Peugeot 307 SW 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 1 of 193

4 -
28-02-2005
5
-
28-02-2005
In een oogopslag

Page 2 of 193

4 -
28-02-2005
5
-
28-02-2005
14. Dashboardkastje/aansluitingen
audio/video.
15. Schakelaars stoelverwarming.
16. Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
17. Zij-airbags
18. Afvalbak.
19. Uitschakeling airbag aan
passagierszijde*.
Schakelaar zonnescherm panoramadak.
20. Bekerhouder.
21. Handrem.
22. 12 V-aansluiting.
23. Versnellingshendel.
24. Asbak vóór.
25. Bediening verwarming/
airconditioning.
26. CD-wisselaar.
27. Autoradio RD4 of autoradio/
telefoon/GPS RT3.
1.
Schakelaar snelheidsregelaar/-
begrenzer.
2. Schakelaar verlichting
en richtingaanwijzers.
3. Airbag bestuurder.
Claxon.
4. Instrumentenpaneel.
5. Alarmknop.
Schakelaar centrale
vergrendeling.
6. Schakelaar alarmknipperlichten.
7. Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR).
8. Multifunctioneel display.
9. Voorruitontwaseming.
10. Inbouwruimte luidspreker
(tweeter).
11. Zijruitontwaseming vóór.
12. Verstelbaar zijventilatierooster
en regeling luchtopbrengst.
13. Airbag passagierszijde.* Volgens land van bestemming.
28.
Middelste verstelbare roosters
verwarming/ventilatie en rege-
ling luchtopbrengst.
29. Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer.
30. Stuur-/contactslot.
31. Stuurkolomschakelaar
autoradio.
32. Stuurwielverstelling.
33. Zekeringkast.
34. Hendel motorkapontgrendeling.
35. Hoogteverstelling
koplampen.
36. Schakelaars elektrisch
bedienbare buitenspiegels.
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten.
Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter.
COCKPIT In een oogopslag

Page 3 of 193

In een oogopslag
6 -
28-02-2005
7
In een oogopslag
-
28-02-2005
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
Met behulp van de afstandsbediening
kunnen de centrale vergrendeling en
supervergrendeling worden bediend,
kan de auto worden gelokaliseerd en
kunnen de buitenspiegels worden in-
en uitgeklapt.
Met behulp van de sleutel kunnen me-
chanisch en onafhankelijk van elkaar
de sloten van het dashboardkastje en
de tankdop worden bediend, kan de
passagiersairbag worden uitgescha-
keld en kunnen het kinderslot en het
contactslot worden bediend.
Met behulp van de sleutel in het slot
van het bestuurdersportier kunnen
elektrisch de centrale vergrendeling
en supervergrendeling van de portie-
ren en de achterklep worden bediend
en kunnen de buitenspiegels worden
in- en uitgeklapt.
Vergrendelen
Druk op de knop B om de auto te
vergrendelen.
Dit wordt bevestigd door het ge-
durende ongeveer twee seconden
branden van de richtingaanwijzers.
: 103
STARTEN
1. STOP:
Het contact is afgezet.
2. Contact aan:
Het contact is aangezet en de
accessoires kunnen functioneren.
3. Starten:
De startmotor wordt in werking gezet.
UITSCHAKELEN AIRBAG
AAN PASSAGIERSZIJDE*
Steek bij afgezet contact de sleutel
in de schakelaar uitschakeling airbag
aan passagierszijde 1, draai deze in
de stand "OFF" en verwijder de sleu-
tel uit de schakelaar zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
zet dan de schakelaar weer in de
stand "ON" om de airbag opnieuw in
te schakelen.
Als bij aangezet contact
dit verklikkerlampje wordt
weergegeven, betekent dit
dat de airbag aan passa-
gierszijde is uitgeschakeld
(stand "OFF" van de schakelaar).
Het verklikkerlampje blijft branden
zolang de airbag aan passagiers-
zijde is uitgeschakeld.
Controle van werking
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Druk op de knop
A om de sleutel uit
of in te klappen.
Ontgrendelen
Druk op de knop C om de auto te
ontgrendelen.
Dit wordt bevestigd door het gedu-
rende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
* Volgens land van bestemming.: 131

