service Peugeot 307 CC 2003 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 307 CC, Model: Peugeot 307 CC 2003Pages: 171, PDF Size: 2.39 MB
Page 16 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.De distributieriem : raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden Ð Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
Ð Overwegend stadsverkeer.
Ð Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: Ð In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.Ð In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
Ð In stoffige gebieden.
Ð In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor de modellen met 2 liter/180 pk motor.
¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor de modellen met 1,6 liter of 2 liter motor.
Ð specifieke werkzaamheden: ¥ Vervangen van het luchtfilter elke 15.000 km voor de modellen met 2 liter/180 pk motor.
Page 18 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES21
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kande onderhoudsintervalindicator opde volgende wijze op 0 gezet wor-den:
Zet het contact af.
Druk op de resetknop van de dagteller en houd deze inge-drukt.
Zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen.
Laat de knop los als de onderhoudsin-tervalindicator "0000.0"aangeeft; de
onderhoudssleutel verdwijnt. Belangrijk: Als u na deze handeling
de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijfminuten. Het resetten van de onder-houdsintervalindicator zal andersniet worden opgeslagen.
Page 22 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.De distributieriem : raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden Ð Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
Ð Overwegend stadsverkeer.
Ð Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: Ð In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.Ð In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
Ð In stoffige gebieden.
Ð In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor de modellen met 2 liter/180 pk motor.
¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor de modellen met 1,6 liter of 2 liter motor.
Ð specifieke werkzaamheden: ¥ Vervangen van het luchtfilter elke 15.000 km voor de modellen met 2 liter/180 pk motor.
Page 23 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES25
PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES TYPE A EN C EN TUSSENTIJDSE CONTROLE
Type
Werkzaamheden Omschrijving van de werkzaamhedenGarantiecontroleACTussentijdse controle
VERVERSEN Ð Motorolie verversen.
Ð Oliefilter. Ð Brandstoffilter*. VERVANGENÐ Luchtfilterelement. Ð Bougies. Ð Motorolie (controleren + bijvullen). Ð Olie handgeschakelde versnellingsbak (controleren + bijvullen). Ð Niveau elektrolyt in accu (controleren + bijvullen) indien niet onderhoudsvrij. NIVEAUÐ Ruitensproeiervloeistof (controleren + bijvullen). Ð Koelvloeistof (controleren + bijvullen). Ð Remvloeistof (controleren + bijvullen). Ð Stuurbekrachtigingsvloeistof (controleren + bijvullen, volgens uitvoering). Ð Werking verlichting en signalering. Ð Staat van ruiten, koplampreflectoren, lampglazen en spiegels. Ð Claxon. Ð Ruitensproeiers. Ð Staat van ruitenwisserbladen. Ð Staat en spanning van aandrijfriemen. Ð Werking van handrem. Ð Afdichting en staat van hydraulische circuits (slangen en carters). CONTROLEÐ Staat van rubber stofhoezen. Ð Remblokken. Ð Staat en speling van wiellagers, spoorstangen, kogels, silent blocs. Ð Afdichting van schokdempers. Ð Slijtage van remvoeringen achter. Ð Staat en spanning van banden (incl. reservewiel). Ð Emissieregeling, volgens wettelijke voorschriften. Ð Interieurfilter (volgens uitvoering). Ð Visuele controle van de gehele auto door een PEUGEOT-monteur.
SERVICE*Ð Huurauto (indien overeengekomen).
PROEFRIT
: Alle rijomstandigheden : Bijzondere rijomstandigheden * Volgens land van bestemming.
Page 28 of 171

