Peugeot 307 SW 2005 Handleiding (in Dutch)

Page 171 of 193

154 -
28-02-2005
155
-
28-02-2005
F
Draai de beschermkap van de de-
fecte lamp een kwart omwenteling
naar links en verwijder deze.
F Neem de stekker los.
F Druk op het uiteinde van de borg-
lip om deze los te maken. Vervang
de lamp.
Let bij het monteren op de goede stand van de nokjes en controleer
of de borglip goed vast zit.
F Sluit de stekker weer aan.
F Monteer de beschermkap met de
pijl naar boven en draai deze ver-
volgens een kwart omwenteling
naar rechts.
De koplampen zijn uitgerust met
glazen van polycarbonaat voorzien
van een beschermlaag. Gebruik
voor het schoonmaken van de
koplampen nooit een droge doek
of een schuur-, schoonmaak- of
oplosmiddel . Gebruik een spons en
zeepwater. 4. Parkeerlicht (W 5 W)
F
Trek de itting naar achteren, ver-
wijder de lamp en vervang deze.
5. Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig)
F Draai de lamphouder een kwart
omwenteling en verwijder deze.
F Vervang de lamp.
Opmerking: bij bepaalde weers-
omstandigheden (lage temperatuur,
vochtig weer), kan aan de binnen-
zijde van de koplampen enige
condensvorming ontstaan . Deze
verdwijnt zodra de lampen enige tijd
branden.
LAMPEN VERVANGEN
Koplampen
Raak de lampen uitsluitend met een
droge doek aan.
1. Dimlicht (H7-55 W),
2. Grootlicht (H1-55 W),
3. Mistlampen vóór (H1-55 W).
Praktische informatie

Page 172 of 193

156 -
28-02-2005
157
-
28-02-2005
Zijknipperlichten
(WY 5 W amberkleurig)
F
Druk het zijknipperlicht naar voren
en trek het geheel los.
F Houd de stekker vast en draai het
glas een kwart omwenteling.
F Vervang de lamp.
De amberkleurige lampen
(richtingaanwijzers en zij-
knipperlichten) moeten wor-
den vervangen door lampen
met dezelfde kleur en eigen-
schappen.Achterlichten
1. Remlichten (P 21 W).
2. Achterlichten (R 5 W).
3. Richtingaanwijzers (P 21 W).
4. Achteruitrijlicht (P 21 W), rechts.
Mistachterlicht (P 21 W), links.
Deze 5 lampen worden vervangen
door de achterlichtunit te verwijderen:
F Verwijder de bekleding van het
desbetreffende zijpaneel van de
bagageruimte om bij de achter-
lichtunit te komen,
F Verwijder de bevestigingsmoer
van de achterlichtunit aan de bin-
nenzijde van de bagageruimte,
F Verwijder de bevestigingsmoer
van de achterlichtunit aan de bui-
tenzijde van de bagageruimte,
F Verwijder de achterlichtunit,
F Maak de bedrading los, F
Druk op de lipjes A en verwijder
de lamphouder,
F Vervang de defecte lamp.
Opmerking: gebruik indien nodig
de wielsleutel om de moeren los te
draaien.
Let er bij het plaatsen op dat de
lamphouder en de achterlichtunit
goed worden geplaatst.
Kentekenplaatverlichting
(W 5 W)
F Steek een kleine schroevendraai-
er in een van de buitenste gaten
van het lampglas.
F Duw het lampglas naar buiten om
het los te maken.
F Verwijder het lampglas.
F Vervang de defecte lamp.
Praktische informatie

