Peugeot 307 CC 2003 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
114

Page 122 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL115
INDELING VAN HET INTERIEUR
1 - Gekoeld dashboardkastje Het dashboardkastje is afsluitbaar.
Trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen.De verlichting van het dashboardkastje treedt in werking zodra het wordt geopend.Het dashboardkastje wordt via een afsluitbare ventilatiebuis voorzien van dezelfde airconditioning als het interieur en
bevat drie aansluitingen voor een videorecorder. Bovendien bevat het dashboardkastje een verbandtrommel en zijn er speciale ruimtes gecre‘erd voor een pen, dit instructieboekje, een bril, munten, enz.
2 - Asbak v——r Trek aan het deksel om de asbak te openen. Druk om de asbak te legen na het openen op de lip en trek de asbak omhoog.
3 - Opbergruimte
4 - 12 V-aansluiting De 12 V-aansluiting is van het type aansteker, is voorzien van een dop en kan worden gebruikt als het contact in de stand accessoires (1 e
stand van de sleutel) of AAN staat.
5 - Portiervak
6 - Opbergruimte/flessenhouder
7 - Muntenbakje
8 - Opbergvak Het opbergvak mag niet als asbak worden gebruikt.
9 - Kaartentassen

Page 123 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
116
INDELING BAGAGERUIMTE
1. Sjorogen
Gebruik de sjorogen op de vloer en het achterpaneel van de bagage-ruimte om uw bagage vast te zetten.
2. Bagagenet Het bagagenet is bevestigd aan desjorogen en biedt de mogelijkheiduw bagage vast te zetten.
3. 12 V-aansluiting De 12 V-aansluiting (type aanste-ker) bevindt zich in het linkerzij-paneel van de bagageruimte. Hij kan ook worden gebruikt als het contact is afgezet.
4. Haken Deze twee haken kunnen wor-den gebruikt om de vloermat vande bagageruimte op te hangen(zie het hoofdstuk "Wiel ver-wisselen") of voor het vastzettenvan het afdekscherm om de hoe-denplank op te bergen.
Gevarendriehoek* De gevarendriehoek is bevestigd in de bagageruimte.
* Volgens land van bestemming.

Page 124 of 171

UW 307 CC IN DETAIL117
S:
Programma sport.


:Programma sneeuw.
P ark (parkeerstand): om de auto stil te zetten en te
starten , met of zonder gebruik van de handrem.
R everse (achteruitversnelling): om achteruitte rijden
(schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait). N eutral (neutraalstand): om de motor te startenen de
auto te parkeren , met gebruik van de handrem.
Opmerking: Laat, als bij het wegrijden per ongeluk de
selectiehendel in de stand Nstaat, het motortoerental
terugvallen tot stationair voordat de stand Dwordt gese-
lecteerd om vervolgens weer gas te geven.D rive (rijstand): om automatisch te schakelen tijdens
het rijden .
M anual (sequenti‘le stand): om zelf te schakelen tij-
dens het rijden. Starten van de auto Starten in de stand
Pen wegrijden:
 Trap altijd het rempedaal in om
uit de stand P te kunnen scha-kelen.
 Selecteer de stand R, D of Men
laat langzaam het rempedaal los;de auto begint te rijden.
U kunt ook starten vanuit de stand N:
 Trap het rempedaal in en zet dehandrem los.
 Selecteer de stand R, D of Men
laat langzaam het rempedaal los;de auto begint te rijden.
LET OP Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en de standR , D of Mis geselecteerd, zet de
auto zich al in beweging, zelfs als hetgaspedaal niet wordt ingedrukt. Laat daarom geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.
Trek de handrem aan en selecteer de stand Pindien er onderhouds-
werkzaamheden moeten worden uit-
gevoerd bij draaiende motor.
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE MET "TIPTRONIC-SYSTEM PORSCHE" Bij de automatische transmissie met vier versnellingen kunt u kiezen uit auto-
matische bediening , aangevuld met de programma's sporten sneeuw , of
sequenti‘le bediening .
Schakelpatroon  Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon te verplaatsen. De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven.
22-09-2003

