Peugeot 308 2021 Handleiding (in Dutch)

Page 231 of 244

229
PEUGEOT Connect Nav
11Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd
de telefoontoets op het stuurwiel
ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken"om een nieuw
contact toe te voegen.
Druk op het tabblad "Telefoon" om het
telefoonnummer (de telefoonnummers)
van het contact in te voeren.
Druk op het tabblad "Adres" om het
adres (de adressen) van het contact in te
voeren.
Druk op het tabblad "Email" om het
e-mailadres (de e-mailadressen) van het
contact in te voeren.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten op
achternaam + voornaam, of voornaam +
achternaam te sorteren.
Met de functie "Email" kunt u
e-mailadressen van uw contacten
invoeren, maar u kunt met het systeem geen
e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Berichten" om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Alle",
"Ontvangen", of " Verzonden".
Selecteer de details van het bericht dat u
in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beantwoorden" om een in het
systeem opgeslagen snelbericht te
versturen.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Druk op "Beluisteren" om het bericht te
beluisteren.
De toegang tot "Berichten" is afhankelijk
van de compatibiliteit van de smartphone
met het systeem in de auto.
Sommige smartphones halen berichten of
e-mailberichten langzamer op dan andere.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "SMS-berichten" om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad "Te laat",
"Aangekomen", "Niet beschikbaar", of
"Overig"om nieuwe berichten aan te maken.
Druk op "Aanmaken" om een nieuw
bericht te schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van
deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Overbrengen" om een of
meerdere ontvangers te selecteren.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst
weer te geven.

Page 232 of 244

230
PEUGEOT Connect Nav
Selecteer het tabblad "Ontvangen",
"Verzonden", of "Ongelezen".
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
De toegang tot e-mailberichten is
afhankelijk van de compatibiliteit van de
smartphone met het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer vervolgens " Equalizer", "Verdeling";
"Geluid ", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling Equalizer (keuze uit 6
sferen), en de geluidsinstellingen Bass,
Medium, en Treble zijn voor elke geluidsbron
verschillend en onafhankelijk van elkaar.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen " Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling ",
en "Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de verdeling van
geluid in het passagiersgedeelte.
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel".
Druk op deze toets om een profielnaam in
te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe
te voegen.
Steek een USB-geheugenstick met
daarop de foto in de USB-poort.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de
instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde
profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om " Audio-
instellingen " hieraan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer vervolgens " Equalizer", "Verdeling";
"Geluid ", "Spraak", of "Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen van het
geselecteerde profiel op te slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".

Page 233 of 244

231
PEUGEOT Connect Nav
11Selecteer "Animatie".Schakel Automatische tekstweergave
in of uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid
van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters " om de
begininstellingen te herstellen.
Wanneer de "Fabrieksparameters" van
het systeem worden hersteld, worden
Engels en graden Fahrenheit ingesteld en
wordt zomertijd uitgeschakeld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in
het systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
De datum instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
Selecteer "Datum".
Druk op deze toets om de datum in te
stellen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer hoe de datum wordt
weergegeven.
U kunt alleen de tijd en de datum
instellen wanneer "GPS-synchronisatie"
is uitgeschakeld.
De tijd instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
Selecteer "Tijd".
Druk op deze toets om de tijd in te stellen
via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om de tijdzone in te
stellen.
Selecteer hoe de tijd (12h/24h) moet
worden weergegeven.
Schakel de zomertijd in of uit (+1 uur).
Schakel GPS-synchronisatie (UTC) in of
uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het kan zijn dat het systeem niet
automatisch overschakelt naar zomertijd/
wintertijd (afhankelijk van het land van
verkoop).
Thema's
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering.
Om veiligheidsredenen kan de procedure
voor het wijzigen van het grafische
thema uitsluitend worden uitgevoerd wanneer
de auto stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Thema's".
Selecteer het thema in de lijst en druk
vervolgens op " OK" om te bevestigen.