22-09-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
30
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij een draaiendemotor knippert, geeft aan dat ereen defect is opgetreden. Hetbranden van sommige lampjesgaat vergezeld van een geluids-signaal en een bericht op het mul-
tifunctionele display. Negeer eendergelijke waarschuwing niet,maar raadpleeg zo snel mogelijk
uw PEUGEOT-servicepunt. Stop onmiddellijk indien tijdens het rijden het verklikkerlampje
verplicht stoppen (STOP) gaatbranden, maar zorg ervoor dat uuw auto op een zo veilig mogelijkeplaats tot stilstand brengt.
Verklikkerlampje verplicht stoppen
STOP
Dit gaat branden zodra het contact wordt aangezet. Gekoppeld aan de verklikkerlampjes "te lage motoroliedruk", "te laag koel-vloeistofniveau", "te laag remvloei-stofniveau", "storing in systeemelektronische remdrukregelaar", dekoelvloeistoftemperatuurmeter en de
motorolietemperatuurmeter. Als het lampje bij een draaiende motor knippert, stop dan onmiddel-lijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt. Verklikkerlampje te lage motoroliedruk
Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP.
Als het lampje bij een draaiendemotor brandt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding "Te
lage oliedruk" of "Motorolie bijvul-
len" op het multifunctionele display,
stop dan onmiddellijk .
Vul indien nodig olie bij. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau*
Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP.
Dit lampje gaat elke keer dat hetcontact wordt aangezet gedurendeongeveer 3 seconden branden. Als het lampje brandt in combinatie met een geluidssignaal en de mel-ding "Koelvloeistof bijvullen" op
het multifunctionele display, stop
dan onmiddellijk .
* Volgens motoruitvoering. Let op:
Wacht tot de motor is afge-
koeld alvorens koelvloeistof bij tevullen. Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorko- men, de vuldop twee omwentelingenlos om de druk te laten dalen.
Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje handrem en te laagremvloeistofniveau
Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP.
Dit lampje gaat elke keer dat hetcontact wordt aangezet branden. Als het lampje gaat branden in com- binatie met een geluidssignaal eneen melding op het multifunctionele
display, wijst dit op hetzij: Ð "Handrem aangetrokken" , in het
geval van een (iets) aangetrokken handrem,
Ð "Niveau remvloeistof te laag" , in
het geval van een te laag remvloei-stofniveau in het reservoir (als hetlampje ook brandt als de handremniet gebruikt wordt),
Ð "Storing remsysteem" , in het
geval van een storing in de elektro-nische remdrukregelaar als hettegelijk met het verklikkerlampjeABS brandt.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Page 29 of 171

22-09-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 31
Verklikkerlampje elektronischstabiliteitsprogramma/antispinregeling (ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet gedurende3 seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor blijft branden of gaat branden in com-binatie met een geluidssignaal en demelding
"ESP/ASR buiten gebruik"
op het multifunctionele display, raad-
pleeg dan een PEUGEOT-service-punt. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem tijdens het rijden inwerking treedt. Het verklikkerlampje blijft branden als het systeem is uitgeschakeld.
Verklikkerlampje laden van de accu
Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje bij een draaiende motor brandt in combinatie met een geluids-signaal en de melding "Storing laden
accu" op het multifunctionele display,
kan dit wijzen op:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje bij draaiende motor
knippert in combinatie met een geluids-signaal en de melding "Defect in kata-
lysator" op het multifunctionele display,
duidt dit op een storing in het injectie- ofhet ontstekingssysteem. De katalysatorkan hierdoor beschadigd raken. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje uitschakeling airbagpassagierszijde
Het lampje gaat branden in combina- tie met een geluidssignaal en demelding op het multifunctionele dis-play "Airbag aan passagierszijde
uitgeschakeld" .
Als de airbag aan passagierszijdeuitgeschakeld is, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het lam-
pje knippert uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje airbags en rolbeugels
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als het lampje gaat branden in com- binatie met een geluidssignaal enop het multifunctionele display demelding: Ð "Storing airbag" , wijst dit op een
storing in de airbags van de bestuurder en de voorpassagier ofeen storing in de zij-airbags.
Ð "Storing rolbeugels" , wijst dit op
een storing in de rolbeugels (dezebevinden zich in de hoofdsteunenachter).
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
of
Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS) Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet gedurende3 seconden branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h blijft branden ofgaat branden, wijst dit op een storingin het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembe- krachtiging blijft toch behouden. Dit lampje gaat branden in combina-tie met een geluidssignaal en demelding
"Storing ABS" op het mul-
tifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Page 30 of 171

22-09-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
32
Verklikkerlampje brandstofreserve
Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet 3 seconden branden. Als het lampje bij een draaiende motor gaat branden, klinkt eengeluidssignaal en verschijnt de mel-ding "Brandstofniveau laag" op het
multifunctionele display. Zodra dit lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km met de
resterende hoeveelheid brandstofrijden (tankinhoud: ca. 60 liter). Als het lampje knippert, geeft dit een
storing aan in de brandstofmeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt. Koelvloeistoftemperatuurmeter Wijzer in zone
A: de temperatuur is
in orde. Wijzer in zone B: de temperatuur is
te hoog. Het verklikkerlampje ver- plicht stoppen STOPgaat knipperen
in combinatie met een geluidssig-naal en de melding "Temperatuur
koelvloeistof hoog" op het multi-
functionele display. Stop onmiddellijk. Let op: Wacht tot de motor is afge-
koeld om indien nodig koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorko- men, de vuldop twee omwentelingenlos om de druk te laten dalen.
Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt. Motorolietemperatuurmeter De motorolietemperatuurmeter geeft bij draaiende motor de temperatuurvan de motorolie aan. Als het hoogste niveau van de schaalverdeling is bereikt, is detemperatuur te hoog. Het verklikker-lampje verplicht stoppen
STOPgaat
knipperen in combinatie met eengeluidssignaal. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels
Dit lampje gaat branden als de motor draait en de bestuurder zijn veilig-heidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Page 31 of 171

