Peugeot 307 SW 2002 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 137

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurderszij-de) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringen-kast onder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) verhel-pen. De nummers van de zekeringenzijn aangegeven op de zekeringen-kast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een munststuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
PRAKTISCHE INFORMATIE
114
Zekering Amp Functies1 10 A Mistachterlicht.
2 15 A Ruitenwisser achter.
4 15 A Ruitbediening voor.
5 15 A Remlicht links (ook naar trekhaak).
7 20 A Plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes, aansteker,
12 V-aansluiting voor, verlichting dashboardkastje, bediening zonnescherm.
Goed
Tang ADefect

Page 122 of 137

Zekeringen in de motorruimte ZekeringenkastOpenen zekeringenkast in de motor- ruimte (naast de accu): maak het het deksel los.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig en plaats de kapterug.
PRAKTISCHE INFORMATIE
116
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de montagevan zowel de standaard-
uitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servi- cepunt voordat u andere elek-trische voorzieningen of acces-soires in de auto monteert of laatmonteren. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uithet verhelpen van storingenveroorzaakt door het monterenvan extra accessoires die nietdoor PEUGEOT aanbevolen engeleverd worden of door voorzie-ningen die niet volgens de voor-schriften van PEUGEOT zijngemonteerd. Dit geldt met namevoor apparatuur met een stroom-verbruik van meer dan 10 milliam-p * De maxi-zekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elek-trische installatie.
Werkzaamheden aan de zekerin-
gen dienen door een PEUGEOT-servicepunt uitgevoerd te worden.
Zekering Amp Functies
1* 30 A Koelventilator.
2* 30 A Pompmotor ESP/ABS.
3* 30 A Elektrokleppen ESP/ABS.
4* 60 A Voeding intelligente servicecentrale.
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
6* 20 A / 40 A Stoelverwarming/servicecentrale politie-uitvoe- ring.
7* 30 A Contactslot/stuurslot.
8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.

Page 123 of 137

PRAKTISCHE INFORMATIE117
Zekering Amp
Functies
1 10 A Achteruitrijlichtschakelaar automatische transmissie, voeding relais startbeveiliging automatische transmissie, achteruitrijlichtschakelaar handgeschakelde versnellingsbak,
snelheidssensor, sensor water in brandstof (diesel).
2 15 A Elektroklep absorptievat, brandstofpomp.
3 10 A Elektronische eenheid stuurbekrachtiging, elektronische eenheid ABS of elektronische eenheid ESP.
4 10 A Elektronische eenheid injectie, voeding relais koelventilator, voeding relais extra verwarming,elektronische eenheid automatische transmissie, sequenti‘le bediening automatische transmis-sie, relais shift lock automatische transmissie.
5 15 A Elektronische eenheid roetfilter.
6 15 A Mistlampen v——r.
7 20 A Pomp koplampsproeiers.
8 20 A Voeding relais koelventilator, voeding elektronische eenheid motor, inspuitpomp (diesel).
9 15 A Dimlicht links.
10 15 A Dimlicht rechts.
11 10 A Grootlicht rechts.
12 10 A Grootlicht links.
13 15 A Claxon.
14 10 A Pomp ruitensproeiers voor en achter.
15 30 A Lambdasondes, elektroklep UGR, bobine, regeling hoge druk brandstofinspuiting (diesel),voeding verstuivers (benzine), elektronische eenheid voorgloeien (diesel), luchthoeveelheid-smeter (diesel), elektronische eenheid motor (diesel), inspuitpomp (diesel), brandstofvoor-verwarming (diesel).
16 40 A Luchtpomp benzinemotor met automatische transmissie.
17 30 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers v——r.
18 40 A Aanjager airconditioning.

Page 124 of 137

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurderszij-de) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringen-kast onder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) verhel-pen. De nummers van de zekeringenzijn aangegeven op de zekeringen-kast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een munststuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
PRAKTISCHE INFORMATIE
114
Zekering Amp Functies1 10 A Mistachterlicht.
2 15 A Ruitenwisser achter.
4 15 A Ruitbediening voor.
5 15 A Remlicht links (ook naar trekhaak).
7 20 A Plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes, aansteker,
12 V-aansluiting voor, verlichting dashboardkastje, bediening zonnescherm.
Goed
Tang ADefect

Page 125 of 137

PRAKTISCHE INFORMATIE115
Zekering Amp
Functies
9 30 A Elektrische ruitbediening, elektrische eentraps ruitbediening (niet gelijk aan ruitbediening zonder eentraps bediening), zonnescherm panoramadak.
10 15 A Diagnose-aansluiting, 12 V-aansluiting achter.
11 15 A Autoradio, multifunctionele display, stuurkolomschakelaars, automatische transmissie.
12 10 A Parkeerlicht rechts voor en rechts achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak, verlichtingschakelaars centrale vergrendeling/alarm/ESP/alarmknipperlichten, verlichting paneel airconditoning/asbak, verlichting schakelaars stoelverwarming/automatische transmissie,
aansteker, koplampverstelling.
14 30 A Bediening vergrendelen/ontgrendelen portieren/achterklep, bediening supervergrendeling.
15 30 A Ruitbediening achter.
16 5 A Servicecentrale motor, alarm, roetfilter, stuurkolomschakelaars, airbags.
17 10 A Remlicht rechts, derde remlicht.
18 10 A Diagnose-aansluiting, stuurkolomschakelaars, contactschakelaars rempedaal (stop) en koppe-lingspedaal, contactschakelaar koelvloeistofniveau, tweede contactschakelaar rempedaal.
19 30 A Shunt tijdens opslag.
22 10 A Parkeerlicht links voor en links achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak.
23 15 A Sirene alarm, elektronische eenheid inbraakalarm.
24 15 A Instrumentenpaneel, autoradio, multifunctionele displays, airconditioning, parkeerhulp achter.
26 30 A Achterruitverwarming.