Page 234 of 244

232
PEUGEOT Connect Nav
Bij elke wijziging van het thema wordt het
systeem opnieuw opgestart waarbij het
scherm tijdelijk zwart wordt.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen over het systeem.
Navigatie
Ik kan het bestemmingsadres niet opgeven.
Het adres wordt niet herkend.
â–º

Gebruik de "intuïtieve methode" door op
de toets "Zoeken..." op de onderzijde van het
scherm "Navigatie" te drukken.
De route wordt niet berekend.
Het kan zijn dat de route-instellingen niet
overeenkomen met de huidige locatie
(bijvoorbeeld, wanneer geen rekening wordt
gehouden met tolwegen terwijl de auto op een
tolweg rijdt).
â–º


Controleer de route-instellingen in het menu
"Navigatie".
Ik krijg geen waarschuwingen voor
"Gevarenzones".
U heeft geen abonnement op deze online dienst.
â–º


W
anneer u wel op deze dienst bent
geabonneerd:
- kan het zijn dat na het afsluiten van het
abonnement deze dienst pas een paar dagen
later wordt geactiveerd, - kan het zijn dat de diensten niet in het
systeemmenu zijn geselecteerd,
- kan het zijn dat de online diensten niet actief
zijn ("TOMTOM TRAFFIC" wordt niet op de kaart
weergegeven).
De POI's worden niet aangegeven.
De POI's zijn niet geselecteerd.
â–º

Stel het zoomniveau in op 200 m, of
selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal "Gevarenzone" werkt niet.
Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het
volume is te laag.
â–º


Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie", en controleer het spraakvolume in
de audio-instellingen.
Het systeem stelt bij belemmeringen geen
alternatieve routes voor

.
De route-instellingen houden geen rekening met
de actuele verkeersinformatie.
â–º

Configureer de functie "V
erkeersinformatie" in
de lijst met route-instellingen (geen, handmatig
of automatisch).
Ik word gewaarschuwd voor een
"Gevarenzone" die niet op mijn route ligt.
Het systeem biedt geleide navigatie, maar
kondigt ook alle "Gevarenzones" aan. Deze
worden met een driehoek vóór het pictogram
van de auto weergegeven. Het kan zijn dat het
systeem waarschuwt voor "Gevarenzones" op
dichtstbijzijnde of parallelwegen.
â–º

Zoom in op de kaart om de precies
locatie van de "Gevarenzone" te bekijken. U
kunt "Op de route" selecteren zodat u geen waarschuwingen meer ontvangt. Ook kunt u de
duur van de waarschuwing beperken.
Sommige files op de route worden niet direct
gemeld.
Na het opstarten kan het een paar minuten
duren voordat het systeem verkeersinformatie
ontvangt.
â–º


W
acht totdat de verkeersinformatie goed is
ontvangen (op de kaart worden pictogrammen
met verkeersinformatie weergegeven).
In bepaalde landen is verkeersinformatie alleen
voor de hoofdwegen (autosnelwegen, enz.)
beschikbaar.
Dit is volkomen normaal. Het systeem
is afhankelijk van de beschikbare
verkeersinformatie.
De hoogteligging wordt niet weergegeven.
Na het opstarten kan de initialisatie van het
GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4
satellieten correct worden ontvangen.
â–º

W
acht tot het systeem volledig is opgestart
zodat het signaal van ten minste 4 satellieten
wordt ontvangen.
De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden
beïnvloed door de omgeving (tunnel, enz.) en
het weer.
Dit is een normaal verschijnsel. De werking van
het systeem is afhankelijk van de ontvangst van
het GPS-signaal.
De verbinding van de online navigatie is
verbroken.

Page 235 of 244

233
PEUGEOT Connect Nav
11Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden
kan het zijn dat er geen verbinding beschikbaar
is.
â–º
Controleer of de online diensten zijn
geactiveerd (instellingen, contract).
Radio
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde
radiozender neemt geleidelijk af, of de
voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven, enz.).
De auto is te ver verwijderd van het zendstation,
of er is geen zendstation aanwezig in het
geografische gebied.
â–º

Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten zoeken naar een
sterkere zender in het geografisch gebied.
De antenne ontbreekt of is beschadigd
(bijvoorbeeld tijdens het inrijden van een
wasstraat of parkeergarage).
â–º


Laat de antenne controleren door een dealer
.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit fenomeen is heel normaal, en geeft geen
defect van het audiosysteem aan.
Ik kan sommige opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen.
De naam van de zender verandert.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de
naam van de zender in de lijst is veranderd. Sommige zenders sturen in plaats van een
naam andere informatie mee (bijv. titel van het
afgespeelde nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de
naam van de zender.
â–º

Druk op de toets "Lijst updaten" in het
vervolgmenu "Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard
op een USB-geheugenstick staan, kan het
erg lang duren tot de muziek op de USB-
geheugenstick wordt afgespeeld (tot 10 keer de
fabrieksopgave).
â–º

Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal
submappen in de mappenstructuur van de
USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick
kan het even duren voordat deze wordt
afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel,
artiest, enz.). Dit kan een paar seconden duren,
maar ook een paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens
niet verwerken. â–º


Gebruik standaard karakters voor de
benaming van nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start
niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
â–º

Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden
niet op het scherm voor audiostreaming
weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid
niet.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon
te koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de
telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet
zichtbaar is voor het systeem.
â–º

Controleer of de Bluetooth-functie van de
telefoon is ingeschakeld.
â–º


Controleer bij de instellingen van uw telefoon
of deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
â–º


Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon
uit en weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem.
â–º


U kunt op de website van het merk (
diensten) controleren of uw telefoon compatibel
is.
Het volume van de aangesloten Bluetooth-
telefoon is niet hoorbaar

.

Page 236 of 244

234
PEUGEOT Connect Nav
Het volume is afhankelijk van het systeem en
van de telefoon.
â–º
V
erhoog het volume van het audiosysteem,
indien nodig, tot maximaal en verhoog het
volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit
van een telefoongesprek.
â–º

Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten,
ventilatie lager zetten, snelheid verminderen,
enz.).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel
voor

.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de
SIM-kaart synchroniseren, de contacten op de
telefoon synchroniseren, of beide. Wanneer u
beide synchronisaties selecteert, kan het zijn dat
sommige contacten dubbel voorkomen.
â–º

Selecteer "Contacten van SIM-kaart
weergeven" of "Contacten van telefoon
weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische
volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-
opties.

Afhankelijk van de instellingen kunnen
contacten in een bepaalde volgorde worden
overgenomen.
â–º

V
erander de instellingen voor de weergave
van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.
In de Bluetooth-modus kunnen geen SMS-
berichten naar het systeem worden verzonden.Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge
en lage tonen wijzig, wordt geluidssfeer
uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd,
worden de instellingen voor hoge en lage
tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en
lage tonen.
â–º

Wijzig de instelling van de hoge en de lage
tonen of wijzig de geluidssfeer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
W

anneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de
geluidsverdeling wijzigt, worden de
instellingen voor de balans gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
â–º

Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
V

oor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen
van de bron.
â–º

Controleer of de geluidsinstellingen
overeenkomen met de bronnen waarnaar
wordt geluisterd. Het is raadzaam om de
geluidsinstellingen (Bass:,

Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, om de geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie van het
volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
â–º

Pas, in alle gevallen, nadat u de
geluidsinstellingen heeft ingesteld, het
geluidsvolume op het draagbare apparaat
eerst aan (op hoog zetten). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
Na het afzetten van de motor

, wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de accu
dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-modus om de accu niet te ontladen.
â–º

Start de auto om de laadstroom van de accu
te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen.
De datum en tijd kunnen alleen worden ingesteld
als u de synchronisatie met de satellieten
deactiveert.
â–º


Menu Instellingen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "T

ijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).

Page 237 of 244

235
Trefwoordenregister
3D digitaal instrumentenpaneel 8
12V-accu
153, 179–182
A
Aanhanger 69, 142
Aanhangergewichten
186–187, 189–190
Aansluiten MirrorLink

201–202
Aansluiting 12 V

41–42, 44
Aansluiting 230 V

41
ABS

67
Accessoires

29, 63, 90
Accu

148, 180
Accu laden

181–182
Achterbank

38–40
Achterruitverwarming

37, 51
Achteruitrijcamera

108, 130–131
Achteruitrijlicht

174–176
Actief dodehoekbewakingssysteem

129
Actieradius AdBlue®

17
Active Safety Brake

120–122
Adaptieve cruise control met
Stop-functie

110, 116–118
Adaptieve snelheidsregelaar

115–116
AdBlue®

17, 155
AdBlue® bijvullen

156
AdBlue®-reservoir

156
Afmetingen

192–193
Afstandsbediening

21–26
Afstellen van de koplamphoogte

58
Afzetten van de motor

88
Airbags

72, 74, 76
Airbags vóór 73–74, 77
Airconditioning
46, 48
Airconditioning (handbediend)