Page 125 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
118
Automatische bediening Automatisch schakelen in de
vier
versnellingen :
 Selecteer de stand Din het scha-
kelpatroon.
De versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling afhan-kelijk van de volgende parameters: Ð De rijstijl.Ð Het profiel van de weg.Ð De belading van de auto.De versnellingsbak werkt dan auto- matisch, zonder dat u zelf hoeft teschakelen. LET OP Zet de selectiehendel nooit in de stand Nals de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in destand Pof Rals de auto niet volledig
stilstaat. Zet de selectiehendel nooit in een andere stand om af te remmen opeen glad wegdek. Opmerkingen
Voor een maximale acceleratie zon- der de stand van de selectiehendel tewijzigen, moet het gaspedaal volledigworden ingedrukt (kick down). De ver-snellingsbak schakelt automatischterug of handhaaft de ingeschakeldeversnelling totdat de motor het maxi-mum toerental bereikt. Bij het remmen schakelt de versnel- lingsbak automatisch terug om ster-ker op de motor af te remmen. Om de veiligheid te verbeteren scha-kelt de versnellingsbak niet naar eenhogere versnelling als u het gaspe-daal plotseling loslaat. Programma's Sport en Sneeuw Naast het auto-adaptieve programma heeft u de beschikking over twee spe-cifieke programma's. De gekozen stand wordt in het instru- mentenpaneel aangegeven. Programma Sport 
Druk op de toets Sals de auto is
gestart en de stand Dis geselec-
teerd.
De versnellingsbak maakt automa- tisch een dynamische rijstijl mogelijk. Programma Sneeuw Dit programma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op eenondergrond met weinig grip.  Druk op de toets

als de auto is
gestart en de stand Dis geselec-
teerd.
De versnellingsbak past zich aan voor het rijden op gladde wegen. Opmerking: U kunt op elk moment
terugkeren naar het auto-adaptatieve programma.  Druk nogmaals op de toets Sof


om het huidige programma uit
te schakelen Handmatige bediening Handmatig schakelen in de
vier
versnellingen :
 Selecteer de stand Min het scha-
kelpatroon.
 Duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen.
 Trek de selectiehendel naar hetsymbool Ðom terug te schakelen.
Er kan elk moment van de stand D
(rijden in de automatische stand)naar de stand M(rijden in de hand-
bediende stand) worden geschakeld. Opmerkingen Het schakelen naar een andere stand kan alleen als de snelheid vande auto en het toerental van demotor dit toestaan, anders wordt ertijdelijk overgegaan op de automati-sche bediening. Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de automatische transmissieautomatisch de stand M1.
De programma's S(sport) en

(sneeuw) kunnen niet worden inge-schakeld in de handbediende stand.

Page 126 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL119
Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheel omlaag.
Als dit verklikkerlampje enhet verklikkerlampje STOP
branden in combinatie meteen geluidssignaal (bij rij-dende auto) en de melding
"Handrem aangetrokken" op het
multifunctionele display, geeft dit aandat de handrem nog (iets) is aange-trokken.
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal, de melding"Storing automatische transmis-sie"
en de weergave van "Ð"op het
multifunctionele display en het knip-peren van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw op het instrumen-tenpaneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3 e
versnelling). U kunt dan
een hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak).
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snel-heidslimiet). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op:
Als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan.
Als de accu geen stroom levert en de selectiehendelin de stand Pstaat, is het
onmogelijk om naar eenandere stand te schakelen.

Page 127 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL119
Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop in en duw de handrem geheel omlaag.
Als dit verklikkerlampje enhet verklikkerlampje STOP
branden in combinatie meteen geluidssignaal (bij rij-dende auto) en de melding
"Handrem aangetrokken" op het
multifunctionele display, geeft dit aandat de handrem nog (iets) is aange-trokken.
Storing Een storing wordt aangegeven door een geluidssignaal, de melding"Storing automatische transmis-sie"
en de weergave van "Ð"op het
multifunctionele display en het knip-peren van de verklikkerlampjesSport en Sneeuw op het instrumen-tenpaneel. In dit geval werkt de versnellingsbak met een noodprogramma (blokke-ring in de 3 e
versnelling). U kunt dan
een hevige schok waarnemen bij hetselecteren van Rvanuit de stand P,
of Rvanuit de stand N, (zonder
gevaar voor de versnellingsbak).
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van de geldende snel-heidslimiet). Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, de handrem aan. Let op:
Als de auto stilstaat op een
helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan.
Als de accu geen stroom levert en de selectiehendelin de stand Pstaat, is het
onmogelijk om naar eenandere stand te schakelen.

