tot voorbij het zware punt.
Zodra u de impulsselectiehendel loslaat, keert
hij terug naar zijn oorspronkelijke positie.
6
Rijden
Page 214 of 566
SPORT
SPORT
212
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakelflippers aan de stuurkolom
In de stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers handmatig schakelen.
F
B
eweeg de rechter flipper "+" kort naar
u toe om een hogere versnelling in te
schakelen.
F
B
eweeg de linker flipper "-" kort naar u toe
om een lagere versnelling in te schakelen.
Met de schakelflippers is het niet mogelijk de
neutraalstand en de achteruitversnelling in te
schakelen of uit de achteruitversnelling te schakelen.
To e t s " S p o r t "
In de volgende situaties raden wij u af het programma
Sport of het Driver Spor t Pack te gebruiken:
- gebruik van een andere stand van de gr ip
Control dan de standaardstand,
-
h
et minimumniveau van de brandstofvoorraad is
bereikt,
-
h
et minimumniveau van de AdBlue-voorraad is
bereikt.
Programma Sport
Als bij draaiende motor met deze toets het
Sport-programma wordt geactiveerd, schakelt
de transmissie bij een hoger toerental op zodat
een sportievere rijstijl mogelijk is.
Het programma wordt automatisch
uitgeschakeld bij het afzetten van het contact.
Als een aanhangwagen is aangekoppeld en
aangesloten op de trekhaakaansluiting, heeft
het indrukken van deze toets geen effect.
Door in de stand D deze toets in te
drukken wordt het programma Sport
geactiveerd.
De letter "S" wordt weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Driver Sport Pack
u kunt de functie activeren/deactiveren:
- d oor op deze toets te drukken,
of
-
v
ia de functie i-Cockpit Amplify , door
de configuratie van een sfeer via het
touchscreen te wijzigen.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor
meer informatie over het Driver Spor t Pack en
de functie i-Cockpit Amplify .
Het verklikkerlampje van de toets
brandt als het Driver Spor t Pack is
geactiveerd.
Rijden
Page 215 of 566
213
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Als het contact aan staat, wordt de stand van de
transmissie weergegeven op het instrumentenpaneel:
P: parkeren.
R : achteruitversnelling.
N : neutraalstand.
D1...D6 : automatische stand.
S : programma Sport of Driver Sport Pack.
M1...M6 : handbediende stand.
- :
sc
hakelcommando van de bestuurder in de
handbediende stand niet opgevolgd.
Weergave op het instrumentenpaneel
Als het contact aan staat, wordt bij het openen
van het bestuurdersportier een melding
weergegeven waarin u wordt gevraagd de
transmissie in de stand P te zetten.
Bij het afzetten van het contact blijft de stand
van de transmissie nog enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Als bij draaiende motor het rempedaal moet worden
ingetrapt en/of de toets Unlock moet worden ingedrukt
om van stand te veranderen, wordt dit aangegeven met
een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
Alleen de verzoeken voor het veranderen van de stand
die correct uitvoerbaar zijn, worden uitgevoerd.
Werking
Algemeen
Deblokkeren van de transmissie:
- v anuit de stand P :
F
t
rap het rempedaal volledig in,
F
d
ruk op de toets Unlock ,
F
h
oud het rempedaal ingetrapt en de
toets Unlock ingedrukt, en selecteer
een andere stand.
-
v
anuit de neutraalstand N :
F
s
nelheid lager dan 5 km/h,
F
t
rap het rempedaal volledig in,
F
h
oud het rempedaal ingetrapt en
selecteer een andere stand.
Inschakelen van de achteruitversnelling:
F
s
nelheid lager dan 5 km/h,
F
d
ruk op de toets Unlock ,
F
b
eweeg de selectiehendel één of twee keer
naar voren.
Activeren van de handbediende stand:
F
d
e stand D moet zijn geselecteerd,
F
d
ruk op de toets M ; het verklikkerlampje
van de toets gaat branden.
Deactiveren van de handbediende stand:
F
b
eweeg de hendel één keer naar voren om
terug te gaan naar de stand D .
of
F
d
ruk op de toets M ; het verklikkerlampje
van de toets gaat uit.