47–48
Airconditioning met gescheiden regeling

50
Alarmknipperlichten

44, 63
Alarmsysteem

29–31
Allesdragers

148–149
Android Auto verbinding

222
Antiblokkeersysteem (ABS)

67
Antidiefstalsysteem/Startblokkering

25
Antispinregeling (ASR) ~
Antislipregeling

67–68
Apple®-speler

200, 226
Apple CarPlay verbinding

202, 221
Apps

222
Armleuning

41
Armleuning achter

43
Armleuning vóór

42
Audio-aansluitingen

42
Audiokabel

226
Automatische airconditioning ~
Airconditioning, automatische

48–50
Automatische ruitenwissers

61–62
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische

95–96, 99–103, 105, 154, 181
Automatisch inschakelen verlichting

55–56
Automatisch noodremsysteem

120–122
AUX-aansluiting

200, 226
B
Bagageafdekking 44–45
Bagagenet voor hoge belading 45–46
Bagageruimte
22, 28
Banden

154, 193
Banden oppompen

154, 193
Bandenreparatieset

160, 164–167
Bandenspanning

154, 163, 167, 171, 193
Bandenspanningscontrole
(met set)

161, 163–167
Bandenspanning te laag (detectie)

106
Batterij afstandsbediening ~
Afstandsbediening, batterij

26–27
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen

27
Bediening autoradio aan stuurkolom ~
Autoradio, bedieningen aan
stuurkolom

195, 210
Bedrijfsauto

193
Bekerhouder

41
Beladen

148
Benzinemotor

150, 187, 189
Beveiliging tegen beknellen ~
Klembeveiliging

31–32, 51
Bijvullen AdBlue®

156
Binnenspiegel

37–38
BlueHDi

17, 185
Bluetooth (handsfree set)

203–204, 227–228
Bluetooth (telefoon)

203–204, 227–228
Bluetooth-verbinding

203–204,
222–223, 227–228
Boordcomputer

19–20
Boordgereedschap

160–161
Brandstof

6, 139
Brandstofadditief

153

Page 238 of 244

236
Trefwoordenregister
Brandstofniveaumeter 139–140
Brandstoftank
139, 139–140
Brandstof tanken

139–140
Brandstoftank leeg (diesel)

185
Brandstofverbruik

6
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop

139–140
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep

139–140
Buitenlandse reizen

55
Buitenspiegels

37, 127
C
Carrosserie 158
Carrosserie-onderhoud
158
CD

200
CD MP3

200
Centrale vergrendeling

22, 24
CHECK

18
Claxon

67
Connectiviteit

221
Contact

50, 89–90, 229
Contact aangezet

90
Controlelampjes

9–10
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle

16
Controles

150, 153–155
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
199, 225
Dagteller

19
Datum (instellen)

206, 231
Datum instellen

206, 231
Denon (audiosysteem)

44–45
Detectie obstakels

129
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie

106, 163, 167
Dieselmotor

139, 150, 185, 190
Digitaal instrumentenpaneel

8–9
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)

199, 225
Dimlicht

172–173
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)

19
Display instrumentenpaneel

103
Dodehoekbewaking

127, 129
Driver Sport Pack

102–103
Dynamische noodrem

91–94
E
Eco-mode ~ Eco-modus 148
Eco-rijden (adviezen)
6
Electronic Stability Program (ESC)

67–68
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend

91–94, 154
Elektrische ruitbediening

31
Elektrisch verstelbare stoelen

34
Elektronische remdrukregelaar (REF) 67
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)

67
Elektronische sleutel

23–24
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische

26, 87
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)

67, 69
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)

67
Etiketten

4
F
Fietsendrager 29
Flacon AdBlue®
156
Follow me home-verlichting

57
Follow me home verlichting ~ Follow-me-
home-verlichting

22, 57
Frequentie (radio)

224–225
G
Geheugen instellingen bestuurder 35
Gekoeld dashboardkastje ~
Dashboardkastje, gekoeld

41
Gekoppeld navigatiesysteem

218–221
Gereedschap

160, 160–161, 167
Gesproken commando's ~
Spraakcommando's

212–215
Gevarendriehoek

44
Gewichten

186–187, 189–190

Page 239 of 244

237
Trefwoordenregister
GPS 218
Grootlicht
172–173
Grootlichtassistent

56–57
H
Halogeenlampen 58, 172
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld

95–96, 105, 154
Handopvoerpomp

185
Handrem

91, 154–155
Handsfree set

203–204, 227–228
Helderheid

205
Hill-Holder ~ Hill Start Assist

94–95
Hoedenplank

43–44
Hoek van de stoel verstellen

34
Hoofdsteunen achter

39–40
Hoofdsteunen verstellen

33
Hoofdsteunen vóór

33
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling

36
Hulpoproep

64–65
I
Identificatiegegevens 193
Identificatieplaatjes constructeur
193
Identificatie (stickers)