Page 4 of 193

In een oogopslag6 -
28-02-2005
7In een oogopslag-
28-02-2005
ELEKTRISCH VERSTELBARE
BUITENSPIEGELS
F Plaats de knop 6 naar links of
rechts om de desbetreffende
spiegel te selecteren.
F Duw de knop 7 in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen.
F Plaats de knop 6 weer in de mid-
delste stand.
Tijdens het parkeren kunnen de
buitenspiegels elektrisch worden in-
geklapt met behulp van de knop 6 of
automatisch bij het vergrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
de sleutel.
STUURWIEL IN HOOGTE EN
DIEPTE VERSTELLEN
F Trek, bij stilstaande auto, aan de
hendel A om het stuurwiel te ont-
grendelen.
F Verstel het stuurwiel in hoogte
en/of in diepte.
F Vergrendel het stuurwiel door de
hendel A volledig in te drukken.
: 89
ELEKTRISCH BEDIENBARE
RUITEN
1. Schakelaar ruitbediening
aan bestuurderszijde.
2. Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde.
3. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
4. Schakelaar ruitbediening links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter.
Handbediening:
F Duw of trek de schakelaar tot aan
het zware punt. De ruit stopt zodra
de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening:
F Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. De ruit opent of
sluit volledig.
: 107
: 88

Page 5 of 193

In een oogopslag8 -
28-02-2005
9In een oogopslag-
28-02-2005
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting.
2. Hoogteverstelling van de
bestuurders- of passagiersstoel.
3. Verstelling van de hoek
van de rugleuning.
4. Tafeltje.
5. Hoogte- en hoekverstelling
van de hoofdsteun.
Trek om de hoofdsteun te ver- stellen deze naar voren en ver-
schuif hem gelijktijdig.
Ga nooit rijden als de hoofd-
steunen zijn verwijderd.
6. Uitneembare armleuning vóór.
7. Opberglade.
8. Schakelaar stoelverwarming.
: 90

Page 6 of 193

In een oogopslag8 -
28-02-2005
9In een oogopslag-
28-02-2005: 86
1. Temperatuurregeling
bestuurderszijde.
AUTOMATISCHE
AIRCONDITIONING MET
GESCHEIDEN REGELING
De bestuurder en de voorpassagier
kunnen de temperatuur afzonderlijk
naar wens instellen.
Het is raadzaam deze automatische
stand te gebruiken: het systeem
regelt de temperatuur, de luchtop-
brengst, de luchtverdeling naar de
luchtroosters en de luchtrecirculatie.
2. Temperatuurregeling
passagierszijde.
3. Automatisch
programma "comfort".
4. Automatisch
programma "zicht". 5.
Airconditioning aan/uit.
6. Regeling
luchtverdeling.
7. Regeling
luchtopbrengst. 8.
Luchttoevoer/
luchtrecirculatie.
9. Achterruitverwarming
en verwarming
buitenspiegels.

Page 7 of 193

In een oogopslag10 -
28-02-2005
11In een oogopslag-
28-02-2005
SCHAKELAAR
RUITENWISSERS
Vóór
2 Hoge snelheid.
1 Normale snelheid.
I Interval.
0 Uit.
AUTO â Automatisch wissen of één
keer wissen
Ruitensproeier: Trek de hendel naar
u toe.
LICHTSCHAKELAAR
De stand van de schakelaar wordt
aangegeven door het desbetreffende
verklikkerlampje op het instrumen-
tenpaneel.
: 112
Verlichting vóór en achter (ring A)
Lichten uit
Parkeerlichten
Dim-/grootlicht Mistachterlicht (ring
naar voren draaien)
Mistlampen vóór (ring 1
stand naar voren draaien)
Mistlampen vóór en mist-
achterlicht (ring 2 stan-
den naar voren draaien)
Uitschakelen: ring naar achteren
draaien.
Automatische ontste-
king van de verlichting
Deze functie kan wor-
den in- of uitgeschakeld
via het coniguratieme-
nu van het multifunctio-
nele display. Auto's met mistachterlicht
(ring B)
Auto's met mistlampen vóór en
mistachterlicht (ring C)
AchterUit.
Interval.
Ruitensproeier.
:
114