22-09-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
32
Verklikkerlampje brandstofreserve
Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet 3 seconden branden. Als het lampje bij een draaiende motor gaat branden, klinkt eengeluidssignaal en verschijnt de mel-ding "Brandstofniveau laag" op het
multifunctionele display. Zodra dit lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km met de
resterende hoeveelheid brandstofrijden (tankinhoud: ca. 60 liter). Als het lampje knippert, geeft dit een
storing aan in de brandstofmeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt. Koelvloeistoftemperatuurmeter Wijzer in zone
A: de temperatuur is
in orde. Wijzer in zone B: de temperatuur is
te hoog. Het verklikkerlampje ver- plicht stoppen STOPgaat knipperen
in combinatie met een geluidssig-naal en de melding "Temperatuur
koelvloeistof hoog" op het multi-
functionele display. Stop onmiddellijk. Let op: Wacht tot de motor is afge-
koeld om indien nodig koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorko- men, de vuldop twee omwentelingenlos om de druk te laten dalen.
Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt. Motorolietemperatuurmeter De motorolietemperatuurmeter geeft bij draaiende motor de temperatuurvan de motorolie aan. Als het hoogste niveau van de schaalverdeling is bereikt, is detemperatuur te hoog. Het verklikker-lampje verplicht stoppen
STOPgaat
knipperen in combinatie met eengeluidssignaal. Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels
Dit lampje gaat branden als de motor draait en de bestuurder zijn veilig-heidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Page 33 of 171

22-09-2003
Dimmer dashboard-verlichting Druk, tijdens het branden van de ver-lichting, op de knopom de sterkte van de
dashboardverlichting te veranderen.Als de verlichting de zwakste (of fel-ste) stand heeft bereikt, laat dan deknop los en druk deze vervolgensopnieuw in om de verlichting weerfeller (of zwakker) te maken. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Nulstelling dagteller
Druk, terwijl het con- tact aan is, de knop in.
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies:
Ð onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
Ð motorolieniveaumeter,
Ð kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:
De totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurder- sportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Te hoog motoroliepeil Knipperen duidt op een te hoog motoroliepeil, hetgeen ernstige motorschade kan veroorzaken. Controleer het olieniveau met depeilstok. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan zo spoe-
dig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt.
Te laag motoroliepeil Knipperen duidt op een te laag motoroliepeil, hetgeen ernstige motorschade kan veroorzaken. Controleer het olieniveau met depeilstok. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te laag is, vul dan onmiddellijk motorolie bij. Defecte motorolieniveaumeter Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het oliepeil in orde is, duidt het knipperen op een
defect aan de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
34
Controle van het olieniveau met de peilstok is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 10 minuten niet heeft gedraaid.
Page 49 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
50
Toets Functie
A Indrukken: AAN/UIT-schakelaar radio/autotelefoon. Draaien: volumeregeling - Instelling van bassen, hoge tonen, loudness, fader (geluidsverdeling
voor/achter), balans (geluidsverdeling links/rechts), automatische volumeregeling.
B Uitwerpen van de CD.
C SOURCE Selecteren van de geluidsbron: radio, CD of CD-wisselaar.
D Opnemen (Tel./inkomend gesprek) -
Weergave van het snelmenu (Tel./geen verbinding).
E Toegang tot het servicemenu "PEUGEOT".
Tussen de 2 en 8 seconden indrukken: directe verbinding met PEUGEOT Assistance.
Langer dan 8 seconden indrukken: verbinding wordt verbroken.
F MODE Wijziging van de weergave.
Langer dan 2 seconden indrukken: weergave van algemene informatie.
G Indrukken: weergave van het snelmenu van het desbetreffende venster - Bevestiging ingevoerde
tekst of instelling. Draaien: cursor in menu verplaatsen - Selecteren functie/parameter - Instellen.
H Zoeken naar zenders in oplopende frequentie, stapsgewijs of doorlopend (ingedrukt houden).
Selecteren van vorige CD (CD-wisselaar) - verplaatsing op kaart (navigatie).
I Zoeken naar zenders in aflopende frequentie, stapsgewijs of doorlopend (ingedrukt houden).
Selecteren van volgende CD (CD-wisselaar) - verplaatsing op kaart (navigatie).
J Infraroodvenster (IrDA)*.
K ESC Annuleren van de geselecteerde functie. Langer dan 2 seconden indrukken:
wissen van alle bovenliggende vensters en terugkeer naar de permanent weergegeven toepassing.
LOpening voor SIM-kaart.
M kkAutomatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie - Selecteren van volgende nummer op CD.
Verplaatsing op kaart (navigatie).
Twee keer indrukken: zenders afzoeken in de stand DX i.p.v. in de stand LO.Langer dan twee seconden indrukken: snel vooruit spoelen (CD).