193
Indeling bagageruimte ~ Bagageruimte,
indeling

43–44
Indeling interieur ~ Interieurindeling 41
Infraroodcamera
108
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)

139–140
Instapverlichting

57
Instellingen bestuurder (opslaan) ~
Bestuurdersplaats (instellingen)

35
Instellingen van het systeem

205, 230
Instrumentenpaneel

8, 18–19, 18–20, 108
Instrumentenpanelen

8
Interieurfilter

46, 153
Interieurfilter (vervangen)

153
Interieurverlichting

52–53
ISOFIX

82
ISOFIX (bevestigingen)

80–81
ISOFIX bevestigingen

80–81
ISOFIX kinderzitjes

80–82
J
Jack 226
Jack-aansluiting
41, 226
Jack-kabel

226
K
Kaartleeslampjes 52
Kentekenplaatverlichting
176
Keyless entry and start

23–24, 26, 89–91
Kilometerteller

19
Kinderbeveiliging

84
Kinderen 71, 80–82
Kinderen (veiligheid)
84
Kinderzitjes

71, 75–76, 78–79, 85
Kinderzitjes (conventioneel)

78
Kleurcode lak

193
Klimaatregeling

50
Klokje (instellen)

206, 231
Koelvloeistof

152
Koelvloeistoftemperatuur

17
Koelvloeistoftemperatuurmeter

17
Kofferdeksel sluiten

22, 28
Koplampsproeiers

60
Koplampverstelling

58
Krik

160–161, 167
L
Laden accu ~ Accu laden 181–182
Lak
158, 193
Lampen (vervangen)

171–172, 174–176
Lampen vervangen

171–172, 174–176
Lane Departure Warning System

124, 129
LED-verlichting

55
Lekke band

161, 164–167
Lendensteun

34, 36
Lendensteun, verstelling

34
Lichtschakelaar

54
Lokaliseren van de auto

22
Luchtfilter

153
Luchtfilter (vervangen)

153
Luchtrecirculatie

48–50

Page 240 of 244

238
Trefwoordenregister
M
Massagefunctie 36
Matten
41, 108
Mat verwijderen

41
Meldingen

229
Menu

202
Menu's (audio)

196–197, 211–212
Menustructuren display

202
Milieu

6, 27
Mistachterlicht

54, 174–176
Mistlampen vóór

54, 173
Monteren allesdragers ~ Allesdragers
monteren

148–149
Motoren

186–187, 189–190
Motorkap

149–150
Motorkapsteun

149–150
Motorolie

151
Motorolieniveaumeter

16
N
Navigatiesysteem 216–218
Neerklappen stoelen achter
39–40
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau

153
Niveau koelvloeistof ~
Koelvloeistofniveau

17, 152
Niveau koplampsproeiervloeistof ~
Koplampsproeiervloeistofniveau

60
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau

152
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
60, 152
Niveaus controleren

151–152
Niveaus en controles

150–152
Noodbediening achterklep

28–29
Noodbediening portieren

26
Noodoproep ~ Urgence-oproep

64–65
Noodprocedure afzetten van de motor

90–91
Noodprocedure starten

90–91, 180
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)

67, 122
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)

67
O
Oliefilter 153
Oliefilter (vervangen)
153
Olieniveau

16, 151
Oliepeilstok

16, 151
Olieverbruik

151
Onder de motorkap ~ Motorruimte

150
Onderhoud

155
Onderhoud (adviezen)

158
Onderhoudsadviezen

158
Onderhoudscontroles

15, 153
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator

15, 18
Ontdooien

50–51
Ontgrendelen

22–23
Ontluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten

185
Ontwasemen 50
Ontwasemen achter ~
Achterruitverwarming

37
Opbergvakken

41–44, 43–44
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen

22–23, 28
Openen motorkap ~ Motorkap,
openen

149–150
Openen portieren ~ Portieren
openen

22–23, 28
Opschakelindicator

103
Overzicht zekeringen ~
Zekeringentabel

177–179
P
Pack e-Motion 102–103
Panoramadak
51
Park Assist

132–133, 135
Parkeerhulp achter

129
Parkeerhulp achter met grafische weergave
en geluidssignalen

129
Parkeerhulpsystemen
(algemene adviezen)

107
Parkeerhulp vóór

130
Parkeerlichten

55, 172, 174–176
Persoonlijke instellingen

8–9
Plafonniers

52
Portieren

28
Portieren sluiten

22, 24, 28
Profielen

205, 230
Pyrotechnische gordelspanners

71

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 next >