Als bij draaiende motor en vrijgezette
parkeerrem de stand R
, D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in
beweging zonder dat u het gaspedaal
hoeft in te trappen.
Laat nooit kinderen alleen achter in de
auto als de motor nog draait.
tr
ap nooit tegelijkertijd op het gas- en
het rempedaal - Kans op beschadiging
van de transmissie!
Plaats bij een lege accu altijd de met
het boordgereedschap meegeleverde
wielblokken tegen een van de wielen
om de auto op zijn plaats te houden.
6
Rijden
Page 216 of 566
214
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Zet het contact alleen af als de auto stilstaat.
Auto in de vrijloop zetten, met afgezette motor:
F
s
electeer ter wijl de auto met draaiende
motor stilstaat de stand N ,
F
z
et de motor af,
F
z
et het contact binnen vijf seconden weer
aan,
F
h
oud het rempedaal ingetrapt en beweeg
de selectiehendel één keer naar voren of
naar achteren om de stand N te bevestigen
en zet de elektrische parkeerrem
handmatig vrij,
F
zet
het contact af.
Als u niet binnen vijf seconden het contact
aan zet, wordt de stand P van de transmissie
ingeschakeld; u moet de procedure dan
herhalen.
Bijzonderheden van de
automatische stand
De transmissie schakelt zelf de meest
geschikte versnelling, waarbij rekening wordt
gehouden met de buitentemperatuur, het
wegprofiel, de belading van de auto en de rijstijl
van de bestuurder.
Als u maximaal wilt accelereren zonder
de selectiehendel te bedienen, trap dan
het gaspedaal volledig in (kick down). De
transmissie schakelt automatisch terug of
houdt de ingeschakelde versnelling vast tot het
maximale toerental van de motor is bereikt.
Bij het remmen schakelt de transmissie
automatisch terug voor een betere
motorremwerking.
Met de schakelflippers aan de stuurkolom
kan de bestuurder tijdelijk zelf schakelen als
de wagensnelheid en het motortoerental dit
toelaten.
Bijzonderheden van de handbediende stand
De transmissie schakelt alleen een andere versnelling in
als de wagensnelheid en het motortoerental dit toelaten.
Bij een te laag of te hoog toerental knippert de
geselecteerde versnelling enkele seconden waarna de
werkelijk ingeschakelde versnelling wordt weergegeven.Als de stand N is ingeschakeld,
klinkt er bij het openen van het
bestuurdersportier een geluidssignaal.
Als het portier wordt gesloten, stopt dit
geluidssignaal.
Wegrijden
Vanuit de stand P :
F tr ap het rempedaal volledig in.
F
S
tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt en druk op
de toets Unlock .
F
B
eweeg de selectiehendel twee keer
naar achteren, tot voorbij het zware
punt, om de automatische stand D te
selecteren, of twee keer naar voren om de
achteruitversnelling R in te schakelen.
Vanuit de neutraalstand N :
F
t
r
ap het rempedaal volledig in.
F
S
tart de motor.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt en beweeg
de selectiehendel één keer naar achteren
om de automatische stand D te selecteren,
of één keer naar voren in combinatie met
het indrukken van de toets Unlock om de
achteruitversnelling R in te schakelen.
Vervolgens, vanuit de stand P of N :
F
L
aat het rempedaal los.
F
g
e
ef geleidelijk gas om de elektrische
parkeerrem automatisch vrij te zetten.
F
A
ls de parkeerrem is vrijgezet, zet de auto
zich in beweging.
Rijden
Page 217 of 566
215
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Laat onder winterse omstandigheden
(temperatuur lager dan -23°C) de
motor enkele minuten stationair
draaien alvorens weg te rijden. Dit is
belangrijk voor de goede werking en
de levensduur van de motor en de
transmissie.
Stilzetten van de auto
ongeacht de stand van de transmissie wordt
bij het afzetten van het contact automatisch
de stand P ingeschakeld, behalve als de
transmissie in de stand N staat. In dat geval
wordt de stand P na 5 seconden ingeschakeld
(om de vrijloop te kunnen activeren).
Controleer of de stand P inderdaad is
ingeschakeld en of de elektrische parkeerrem
automatisch is aangetrokken; zo niet, trek de
parkeerrem dan handmatig aan.