Page 8 of 193

In een oogopslag10 -
28-02-2005
11In een oogopslag-
28-02-2005
SNELHEIDSBEGRENZER
1. Selecteren/onderbreken
van de functie.
2. Verlagen van de snelheid.
3. Verhogen van de snelheid.
4. Systeem inschakelen/
uitschakelen.
De instellingen kunnen alleen bij
draaiende motor worden uitgevoerd.
SNELHEIDSREGELAAR
1. Selecteren/onderbreken
van de functie.
2. Opslaan van een snelheid/
verlagen van de opgeslagen
snelheid.
3. Opslaan van een snelheid/
verhogen van de opgeslagen
snelheid.
4. Uitschakelen/opnieuw inschakelen
van de snelheidsregeling.
Om de wagensnelheid op te slaan
en de snelheidsregelaar te kunnen
activeren, moet de wagensnelheid
hoger dan 40 km/h zijn en minimaal
de 4
e versnelling (tweede versnelling
bij een automatische transmissie)
zijn ingeschakeld.
: 137 : 139 :
141
Weergave op het
instrumentenpaneel
Als de snelheidsregelaar/-begrenzer
actief is, wordt de werking hiervan weer-
gegeven op het instrumentenpaneel.
Druk op de knop om achtereenvolgens
deze informatie en de kilometerteller/
dagteller weer te geven.

Page 9 of 193

In een oogopslag12 -
28-02-2005
13In een oogopslag-
28-02-2005
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE "TIPTRONIC-
SYSTEM PORSCHE"
1. Selectiehendel.
2. Schakelaar "SPORT".
3. Schakelaar "SNEEUW".
Weergave op het
instrumentenpaneel
P:
Parking (parkeerstand).
R: Reverse (achteruitversnelling).
N: Neutral (neutraalstand).
D: Drive (rijstand).
M: Manual (zelf schakelen).
S: programma Sport.
T: programma Sneeuw.
1 2 3 4 : ingeschakelde versnelling.
: 134
Starten van de motor
Controleer of de handrem is aangetrokken
en zet de selectiehendel in de stand
P of N.
Zet het contact aan.
Wegrijden
Bij draaiende motor en met de selec-
tiehendel in de stand P of N: trap het
rempedaal in en zet de handrem los .
Selecteer de stand R, D of M.
Laat langzaam het rempedaal los; de
auto begint meteen te rijden.
Schakelpatroon
Kies de gewenste stand door de se-
lectiehendel in het schakelpatroon te
verplaatsen.
De gekozen stand wordt met een
pictogram in het instrumentenpaneel
aangegeven.
PARKEERHULP ACHTER
A. Inschakelen.
B. Detectie.
C. Activeren/deactiveren.
Dit systeem kan worden geac- tiveerd of gedeactiveerd via het
coniguratiemenu van het multi-
functionele display.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt u bij het achter-
uitrijden begeleid door een geluids-
signaal en een graische weergave
op het multifunctionele display.
: 143

Page 10 of 193

In een oogopslag12 -
28-02-2005
13In een oogopslag-
28-02-2005
STUURKOLOMSCHAKELAAR
AUDIOSYSTEEM
Regeling geluidsvolume
1. Indrukken (achterzijde): volume verhogen
2. Indrukken (achterzijde): volume verlagen
1+2. Gelijktijdig indrukken: geluid onderbreken/herstell en
Zoeken/selecteren door indrukken
3. Hogere frequentie radio -
CD-speler/-wisselaar:
volgende track
4. Lagere frequentie radio -
CD-speler/-wisselaar:
vorige track Toetsenbord (4)
ESC (Escape): annuleren van de
bewerking.
MENU: weergeven van het alge-
mene menu.
Geluidsbron
5. Wijzigen geluidsbron
Selecteren opgeslagen zenders/
CD uit de CD-wisselaar (draaien)
6. Volgende opgeslagen zender -
volgende CD
7. Vorige opgeslagen zender -
vorige CD Toetsenbord (1)
MODE: wijzigen permanent weerge-
geven functie (autoradio, boordcom-
puter, ...).
DARK: 1 keer indrukken: display
onder de menubalk zwart maken -
2 keer indrukken: display volledig uit-
schakelen - 3 keer indrukken: terug-
keren naar de normale weergave. LIST REFRESH: weergave en bij-
werken van een lijst met beschikbare
zenders of tracks van de CD.
Toetsenbord (3)
Opslaan van een voorkeuzezender.
Selecteren van een voorkeuzezender
of van een CD in de CD-wisselaar.
BEDIENINGSPANEEL RD4
Toetsenbord (5)
Navigatiepaneel.
:
40
Knop (A)
AAN/UIT en volumeregeling
Knop (B)
CD uitwerpen.
Toetsenbord (2)
SOURCE: wisselen van geluidsbron:
autoradio, CD, CD-wisselaar.
BAND AST: selecteren van het golf-
bereik.
¯: toegang tot de instellingen van
de muziekstijl. Knop (C)
TA: inschakelen/uitschakelen van de
functie "voorrang aan verkeersinfor-
matie".
PTY: toegang tot de PTY-functie.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 200 next >