Page 126 of 137

WISSERBLADEN
VERVANGEN De ruitenwissers in de onderhoudsstand zetten Bedien de ruitenwisserschake- laar binnen ŽŽn minuut na hetafzetten van het contact om deruitenwissers naar het middenvan de voorruit te bewegen(onderhoudsstand).
Vervangen van een wisserblad Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los en verwijder het wis-serblad.
Monteer het nieuwe wisserbladen zet de ruitenwisserarm terug.
Opmerking: het kortste wisserblad
moet op de rechter ruitenwisserarmworden gemonteerd. Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de rui-tenwissers in de ruststand te zet-ten. SPAARSTAND Nadat de motor is afgezet, wordt een aantal elektrische voorzieningen (rui-tenwissers, ruitbediening, zonnes-cherm panoramadak, plafonniers,autoradio, enz.) na een half uur auto-matisch uitgeschakeld, om te voor-komen dat de accu ontladen raakt. Op dat moment verschijnt de mel- ding
"Spaarstand actief" op het
multifunctionele display. Als de elektrische voorzieningen in de spaarstand staan, dient de motorte worden gestart en vervolgensenkele seconden te draaien alvorensde voorzieningen opnieuw gebruiktkunnen worden. SPAARFASE ACCU In verband met de laadtoestand van de accu kunnen tijdens het rijdensommige voorzieningen (airconditio-ning, achterruitverwarming, interieur-verwarming bij auto's met een diesel-
motor, enz.) tijdelijk uitgeschakeldworden. Deze voorzieningen worden weer automatisch ingeschakeld zodra delaadtoestand van de accu dit toelaat. Opmerking:
De uitgeschakelde
voorzieningen kunnen tevens hand- matig weer ingeschakeld worden.Hierbij bestaat het risico dat de accuontladen raakt.
PRAKTISCHE INFORMATIE
11 8
Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestartworden.

Page 127 of 137

ACCU Laden met behulp van een acculader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijnmet een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel op de (-) pool van de hulpaccu aan,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
PRAKTISCHE INFORMATIE 119
- Maak de accupoolklem- men niet los bij draaien-
de motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Zet, elke keer nadat de accuka- bels weer zijn aangesloten, het
contact AAN en wacht 1 minuutalvorens de motor te starten,zodat de elektronische syste-men ge•nitialiseerd kunnenworden. Raadpleeg uw PEU-
GEOT-servicepunt als er zichna deze handeling toch nogproblemen voordoen.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buiten gebruik is.

Page 128 of 137

SLEPEN VAN UW AUTO Zonder takelen (4 wielen op de grond) Gebruik hiervoor altijd een sleepstang. Het demonteerbare sleepoog is opgeborgen in de bekleding van de bagage- ruimte, aan de rechter kant. Aan de voorzijde: Maak het klepje los door op de onderkant ervan te drukken.
Draai het demonteerbare sleepoog vast tot het stuit.
Aan de achterzijde: Maak het klepje aan de bovenkant los met behulp van een muntstuk.
Draai het demonteerbare sleepoog vast tot het stuit.
Getakeld (2 wielen op de grond)
Het professioneel takelen van de wagen geniet de voorkeur. Bijzonderheden automatische transmissie Bij het slepen van de auto, zonder takelen, moet aan de volgende voor-waarden voldaan worden:
- selectiehendel in de stand
N,
- rijd met een snelheid van maxi- maal 50 km/h en sleep de auto over een afstand van hoogstens 50km,
- voeg geen extra vloeistof toe aan de automatische transmissie.
PRAKTISCHE INFORMATIE
120
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijnde rem- en stuurbekrach-tiging uitgeschakeld.

Page 129 of 137

TREKKEN VAN EEN AANHANGER Gebruik uitsluitend een door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak. Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen enbagage, maar is tevens geschikt
voor het trekken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek boven de1000 m 10% van het maximum aan-hangergewicht af en herhaal dit voorelke volgende 1000 m.Adviezen Gewichtsverdeling :
verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de toegesta-ne kogeldruk. Koeling: het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftempera-
tuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog moge- lijke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercenta-ge en de temperatuur van de buiten-lucht. Let in elk geval goed op de aanwij- zing van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koelvloeistoftemperatuur gaat bran-den, stop dan zo snel mogelijk en zetde motor af. Banden:
controleer de bandenspan-
ning van de auto en de aanhangeren breng deze indien nodig op dejuiste waarde. Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlich-
ting van de aanhanger.Zijwind: houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
PRAKTISCHE INFORMATIE 121

Page 130 of 137

VERWIJDEREN VAN DE MAT Als de vloermat aan bestuurderszijde verwijderd moet worden, schuif dande stoel in de achterste stand endraai de bevestigingen los. Leg de vloermat weer terug en plaats de bevestigingen door ze vast tedrukken.ALLESDRAGERS MONTEREN Let, bij het monteren van de dwars- dragers, op de juiste bevestigings-plaatsen. Deze zijn door middel van merkte- kens op de dakrailing aangegeven.Gebruik uitsluitend door PEUGEOTgoedgekeurde accessoires en houdu aan de montagevoorschriften vande fabrikant.
PRAKTISCHE INFORMATIE
122
Max. toegestane daklast op
imperiaal: 100 kg

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 next >