Storingen
Storing van de transmissieStoring van de selectiehendel
Lichte storing
Ernstige storing
Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil en neem contact op
met het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij het afzetten van het contact
schakelt
de transmissie automatisch
de
stand P in.
u
wordt gewaarschuwd door het
branden van dit verklikkerlampje.
De desbetreffende verklikkerlampjes
van de selectiehendel en de hendel
van de elektrische parkeerrem,
en de verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel moeten branden. Als het contact aan staat, wordt een
storing aangegeven door het branden
van dit verklikkerlampje, in combinatie
met een melding en een geluidssignaal.
De transmissie gaat over op het
noodprogramma: de transmissie wordt
geblokkeerd in de derde versnelling van de
stand D , de schakelflippers werken niet meer
en de stand M kan niet meer worden gebruikt.
u
kunt dan een hevige schok voelen bij het
inschakelen van de achteruitversnelling. Dit is
niet schadelijk voor de transmissie.
Rijd niet sneller dan 100 km/h, waar dat is
toegestaan.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
u wordt gewaarschuwd door het branden
v an dit verklikkerlampje, in combinatie
met een melding en een geluidssignaal.
In bepaalde gevallen branden de verklikkerlampjes
van de selectiehendel niet meer, maar de stand van de
transmissie blijft weergegeven worden op het display
van het instrumentenpaneel.
Rijd voorzichtig en neem contact op met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
6
Rijden
Page 218 of 566
216
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Hill Start Assist
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat:
-
a
ls bij de handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
ingeschakeld,
-
a
ls bij de automatische transmissie de
stand D of M is ingeschakeld.
Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Storing
Bij een storing in de Hill Start Assist gaan deze
verklikkerlampjes branden. Raadpleeg het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
a
ls aan bepaalde hellingcondities wordt
voldaan,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem en
het lampje P op de hendel permanent
branden.
Rijden
Page 219 of 566
SPORT
217
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Driver Sport Pack
Dit pakket beïnvloedt:- de kleur van de weergave op het instrumentenpaneel,- het motorgeluid,- de stuurbekrachtiging,- de acceleratie,- het schakelen bij een auto met automatische
transmissie,
- de weergave op het instrumentenpaneel van de
informatie over de dynamische parameters van
de
auto.
Inschakelen
F Houd deze toets ingedrukt tot de kleur van het instrumentenpaneel
verandert (rood); het lampje van
de toets gaat branden.
Weergaves
F Druk op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de
verschillende gegevens van de dynamische
parameters op het instrumentenpaneel
weer te geven.
F
D
ruk herhaaldelijk op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om naar een
volgend scherm te gaan. Deze informatie kan ook worden weergegeven
met de modus "PeR
So oN LIJK" van het
instrumentenpaneel.Als het lampje knippert, kan de functie niet
worden ingeschakeld (bijvoorbeeld als de
Park Assist is geselecteerd) en gaat de
verlichting van het instrumentenpaneel weer
over naar de normale modus.
Als het lampje langdurig blijft knipperen,
neem dan contact op met het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Deze telemetrische gegevens (geleverd
vermogen, vuldruk, koppel, versnelling
in lengte- en dwarsrichting, ...) dienen
uitsluitend ter informatie.
Het Driver Sport Pack wordt ook
aangestuurd door de functie
i-Cockpit Amplify
.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i- Cockpit
Amplify .
6
Rijden
Page 220 of 566
218
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakelindicator*
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
u
kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder
de tussenliggende versnellingen in te hoeven
schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen
ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van
de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van
de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de
veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
- u trapt het gaspedaal in.
V oorbeeld:
- u rijdt in de derde versnelling.
-
H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.
Bij uitvoeringen met automatische
transmissie werkt dit systeem alleen in
de handbediende stand.
* Volgens motoruitvoering. Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te
schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Werking
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135 en 150 met
han dgeschakelde versnellingsbak kan het systeem u
onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, om het
tijdelijk afzetten van de motor mogelijk te maken (S
t
o
P
-
stand van het Stop & Start-systeem). In dat geval wordt
de letter N weergegeven op het instrumentenpaneel.
Rijden