Page 128 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
120
ANTIBLOKKEERSYSTEEM (ABS) EN ELEKTRONISCHEREMDRUKREGELAAR (REF) Met gehomologeerde wielen (banden en velgen) die in goede staat verkeren,zorgt het antiblokkeersysteem samenmet de elektronische remdrukregelaartijdens het remmen voor een betere sta-biliteit en bestuurbaarheid van uw auto,vooral op een slecht of glad wegdek. Opmerking:
Zorg er bij vervanging
van de wielen (banden en velgen) voor dat er gehomologeerde wielenworden gemonteerd. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra ŽŽn van dewielen dreigt te blokkeren.
De normale werking van het anti-blokkeersysteem kan merkbaar zijndoor het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstandkleiner wordt. Het systeem wordt ingeschakeld als de snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgtervoor dat de benodigde bedienings-
kracht minder wordt en dat de effecti-viteit van het remmen wordt vergroot.
Als dit verklikkerlampje gaatbranden in combinatie metde verklikkerlampjes ver-plicht stoppen
STOPen
ABS , een geluidssignaal en
de melding "Storing remsysteem"
op het multifunctionele display, duidtdit op een storing in de elektronische
remdrukregelaar. Door deze storingzou u tijdens het remmen de contro-le over uw auto kunnen verliezen. Stop onmiddellijk. Raadpleeg in beide gevallen een
PEUGEOT-servicepunt.
of
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal ende melding "Storing ABS" , duidt dit op
een storing in het ABS systeem,waardoor u tijdens het remmen decontrole over uw auto zou kunnenverliezen.

Page 129 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL121
ANTISPIN REGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.Uitschakelen van de
systemen ASR en ESP In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, inmulle grond, ...) kan het nuttig zijn hetASR- en ESP-systeem uit te schake-len, zodat de wielen kunnen spinnenen weer grip kunnen krijgen. 
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich in het midden van
het dashboard bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar en het pictogramgaan branden: de systemenASR en ESP-systeem is uit-geschakeld.
Het systeem wordt opnieuw:  automatisch ingeschakeld als het contact wordt afgezet.
 automatisch ingeschakeld vanaf50 km/h.
 handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als het ASR- of ESP- systeem is ingeschakeld,
knippert het desbetreffendepictogram.Controle van werking
Bij een storing in de syste- men zal het verklikkerlampjevan de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen in combinatie
met een geluidssignaal en de mel-ding "ESP/ASR buiten werking" op
het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt om het systeem te laten contro-leren.
De systemen ASR en
ESP zorgen voor meerveiligheid tijdens het rij-den. De bestuurder magzich echter nooit laten ver-
leiden tot het nemen van meer risi-co's of het te hard rijden. De goede werking van de syste- men wordt verzekerd door de nale-ving van de voorschriften van deconstructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem,elektronische onderdelen alsmedede montageprocedure en het uit-voeren van werkzaamheden door
een PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt.

Page 130 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
122
SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een constan-te snelheid rijden zonder gas te hoe-ven geven of te remmen ongeachthet profiel van de weg. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer 40 km/h(handgeschakelde versnellingsbak)of 60 km/h (automatische transmis-sie) vanaf de 4
e
versnelling (tweede
versnelling in het geval van eenautomatische transmissie). Inschakelen 
Zet de draaiknop 1in de stand ON.
U kunt nu een snelheid instellen.  Zet de draaiknop 1in de stand OFF
om het systeem uit te schakelen.
Instellen van de snelheid Druk op toets 2of 3zodra de
gewenste snelheid is bereikt. De snelheid is nu in het geheugenopgeslagen en zal automatisch wor-den aangehouden. Opmerking: Het is mogelijk even
gas te geven zonder dat de snel- heidsregelaar wordt uitgeschakeld. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestelde snelheid wilt onderbreken:  Druk op de toets 4of trap op het
rem- of koppelingspedaal. Ingestelde snelheid opnieuw oproepen Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid, op toets
4. De
auto neemt de laatst ingestelde snel-heid weer aan. Ingestelde snelheid wijzigen Ingestelde snelheid verhogen:  Druk op toets 3.
 Laat de toets los als de gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid verlagen:  Druk op toets 2.
 Laat de toets los als de gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid annuleren  Zet de draaiknop 1in de stand
OFF of zet het contact uit.
Gebruik de snelheidsre- gelaar niet op gladdewegen of bij zeer druk
verkeer.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 180 next >