Page 173 of 193

156 -
28-02-2005
157
-
28-02-2005
Zijknipperlichten
(WY 5 W amberkleurig)
F
Druk het zijknipperlicht naar voren
en trek het geheel los.
F Houd de stekker vast en draai het
glas een kwart omwenteling.
F Vervang de lamp.
De amberkleurige lampen
(richtingaanwijzers en zij-
knipperlichten) moeten wor-
den vervangen door lampen
met dezelfde kleur en eigen-
schappen.Achterlichten
1. Remlichten (P 21 W).
2. Achterlichten (R 5 W).
3. Richtingaanwijzers (P 21 W).
4. Achteruitrijlicht (P 21 W), rechts.
Mistachterlicht (P 21 W), links.
Deze 5 lampen worden vervangen
door de achterlichtunit te verwijderen:
F Verwijder de bekleding van het
desbetreffende zijpaneel van de
bagageruimte om bij de achter-
lichtunit te komen,
F Verwijder de bevestigingsmoer
van de achterlichtunit aan de bin-
nenzijde van de bagageruimte,
F Verwijder de bevestigingsmoer
van de achterlichtunit aan de bui-
tenzijde van de bagageruimte,
F Verwijder de achterlichtunit,
F Maak de bedrading los, F
Druk op de lipjes A en verwijder
de lamphouder,
F Vervang de defecte lamp.
Opmerking: gebruik indien nodig
de wielsleutel om de moeren los te
draaien.
Let er bij het plaatsen op dat de
lamphouder en de achterlichtunit
goed worden geplaatst.
Kentekenplaatverlichting
(W 5 W)
F Steek een kleine schroevendraai-
er in een van de buitenste gaten
van het lampglas.
F Duw het lampglas naar buiten om
het los te maken.
F Verwijder het lampglas.
F Vervang de defecte lamp.
Praktische informatie

Page 174 of 193

156 -
28-02-2005
157
-
28-02-2005
Derde
remlicht: 4 lampen
W 5 W.
F Maak de bovenste bekleding van
de achterklep aan beide zijden
los en verwijder deze voorzichtig
haaks ten opzichte van de monta-
gerichting.
F Steek een schroevendraaier in de
twee buitenste gaten B om op de
twee borglippen C te drukken.
F Houd de borglippen ingedrukt om
de lampunit naar buiten te du-
wen.
F Trek de lampunit naar buiten ter-
wijl u hem kantelt.
F Vervang de defecte lamp.
F Let er bij het terugplaatsen op
dat de borglippen goed worden
geplaatst en dat de bekleding van
de achterklep juist aangebracht
wordt.
Praktische informatie

Page 175 of 193

158 -
28-02-2005
159
-
28-02-2005
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich on-
der aan het dashboard (bestuurders-
zijde) en onder de motorkap (links).
Goed Defect
Zekeringen dashboard
F Draai met een muntstuk de
schroef een kwart omwenteling
los en trek aan de handgreep om
het deksel te openen en bij de ze-
keringen te komen.
Zekering Ampère Functies F1 15 A Ruitenwisser achter.
F2 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F3 5 A Elektronische eenheid airbags en pyrotechni-
sche gordelspanners.
F4 10 A Schakelaar rem- en koppelingspedaal, schake-
laar koelvloeistofniveaumeter, sensor verdraai-
ing stuurwiel, diagnoseaansluiting, sensor ESP,
elektrochrome binnenspiegel, pomp roetilter.
F5 30 A Voeding ruitbediening vóór en zonnescherm pa-
noramadak, verwarming buitenspiegels.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt,
dient u eerst de oorzaak van de sto-
ring op te sporen en te (laten) verhel-
pen. De nummers van de zekeringen
zijn aangegeven op de zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte (dezelfde kleur).
Gebruik de speciale tang, die zich
aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast van het dash-
board bevindt. Deze steun bevat
tevens de reservezekeringen.
Praktische informatie

Page 176 of 193

160 -
28-02-2005
161
-
28-02-2005
Zekering Ampère
Functies
F1 20 A Voeding elektronische eenheid motor en relais hoge snelheid motorventilateur.
F2 15 A Claxon.
F3 10 A Ruitensproeiers vóór en achter.
F4 20 A Koplampsproeiers.
F5 15 A Brandstofpomp en elektroklep absorptievat.
F6 10 A Elektronische eenheid automatische transmissie, blokkeerschakelaar auto
matische trans-
missie, contact impulsbediening, relais hoge snelheid motorventi lateur.
F7 10 A Elektronische eenheid ABS/ESP, elektronische eenhei d elektropompgroep stuurbekrachtiging.
Zekeringen in de motorruimte
Maak het deksel los om bij de zeke-
ringen in de motorruimte (naast de
accu) te komen.
Sluit na de werkzaamheden het dek-
sel zorgvuldig voor een goede af-
dichting van het zekeringenkastje.
Praktische informatie

Page 177 of 193

160 -
28-02-2005
161
-
28-02-2005
Zekering Ampère
Functies
F8 20 A Contactslot.
F9 10 A Eenheid extra verwarming (diesel), schakelaar koelvloeistofniveaumeter .
F10 30 A Regelorganen elektronische eenheid motor (bobine, elektroklepp
en, lambdasondes,
elektronische eenheden, verstuivers).
F11 40 A Aanjager airconditioning.
F12 30 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F13 40 A Voeding intelligente servicecentrale (BSI) (+ na contact).
F14 30 A Luchtpomp (2 liter benzinemotor).
F15 10 A Grootlicht rechts.
F16 10 A Grootlicht links.
F17 15 A Dimlicht links.
F18 15 A Dimlicht rechts.
Praktische informatie

Page 178 of 193

162 -
28-02-2005
163
-
28-02-2005
Bij het ontwerp van het
elektrische circuit van uw
auto is reeds rekening ge-
houden met de montage
van zowel de standaarduit-
rusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service-
punt voordat u andere elektrische
voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren. Zekering Ampère
Functies
MF1* 30 A
Motorventilateurgroep 200 W.
50 A Motorventilateurgroep 400 W en 460 W.
MF2* 30 A Pomp ABS/ESP.
MF3* 80 A Elektrokleppen ABS/ESP.
MF4* 80 A Voeding intelligente Servicecentrale (BSI).
MF5* 50 A Voeding intelligente Servicecentrale (BSI).
MF6* 50 A Zekeringkast dashboard.
MF8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit het ver-
helpen van storingen veroorzaakt
door het monteren van extra ac-
cessoires die niet door PEUGEOT
aanbevolen en geleverd worden of
door voorzieningen die niet volgens
de voorschriften van PEUGEOT zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een stroomverbruik
van meer dan 10 milliampère. * De hoofdzekeringen zorgen voor
een extra beveiliging van de
elektrische installatie. Werkzaam-
heden aan de hoofdzekeringen
dienen door een PEUGEOT-ser-
vicepunt uitgevoerd te worden.
Praktische informatie

Page 179 of 193

158 -
28-02-2005
159
-
28-02-2005
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich on-
der aan het dashboard (bestuurders-
zijde) en onder de motorkap (links).
Goed Defect
Zekeringen dashboard
F Draai met een muntstuk de
schroef een kwart omwenteling
los en trek aan de handgreep om
het deksel te openen en bij de ze-
keringen te komen.
Zekering Ampère Functies F1 15 A Ruitenwisser achter.
F2 30 A Vergrendeling en supervergrendeling.
F3 5 A Elektronische eenheid airbags en pyrotechni-
sche gordelspanners.
F4 10 A Schakelaar rem- en koppelingspedaal, schake-
laar koelvloeistofniveaumeter, sensor verdraai-
ing stuurwiel, diagnoseaansluiting, sensor ESP,
elektrochrome binnenspiegel, pomp roetilter.
F5 30 A Voeding ruitbediening vóór en zonnescherm pa-
noramadak, verwarming buitenspiegels.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt,
dient u eerst de oorzaak van de sto-
ring op te sporen en te (laten) verhel-
pen. De nummers van de zekeringen
zijn aangegeven op de zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte (dezelfde kleur).
Gebruik de speciale tang, die zich
aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast van het dash-
board bevindt. Deze steun bevat
tevens de reservezekeringen.
Praktische informatie

Page 180 of 193

158 -
28-02-2005
159
-
28-02-2005
Zekering Ampère
Functies
F6 30 A Voeding ruitbediening achter.
F7 5 A Plafonniers vóór en achter, kaartleeslampjes, verlichting dashboard
kastje, schakelaar zon-
nescherm.
F8 20 A Autoradio, autoradio-/telefoonsysteem, multifunctioneel displa
y, sirene alarm, eenheid in-
braakalarm, 12 V-aansluiting achter, servicecentrale trekhaakaanslui ting.
F9 30 A 12 V-aansluiting vóór.
F10 15 A Elektronische eenheid automatische transmissie, remlichtschakelaar (STOP).
F11 15 A Diagnoseaansluiting, contactslot met een circuit met lage stroo
msterkte, elektronische een-
heid roetilter.
F12 - Niet gebruikt.
F13 5 A Voeding servicecentrale motor, regen/-lichtsensor.
F14 15 A Servicecentrale trekhaakaansluiting, instrumentenpaneel, automati
sche airconditioning,
elektronische eenheid airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F15 30 A Voeding vergrendeling en supervergrendeling.
F16 - Shunt tijdens opslag.
F17 40 A Achterruitverwarming.
F39 20 A Stoelverwarming bestuurders- en passagiersstoel.
Praktische informatie

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 next >